Knap 6p die kale schnur met Ceta-Bever Buitenbijts
Gijs de Peur
HOOFDPIJN!
Blijf meester
dampo
7kl/77/?S Tere
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
ZATERDAG 1 JUNI 1957
HANDELSREGISTER
In Handelsregister" lezen wij onder
nieuwe inschrijvingen:
A J. v.d. Vis (E), Texel, Den Burg,
Wilhelminalaan 17. Onderaannemer van
straat-, riool- en grondwerken, handel
in zand, grint, hout en stenen.
Mijnharde'» Hoofdpunpocdcr». Doos 50 cent
VOOR HET JEUGDKORPS
Mogen wij nog even herinneren aan
de van 3 tot 5 juni a.s. te houden lijst-
collecte ten bate van het Jeugdkorps van
het Koninklijk Texels Fanfare? In ons
blad van zaterdag 25 mei hebben wij
naar aanleiding van deze collecte gewe
zen op de animo, die er onder onze jeugd
bestaat ten opzichte van de muziek en
met name de fanfare Maar.... tegelij
kertijd hebben wij moeten opmerken dat
de instrumenten „voor een gewoon
mens" haast niet te betalen zijn. Indivi
dueel kan dit in vele gevallen niet be
kostigd worden, maar wie het met ons
eens is, dat het fanfare een der mooiste
culturele uitingen van onze gemeenschap
vormt, zal zeker bereid zijn tot een bij
drage. Moge het resultaat van de col-
lecte dan tot aller tevredenheid stemmen
en het korps in staat stellen zich de no
dige instrumenten aan te schaffen.
WONINGBOUWVERENIGING „TEXEL"
De woningbouwvereniging „Texel"
hield maandagavond in „Casino" haar
algemene ledenvergadering. De heer P.
Smit, secretaris, kon in zijn jaarverslag
mededelen, dat de vereniging op 1 mei
jl. 314 leden telde, wat een toename met
53 leden betekent. Gememoreerd werd
de opdracht tot de bouw van 34 bejaar
denwoningen te Den Burg. Verscheidene
van deze woningen staan reeds in de
spanten.
De administratie wordt nog steeds door
de afdeling Financiën van het gemeente
huis verzorgd.
De vereniging bestaat thans tien jaar
en heeft in de afgelopen periode een be
langrijke bijdrage mogen leveren tot ver
mindering van de grote woningnood, die
uiteindelijk ook aanleiding is geworden
tot de stichting van deze vereniging.
Vervolgens werd verslag uitgebracht
door de penningmeester, de heer A.
Boltjes, die de reeksen cijfers op duide
lijke wijze illustreerde.
De voorzitter, de heer W. Wassenaar
kon mededelen, dat de bouwkansen iets
gunstiger liggen dan een jaar geleden:
men is momenteel namelijk niet meer
afhankelijk van het bouwvolume. Wel
geldt echter nog de belangrijke bepaling,
dat men voor een bepaald object niet
meer dan een bepaald bedrag mag uit
trekken. De moeilijkheid om voor het
bepaalde bedrag klaar te komen is echter
groot. Hierdoor moet dus in de eerste
plaats gepoogd worden de bouwkosten te
drukken en dit kan veelal slechts ge
schieden door een complex woningen
neer te zetten, zodat men niet altijd in
ae gelegenheid is om in de buitendorpen
te bouwen. Dat is erg jammer, want in
Oosterend, Oudeschild en De Cocksdorp
b.v. heeft men, gelet op de ledenlijst,
recht op nieuwe woningen.
Het bestuur stelde voor om te trachten
te Den Burg 20 woningen te bouwen met
6-8 woningen onder één kap. De verga
dering ging met dit plan akkoord. Mis
schien lukt het om op deze wijze tot
bouwen te geraken. Daarnaast wil de
vereniging pogen om ook in de buiten-
dorpen nieuwe woningen te bouwen.
Bestuur. De heer W. Wassenaar werd
als voorzitter herkozen, de heer C.
Schoenmaker als lid en de heer A.
Boltjes als penningmeester.
Bij de rondvraag kwam o.a. het water-
leidingvraagstuk ter sprake. De vereni
ging stelt zich op het standpunt, dat de
hygiëne en de volksgezondheid bevor
derd dienen te worden door het aanbren
gen van douches en wasbakken.
