Gijs de Peur
'6 <3- J
ZOMERPERIKELEN VOOR DE DIEREN
De dieren en de warmte
Het is zeer gewenst om voor dieren
in de weide enige beschutting te plaat
sen tegen de brandende zon. Voorts zor-
ge men voor voldoende vers drinkwater,
ook voor de dieren op het erf. In de ste
den stelle het dierlievend publiek vooral
de straathandelaren in de gelegenheid
om hun paarden te laten drinken. Ook
voor de honden gelieve men ten opzichte
daarvan attent te zijn.
Men late toch vooral zijn viervoeter
niet urenlang achter fiets of bromfiets
aandraven. Niet lang geleden werd door
Dierenbescherming proces-verbaal op
gemaakt tegen een echtpaar, dat zich
met grote snelheid verplaatste, terwijl
het de hond aan de lijn hield. Het dier
raakte daardoor uitgeput en werd nog
over een afstand van ca. 25 meter over
de grond meegesleurd. De zooikussens
van zijn poten waren doorgeschuurd en
bloedden hevig.
Een lafhartige manier om zich van
dieren te ontdoen.
Het komt herhaaldelijk voor, dat jonge
honden en katten door eigenaren van
auto's midden op drukke verkeerswegen
uit de auto worden gezet, teneinde zich
op deze wijze van de dieren te ontdoen
en wellicht met de wens, dat het snel
verkeer ze zal verbrijzelen. In zulke ge
vallen gelieve men, wanneer er geen
kans bestaat om de onverlaten aan te
spreken (ze doen deze misdaad uiteraard
bliksemsnel), indien dit enigszins moge
lijk is, het autonummer op te nemen,
waarop onmiddellijk aangifte bij de
politie kan geschieden. Men houde daar
bij in het oog, dat het onderhavige dier
in de eerste plaats moet worden gehol
pen door het van de straat op te nemen
en hier of daar tijdelijk onder te brengen.
Men kan bij de politie informeren naar
het naastbijzijnde adres van dierenbe
scherming.
Olievogels
Deze vogels, slachtoffers van olie en
teer, die de schepen buiten boord wer
pen, treft men soms zeer talrijk op het
strand aan. Dierenbescherming ontving
onlangs een ontstellende klacht, dat
strandbezoekers met deze uitgeputte die
ren voetbalden!
Laat men, wanneer er geen andere
hulp kan worden geboden, de dieren op
een plekje brengen, waar ze rustig kun
nen sterven. Wanneer men er voor in de
gelegenheid is, kunnen ze met droog
poetskatoen flink worden afgewreven en
daarna met de botte kant van een mes
(de veren met de vleug mee) zoveel mo
gelijk van olie worden ontdaan. De kop
wordt naar beneden gehouden, terwijl
dan fijn zaagsel, vermengd met talk
NIEUWE AVONTUREN VAN PIMBA
Bombas krijgt een prachtig kleed
en een baldakijn
Bombas moet lang werken. Van de
vroege morgen tot laat in de middag
wandelt Pimba met hem van de stad
naar de rotsen en terug. De aap ver
gezelt hem en Pimba merkt wel, dat
het Bari al lang genoeg geduurt heeft.
Wacht maar, denkt hij, ook aan dit
avontuur komt een eind. Heb nog een
paar dagen geduld 's Avonds zit Pimba
ook al niet stil. Hij gaat verder met
de aap en de olifant aardige kunstjes
te leren. Die heeft hij nodig om zijn
plannen uit te voeren. Ondertussen
heeft hij zoveel geld verdiend, dat hij
voor Bari een broekje en een jasje kan
laten maken, waarin het aapje er zeer
potsierlijk uitziet. En voor de olifant
schaft hij zo'n prachtig kleed aan en
zelfs een baldakijn! Zo gaat hij er op
een goede dag op uit en iedereen komt
uit huis om het negerjongetje op zijn
olifant onder de baldakijn te zien zitten.
