Gijs de Peur '6 <3- J ZOMERPERIKELEN VOOR DE DIEREN De dieren en de warmte Het is zeer gewenst om voor dieren in de weide enige beschutting te plaat sen tegen de brandende zon. Voorts zor- ge men voor voldoende vers drinkwater, ook voor de dieren op het erf. In de ste den stelle het dierlievend publiek vooral de straathandelaren in de gelegenheid om hun paarden te laten drinken. Ook voor de honden gelieve men ten opzichte daarvan attent te zijn. Men late toch vooral zijn viervoeter niet urenlang achter fiets of bromfiets aandraven. Niet lang geleden werd door Dierenbescherming proces-verbaal op gemaakt tegen een echtpaar, dat zich met grote snelheid verplaatste, terwijl het de hond aan de lijn hield. Het dier raakte daardoor uitgeput en werd nog over een afstand van ca. 25 meter over de grond meegesleurd. De zooikussens van zijn poten waren doorgeschuurd en bloedden hevig. Een lafhartige manier om zich van dieren te ontdoen. Het komt herhaaldelijk voor, dat jonge honden en katten door eigenaren van auto's midden op drukke verkeerswegen uit de auto worden gezet, teneinde zich op deze wijze van de dieren te ontdoen en wellicht met de wens, dat het snel verkeer ze zal verbrijzelen. In zulke ge vallen gelieve men, wanneer er geen kans bestaat om de onverlaten aan te spreken (ze doen deze misdaad uiteraard bliksemsnel), indien dit enigszins moge lijk is, het autonummer op te nemen, waarop onmiddellijk aangifte bij de politie kan geschieden. Men houde daar bij in het oog, dat het onderhavige dier in de eerste plaats moet worden gehol pen door het van de straat op te nemen en hier of daar tijdelijk onder te brengen. Men kan bij de politie informeren naar het naastbijzijnde adres van dierenbe scherming. Olievogels Deze vogels, slachtoffers van olie en teer, die de schepen buiten boord wer pen, treft men soms zeer talrijk op het strand aan. Dierenbescherming ontving onlangs een ontstellende klacht, dat strandbezoekers met deze uitgeputte die ren voetbalden! Laat men, wanneer er geen andere hulp kan worden geboden, de dieren op een plekje brengen, waar ze rustig kun nen sterven. Wanneer men er voor in de gelegenheid is, kunnen ze met droog poetskatoen flink worden afgewreven en daarna met de botte kant van een mes (de veren met de vleug mee) zoveel mo gelijk van olie worden ontdaan. De kop wordt naar beneden gehouden, terwijl dan fijn zaagsel, vermengd met talk NIEUWE AVONTUREN VAN PIMBA Bombas krijgt een prachtig kleed en een baldakijn Bombas moet lang werken. Van de vroege morgen tot laat in de middag wandelt Pimba met hem van de stad naar de rotsen en terug. De aap ver gezelt hem en Pimba merkt wel, dat het Bari al lang genoeg geduurt heeft. Wacht maar, denkt hij, ook aan dit avontuur komt een eind. Heb nog een paar dagen geduld 's Avonds zit Pimba ook al niet stil. Hij gaat verder met de aap en de olifant aardige kunstjes te leren. Die heeft hij nodig om zijn plannen uit te voeren. Ondertussen heeft hij zoveel geld verdiend, dat hij voor Bari een broekje en een jasje kan laten maken, waarin het aapje er zeer potsierlijk uitziet. En voor de olifant schaft hij zo'n prachtig kleed aan en zelfs een baldakijn! Zo gaat hij er op een goede dag op uit en iedereen komt uit huis om het negerjongetje op zijn olifant onder de baldakijn te zien zitten. En overal vertelt Pimba, dat hij de volgende dag met Bari en Bombas eeD voorstelling zal geven op het plein! FEUILLETON door J. G. J. Bax 35. ,,'t Is wel, in de stad daar ken je der op wachten, die mot je laten maken". „Ik?" vroeg Leen verwonderd. „Ja, of heb je soms een pas?" „Ja, ik heb nog 'n ouwe, maar die zal wel verlopen zijn, die is al van een goeie