Voorts werden vragen gesteld inzake
de aanstaande huurverhoging. De huur
voor de woningen die tussen 1945 en
1950 zijn gebouwd, zal met 25 pet. wor
den verhoogd; die welke na 1950 zijn
gebouwd met 1-25 pet.
PILOOT DAALDE OP VLIEHORS
Dinsdagmiddag is een straaljager - 'n
Thunderstreak - tijdens schietoefeningen
boven de Vliehors in moeilijkheden ge
komen. De piloot wist het toestel, dat in
zee stortte, door middel van zijn schiet
stoel te verlaten en landde even later per
valscherm op de Vliehors.
VADER VAN 1000 KINDEREN
D. L. Daalder, een leven in dienst van
onderwijs en boeken.
B.j de naam Daalder denkt men ogen
blikkelijk aan jeugdboeken. Want heeft
hij niet ons enige grote vakboek over de
jeugdliteratuur, „Wormcruyt met
suyeker", geschreven? Is hij geen lid van
iedere jury die een jeugdboek gaat be
kronen, van iedere commissie die in ver
band met jeugboeken iets gaat organi
seren en maakt hij geen deel uit van de
redactie van vrijwel al onze pedagogische
bladen? Ieder „Kris-Kras"-kind kent
hem en de ouders, die vele jaren het
pedagogische maandblad „Het Kind"
lazen, wendden zich vol vertrouwen tot
hem om raad
Wie is deze man, die de literatuur een
even warm hart toedraagt als de pedago
giek? Die zoveel mensen en kinderen aan
zich wist te binden, dat zijn naam lang
zamerhand een begrip begint te worden?
Vergezelt U mij naar Bergen. Wij nemen
de trein tot Alkmaar, rijden dan met een
bus naar Bergen-binnen en wandelen
langs de hertenkamp naar de rustige bos-
laan waar zijn huis staat. Het is heerlijk
zonnig voorjaarsweer en u bent op een
der mooiste plekjes van ons land. En,
eenmaal binnen, laten wij de heer Daal
der zeii vertellen, aldus het weekblad
„Libelle", dat een uitvoerig artikel aan
onze oud-Texelaar wijdde. Het blad ver
volgt:
Hoewel hij toch zeker de zeventig na
dert, maakt hij in geen enkel opzicht de
indruk van een oudere man. Het enorme
bureau vol correctiewerk, corresponden
tie en drukproeven getuigt van een nog
grote activiteit! Die zich ook uitstrekt
tot de theetafel, want, nu zijn vrouw
toevallig uit is, verzorgt de gastheer zelf
onze thee. Weliswaar in groene kopjes op
grijze schotels, maar, had hijzelf mij
hierop niet attent gemaakt, dan zou ik
alleen aan de speelse vinding van een
porseleinfabrikant gedacht hebben. Een
jong meisje komt binnen om haar tas
te zoeken. ,,Nee, geen dochter", vertelt
de heer Daalder, ,,zij is een van onze twee
huisgenootjes van de middelbare meis
jesschool We bezitten zel-f acht zonen en
één dochter.en die is al getrouwd.
Kleinkinderen? Ja, tweeëntwintig!" Er
klinkt met recht trots in zijn stem. En
ik herinner mij ineens een boekje dat ik
jaren geleden heb gelezen: „Moeder van
zeshonderd kinderen". Het was het ver
haal van een vrouw die directrice werd
van een vondelingentehuis. Zeshonderd
leek erg veel.. Maar nu ik denk aan
de negen eigen kinderen die op hun be
stemming gebracht moesten worderf, de
vele kleinkinderen, de zeer vele leerlin
gen die op weer andere wijze verzorgd
en de grote schare van schier alle leef
tijden die in en via de jeugdboeken be
reikt worden, durf ik boven dit gesprek
rustig „Vader van duizend kinderen"
neer te schrijven.
Wij beginnen netjes bij de biografische
bijzonderheden. Tenslotte ben ik op be
zoek bij een leraar en onwillekeurig word
je dan weer een beetje „leerling". Het
kan onmogelijk zo'n van-de-hak-op-de-
tak-gesprek worden!