En overal vertelt Pimba, dat hij de
volgende dag met Bari en Bombas eeD
voorstelling zal geven op het plein!
FEUILLETON
door J. G. J. Bax
35. ,,'t Is wel, in de stad daar ken je der
op wachten, die mot je laten maken".
„Ik?" vroeg Leen verwonderd. „Ja, of
heb je soms een pas?" „Ja, ik heb nog 'n
ouwe, maar die zal wel verlopen zijn, die
is al van een goeie dertig jaar terug."
,.Zo, heb je een pas". Met iets van be
wondering keek hij zijn vriend aan, die
hierdoor een heel eind in zijn achting
steeg. „Natuurlijk, ik ben toch vroeger
overal geweest, in Duitsland ook". „Zo,
maar met zo'n ouwe verlopen pas neem
ik je toch niet mee".
„Mee?" vroeg Leen verbaasd. „Ja,
mee". „Ik?"
„Ja, de dokter heeft het zelf gezeid",
loog Gijs. „Je kan toch Duits verstaan?"
„Ja, best!" „Emmes?" „Als ik het toch
zeg", „Lieg je heus niet?"
„Wel, donnerwetter!" vloekte Leen
kwaad.
Verbluft stond Gijs cp en eerbiedig
zag hij zijn vriend aan. Ja, dat was Duits.
„Doe je het?" vroeg hij op overredende
toon.
„Wat?"
„Meegaan, want allenig kom ik nooit
van zijn leven bij Juriaan, ik betaal na
tuurlijk". „Goed dan, maar ik doe het
voor jou".
Energiek stond thans ook Leen op.
„Dan zullen we het zo gauw mogelijk in
orde maken, jij gaat naar je schuit, was
sen en scheren, dat heb je nodig en dan
kom je direct terug. Dan gaan we met
(hiermede niet zuinig zijn) tussen de ve
ren wordt verwerkt.
De dieren moeten dan verder niet met
water in aanraking kunnen komen; van
zelfsprekend moeten ze wel gelegenheid
hebben om te drinken. Wanneer men ze
dan gedurende ongeveer 3 weken in een
hok kan houden, bestrooid met een dikke
laag zaagsel, zodat ze voor kou en tocht
behoed zijn, kan men goede resultaten
verwachten. Hun voedsel bestaat uit vis.
Bovenstaande behandeling kan men 't
beste gedurende de eerste drie dagen
elke dag één maal herhalen.
Niet naar aanblaffende honden schoppen
Wanneer een hond blaffend achter een
wielrijder aanholt, kan men veelal het
dier onmiddellijk tot bedaren brengen
als men het vragend toespreekt. Een
hond merkt dadelijk of men bang is. Wij
voor ons hebben nimmer verder last on
dervonden van honden, wanneer wij op
bovenvermelde wijze optraden. De stem
van een mens doet heel veel. Houders
van honden ontslaat dit niet van de taak
hun dieren onder appèl te houden en on
der alle omstandigheden er voor te
zorgen, dat anderen geen last van hun
dieren ondervinden.
Gekwel van vliegen bij paarden
Vliegen hebben een hekel aan laurier
bladen en dus een aftreksel van deze
bladen in water of vet kan helpen om
vliegen weg te houden. Een ander goed
middel is vooral in de bosrijke streken,
waar allerlei stekende vliegen en andere
insecten de paarden kwellen, een aftrek
sel van de bladeren der walnoot. Met dit
waterige extract wordt de huid bevoch
tigd en de plaaggeesten laten de paarden
dan met rust. Deze beide middelen zijn
wat men noemt huismiddeltjes, die ef
fect kunnen hebben, maar het nadeel er
van is dat de werking slechts kort duurt.
Dierenbescherming noemt daarnaast
het alom bekende D.D.T., dat voor de
oorlog bij ons bekend was onder de naam
Gesarol, dat door een Zwitserse firma
werd gemaakt en vooral gebruikt werd
om de stallen vliegenvrij te houden.
