Knap 6p die kale schnur met Ceta-Bever Buitenbijts Gijs de Peur HOOFDPIJN! Blijf meester dampo 7kl/77/?S Tere TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT ZATERDAG 1 JUNI 1957 HANDELSREGISTER In Handelsregister" lezen wij onder nieuwe inschrijvingen: A J. v.d. Vis (E), Texel, Den Burg, Wilhelminalaan 17. Onderaannemer van straat-, riool- en grondwerken, handel in zand, grint, hout en stenen. Mijnharde'» Hoofdpunpocdcr». Doos 50 cent VOOR HET JEUGDKORPS Mogen wij nog even herinneren aan de van 3 tot 5 juni a.s. te houden lijst- collecte ten bate van het Jeugdkorps van het Koninklijk Texels Fanfare? In ons blad van zaterdag 25 mei hebben wij naar aanleiding van deze collecte gewe zen op de animo, die er onder onze jeugd bestaat ten opzichte van de muziek en met name de fanfare Maar.... tegelij kertijd hebben wij moeten opmerken dat de instrumenten „voor een gewoon mens" haast niet te betalen zijn. Indivi dueel kan dit in vele gevallen niet be kostigd worden, maar wie het met ons eens is, dat het fanfare een der mooiste culturele uitingen van onze gemeenschap vormt, zal zeker bereid zijn tot een bij drage. Moge het resultaat van de col- lecte dan tot aller tevredenheid stemmen en het korps in staat stellen zich de no dige instrumenten aan te schaffen. WONINGBOUWVERENIGING „TEXEL" De woningbouwvereniging „Texel" hield maandagavond in „Casino" haar algemene ledenvergadering. De heer P. Smit, secretaris, kon in zijn jaarverslag mededelen, dat de vereniging op 1 mei jl. 314 leden telde, wat een toename met 53 leden betekent. Gememoreerd werd de opdracht tot de bouw van 34 bejaar denwoningen te Den Burg. Verscheidene van deze woningen staan reeds in de spanten. De administratie wordt nog steeds door de afdeling Financiën van het gemeente huis verzorgd. De vereniging bestaat thans tien jaar en heeft in de afgelopen periode een be langrijke bijdrage mogen leveren tot ver mindering van de grote woningnood, die uiteindelijk ook aanleiding is geworden tot de stichting van deze vereniging. Vervolgens werd verslag uitgebracht door de penningmeester, de heer A. Boltjes, die de reeksen cijfers op duide lijke wijze illustreerde. De voorzitter, de heer W. Wassenaar kon mededelen, dat de bouwkansen iets gunstiger liggen dan een jaar geleden: men is momenteel namelijk niet meer afhankelijk van het bouwvolume. Wel geldt echter nog de belangrijke bepaling, dat men voor een bepaald object niet meer dan een bepaald bedrag mag uit trekken. De moeilijkheid om voor het bepaalde bedrag klaar te komen is echter groot. Hierdoor moet dus in de eerste plaats gepoogd worden de bouwkosten te drukken en dit kan veelal slechts ge schieden door een complex woningen neer te zetten, zodat men niet altijd in ae gelegenheid is om in de buitendorpen te bouwen. Dat is erg jammer, want in Oosterend, Oudeschild en De Cocksdorp b.v. heeft men, gelet op de ledenlijst, recht op nieuwe woningen. Het bestuur stelde voor om te trachten te Den Burg 20 woningen te bouwen met 6-8 woningen onder één kap. De verga dering ging met dit plan akkoord. Mis schien lukt het om op deze wijze tot bouwen te geraken. Daarnaast wil de vereniging pogen om ook in de buiten- dorpen nieuwe woningen te bouwen. Bestuur. De heer W. Wassenaar werd als voorzitter herkozen, de heer C. Schoenmaker als lid en de heer A. Boltjes als penningmeester. Bij de rondvraag kwam o.a. het water- leidingvraagstuk ter sprake. De vereni ging stelt zich op het standpunt, dat de hygiëne en de volksgezondheid bevor derd dienen te worden door het aanbren gen van douches en