,,Ik ben geboren op Texel en heb daar
mijn jeugd doorgebracht", begint mijn
gastheer. „Daarover heb ik trouwens een
boekje geschreven, onder de schuilnaam
Jef Vermeer. Het heette „Schimmenspel"
en veroorzaakte een hele rel, want men
herkende er allerlei mensen in! Later
schreef ik nog het verhaal van twee kin
deren op Texel, „Fijn en Grof", voor elf
en twaalfjarigen. Maar laten wij bij het
begin beginnen. Van Texel ging ik naar
Haarlem om daar de kweekschool te
doorlopen. En, eenmaal onderwijzer, was
mijn eerste werkkring in de humanitaire
school in Laren. U zoudt het een voor
loper van de Werkgemeenschap van Kees
Boeke kunnen noemen. Een zeer idealis
tische opzet, wij waagden allerlei expe
rimenten. Zoals eens Van Eeden zijn
Walden oprichtte, zo stichtte professor
Van Rees de Arbeidskolonie in Blaricum.
En oorspronkelijk was onze school be
stemd voor de kolonistenkinderen, maar
het werd de school voor de kinderen van
de vele kunstenaars. U begrijpt, dat er
véél mogelijkheden waren op het gebied
van de kunst, er werd aandacht gegeven
aan muziek en toneelTot, op een
dag, een onzer leiders nogal scherp te
kennen gaf dat hij onze werkwijze, zo
heerlijk besloten in een kleine idealisti
sche gemeenschap, niet erg logisch vond.
„Trek de wereld in met je idealen en
breng ze onder de mensen!" Ik nam dit
ter harte, gaf mij op voor het onderwijs
in Indië en trok daarheen. Werkte in
Soerabaja en later Bandoeng. Wij kregen
vijf kinderen; het was een góéde tijd!
Toen stierf onverwachts mijn vrouw.
Wat moest ik, alleen met mijn vijf jon
gens, in Indië? Ik ging dus terug naar
Nederland, verdeelde de kinderen over
de verschillende familieleden, ging bij
Cor Bruijn op de Hilversumse Schoolver
eniging werken, studeerde terwijl voor
middelbaar Nederlands en vond zodra ik
deze akte in mijn bezit had, een plaats
aan de h.b.s. in Alkmaar, waar ik vijfen
twintig jaar bleef, de laatste jaren als
directeur. Inmiddels was ik hertrouwd
met een van mijn oud-leerlingen en zij
betekende werkelijk de redding van het
hele gezin! Wij kregen er nog drie zonen
en een dochter bij. De jongste is nu ze
ventien. Ja, zoals zij dit hele stel ver
zorgd heeft, zo handig, vitaal en intelli
gent!
Waarom ik later omzwaaide naar de
meisjesschool in Bergen? Och, een nieu-
over Uw zenuwen. Neem
Mijnhardt's Zenuwtabletten
WAT MijnhaRPt Maakt I5&0ED
we school! Je kunt zo heerlijk experi
menteren. Tot 1953 was ik hier directeur,
werd toen, op vijfenzestigjarige leeftijd,
gepensioneerd. Maar door de nieuwe di
rectrice direct weer gekozen als leraar
Nederlands en zo heb ik nog steeds ne
gentien lesuren per week. U begrijpt, m'n
werk heeft zich steeds op het literaire
èn het pedagogische vlak bewogen. En
een combinatie hiervan vindt u in publi-
katies als „Wormcruyt met suyeker".
En zo zijn wij dus aangeland bij het
„werk". „U weet, ik schreef vroeger in
„Het Kind", heb het later nog veertien
jaar geredigeerd en ben daarbij redactie
lid van „Montessori-opvoeding" en „Op
voeding nu". Terwijl ik voor de kinde
ren werk in „Kris-Kras". Aardig werk!
In „Het Kind" had ik stukjes geschreven
onder de titel „De kudde van Jef Ver
meer" en hierin speelden steeds onze
eigen kinderen een rol. Toen dit als
boekje verschenen was, volgde nog een
tweede deel: „Langs glooiende velden".
Hier zijn nóg enkele pedagogische
boekjes, „Gandhi als Opvoeder", „Femi
nisme en Nieuw-feminisme" en „Driftig
en eigenzinnig", dit laatste over ver
scheidene opvoedkundige kwesties. Aar
dig is het de jeugd zélf een oordeel te
laten uitspreken. Eerst gebeurde dat in
een kranterubriek, waarna een en ander
verzameld werd in de bundel „De jeugd
aan het woord". De onderwerpen? Mo
derne en klassieke paardans; het roken,
de televisie, een zegen of een vloek;
bioscoopbezoek; moderne schilderkunst;
seksuele omgang.. Er kwamen zeer
openhartige antwoorden binnen! „Wij
willen geen bakerpraatjes, maar eerlijke
voorlichting van onze ouders!"