dertig jaar terug." ,.Zo, heb je een pas". Met iets van be wondering keek hij zijn vriend aan, die hierdoor een heel eind in zijn achting steeg. „Natuurlijk, ik ben toch vroeger overal geweest, in Duitsland ook". „Zo, maar met zo'n ouwe verlopen pas neem ik je toch niet mee". „Mee?" vroeg Leen verbaasd. „Ja, mee". „Ik?" „Ja, de dokter heeft het zelf gezeid", loog Gijs. „Je kan toch Duits verstaan?" „Ja, best!" „Emmes?" „Als ik het toch zeg", „Lieg je heus niet?" „Wel, donnerwetter!" vloekte Leen kwaad. Verbluft stond Gijs cp en eerbiedig zag hij zijn vriend aan. Ja, dat was Duits. „Doe je het?" vroeg hij op overredende toon. „Wat?" „Meegaan, want allenig kom ik nooit van zijn leven bij Juriaan, ik betaal na tuurlijk". „Goed dan, maar ik doe het voor jou". Energiek stond thans ook Leen op. „Dan zullen we het zo gauw mogelijk in orde maken, jij gaat naar je schuit, was sen en scheren, dat heb je nodig en dan kom je direct terug. Dan gaan we met (hiermede niet zuinig zijn) tussen de ve ren wordt verwerkt. De dieren moeten dan verder niet met water in aanraking kunnen komen; van zelfsprekend moeten ze wel gelegenheid hebben om te drinken. Wanneer men ze dan gedurende ongeveer 3 weken in een hok kan houden, bestrooid met een dikke laag zaagsel, zodat ze voor kou en tocht behoed zijn, kan men goede resultaten verwachten. Hun voedsel bestaat uit vis. Bovenstaande behandeling kan men 't beste gedurende de eerste drie dagen elke dag één maal herhalen. Niet naar aanblaffende honden schoppen Wanneer een hond blaffend achter een wielrijder aanholt, kan men veelal het dier onmiddellijk tot bedaren brengen als men het vragend toespreekt. Een hond merkt dadelijk of men bang is. Wij voor ons hebben nimmer verder last on dervonden van honden, wanneer wij op bovenvermelde wijze optraden. De stem van een mens doet heel veel. Houders van honden ontslaat dit niet van de taak hun dieren onder appèl te houden en on der alle omstandigheden er voor te zorgen, dat anderen geen last van hun dieren ondervinden. Gekwel van vliegen bij paarden Vliegen hebben een hekel aan laurier bladen en dus een aftreksel van deze bladen in water of vet kan helpen om vliegen weg te houden. Een ander goed middel is vooral in de bosrijke streken, waar allerlei stekende vliegen en andere insecten de paarden kwellen, een aftrek sel van de bladeren der walnoot. Met dit waterige extract wordt de huid bevoch tigd en de plaaggeesten laten de paarden dan met rust. Deze beide middelen zijn wat men noemt huismiddeltjes, die ef fect kunnen hebben, maar het nadeel er van is dat de werking slechts kort duurt. Dierenbescherming noemt daarnaast het alom bekende D.D.T., dat voor de oorlog bij ons bekend was onder de naam Gesarol, dat door een Zwitserse firma werd gemaakt en vooral gebruikt werd om de stallen vliegenvrij te houden. Het is een uitstekend middel. Het wordt, verdund met water, met een fijne spray tegen muren en ramen van de stal gespoten. De vliegen, die daarop gaan zitten, gaan onherroepelijk dood en de werking houdt wel 6 weken aan. Als men dus b.v. half juli en begin september de stallen op deze manier behandelt, vinden de vliegen die binnen komen onherroe pelijk de dood. In sommige woningen kunnen we gebruik maken van een door schijnend vernis, dat 6% D.D.T. bevat. Strijkt men hiervan wat op de venster banken en kozijnen etc. (hetgeen onzicht baar is) dan liggen de volgende dag de vliegen dood voor de ramen. Er zijn uiteraard nog andere middelen. Het meest effectieve is wel het Hexachloor- cyclohexaan, dat onder zeer veel ver schillende namen uitgebreide toepassing heeft gevonden, zowel in de geneeskunde van de mens (schurft o.a.), als