wasbakken. Voorts werden vragen gesteld inzake de aanstaande huurverhoging. De huur voor de woningen die tussen 1945 en 1950 zijn gebouwd, zal met 25 pet. wor den verhoogd; die welke na 1950 zijn gebouwd met 1-25 pet. PILOOT DAALDE OP VLIEHORS Dinsdagmiddag is een straaljager - 'n Thunderstreak - tijdens schietoefeningen boven de Vliehors in moeilijkheden ge komen. De piloot wist het toestel, dat in zee stortte, door middel van zijn schiet stoel te verlaten en landde even later per valscherm op de Vliehors. VADER VAN 1000 KINDEREN D. L. Daalder, een leven in dienst van onderwijs en boeken. B.j de naam Daalder denkt men ogen blikkelijk aan jeugdboeken. Want heeft hij niet ons enige grote vakboek over de jeugdliteratuur, „Wormcruyt met suyeker", geschreven? Is hij geen lid van iedere jury die een jeugdboek gaat be kronen, van iedere commissie die in ver band met jeugboeken iets gaat organi seren en maakt hij geen deel uit van de redactie van vrijwel al onze pedagogische bladen? Ieder „Kris-Kras"-kind kent hem en de ouders, die vele jaren het pedagogische maandblad „Het Kind" lazen, wendden zich vol vertrouwen tot hem om raad Wie is deze man, die de literatuur een even warm hart toedraagt als de pedago giek? Die zoveel mensen en kinderen aan zich wist te binden, dat zijn naam lang zamerhand een begrip begint te worden? Vergezelt U mij naar Bergen. Wij nemen de trein tot Alkmaar, rijden dan met een bus naar Bergen-binnen en wandelen langs de hertenkamp naar de rustige bos- laan waar zijn huis staat. Het is heerlijk zonnig voorjaarsweer en u bent op een der mooiste plekjes van ons land. En, eenmaal binnen, laten wij de heer Daal der zeii vertellen, aldus het weekblad „Libelle", dat een uitvoerig artikel aan onze oud-Texelaar wijdde. Het blad ver volgt: Hoewel hij toch zeker de zeventig na dert, maakt hij in geen enkel opzicht de indruk van een oudere man. Het enorme bureau vol correctiewerk, corresponden tie en drukproeven getuigt van een nog grote activiteit! Die zich ook uitstrekt tot de theetafel, want, nu zijn vrouw toevallig uit is, verzorgt de gastheer zelf onze thee. Weliswaar in groene kopjes op grijze schotels, maar, had hijzelf mij hierop niet attent gemaakt, dan zou ik alleen aan de speelse vinding van een porseleinfabrikant gedacht hebben. Een jong meisje komt binnen om haar tas te zoeken. ,,Nee, geen dochter", vertelt de heer Daalder, ,,zij is een van onze twee huisgenootjes van de middelbare meis jesschool We bezitten zel-f acht zonen en één dochter.en die is al getrouwd. Kleinkinderen? Ja, tweeëntwintig!" Er klinkt met recht trots in zijn stem. En ik herinner mij ineens een boekje dat ik jaren geleden heb gelezen: „Moeder van zeshonderd kinderen". Het was het ver haal van een vrouw die directrice werd van een vondelingentehuis. Zeshonderd leek erg veel.. Maar nu ik denk aan de negen eigen kinderen die op hun be stemming gebracht moesten worderf, de vele kleinkinderen, de zeer vele leerlin gen die op weer andere wijze verzorgd en de grote schare van schier alle leef tijden die in en via de jeugdboeken be reikt worden, durf ik boven dit gesprek rustig „Vader van duizend kinderen" neer te schrijven. Wij beginnen netjes bij de biografische bijzonderheden. Tenslotte ben ik op be zoek bij een leraar en onwillekeurig word je dan weer een beetje „leerling". Het kan onmogelijk zo'n van-de-hak-op-de- tak-gesprek worden! ,,Ik ben geboren op Texel en heb daar mijn jeugd doorgebracht", begint mijn gastheer. „Daarover heb ik trouwens een boekje geschreven, onder de schuilnaam Jef Vermeer. Het