Weet u wat ik zulke belangrijke lees
stof vind voor de leerlingen van de twee
de en derde klas middelbare school? De
sagen en legenden Het is geschikte en
boeiende lectuur, die ook van culturele
betekenis is! Denk eens aan Tristan en
Isolde! Het beste is eerst op school de
verschillende verhalen te vertellen en
dan de kinderen over één daarvan een
uitgebreide studie te laten schrijven. Na
tuurlijk dan wel helpen bij het materiaal
verzamelen enzovoort. Zelf zat ik daar-
ZON, MAAN EN HOOG WATER j
De zon komt 2 juni op om 4.24 uur en
gaat onder om 8.52 uur.
Maan: 5 juni E.K.; 12 juni V.M.
Hoog water ter rede van Oudeschild'
1 juni 10.38 en 23,02; 2 juni 11.18 en
23.47; 3 juni 11.55 en 4 juni 0.30 en
12.33; 5 juni 1.10 en 13.10; 6 juni 1.55 en
14.08; 7 juni 3.05 en 15.33; 8 juni 4.29 en
17.01.
Aan het strand ongeveer een uur eer
der hoog water
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 5 juni consultatiebureau
De moeders worden verwacht:
De Cocksdorp 1,45 uur; Oosterend 2,15
uur; Oudeschild 2,45 uur; Den Hoorn
3,15 uur; De Koog 3,45 uur De moeders
van Den Burg worden verwacht van 4
tot 5 uur.
MjP IR fi en P'jn weg-
f§u& fla mJB wrijven met
WELPUTTEN WERDEN
LEEGGEZOGEN
In verband met de aanleg van een
nieuwe riolering door de Schoonoordweg
moest de grondwaterstand in de hand
worden gehouden. Hiertoe werden di
verse bronnen geslagen. Deze werkten
zo perfect en „grondig", dat tal van
omwonenden spoedig zonder welwater
kwamen te zitten: de welputten waren
leeggezogen
DIENSTPLICHT
Uitspraken inzake vrijstelling
De Burgemeester van Texel brengt
ter algemene kennis, dat de Minister van
Oorlog omtrent vrijstelling van dienst
als gewoon dienstplichtige de volgende
uitspraken heeft gedaan:
Jacobus Marinus van Splunter,
lichting 1956.
Met ingang van 7 juni 1957 voor één
jaar vrijstelling van dienst als gewoon
dienstplichtige wegens aanwezigheid van
een bijzonder geval; bij beschikking van
20 mei 1957, no. 868022.
Hendricus Maarten Brouwer,
lichting 1956.
Met ingang van 7 juni 1957 voorgoed
vrijstelling van dienst als gewoon dienst
plichtige wegens kostwinnerschap; bij
beschikking van 22 mei 1957, no. 868777.
Texel, 24 mei 1957.
Tegen elke omtrent vrijstelling
gedane uitspraak kan iedere belang
hebbende uiterlijk de tiende dag na
de dag waarop de uitspraak ter
algemene kennis is gebracht, in be
roep komen. Indien de ingeschrevene,
wie de uitspraak geldt, buiten Neder
land verblijft, kan, voor zover het door
deze in te stellen beroep betreft, mei
overschrijding van de termijn van tien
dagen genoegen worden genomen. Zo
lang omtrent zodanige overschrijding
geen beslissing is genomen, wordt de
uitspraak na het verloop van de termijn
van tien dagen als onherroepelijk be
schouwd.
Het tot Hare Majesteit de Koningin te
richten beroepschrift moet met redenei»
omkleed zijn en worden ingeleverd op
afd militaire zaken van de secretarie de
zer sremeente.
De Koningin beslist op het beroep bij
een met redenen omkleed besluit, nadat
de raad van state is gehoord.
Texel, 16 mei 1957.
De Burgemeester voornoemd.
C. DE KONING.
N.V. GOEDERENHANDEL
PH. VLESSING BLIJFT HIER
GEVESTIGD
Volgens de geruchten zou de N.V.