in de dier geneeskunde (tegen schurft, luizen en vliegen), als in de landbouw i(o.a. ter be strijding van ritnaalden in de grond). Tenslotte kunnen wij de strijd tegen de vliegen aanbinden, door hun broed plaatsen (mesthopen vooral) te bestoken. Men kan dit doen door zorgvuldige af dekking, door te zorgen dat er voldoende broei in ontstaat, zodat de larven door de hoge temperatuur dood gaan. Wil men de dieren zelf voor enige tijd beschermen tegen vliegen, dan is de flitspuit daartoe zeer geschikt. Wij schrij ven „voor enige tijd", omdat de werking maar kort duurt en teveel mag men niet op de huid brengen, want de petroleum- houdende vloeistof zou anders schadelijk kunnen werken. Voor honden en katten is D.D.T. niet onschuldig, als ze door aflikken er teveel van binnen krijgen. TEXELAAR IN DE VIERDAAGSE De 17-jarige Marjan van Maldegem, leerling-verpleegster te Alkmaar, heeft met succes deelgenomen aan de Vier daagse. BOOTDIENSTREGELING N.V. T.E.S.O. Werkdagen: Van Texel: 5.20 7.40 9.15 10.25 11.55 13.05 15.30 16.25 18.10 Van Den Helder: 6.30 9.20 10.35 11.40 13.25 14.20 16.45 18.25 19.35 Zon- en alg. erk. chr. feestdagen: Van Texel: 7.40 10.25 14.00 16.00 18.25 20.30 Van Den Helder: 9.20 11.30 15.00 17.15 19.30 21.30 de volgende bus, dat is over een goed half uur, naar de stad. Foto's maken, naar het reisbureau, en dan zullen we zien, dat we nog op tijd terug zijn voor het raadhuis hier". Met bewondering had Gijs geluisterd. Graag liet hij de leiding aan Leen over. „Best, dan ga ik maar. Zou ik mijn goeie pak aantrekken?" „Natuurlijk, je moet toch op de foto?" Hij gaf zijn vriend een klap op de schouder en besloot lachend: „Dan gaan we samen eens fijn op stap". „Denk om Aai", temperde Gijs zijn geestdrift, „we gaan niet voor de pret". HOOFDSTUK 17. „Als jullie het goed vinden, ging ik graag zondag al naar huis". „Goed, laten we het daar dan maar op houden. Het spijt ons natuurlijk dat je weggaat, maar nu de zaak er zo voor staat, kan ik het je niet kwalijk nemen. Ik vind het mooi van Hoos, dat-ie bij gedraaid is en eerlijk gezegd heeft, dat- ie zijn ongelijk inziet. Schenk nog maar een bakkie in". Ze zaten in de woonkamer. Marietje ging koffie inschenken. Frans las de krant en Gerda stopte kousen. Vermeulen was die avond thuisgeble ven, wat niet al te vaak voorkwam. Hij was moe, zij hadden die dag hard ge werkt. Het laatste hooi van het jaar moest worden binnengehaald. „Alsjeblief, Frans". „Merci". „Jij ook nog een bakkie, Gerda?" „Graag. Je moeder zal ook wel blij zijn, dat je weer thuiskomt." „Ja, dat spreekt vanzelf. Ik doe het HET GEMAK DIENT DE MENS, THUIS ZOWEL ALS UIT Wij worden dit jaar wel zeer goed be dacht met waarlijk zomerse dagen. En kele malen is het zelfs voorgekomen, dat Nederland het warmste land van Europa was, een warmterecord, dat - hoe gek dat ook klinkt - zijn schaduw kanten heeft. Wij voelen ons immers niet zo actief als normaal en verlangen er naar nu eens echt gemakkelijk te gaan zitten uitblazen. Dat dit op prettige en comfortabele wijze kan gebeuren, daar voor zorgt de Nederlandse industrie van al of niet opklapbare tuin- en ligstoelen. Diverse soorten tuin- en ligstoelen Voor hen, die eens echt lekker lui wil len zijn, komen de ligstoelen met voet- rust in aanmerking, die kunnen worden ingeklapt of opgevouwen en dus gemak kelijk kunnen worden opgeborgen en medegenomen in een auto. Modern en practisch is de uitvoering in stalen bui zen, waarbij de lopers in felle kleuren zo gezellig afsteken en het geheel een fleurig aanzien geven. Er zijn ligstoelen waarvan de voetrust verstelbaar is en sedert kort is er ook een zogenaamde zwevende ligstoel van Nederlands