Het is een uitstekend middel. Het
wordt, verdund met water, met een fijne
spray tegen muren en ramen van de stal
gespoten. De vliegen, die daarop gaan
zitten, gaan onherroepelijk dood en de
werking houdt wel 6 weken aan. Als men
dus b.v. half juli en begin september de
stallen op deze manier behandelt, vinden
de vliegen die binnen komen onherroe
pelijk de dood. In sommige woningen
kunnen we gebruik maken van een door
schijnend vernis, dat 6% D.D.T. bevat.
Strijkt men hiervan wat op de venster
banken en kozijnen etc. (hetgeen onzicht
baar is) dan liggen de volgende dag de
vliegen dood voor de ramen. Er zijn
uiteraard nog andere middelen. Het
meest effectieve is wel het Hexachloor-
cyclohexaan, dat onder zeer veel ver
schillende namen uitgebreide toepassing
heeft gevonden, zowel in de geneeskunde
van de mens (schurft o.a.), als in de dier
geneeskunde (tegen schurft, luizen en
vliegen), als in de landbouw i(o.a. ter be
strijding van ritnaalden in de grond).
Tenslotte kunnen wij de strijd tegen
de vliegen aanbinden, door hun broed
plaatsen (mesthopen vooral) te bestoken.
Men kan dit doen door zorgvuldige af
dekking, door te zorgen dat er voldoende
broei in ontstaat, zodat de larven door
de hoge temperatuur dood gaan.
Wil men de dieren zelf voor enige tijd
beschermen tegen vliegen, dan is de
flitspuit daartoe zeer geschikt. Wij schrij
ven „voor enige tijd", omdat de werking
maar kort duurt en teveel mag men niet
op de huid brengen, want de petroleum-
houdende vloeistof zou anders schadelijk
kunnen werken. Voor honden en katten
is D.D.T. niet onschuldig, als ze door
aflikken er teveel van binnen krijgen.
TEXELAAR IN DE VIERDAAGSE
De 17-jarige Marjan van Maldegem,
leerling-verpleegster te Alkmaar, heeft
met succes deelgenomen aan de Vier
daagse.
BOOTDIENSTREGELING N.V. T.E.S.O.
Werkdagen:
Van Texel: 5.20 7.40 9.15 10.25 11.55
13.05 15.30 16.25 18.10
Van Den Helder: 6.30 9.20 10.35 11.40
13.25 14.20 16.45 18.25 19.35
Zon- en alg. erk. chr. feestdagen:
Van Texel: 7.40 10.25 14.00 16.00
18.25 20.30
Van Den Helder: 9.20 11.30 15.00 17.15
19.30 21.30
de volgende bus, dat is over een goed
half uur, naar de stad. Foto's maken,
naar het reisbureau, en dan zullen we
zien, dat we nog op tijd terug zijn voor
het raadhuis hier".
Met bewondering had Gijs geluisterd.
Graag liet hij de leiding aan Leen over.
„Best, dan ga ik maar. Zou ik mijn
goeie pak aantrekken?"
„Natuurlijk, je moet toch op de foto?"
Hij gaf zijn vriend een klap op de
schouder en besloot lachend: „Dan gaan
we samen eens fijn op stap". „Denk om
Aai", temperde Gijs zijn geestdrift, „we
gaan niet voor de pret".
HOOFDSTUK 17.
„Als jullie het goed vinden, ging ik
graag zondag al naar huis".
„Goed, laten we het daar dan maar op
houden. Het spijt ons natuurlijk dat je
weggaat, maar nu de zaak er zo voor
staat, kan ik het je niet kwalijk nemen.
Ik vind het mooi van Hoos, dat-ie bij
gedraaid is en eerlijk gezegd heeft, dat-
ie zijn ongelijk inziet. Schenk nog maar
een bakkie in".
Ze zaten in de woonkamer. Marietje
ging koffie inschenken. Frans las de
krant en Gerda stopte kousen.