Goederenhandel Ph. Vlessing zich bin
nenkort aan het vasteland gaan vestigen,
maar naar de directeur, de heer E. Vles
sing, ons mededeelt zijn deze geruchten
volkomen uit de lucht gegrepenVan
overplaatsing van ons bedrijf of een on
derdeel daarvan is beslist geen sprake,
in tegendeel: wij zitten nog steeds om
meer personeel te springen", aldus de
heer Vlessing.
FEUILLETON
door J. G. J. Bax
21. Met hun rust was 't gedaan, wanneer
die boot op de plas verscheen. Het was
een zogenaamde glijboot, die met een
kolossale vaart en zwaar motorgeronk,
een diepe voor trekkend, over het water
scheerde, zo nu en dan er zelfs uit op
wipte en meer vloog dan voer. Heftig
dobberden de bootjes aan de stokken en
wanneer de glijboot dicht langs zo'n
bootje scheerde, moest de hevig te keer
gaande visser zich snel vastgrijpen om
er niet uit te rollen. Door zijn snelheid
was de boot in een ommezien de plas af
gejakkerd, zodat noch het water, noch de
vissen, noch de vissers een moment tot
rust kwamen.
Op een avond hadden de vissers in
Baarsje beraadslaagt welke maatregelen
dienden te worden genomen en er werd
besloten om de eerste de beste keer, dat
de boot weer verscheen, tegen de tijd dat
de eigenaar naar huis moet, het haventje
bij de villa, waar de boot ligplaats had.
te blokkeren.
Gewapend met aardkluiten, aardap
pels, stenen en stokken zouden zij hem
wel aan het verstand brengen, dat zijn
aanwezigheid niet gewenst was. Zo lag
dus de armada op een mooie zomeravond
gereed om slag te leveren, telkens op
en neer deinende wanneer de geen on
raad vermoedende vijand langs de kant
voer waar zij lagen. Hij had nu de ruim
te en maakte er ook een gretig gebruik
van. Als een pijl schoot hij opgewekt
door het water, in volle vaart nam hij
vrolijk de bochten, een hoge kam van
golven en schuim opwerpende.
Toen hij voor de zoveelste maal de
kleine inham, waar de bootjes uit het
gezicht lagen passeerde, kreeg hij ze
eindelijk in het oog en begreep hij, dat
er ergens iets haperde. Hij had geen
gelegenheid zijn motor snel genoeg af te
zetten en maakte daarom nog een efe-
rondje; een flink stuk voor het haventje
zette hij zijn motor af en stuurde zijn
boot tot op veilige afstand van de ver
zamelde vissers, die, nu het uur der
wrake was gekomen, als één man in hun
wankele bootjes opstonden.
„Wat moet dat?" riep de sportief ge
klede jongeman, die eveneens was gaan
staan.
Een ogenblik schreeuwden allen door
elkaar, totdat één zich tot woordvoeder
opwierp en uitriep: „Stilte mannen", en
zich tot de jonge man wendende, begon
hij: „Namens ons allen zou ik u willen
verzoeken in het vervolg met je boot
ergens anders te gaan vliegen. Wij wil
len hier rustig vissen en geen schipbreuk
lijden. Wat jullie mannen!" Luidruchtig
gaven de mannen hun instemming met
deze rustige inleiding te kennen. Hierna
volgde een opgewonden uiteenzetting en
verschrikkelijke dreigementen en ver
wensingen, maar nog was het bij woor
den gebleven en men was nog niet tot
handtastelijkheden overgegaan, totdat 't
jongmens, dat het nog niet met zichzelf
eens was of hij kwaad zou worden of het
humoristische in deze zaak zou zoeken,
tot het eerste besloot.
„En nu allemaal uit de weg, anders
torpedeer ik jullie!" en met deze woor
den sloeg hij de motor aan. Hiermede
gooide hij echter olie op het smeulende
vuur en daar kwamen de vissers in
actie. Een regen van projectielen, voor
lopig nog onschuldig, de gekookte aard
appelen (hun voertje, dat zij toch niet
hadden kunnen gebruiken) en aardklui
ten daalden op zijn hoofd neer.
Even plotseling als het lawaai in de
bootjes was begonnen, hield het op. Door
de heftige golfslag werd de gehele vis
sersvloot opgenomen en door elkaar ge
smakt. De vissers zakten door de schok
door hun knieën en vielen languit in hun
bootjes, sommigen struikelden over de
bankjes en lagen met hun benen in de
lucht te spartelen. Toen de orde was
hersteld, vroeg de aanvoerder: „Wat nu?"