fabri kaat op de markt in moderne stalen uit voering. Door de druk van het lichaams gewicht kan de stand van de stoel op simpele wijze worden veranderd. Wilt U nu niet direct het moede hoofd neerleggen, maar toch gemakkelijk zit ten bij het handwerken, lezen of thee drinken dan zijn de kleinere fauteuils aan te bevelen, die ook weer in velerlei uitvoeringen worden gemaakt. Ook deze zijn veelal opvouwbaar. Heel prettig is een combinatie zit-lig- stoel. Terwijl U zit in deze stoel kunt U hem met één handbeweging verstellen door de leuningen aan de uiterste voor zijde omhoog en naar achteren een duw tje te geven. Hierdoor gaat de rugleu ning naar achteren, zodat U kunt gaan liggen, zonder eerst uit de stoel op te staan. Een tegenovergestelde beweging brengt de stoel weer in de zitstand. Ook deze stoel is opvouwbaar. Aardig, fleurig en piactisch zijn de stoelen van stalen buizen met dik, mas sief plastic koord, die in elkaar kunnen worden geklapt en kunnen worden ge stapeld. Vijf stoelen vinden bijvoorbeeld gemakkelijk een plaats in een kleine kofferruimte of op één zitplaats van een auto. Vier stoelen en een tafel in één koffer Verpoost U graag in de vrije natuur, maar houdt U er niet van om dan op de grond zittend Uw boterham op te eten, geen nood, ook hierin is door de Neder landse industrie voorzien. Wat zoudt U denken van een koffer van normaal for maat (bijvoorbeeld 40 x 57 cm), die kan worden uitgeklapt tot een flinke tafel (80 x 57 cm)? Twee stoeltjes mét en twee sioeltjes zónder rugleuningen, die in de koffer-tafel waren verborgen geven een prettig zitje. Tafel en stoelen kunnen buispoten hebben of de stoelen zijn ge heel uitgevoerd in hout en alleen de ta fel heeft buispoten. Er zijn verschillende koffermaten en verschillende combina ties van tafel en stoelen. Ook bestaan er koffers die speciaal geschikt zijn voor vervoer per scooter of bromfiets, dan echter worden twee stoelen bijgeleverd. Ook het bed kan mee Zelfs bestaan er geheel opvouwbare bedden, bijvoorbeeld met verstelbaar hoofdeinde en rustend op zes rubber stootbuffers, die ook als logeerbed kun nen worden gebruikt De afmetingen in uitgeklapte toestand kunnen zijn: 65 x 190 x 39 cm. en 60 x 190 x 38 cm. En - lest best - worden in Nederland ook voortreffelijke hangmatten gemaakt van wit katoenkoord. ook voornamelijk voor haar Gijs heeft me verteld dat de dokter denkt, dat moe der ziek is geworden omdat ik er uit ging." „Hoe is Gijs dat te weten gekomen?" „Ja, dat moet je niet vragen". „Gijs is een beste kerel", keek Frans een ogen blik van zijn krant op. „Is-ie nog niet terug?" „Nee, hij zal nog wel een paar dagen wegblijven, want zijn broer is intussen gestorven". „Dat is jammer, dan is-ie toch nog te laat gekomen". Frans las weer verder, de vrouwen zaten rustig te werken. „Na een poosje merkte vrouw Vermeu len op: „Nog een dagje of wat, dan is het zo ver, vind je het fijn, dat je weer naar huis gaat?" „Ja, ik heb het hier best naar mijn zin gehad, maar ik zal toch blij zijn. Alleen zie ik tegen de ontmoeting met vader op". „Maar die vindt het nou toch goed, hij heeft het toch zelf gezegd?" „Ja, maar ik geloof, dat-ie het alleen voor moeder doet". „Daar zou ik me maar niks van aan trekken. Laten we hopen, dat het tussen jullie nu ook gauw in orde komt. Bleef mijn zwager nu maar niet zo koppig". „Zijn vader zal het nooit goed vinden, Gerda, hij heeft het nu al zo dikwijls met hem er over gehad. Hij is nu bezig met een betrekking, als knecht, geen ge wone knecht, maar een soort van be drijfsleider". „Het is jammer, dat het zo moet gaan, maar als jullie het nu maar samen kun nen vinden; waar is het en wanneer gaat ie er