Vermeulen was die avond thuisgeble
ven, wat niet al te vaak voorkwam. Hij
was moe, zij hadden die dag hard ge
werkt. Het laatste hooi van het jaar
moest worden binnengehaald.
„Alsjeblief, Frans".
„Merci".
„Jij ook nog een bakkie, Gerda?"
„Graag. Je moeder zal ook wel blij
zijn, dat je weer thuiskomt."
„Ja, dat spreekt vanzelf. Ik doe het
HET GEMAK DIENT DE MENS,
THUIS ZOWEL ALS UIT
Wij worden dit jaar wel zeer goed be
dacht met waarlijk zomerse dagen. En
kele malen is het zelfs voorgekomen,
dat Nederland het warmste land van
Europa was, een warmterecord, dat -
hoe gek dat ook klinkt - zijn schaduw
kanten heeft. Wij voelen ons immers niet
zo actief als normaal en verlangen er
naar nu eens echt gemakkelijk te gaan
zitten uitblazen. Dat dit op prettige en
comfortabele wijze kan gebeuren, daar
voor zorgt de Nederlandse industrie van
al of niet opklapbare tuin- en ligstoelen.
Diverse soorten tuin- en ligstoelen
Voor hen, die eens echt lekker lui wil
len zijn, komen de ligstoelen met voet-
rust in aanmerking, die kunnen worden
ingeklapt of opgevouwen en dus gemak
kelijk kunnen worden opgeborgen en
medegenomen in een auto. Modern en
practisch is de uitvoering in stalen bui
zen, waarbij de lopers in felle kleuren
zo gezellig afsteken en het geheel een
fleurig aanzien geven. Er zijn ligstoelen
waarvan de voetrust verstelbaar is en
sedert kort is er ook een zogenaamde
zwevende ligstoel van Nederlands fabri
kaat op de markt in moderne stalen uit
voering. Door de druk van het lichaams
gewicht kan de stand van de stoel op
simpele wijze worden veranderd.
Wilt U nu niet direct het moede hoofd
neerleggen, maar toch gemakkelijk zit
ten bij het handwerken, lezen of thee
drinken dan zijn de kleinere fauteuils
aan te bevelen, die ook weer in velerlei
uitvoeringen worden gemaakt. Ook deze
zijn veelal opvouwbaar.
Heel prettig is een combinatie zit-lig-
stoel. Terwijl U zit in deze stoel kunt U
hem met één handbeweging verstellen
door de leuningen aan de uiterste voor
zijde omhoog en naar achteren een duw
tje te geven. Hierdoor gaat de rugleu
ning naar achteren, zodat U kunt gaan
liggen, zonder eerst uit de stoel op te
staan. Een tegenovergestelde beweging
brengt de stoel weer in de zitstand. Ook
deze stoel is opvouwbaar.
Aardig, fleurig en piactisch zijn de
stoelen van stalen buizen met dik, mas
sief plastic koord, die in elkaar kunnen
worden geklapt en kunnen worden ge
stapeld. Vijf stoelen vinden bijvoorbeeld
gemakkelijk een plaats in een kleine
kofferruimte of op één zitplaats van een
auto.
Vier stoelen en een tafel in
één koffer
Verpoost U graag in de vrije natuur,
maar houdt U er niet van om dan op de
grond zittend Uw boterham op te eten,
geen nood, ook hierin is door de Neder
landse industrie voorzien. Wat zoudt U
denken van een koffer van normaal for
maat (bijvoorbeeld 40 x 57 cm), die kan
worden uitgeklapt tot een flinke tafel
(80 x 57 cm)? Twee stoeltjes mét en twee
sioeltjes zónder rugleuningen, die in de
koffer-tafel waren verborgen geven een
prettig zitje. Tafel en stoelen kunnen
buispoten hebben of de stoelen zijn ge
heel uitgevoerd in hout en alleen de ta
fel heeft buispoten. Er zijn verschillende
koffermaten en verschillende combina
ties van tafel en stoelen. Ook bestaan er
koffers die speciaal geschikt zijn voor
vervoer per scooter of bromfiets, dan
echter worden twee stoelen bijgeleverd.