Eenparig werd besloten rustig af te
wachten, het was nog vroeg en hij moest
toch op de een of andere manier, de ha
ven opzoeken. De glijboot had regelrecht
koers gezet naar het Baarsje, waar de
jonge man zijn boot meerde en Sivous
riep, wie hij het geval voorlegde. Deze
stond uit de aard der zaak aan de kant
van de vissers en probeerde hem te kal
meren. Hij wees er op, dat het toch zeer
begrijpelijk was, dat de mannen gebelgd
waren en het beslist niet zo kwaad meen
den, hij moest ook niet zo over de plas
jakkeren, wat had dat nu eigenlijk voor
zin?
Het hielp echter niet, hij zou zijn recht
zoeken en zich door die stomme vissers,
die hele dagen stompzinnig op zo'n dob
bertje zaten te turen en wachtten op
iemand, die zij nog nooit hadden gezien,
niet de les laten lezen. Hij wilde de po
litie halen en Sivous stelde voor de wa
terschout te waarschuwen, dan kon mijn
heer zo lang wachten. „De waterschout?"
vroeg deze verbaasd. Ja, dat was de
veldwachter, die belast was met het toe
zicht op de plassen en die zo werd ge
noemd. Mijnheer ging met deze regeling
akkoord, bestelde een borrel en ging in
de tuin zitten wachten. Sivous stuurde
een van zijn klanten, een boerenknecht
die schik in het geval had en zich graag
met deze opdracht belastte, er op uit om
de veldwachter op te scharrelen. Hij
drukte hem goed op het hart de water
schout precies te vertellen wat er aan de
hand was, opdat deze onmiddellijk de
nodige maatregelen zou kunnen treffen.
Spoedig kwam de knecht die op de fiets
was, terug en bracht de heugelijke tij
ding, dat de veldwachter reeds onderweg
was en wel zo met zijn motorboot zou
verschijnen. De gemeente bezat namelijk
zelf een boot voor de controle op het
water.
Na enige tijd klonk in de verte reeds
geronken kwam een snelle motorboot,
waarin de veldwachter aan het stuur
stond op de aanlegsteiger aangevaren.
Zitplaatsen had de boot niet, want het
was per saldo geen plezierbootje.
De veldwachter, een martiale ver
schijning, die wist op te treden, nodigde
de jonge man met een kort woord aan
boord te komen, hij kon hem dan onder
weg de rest wel vertellen. De uitnodiging
om er eerst eentje te pakken, had hij,
liefhebber als hij was, slechts aarzelend
afgeslagen. Op de plaats des onheils eis
ten beide partijen prompt proces-verbaal,
de vissers wegens het toebrengen van
lichamelijk letsel, sommigen hadden zich
bij hun val bezeerd en de jonge man we
gens huisvredebreuk, wat volgens de
veldwachter helemaal niet in aanmerking
Babyderm-zeep
door zo goed in die oude literatuur, dat
ik de „Reinaert" ging bewerken, de „Rid
ders van de ronde tafel" en dergelijke
verhalen. Ook de Ilias voor schoolge
bruik. Het is toch eigenlijk dwaas dat
aeze rijkdom alleen bestemd zou zijn
voor de gymnasiasten!
Ik heb nu juist iets heel anders gereed.
Een studie: „De middelbare meisjesschool
als symptoom van onderwijsvernieu
wing". Ik vroeg mij als sinds jaren af:
zijn de psychische verschillen tussen
meisje en jongen zo belangrijk, dat het
onderwijs gescheiden moet worden?
Maar nu ik, na zelf de nodige ervaring
te hebben opgedaan, nog wat vaklitera
tuur van onze tijd heb doorgewerkt, ben
ik tot de conclusie gekomen dat onze
meisjes een eigen opleiding móéten heb
ben. Het boekje verschijnt binnenkort
bij Wolters".
Ik durf, denkend aan al het werk, het
woord hobby nauwelijks uit te spreken.
Maar de heer Daalder heeft ze wel!