heette „Schimmenspel" en veroorzaakte een hele rel, want men herkende er allerlei mensen in! Later schreef ik nog het verhaal van twee kin deren op Texel, „Fijn en Grof", voor elf en twaalfjarigen. Maar laten wij bij het begin beginnen. Van Texel ging ik naar Haarlem om daar de kweekschool te doorlopen. En, eenmaal onderwijzer, was mijn eerste werkkring in de humanitaire school in Laren. U zoudt het een voor loper van de Werkgemeenschap van Kees Boeke kunnen noemen. Een zeer idealis tische opzet, wij waagden allerlei expe rimenten. Zoals eens Van Eeden zijn Walden oprichtte, zo stichtte professor Van Rees de Arbeidskolonie in Blaricum. En oorspronkelijk was onze school be stemd voor de kolonistenkinderen, maar het werd de school voor de kinderen van de vele kunstenaars. U begrijpt, dat er véél mogelijkheden waren op het gebied van de kunst, er werd aandacht gegeven aan muziek en toneelTot, op een dag, een onzer leiders nogal scherp te kennen gaf dat hij onze werkwijze, zo heerlijk besloten in een kleine idealisti sche gemeenschap, niet erg logisch vond. „Trek de wereld in met je idealen en breng ze onder de mensen!" Ik nam dit ter harte, gaf mij op voor het onderwijs in Indië en trok daarheen. Werkte in Soerabaja en later Bandoeng. Wij kregen vijf kinderen; het was een góéde tijd! Toen stierf onverwachts mijn vrouw. Wat moest ik, alleen met mijn vijf jon gens, in Indië? Ik ging dus terug naar Nederland, verdeelde de kinderen over de verschillende familieleden, ging bij Cor Bruijn op de Hilversumse Schoolver eniging werken, studeerde terwijl voor middelbaar Nederlands en vond zodra ik deze akte in mijn bezit had, een plaats aan de h.b.s. in Alkmaar, waar ik vijfen twintig jaar bleef, de laatste jaren als directeur. Inmiddels was ik hertrouwd met een van mijn oud-leerlingen en zij betekende werkelijk de redding van het hele gezin! Wij kregen er nog drie zonen en een dochter bij. De jongste is nu ze ventien. Ja, zoals zij dit hele stel ver zorgd heeft, zo handig, vitaal en intelli gent! Waarom ik later omzwaaide naar de meisjesschool in Bergen? Och, een nieu- over Uw zenuwen. Neem Mijnhardt's Zenuwtabletten WAT MijnhaRPt Maakt I5&0ED we school! Je kunt zo heerlijk experi menteren. Tot 1953 was ik hier directeur, werd toen, op vijfenzestigjarige leeftijd, gepensioneerd. Maar door de nieuwe di rectrice direct weer gekozen als leraar Nederlands en zo heb ik nog steeds ne gentien lesuren per week. U begrijpt, m'n werk heeft zich steeds op het literaire èn het pedagogische vlak bewogen. En een combinatie hiervan vindt u in publi- katies als „Wormcruyt met suyeker". En zo zijn wij dus aangeland bij het „werk". „U weet, ik schreef vroeger in „Het Kind", heb het later nog veertien jaar geredigeerd en ben daarbij redactie lid van „Montessori-opvoeding" en „Op voeding nu". Terwijl ik voor de kinde ren werk in „Kris-Kras". Aardig werk! In „Het Kind" had ik stukjes geschreven onder de titel „De kudde van Jef Ver meer" en hierin speelden steeds onze eigen kinderen een rol. Toen dit als boekje verschenen was, volgde nog een tweede deel: „Langs glooiende velden". Hier zijn nóg enkele pedagogische boekjes, „Gandhi als Opvoeder", „Femi nisme en Nieuw-feminisme" en „Driftig en eigenzinnig", dit laatste over ver scheidene opvoedkundige kwesties. Aar dig is het de jeugd zélf een oordeel te laten uitspreken. Eerst gebeurde dat in een kranterubriek, waarna een en ander verzameld werd in de bundel „De jeugd aan het woord". De onderwerpen? Mo derne en klassieke paardans; het roken, de televisie, een zegen of een