Ook het bed kan mee
Zelfs bestaan er geheel opvouwbare
bedden, bijvoorbeeld met verstelbaar
hoofdeinde en rustend op zes rubber
stootbuffers, die ook als logeerbed kun
nen worden gebruikt De afmetingen in
uitgeklapte toestand kunnen zijn: 65 x
190 x 39 cm. en 60 x 190 x 38 cm. En -
lest best - worden in Nederland ook
voortreffelijke hangmatten gemaakt van
wit katoenkoord.
ook voornamelijk voor haar Gijs heeft
me verteld dat de dokter denkt, dat moe
der ziek is geworden omdat ik er uit
ging."
„Hoe is Gijs dat te weten gekomen?"
„Ja, dat moet je niet vragen". „Gijs is
een beste kerel", keek Frans een ogen
blik van zijn krant op. „Is-ie nog niet
terug?"
„Nee, hij zal nog wel een paar dagen
wegblijven, want zijn broer is intussen
gestorven".
„Dat is jammer, dan is-ie toch nog te
laat gekomen". Frans las weer verder, de
vrouwen zaten rustig te werken.
„Na een poosje merkte vrouw Vermeu
len op: „Nog een dagje of wat, dan is
het zo ver, vind je het fijn, dat je weer
naar huis gaat?"
„Ja, ik heb het hier best naar mijn zin
gehad, maar ik zal toch blij zijn. Alleen
zie ik tegen de ontmoeting met vader
op". „Maar die vindt het nou toch goed,
hij heeft het toch zelf gezegd?"
„Ja, maar ik geloof, dat-ie het alleen
voor moeder doet".
„Daar zou ik me maar niks van aan
trekken. Laten we hopen, dat het tussen
jullie nu ook gauw in orde komt. Bleef
mijn zwager nu maar niet zo koppig".
„Zijn vader zal het nooit goed vinden,
Gerda, hij heeft het nu al zo dikwijls
met hem er over gehad. Hij is nu bezig
met een betrekking, als knecht, geen ge
wone knecht, maar een soort van be
drijfsleider".
„Het is jammer, dat het zo moet gaan,
maar als jullie het nu maar samen kun
nen vinden; waar is het en wanneer
gaat ie er heen?"
INGEZONDEN
KRIJGT TEXEL CONCERTZAAL?
Een vriend van Texel schrijft ons:
Tijdelijk enige dagen op Texel ver
toevend, doch terwijl ik deze regels aan
het papier toevertrouw nog in het
Haegje zijnde, werd m'n aandacht getrok
ken door de Texelaar van enige weken
geleden, waarin U reacties vraagt over
het onderwerp „Texel mist concert
ruimte". Wanneer namelijk bepaalde
voorvallen o.d. zijn opmerkzaamheid
vragen, leg ik Uw blad apart teneinde
eens rustig daarover na te denken. Zo
heb ik mij dan bij genoemd onderwerp
de vraag gesteld of inderdaad op Texel
behoefte bestaat aan een concertzaal.
Wanneer deze vraag gesteld wordt,
komt ook naar voren wat voor soort or
kesten dan wel solisten daarin zullen
moeten musiceren. Want voor een blaas-
orkest moet men wel over zulk een
ruimte beschikken, dat deze voor het
aantal bezoekers veel te groot zou zijn.
Bij ernstige muziek is naar mijn smaak
althans, een kerkgebouw een wel bij
uitstek geschikte eglegenheid. Meerma
len mocht" ik in zulk een gebouw deze
muziek beluisteren (zowel door radio als
in de kerk zelf) en steeds weer kom ik
onder de indruk van de prachtige klank
(indien tenminste het orkest zuiver
speelt!) Ik ben dan ook van mening dat
de eilandgenoot op iets anders zal doelen.