Plant- en dierkunde bijvoorbeeld. „Ik ben
wild op vogels! In de vakanties trek ik
altijd naar de broedterreinen en be
schermde vogelgebieden. Verder verdiep
ik mij graag in de parapsychologie en ja,
dan natuurlijk het reizen! Ons huis wordt
ieder jaar verhuurd en zo kunnen wij
zelf naar het buitenland. De Franse Vo
gezen, Bretagne (ideaal, die rustige dorp
jes met de oude folklore....). Bij het
afscheid als directeur van de school ga
ven de leerlingen een bedrag aan geld,
wat een reis door Italië mogelijk maakte.
Daarvan hebben wij onnoemelijk geno
ten! Dit jaar wordt het Tessin".
ZONDAGSDIENST DEN BURG
(ingaande zaterdagmiddag 12 uur)
DOKTER SCHALKWIJK
Onreinheden in Uw bloed
veroorzaken die
Rbenmatische Pijnen.
Daarom zal zo'n bloedzuiverende
Kruschenbuur 9 goed doen.
'n Heerlijke gewaarwording, dat be
vrijdende gevoel dat over U komt, naar
mate de aansporende werking van
Kruschen's zes minerale zouten zich op
lever, nieren en ingewanden doet gelden
en zo Uw bloed sneller gaat stromen.
Stramheid en pijn vallen als 't ware van
U af en ge voelt Uzelf allengs weer
helemaal de oude. Vraag Kruschen bij
Uw apotheker of drogist.
NIEUWE AVONTUREN VAN PIMBA
de held van het neqeidoip.
Als Pimba uren aan het werk is ge
weest en zijn maag knort van de honger,
dan gebeurt het. De kuil is vrij diep en
Pimba heeft de grond afgegraven tot
heel dicht bij de eerste poten van de
olifant. Hij ziet het aankomen en springt
vlug uit de kuil. De zijkant van de kuil
komt langzaam in beweging. Plotseling,
met een schok, zakt het zware beest naar
voren. Zijn poten staan rechtop in de
kuil, onder de aarde bedolven. Een snelle
beweging is voldoende en dan staat de
olifant vrij naast Pimba. Die is even
bang, dat het dier nu op de vlucht zal
gaan, maar daar schijnt het niet aan te
denken. Het laat zich heel gewillig met
Pimba meevoeren naar het dorp. Daar
wordt het drietal uitbundig begroet.
Pimba moet natuurlijk honderd-uit zijn
avontuur vertellen en Pimba's vader is
wat trots op zijn dappere zoon. En Pim
ba denkt: Nu kan ik pas goed het oer
woud in: op de rug van een olifant!
kwam, huisvredebreuk op het water.
De veldwachter wist echter spoedig de
gemoederen te kalmeren en beloofde te
bevoegder plaatse rapport te zullen uit
brengen. Tot zolang beloofde men de
vijandelijkheden te zullen staken. Zij wa
ren daarna gezamenlijk naar 't Baarsje
teruggekeerd, waar zij er nog een gezel
lige avond van hadden gemaakt. Het
resultaat was, dat mede door toedoen van
Hoos, die zijn klachten bij die van de
vissers had gevoegd, de laatsten hun
zaak hadden gewonnen. De maximum
snelheid was zodanig gesteld, dat de
vlugge bootjes beter konden gaan roeien
en daarom liever de rivier opzochten.
Hoos en zijn zoon waren er nog niet,
vrouw Hoos was alleen met Jantje, de
jongste, die nog op school ging. „Ik denk,
dat ze zo wel zullen komen, Gijs. Ik heb
de aardappelen al opgezet, moet je een
kom koffie? Gijs was in de leunstoel aan
het raam gaan zitten en' bewonderde te
keningen van Jantje, die vertrouwelijk
tussen zijn benen stond. „Ja, graag Ma
rie". „Ben je al los?" „Nee, ik heb nog
een pond of acht, tien zitte, maar ik ben
nog niet klaar, ik mot straks nog effen
naar het dorp". De vrouw plaatste een
grote kom koffie voor hem en zei tegen
Jantje: „Haal jij het trommeltje even en
geef Opa een koekie". Mag ikke er dan
ook nog eentje?" bedelde het ventje.
„Eigenlijk niet, want je heb al gehad,
maar eentje vooruit dan maar!" Vrouw
Hoos had voor zichzelf ook eens inge
schonken en ging tegenover Gijs zitten,
die luid slurpend van zijn koffie genoot.
(Wordt vervolgd)