vloek; bioscoopbezoek; moderne schilderkunst; seksuele omgang.. Er kwamen zeer openhartige antwoorden binnen! „Wij willen geen bakerpraatjes, maar eerlijke voorlichting van onze ouders!" Weet u wat ik zulke belangrijke lees stof vind voor de leerlingen van de twee de en derde klas middelbare school? De sagen en legenden Het is geschikte en boeiende lectuur, die ook van culturele betekenis is! Denk eens aan Tristan en Isolde! Het beste is eerst op school de verschillende verhalen te vertellen en dan de kinderen over één daarvan een uitgebreide studie te laten schrijven. Na tuurlijk dan wel helpen bij het materiaal verzamelen enzovoort. Zelf zat ik daar- ZON, MAAN EN HOOG WATER j De zon komt 2 juni op om 4.24 uur en gaat onder om 8.52 uur. Maan: 5 juni E.K.; 12 juni V.M. Hoog water ter rede van Oudeschild' 1 juni 10.38 en 23,02; 2 juni 11.18 en 23.47; 3 juni 11.55 en 4 juni 0.30 en 12.33; 5 juni 1.10 en 13.10; 6 juni 1.55 en 14.08; 7 juni 3.05 en 15.33; 8 juni 4.29 en 17.01. Aan het strand ongeveer een uur eer der hoog water CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 5 juni consultatiebureau De moeders worden verwacht: De Cocksdorp 1,45 uur; Oosterend 2,15 uur; Oudeschild 2,45 uur; Den Hoorn 3,15 uur; De Koog 3,45 uur De moeders van Den Burg worden verwacht van 4 tot 5 uur. MjP IR fi en P'jn weg- f§u& fla mJB wrijven met WELPUTTEN WERDEN LEEGGEZOGEN In verband met de aanleg van een nieuwe riolering door de Schoonoordweg moest de grondwaterstand in de hand worden gehouden. Hiertoe werden di verse bronnen geslagen. Deze werkten zo perfect en „grondig", dat tal van omwonenden spoedig zonder welwater kwamen te zitten: de welputten waren leeggezogen DIENSTPLICHT Uitspraken inzake vrijstelling De Burgemeester van Texel brengt ter algemene kennis, dat de Minister van Oorlog omtrent vrijstelling van dienst als gewoon dienstplichtige de volgende uitspraken heeft gedaan: Jacobus Marinus van Splunter, lichting 1956. Met ingang van 7 juni 1957 voor één jaar vrijstelling van dienst als gewoon dienstplichtige wegens aanwezigheid van een bijzonder geval; bij beschikking van 20 mei 1957, no. 868022. Hendricus Maarten Brouwer, lichting 1956. Met ingang van 7 juni 1957 voorgoed vrijstelling van dienst als gewoon dienst plichtige wegens kostwinnerschap; bij beschikking van 22 mei 1957, no. 868777. Texel, 24 mei 1957. Tegen elke omtrent vrijstelling gedane uitspraak kan iedere belang hebbende uiterlijk de tiende dag na de dag waarop de uitspraak ter algemene kennis is gebracht, in be roep komen. Indien de ingeschrevene, wie de uitspraak geldt, buiten Neder land verblijft, kan, voor zover het door deze in te stellen beroep betreft, mei overschrijding van de termijn van tien dagen genoegen worden genomen. Zo lang omtrent zodanige overschrijding geen beslissing is genomen, wordt de uitspraak na het verloop van de termijn van tien dagen als onherroepelijk be schouwd. Het tot Hare Majesteit de Koningin te richten beroepschrift moet met redenei» omkleed zijn en worden ingeleverd op afd militaire zaken van de secretarie de zer sremeente. De Koningin beslist op het beroep bij een met redenen omkleed besluit, nadat de raad van state is gehoord. Texel, 16 mei 1957. De Burgemeester voornoemd. C. DE KONING. N.V. GOEDERENHANDEL PH. VLESSING BLIJFT HIER GEVESTIGD Volgens de geruchten zou de N.V. Goederenhandel Ph. Vlessing zich bin nenkort aan het vasteland gaan vestigen, maar naar de directeur, de heer E. Vles sing, ons mededeelt zijn deze geruchten volkomen uit de lucht gegrepenVan overplaatsing van ons bedrijf of