heen?" INGEZONDEN KRIJGT TEXEL CONCERTZAAL? Een vriend van Texel schrijft ons: Tijdelijk enige dagen op Texel ver toevend, doch terwijl ik deze regels aan het papier toevertrouw nog in het Haegje zijnde, werd m'n aandacht getrok ken door de Texelaar van enige weken geleden, waarin U reacties vraagt over het onderwerp „Texel mist concert ruimte". Wanneer namelijk bepaalde voorvallen o.d. zijn opmerkzaamheid vragen, leg ik Uw blad apart teneinde eens rustig daarover na te denken. Zo heb ik mij dan bij genoemd onderwerp de vraag gesteld of inderdaad op Texel behoefte bestaat aan een concertzaal. Wanneer deze vraag gesteld wordt, komt ook naar voren wat voor soort or kesten dan wel solisten daarin zullen moeten musiceren. Want voor een blaas- orkest moet men wel over zulk een ruimte beschikken, dat deze voor het aantal bezoekers veel te groot zou zijn. Bij ernstige muziek is naar mijn smaak althans, een kerkgebouw een wel bij uitstek geschikte eglegenheid. Meerma len mocht" ik in zulk een gebouw deze muziek beluisteren (zowel door radio als in de kerk zelf) en steeds weer kom ik onder de indruk van de prachtige klank (indien tenminste het orkest zuiver speelt!) Ik ben dan ook van mening dat de eilandgenoot op iets anders zal doelen. Helaas mist Texel een klein symphonie- ensemble, zoals indertijd Trinitas, waar over U juist dezer dagen schreef en een foto plaatste. Ik vind dit jammer, want wat zou een dergelijk ensemble er toe kunnen bijdragen om tegemoet te komen aan het bezwaar van het laten overko men van een dergelijk orkest van de vaste wal. Ook ontbeert Texel daarvoor een geschikte gelegenheid. Weliswaar zijn er enkele lokalen voor vermakelijk heden aanwezig, doch deze zijn voor een muziekuitvoering niet geschikt. Trou wens kan ik het wisselende gebruik van deze lokalen niet bewonderen. Waarom is het niet mogelijk, dat er één zaal is, waarin uitvoeringen, zoals toneel, film, muziek worden gegeven. De andere kun nen dan worden gebruikt voor b.v. dan sen, cabaret e.d. (de lichtere muze dus). Als dan de derde (aanwezige) gelegen heid wordt benut voor het houden van samenkomsten van kleinere omvang i(lezing, voordracht o.d.) waarvoor be langstelling uit bepaalde kringen bestaat, zou een veel efficiëntere oplossing wor den verkregen dan nu het geval is. Toen indertijd het bioscooplokaal van de familie Pen werd gebouwd, rezen er geruchten als zou dit een bijzonderheid worden. Er zouden prettige stoelen ko men, die op gemakkelijke wijze onder 't toneel zouden kunnen verdwijnen, waar na de vloer kon worden gebruikt voor het maken van een dansje. Ik moet daarbij vermelden, dat als ik goedheb, de bioscoop toen nog niet draaide. Tot mijn genoegen kan ik opmerken, dat ik de opening heb mogen meemaken en ik kan niet anders zeggen: „het was er heel gezellig". Maar allengs zijn de eisen die gesteld worden, zeer veranderd en daar mede heeft helaas de zaal geen gelijke tred gehouden. Er worden uitdrukkin gen gebezigd, die ik hier niet zal vermel den doch die, op de keper beschouwd, niet ver naast de waarheid liggen. Nu is de grote moeilijkheid, dat men zich op een wel heel slecht punt heeft „vastge beten". Wat is namelijk het geval. Er kan praktisch niets worden verbouwd (of het zou alleen inwendig moeten zijn (b.v. plafond) of men komt in de knoop met de rooilijn (lees openbare weg). Over de stoelen wil ik het niet hebben, omdat ik tot degenen behoor, die daarvan al leen des zomers gebruik maken en dan zijn ze bij warmte wel luchtig, al konden er dan misschien beter gaatjes in de zit ting zijn. Maar de toneelaceomodatie is m.i. wel bijzonder primitief. Wat moet men daar nu van maken. Uitbreiding is praktisch