Helaas mist Texel een klein symphonie-
ensemble, zoals indertijd Trinitas, waar
over U juist dezer dagen schreef en een
foto plaatste. Ik vind dit jammer, want
wat zou een dergelijk ensemble er toe
kunnen bijdragen om tegemoet te komen
aan het bezwaar van het laten overko
men van een dergelijk orkest van de
vaste wal. Ook ontbeert Texel daarvoor
een geschikte gelegenheid. Weliswaar
zijn er enkele lokalen voor vermakelijk
heden aanwezig, doch deze zijn voor een
muziekuitvoering niet geschikt. Trou
wens kan ik het wisselende gebruik van
deze lokalen niet bewonderen. Waarom
is het niet mogelijk, dat er één zaal is,
waarin uitvoeringen, zoals toneel, film,
muziek worden gegeven. De andere kun
nen dan worden gebruikt voor b.v. dan
sen, cabaret e.d. (de lichtere muze dus).
Als dan de derde (aanwezige) gelegen
heid wordt benut voor het houden van
samenkomsten van kleinere omvang
i(lezing, voordracht o.d.) waarvoor be
langstelling uit bepaalde kringen bestaat,
zou een veel efficiëntere oplossing wor
den verkregen dan nu het geval is.
Toen indertijd het bioscooplokaal van
de familie Pen werd gebouwd, rezen er
geruchten als zou dit een bijzonderheid
worden. Er zouden prettige stoelen ko
men, die op gemakkelijke wijze onder 't
toneel zouden kunnen verdwijnen, waar
na de vloer kon worden gebruikt voor
het maken van een dansje. Ik moet
daarbij vermelden, dat als ik goedheb,
de bioscoop toen nog niet draaide. Tot
mijn genoegen kan ik opmerken, dat ik
de opening heb mogen meemaken en ik
kan niet anders zeggen: „het was er heel
gezellig". Maar allengs zijn de eisen die
gesteld worden, zeer veranderd en daar
mede heeft helaas de zaal geen gelijke
tred gehouden. Er worden uitdrukkin
gen gebezigd, die ik hier niet zal vermel
den doch die, op de keper beschouwd,
niet ver naast de waarheid liggen. Nu is
de grote moeilijkheid, dat men zich op
een wel heel slecht punt heeft „vastge
beten". Wat is namelijk het geval. Er
kan praktisch niets worden verbouwd
(of het zou alleen inwendig moeten zijn
(b.v. plafond) of men komt in de knoop
met de rooilijn (lees openbare weg). Over
de stoelen wil ik het niet hebben, omdat
ik tot degenen behoor, die daarvan al
leen des zomers gebruik maken en dan
zijn ze bij warmte wel luchtig, al konden
er dan misschien beter gaatjes in de zit
ting zijn. Maar de toneelaceomodatie is
m.i. wel bijzonder primitief. Wat moet
men daar nu van maken. Uitbreiding is
praktisch onmogelijk. Ik geloof dan ook,
dat het niet verantwoord is nog kosten
voor wijziging van de bioscoopzaal te
maken. Veeleer ben ik het met de eiland-
genoot eens, dat een andere zaal de enige
oplossing is en men houde dan de tegen
woordige lokaliteit voor danszaal of bij
eenkomsten (vergaderingen van grotere
omvang).
De financiële zijde van een en ander
wil ik hier niet aanroeren. Als er inder
tijd al stemmen in Uw blad opgingen,
dat een ziekenhuis voor Texel veel te
duur zal zijn, dan kan ik me niet voor-
„Dat weet ik niet, het is nog niet hele
maal in orde, hij moet nog op uitsluitsel
wachten".