een on derdeel daarvan is beslist geen sprake, in tegendeel: wij zitten nog steeds om meer personeel te springen", aldus de heer Vlessing. FEUILLETON door J. G. J. Bax 21. Met hun rust was 't gedaan, wanneer die boot op de plas verscheen. Het was een zogenaamde glijboot, die met een kolossale vaart en zwaar motorgeronk, een diepe voor trekkend, over het water scheerde, zo nu en dan er zelfs uit op wipte en meer vloog dan voer. Heftig dobberden de bootjes aan de stokken en wanneer de glijboot dicht langs zo'n bootje scheerde, moest de hevig te keer gaande visser zich snel vastgrijpen om er niet uit te rollen. Door zijn snelheid was de boot in een ommezien de plas af gejakkerd, zodat noch het water, noch de vissen, noch de vissers een moment tot rust kwamen. Op een avond hadden de vissers in Baarsje beraadslaagt welke maatregelen dienden te worden genomen en er werd besloten om de eerste de beste keer, dat de boot weer verscheen, tegen de tijd dat de eigenaar naar huis moet, het haventje bij de villa, waar de boot ligplaats had. te blokkeren. Gewapend met aardkluiten, aardap pels, stenen en stokken zouden zij hem wel aan het verstand brengen, dat zijn aanwezigheid niet gewenst was. Zo lag dus de armada op een mooie zomeravond gereed om slag te leveren, telkens op en neer deinende wanneer de geen on raad vermoedende vijand langs de kant voer waar zij lagen. Hij had nu de ruim te en maakte er ook een gretig gebruik van. Als een pijl schoot hij opgewekt door het water, in volle vaart nam hij vrolijk de bochten, een hoge kam van golven en schuim opwerpende. Toen hij voor de zoveelste maal de kleine inham, waar de bootjes uit het gezicht lagen passeerde, kreeg hij ze eindelijk in het oog en begreep hij, dat er ergens iets haperde. Hij had geen gelegenheid zijn motor snel genoeg af te zetten en maakte daarom nog een efe- rondje; een flink stuk voor het haventje zette hij zijn motor af en stuurde zijn boot tot op veilige afstand van de ver zamelde vissers, die, nu het uur der wrake was gekomen, als één man in hun wankele bootjes opstonden. „Wat moet dat?" riep de sportief ge klede jongeman, die eveneens was gaan staan. Een ogenblik schreeuwden allen door elkaar, totdat één zich tot woordvoeder opwierp en uitriep: „Stilte mannen", en zich tot de jonge man wendende, begon hij: „Namens ons allen zou ik u willen verzoeken in het vervolg met je boot ergens anders te gaan vliegen. Wij wil len hier rustig vissen en geen schipbreuk lijden. Wat jullie mannen!" Luidruchtig gaven de mannen hun instemming met deze rustige inleiding te kennen. Hierna volgde een opgewonden uiteenzetting en verschrikkelijke dreigementen en ver wensingen, maar nog was het bij woor den gebleven en men was nog niet tot handtastelijkheden overgegaan, totdat 't jongmens, dat het nog niet met zichzelf eens was of hij kwaad zou worden of het humoristische in deze zaak zou zoeken, tot het eerste besloot. „En nu allemaal uit de weg, anders torpedeer ik jullie!" en met deze woor den sloeg hij de motor aan. Hiermede gooide hij echter olie op het smeulende vuur en daar kwamen de vissers in actie. Een regen van projectielen, voor lopig nog onschuldig, de gekookte aard appelen (hun voertje, dat zij toch niet hadden kunnen gebruiken) en aardklui ten daalden op zijn hoofd neer. Even plotseling als het lawaai in de bootjes was begonnen, hield het op. Door de heftige golfslag werd de gehele vis sersvloot opgenomen en door elkaar ge smakt. De vissers zakten door de schok door hun knieën en vielen languit in hun bootjes, sommigen struikelden over