onmogelijk. Ik geloof dan ook, dat het niet verantwoord is nog kosten voor wijziging van de bioscoopzaal te maken. Veeleer ben ik het met de eiland- genoot eens, dat een andere zaal de enige oplossing is en men houde dan de tegen woordige lokaliteit voor danszaal of bij eenkomsten (vergaderingen van grotere omvang). De financiële zijde van een en ander wil ik hier niet aanroeren. Als er inder tijd al stemmen in Uw blad opgingen, dat een ziekenhuis voor Texel veel te duur zal zijn, dan kan ik me niet voor- „Dat weet ik niet, het is nog niet hele maal in orde, hij moet nog op uitsluitsel wachten". Frans had het laatste gedeelte van het gesprek gevolgd en merkte nu op: „Ik weet wel, waar Jacob mee bezig is, met Giessens van „Vee- en Bouwlust", die grote stee, even voorbij het tweede ver laat, maar als ie zegt, dat het nog niet in orde is, dan jokt-iewIk heb de boer nog verleden week gesproken en Jacob kon komen als hij wil, ik begrijp niet. „Toe", viel zijn vrouw, die zag, dat Marietje opschrok, hem in de rede „be moei jij je nou maar met je krant, Frans!" Met een wenk naar het meisje gaf zij hem te kennen er niet verder over te praten. Verwonderd had het meisje naar de woorden van Frans geluisterd. Zou Jacob dan gelogen hebben? Van de week nog had hij haar gezegd, dat hij hoopte dat het in orde zou komen. Nu moest zij zekerheid hebben, zou hij haar dan toch „Is dat waar, Frans?" vroeg zij op de man af. „Ja", antwoordde deze, die er geen doekjes om wilde winden en deed alsof hij geen erg in de waarschuwende blikken van zijn vrouw had, „ik heb hem zelf op die betrekknig attent ge maakt, toen wij eens vertrouwelijk over jullie moeilijkheden spraken en al is hij mijn eigen neef, ik vind het geen werk van hem. Hij is er zelf aan begonnen en dan moet hij als hij een vent is, ook eer lijk voor zijn mening uitkomen. Hij be hoort jou behoorlijk te behandelen". Hier zweeg hij en trok zich van de ver wijtende blikken van zijn vrouw niets stellen, dat er voor een vermaakcentrum wel de nodige gelden beschikbaar zijn. Maar dit laatste is in elk geval een winstgevend object, hetgeen van een z^ekeninrichting niet bepaald kan wor den gezegd. Daar moet in vele gevallen juist geld bij. Een andere, zeer belangrijke factor, speelt evenwel nog een rol. Eilandgenoot spreekt over opera en operette en ik krijg zo de indruk, dat hij zich niet in gedacht heeft, wat de overkomst van zulk 'n onderneming wel niet zal kosten. Afgezien daarvan is er de laatste tijd van de zijde der gezelschappen, die veel op toernee moeten, de klacht geuit, dat vele provinciesteden zich een prach tige schouwburgzaal o.d gaan aanmeten, maar dat het onmogelijk wordt tegemoet te komen aan de verzoeken om op te treden. Veelal kunnen de gezelschappen niet eens voldoen aan een vaste speel tijd in de steden. Neem b.v. eens Den Haag met een schouwburg waarin nog niet eens 1000 bezoekers een plaats kun nen vinden. Wil men een plaatsje voor een mooi stuk bemachtigen, dan moet men des morgens al om 7 uur in de rij gaan staan om dan enkele uren later misschien geluk te hebben als de be spreekbureaus niet te veel hebben opge kocht. Ik wil hiermede niet zeggen, dat men hiervan op Texel last zal hebben, maar alleen een en ander even aanhalen om te laten zien hoe moeilijk het voor de stedeling al is toneel te zien van de eigen stedelijke toneelgezelschappen. Het zal dus uiteindelijk hierop neer komen, dat Texel een goede zaal krijgt, welke aan de eisen van deze tijd voldoet en die in de eerste plaats voor eigen ge zelschappen bestemd is maar tevens ge schikt voor die van de overkant. De grote vraag zal natuurlijk zijn of de stichting hiervan in deze