Frans had het laatste gedeelte van het
gesprek gevolgd en merkte nu op: „Ik
weet wel, waar Jacob mee bezig is, met
Giessens van „Vee- en Bouwlust", die
grote stee, even voorbij het tweede ver
laat, maar als ie zegt, dat het nog niet
in orde is, dan jokt-iewIk heb de boer
nog verleden week gesproken en Jacob
kon komen als hij wil, ik begrijp niet.
„Toe", viel zijn vrouw, die zag, dat
Marietje opschrok, hem in de rede „be
moei jij je nou maar met je krant,
Frans!" Met een wenk naar het meisje
gaf zij hem te kennen er niet verder over
te praten.
Verwonderd had het meisje naar de
woorden van Frans geluisterd. Zou
Jacob dan gelogen hebben? Van de week
nog had hij haar gezegd, dat hij hoopte
dat het in orde zou komen. Nu moest zij
zekerheid hebben, zou hij haar dan toch
„Is dat waar, Frans?" vroeg zij op de
man af. „Ja", antwoordde deze, die er
geen doekjes om wilde winden en deed
alsof hij geen erg in de waarschuwende
blikken van zijn vrouw had, „ik heb
hem zelf op die betrekknig attent ge
maakt, toen wij eens vertrouwelijk over
jullie moeilijkheden spraken en al is hij
mijn eigen neef, ik vind het geen werk
van hem. Hij is er zelf aan begonnen en
dan moet hij als hij een vent is, ook eer
lijk voor zijn mening uitkomen. Hij be
hoort jou behoorlijk te behandelen".
Hier zweeg hij en trok zich van de ver
wijtende blikken van zijn vrouw niets
stellen, dat er voor een vermaakcentrum
wel de nodige gelden beschikbaar zijn.
Maar dit laatste is in elk geval een
winstgevend object, hetgeen van een
z^ekeninrichting niet bepaald kan wor
den gezegd. Daar moet in vele gevallen
juist geld bij.
Een andere, zeer belangrijke factor,
speelt evenwel nog een rol. Eilandgenoot
spreekt over opera en operette en ik
krijg zo de indruk, dat hij zich niet in
gedacht heeft, wat de overkomst van
zulk 'n onderneming wel niet zal kosten.
Afgezien daarvan is er de laatste tijd
van de zijde der gezelschappen, die
veel op toernee moeten, de klacht geuit,
dat vele provinciesteden zich een prach
tige schouwburgzaal o.d gaan aanmeten,
maar dat het onmogelijk wordt tegemoet
te komen aan de verzoeken om op te
treden. Veelal kunnen de gezelschappen
niet eens voldoen aan een vaste speel
tijd in de steden. Neem b.v. eens Den
Haag met een schouwburg waarin nog
niet eens 1000 bezoekers een plaats kun
nen vinden. Wil men een plaatsje voor
een mooi stuk bemachtigen, dan moet
men des morgens al om 7 uur in de rij
gaan staan om dan enkele uren later
misschien geluk te hebben als de be
spreekbureaus niet te veel hebben opge
kocht. Ik wil hiermede niet zeggen, dat
men hiervan op Texel last zal hebben,
maar alleen een en ander even aanhalen
om te laten zien hoe moeilijk het voor de
stedeling al is toneel te zien van de
eigen stedelijke toneelgezelschappen.
Het zal dus uiteindelijk hierop neer
komen, dat Texel een goede zaal krijgt,
welke aan de eisen van deze tijd voldoet
en die in de eerste plaats voor eigen ge
zelschappen bestemd is maar tevens ge
schikt voor die van de overkant.
De grote vraag zal natuurlijk zijn of
de stichting hiervan in deze tijd zal
lukken. Maar afgezien daarvan zou ik
toch willen adviseren eerst een comité
in het leven te roepen om de verschil
lende mogelijkheden en niet te vergeten
moeilijkheden onder ogen te zien. Dan
kan ook worden vastgesteld of door sa
menwerking iets bereikt kan worden.