de bankjes en lagen met hun benen in de lucht te spartelen. Toen de orde was hersteld, vroeg de aanvoerder: „Wat nu?" Eenparig werd besloten rustig af te wachten, het was nog vroeg en hij moest toch op de een of andere manier, de ha ven opzoeken. De glijboot had regelrecht koers gezet naar het Baarsje, waar de jonge man zijn boot meerde en Sivous riep, wie hij het geval voorlegde. Deze stond uit de aard der zaak aan de kant van de vissers en probeerde hem te kal meren. Hij wees er op, dat het toch zeer begrijpelijk was, dat de mannen gebelgd waren en het beslist niet zo kwaad meen den, hij moest ook niet zo over de plas jakkeren, wat had dat nu eigenlijk voor zin? Het hielp echter niet, hij zou zijn recht zoeken en zich door die stomme vissers, die hele dagen stompzinnig op zo'n dob bertje zaten te turen en wachtten op iemand, die zij nog nooit hadden gezien, niet de les laten lezen. Hij wilde de po litie halen en Sivous stelde voor de wa terschout te waarschuwen, dan kon mijn heer zo lang wachten. „De waterschout?" vroeg deze verbaasd. Ja, dat was de veldwachter, die belast was met het toe zicht op de plassen en die zo werd ge noemd. Mijnheer ging met deze regeling akkoord, bestelde een borrel en ging in de tuin zitten wachten. Sivous stuurde een van zijn klanten, een boerenknecht die schik in het geval had en zich graag met deze opdracht belastte, er op uit om de veldwachter op te scharrelen. Hij drukte hem goed op het hart de water schout precies te vertellen wat er aan de hand was, opdat deze onmiddellijk de nodige maatregelen zou kunnen treffen. Spoedig kwam de knecht die op de fiets was, terug en bracht de heugelijke tij ding, dat de veldwachter reeds onderweg was en wel zo met zijn motorboot zou verschijnen. De gemeente bezat namelijk zelf een boot voor de controle op het water. Na enige tijd klonk in de verte reeds geronken kwam een snelle motorboot, waarin de veldwachter aan het stuur stond op de aanlegsteiger aangevaren. Zitplaatsen had de boot niet, want het was per saldo geen plezierbootje. De veldwachter, een martiale ver schijning, die wist op te treden, nodigde de jonge man met een kort woord aan boord te komen, hij kon hem dan onder weg de rest wel vertellen. De uitnodiging om er eerst eentje te pakken, had hij, liefhebber als hij was, slechts aarzelend afgeslagen. Op de plaats des onheils eis ten beide partijen prompt proces-verbaal, de vissers wegens het toebrengen van lichamelijk letsel, sommigen hadden zich bij hun val bezeerd en de jonge man we gens huisvredebreuk, wat volgens de veldwachter helemaal niet in aanmerking Babyderm-zeep door zo goed in die oude literatuur, dat ik de „Reinaert" ging bewerken, de „Rid ders van de ronde tafel" en dergelijke verhalen. Ook de Ilias voor schoolge bruik. Het is toch eigenlijk dwaas dat aeze rijkdom alleen bestemd zou zijn voor de gymnasiasten! Ik heb nu juist iets heel anders gereed. Een studie: „De middelbare meisjesschool als symptoom van onderwijsvernieu wing". Ik vroeg mij als sinds jaren af: zijn de psychische verschillen tussen meisje en jongen zo belangrijk, dat het onderwijs gescheiden moet worden? Maar nu ik, na zelf de nodige ervaring te hebben opgedaan, nog wat vaklitera tuur van onze tijd heb doorgewerkt, ben ik tot de conclusie gekomen dat onze meisjes een eigen opleiding móéten heb ben. Het boekje verschijnt binnenkort bij Wolters". Ik durf, denkend aan al het werk, het woord hobby nauwelijks uit te spreken. Maar de heer Daalder heeft ze wel! Plant- en dierkunde bijvoorbeeld. „Ik ben wild op vogels! In de vakanties