tijd zal lukken. Maar afgezien daarvan zou ik toch willen adviseren eerst een comité in het leven te roepen om de verschil lende mogelijkheden en niet te vergeten moeilijkheden onder ogen te zien. Dan kan ook worden vastgesteld of door sa menwerking iets bereikt kan worden. Als bijdragen worden geschonken voor het materiaal, zullen er ongetwijfeld enthousiaste Texelaars worden gevonden die in vrije tijd hun steentje willen met selen, timmeren en schilderen en krijgen we nóg een echte TESO (Texels Eigen Schouwburg-Onderneming) erbij. Ik wil hiermede vooral niet beweren, dat men er hiermede is. Maar er is een basis waarop gewerkt kan worden. Ligt hier niet een prachtig terrein braak voor de Culturele Raad? Het is niet zo maar in enige regels neer te schrijven wat er nu precies moet gebeuren om Texel binnen korte tijd een goede zaal rijk te doen zijn; echter daar voor moet ook iets ondernomen worden en zij die niet alleen van radio en tele visie houden maar een concert of toneel stuk zelf willen beleven, zullen onge twijfeld hun schouders onder dit mooie werk willen zetten. De kolommen van de Texelaar zullen bovendien zeer zeker open staan voor mededelingen in die richting. MUNT UIT 1753 De heer G. Visser, Wittekruislaan, vond op een terrein achter de Burger- houtstraat een munt uit het jaar 1753. Het was een duit, geslagen door het hertogdom Kleef. Men moet gissen naar de geschiedenis van zo'n munt. Misschien maakte hij wel deel uit van het soldij, dat Willem V zijn troepen uitkeerde. Of waren het de soldaten van Pichegru, die met het „vreemde" geld aan de zwier waren gegaan en na het innemen van hun oorlam onder de rook van Den Burg onder zeil waren gegaan? Nog maals, het blijft gissen. Maar dat is ook niet het belangrijkste: het gaat erom, dat wij de oude munten een plaatsje geven in de groeiende verzameling van onze Oudheidskamer en al is het gebouw van beperkte omvang, er kunnen zeker nog tientallen munten bij. VOOR UITBREIDINGSPLAN De gemeenteraad werd voorgesteld van de heer J. Smit Czn.. Molenstraat 30, Den Burg, aan te kopen 94 m2 grond in de Molenstraat met de daarop staande opstal genummerd 47. Koop som 750,Deze grond is in het uit breidingsplan in onderdelen voor Den Burg na afbraak van de in slechte staat verkerende opstal, bestemd voor wo ningbouw. aan. „Wat is het dan voor een betrek king?" vroeg het meisje verder. Hierop vertelde hij precies hoe de zaak in elkaar zat en besloot: „Het was ge knipt voor hem, Giessen kon nog wel jaren ziek blijven en een woning was er ook wel te krijgen. Ik had gedacht, jul lie er mee te helpen, het is nooit mijn bedoeling geweest er aan mee te werken om Jacob het huis uit te laten gaan en als ik geweten ljad, dat het hem geen ernst was, had ik hem er niks van ge zegd". Hierna nam hij zijn krant weer op, terwijl de vrouwen met hun werk ver der gingen. Gerda met een boos gezicht, omdat haar man niet had willen zwijgen en Marietje verdrietig dat Jacob haar de waarheid niet had gezegd. Gerda, die voelde hoe teleurgesteld 't meisje moest zijn, merkte op: „Misschien had Jacob wel reden om het je nog niet te zeggen. Het is voor hem ook een moei lijk geval en wie weet hoopt hij nog dat zijn vader zal toegeven". „Het kan best zijn, maar ik acht het mijn plicht, Marietje te zeggen, hoe de zaak er bij staat en dat Jaap nu nog. Twijfelachtig keek hij het meisje aan, dat eveneens het hoofd schudde. „Nee, daar geloof ik ook niet meer aan, alles is voor niets geweest". Zij stond op, borg het verstelgoed op en besloot schamper: „En ik heb nog al zo mijn best gedaan om een boerin te i worden". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1957 | | pagina 4