Als bijdragen worden geschonken voor
het materiaal, zullen er ongetwijfeld
enthousiaste Texelaars worden gevonden
die in vrije tijd hun steentje willen met
selen, timmeren en schilderen en krijgen
we nóg een echte TESO (Texels Eigen
Schouwburg-Onderneming) erbij. Ik wil
hiermede vooral niet beweren, dat men
er hiermede is. Maar er is een basis
waarop gewerkt kan worden. Ligt hier
niet een prachtig terrein braak voor de
Culturele Raad?
Het is niet zo maar in enige regels
neer te schrijven wat er nu precies moet
gebeuren om Texel binnen korte tijd een
goede zaal rijk te doen zijn; echter daar
voor moet ook iets ondernomen worden
en zij die niet alleen van radio en tele
visie houden maar een concert of toneel
stuk zelf willen beleven, zullen onge
twijfeld hun schouders onder dit mooie
werk willen zetten.
De kolommen van de Texelaar zullen
bovendien zeer zeker open staan voor
mededelingen in die richting.
MUNT UIT 1753
De heer G. Visser, Wittekruislaan,
vond op een terrein achter de Burger-
houtstraat een munt uit het jaar 1753.
Het was een duit, geslagen door het
hertogdom Kleef. Men moet gissen naar
de geschiedenis van zo'n munt. Misschien
maakte hij wel deel uit van het soldij,
dat Willem V zijn troepen uitkeerde. Of
waren het de soldaten van Pichegru, die
met het „vreemde" geld aan de zwier
waren gegaan en na het innemen van
hun oorlam onder de rook van Den
Burg onder zeil waren gegaan? Nog
maals, het blijft gissen. Maar dat is ook
niet het belangrijkste: het gaat erom,
dat wij de oude munten een plaatsje
geven in de groeiende verzameling van
onze Oudheidskamer en al is het gebouw
van beperkte omvang, er kunnen zeker
nog tientallen munten bij.
VOOR UITBREIDINGSPLAN
De gemeenteraad werd voorgesteld
van de heer J. Smit Czn.. Molenstraat
30, Den Burg, aan te kopen 94 m2
grond in de Molenstraat met de daarop
staande opstal genummerd 47. Koop
som 750,Deze grond is in het uit
breidingsplan in onderdelen voor Den
Burg na afbraak van de in slechte staat
verkerende opstal, bestemd voor wo
ningbouw.
aan. „Wat is het dan voor een betrek
king?" vroeg het meisje verder.
Hierop vertelde hij precies hoe de zaak
in elkaar zat en besloot: „Het was ge
knipt voor hem, Giessen kon nog wel
jaren ziek blijven en een woning was er
ook wel te krijgen. Ik had gedacht, jul
lie er mee te helpen, het is nooit mijn
bedoeling geweest er aan mee te werken
om Jacob het huis uit te laten gaan en
als ik geweten ljad, dat het hem geen
ernst was, had ik hem er niks van ge
zegd".
Hierna nam hij zijn krant weer op,
terwijl de vrouwen met hun werk ver
der gingen. Gerda met een boos gezicht,
omdat haar man niet had willen zwijgen
en Marietje verdrietig dat Jacob haar de
waarheid niet had gezegd.
Gerda, die voelde hoe teleurgesteld 't
meisje moest zijn, merkte op: „Misschien
had Jacob wel reden om het je nog niet
te zeggen. Het is voor hem ook een moei
lijk geval en wie weet hoopt hij nog dat
zijn vader zal toegeven".
„Het kan best zijn, maar ik acht het
mijn plicht, Marietje te zeggen, hoe de
zaak er bij staat en dat Jaap nu nog.
Twijfelachtig keek hij het meisje aan,
dat eveneens het hoofd schudde.
„Nee, daar geloof ik ook niet meer
aan, alles is voor niets geweest".
Zij stond op, borg het verstelgoed op
en besloot schamper: „En ik heb nog al
zo mijn best gedaan om een boerin te i
worden".
(Wordt vervolgd).