trek ik altijd naar de broedterreinen en be schermde vogelgebieden. Verder verdiep ik mij graag in de parapsychologie en ja, dan natuurlijk het reizen! Ons huis wordt ieder jaar verhuurd en zo kunnen wij zelf naar het buitenland. De Franse Vo gezen, Bretagne (ideaal, die rustige dorp jes met de oude folklore....). Bij het afscheid als directeur van de school ga ven de leerlingen een bedrag aan geld, wat een reis door Italië mogelijk maakte. Daarvan hebben wij onnoemelijk geno ten! Dit jaar wordt het Tessin". ZONDAGSDIENST DEN BURG (ingaande zaterdagmiddag 12 uur) DOKTER SCHALKWIJK Onreinheden in Uw bloed veroorzaken die Rbenmatische Pijnen. Daarom zal zo'n bloedzuiverende Kruschenbuur 9 goed doen. 'n Heerlijke gewaarwording, dat be vrijdende gevoel dat over U komt, naar mate de aansporende werking van Kruschen's zes minerale zouten zich op lever, nieren en ingewanden doet gelden en zo Uw bloed sneller gaat stromen. Stramheid en pijn vallen als 't ware van U af en ge voelt Uzelf allengs weer helemaal de oude. Vraag Kruschen bij Uw apotheker of drogist. NIEUWE AVONTUREN VAN PIMBA de held van het neqeidoip. Als Pimba uren aan het werk is ge weest en zijn maag knort van de honger, dan gebeurt het. De kuil is vrij diep en Pimba heeft de grond afgegraven tot heel dicht bij de eerste poten van de olifant. Hij ziet het aankomen en springt vlug uit de kuil. De zijkant van de kuil komt langzaam in beweging. Plotseling, met een schok, zakt het zware beest naar voren. Zijn poten staan rechtop in de kuil, onder de aarde bedolven. Een snelle beweging is voldoende en dan staat de olifant vrij naast Pimba. Die is even bang, dat het dier nu op de vlucht zal gaan, maar daar schijnt het niet aan te denken. Het laat zich heel gewillig met Pimba meevoeren naar het dorp. Daar wordt het drietal uitbundig begroet. Pimba moet natuurlijk honderd-uit zijn avontuur vertellen en Pimba's vader is wat trots op zijn dappere zoon. En Pim ba denkt: Nu kan ik pas goed het oer woud in: op de rug van een olifant! kwam, huisvredebreuk op het water. De veldwachter wist echter spoedig de gemoederen te kalmeren en beloofde te bevoegder plaatse rapport te zullen uit brengen. Tot zolang beloofde men de vijandelijkheden te zullen staken. Zij wa ren daarna gezamenlijk naar 't Baarsje teruggekeerd, waar zij er nog een gezel lige avond van hadden gemaakt. Het resultaat was, dat mede door toedoen van Hoos, die zijn klachten bij die van de vissers had gevoegd, de laatsten hun zaak hadden gewonnen. De maximum snelheid was zodanig gesteld, dat de vlugge bootjes beter konden gaan roeien en daarom liever de rivier opzochten. Hoos en zijn zoon waren er nog niet, vrouw Hoos was alleen met Jantje, de jongste, die nog op school ging. „Ik denk, dat ze zo wel zullen komen, Gijs. Ik heb de aardappelen al opgezet, moet je een kom koffie? Gijs was in de leunstoel aan het raam gaan zitten en' bewonderde te keningen van Jantje, die vertrouwelijk tussen zijn benen stond. „Ja, graag Ma rie". „Ben je al los?" „Nee, ik heb nog een pond of acht, tien zitte, maar ik ben nog niet klaar, ik mot straks nog effen naar het dorp". De vrouw plaatste een grote kom koffie voor hem en zei tegen Jantje: „Haal jij het trommeltje even en geef Opa een koekie". Mag ikke er dan ook nog eentje?" bedelde het ventje. „Eigenlijk niet, want je heb al gehad, maar eentje vooruit dan maar!" Vrouw Hoos had voor zichzelf ook eens inge schonken en ging tegenover Gijs zitten, die luid slurpend van zijn koffie genoot. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1957 | | pagina 3