Cf roen TwartsJexeU in het harL. B Oudeschilder scheepswerf zag aatste schip van de helling glijden „Sprookje", maar moet niet te lang duren J&tcori- eiDNC wmM IOENSDAG 29 JANUARI 1958 TEXELSE 72e JAARGANG No. 7218 COURANT litqr* N.V. »-h Langeveld d© Rooij oeknandel -- Drukkerij Bibliotheek >en Burq - Texel - Postbus 11 - Tel. 11 Verschijnt woensdags en zaterdags Bank: R'damse Bank, Coöp. Boerenl Bank Postgiro 652. - Abonn- pr 2,25 p. kwart. 20 ct incasso. Adv- 10 ct p. mm Dit is het laatste schip een Lemstei aak dat op de scheepswerf van de ïeer De Wijn Jr. qerepareerd werd. Sinds zaterdag ligt de werf er eenzaam bij, vant schepen zullen er niet meer behandeld worden: het bedrijf is door de Rijkswaterstaat aangekocht en de nieuv/e eigenaar zal het terrein als loswal lebruiken. „Als je de laatste schuit op de helling Oudeschild wilt zien, zul je gauw noeten wezen!" zo werd ons een dezer lagen medegedeeld. Deze helling, in feite en kleine scheepswerf, is sinds jaar en lag eigendom geweest van de familie De »Vijn. De laatste eigenaar, de heer C. de Vijn Jzn. heeft de helling thans overge- 'ragen aan de dienst van de rijkswater- taat, die dit terrein niet als scheepswerf :al exploiteren, maar als loswal voor het ienodigde materiaal. Hoe lang deze scheepswerf heeft be- taan is niet bekend. De haven van Ou- ieschild werd in het jaar 1784 aangelegd loor enige ondernemende schippers. De ïaven was twee h.a. groot. Het ligt wel- aast voor de hand, dat in die dagen ook e scheepswerf werd gesticht, daar sche ien nu eenmaal op gezette tijden gere- >areerd of opgeknapt moeten worden. Iet valt evenmin met de beste wil van ie wereld te zeggen hoeveel schepen op leze helling zijn getrokken. „Toen ik als leerjongen bij mijn groot- Texelse vissersvloot telde eens een paar honderd vaartuigen. ader werkte werden er wel zo'n drie- londerd vaartuigen op de helling behan- teld", aldus de heer C. de Wijn Jr., die ls scheepstimmerman zijn werk voort- et in een vernieuwde werkplaats, even en Noorden van de helling, waarop in ie loop der jaren (40 jaren!) heel wat verk door zijn handen is gegaan. In het knusse kantoortje hebben wij ven met hem kunnen praten over de ieschiedenis van de werf. Het was innen aangenamer dan buiten, maar de mensen van een werf zijn nu eenmaal lag in, dag uit aan de grillen van het veer blootgesteld. Ook dat went blijk baar, want het moest al heel slecht weer -vezen, wilde De Wijn verstek laten gaan. Bij guur weer is het werken aan een te epareren schip slecht werk, want het is. oals zijn vader, de bijna 80-jarige heer de Wijn Sr., die in Huize „St Jan" ertoeft, het uitdrukte „meer liggen en ruipen dan staan!" De haven omstreeks 1900 Aan de wand van het kantoortje hin- en enige oude, vergeelde foto's, die ons en goed beeld geven van de bedrijvig heid in de haven van Oudeschild om streeks de eeuwwisseling. Legio masten van vissersschepen. „Vroeger was het hoogste nummer 186", zo vertelde de heer De Wijn Sr. ons later. Toen was er leven en beweging in en ïond de haven en.op de met talloze bruine zeilen gestoffeerde Waddenzee, want ook de Wieringer vloot was om vangrijk en driekwart van de Wieringers kwamen regelmatig naar Oudeschild om oaar op de werf van resp. Molenaar, Zwanenburg en later dan De Wijn te worden gerepareerd of opgeknapt. (Want Wieringen zelf was wat wel wonder lijk was geen helling rijk). Op de oude prent dan zien wij de ha ven aan de Noordkant omsloten door een zestal percelen. In het eerste woonde de zeilmaker Gijs Kruidhoed, d.w.z. hij wóónde in het achterhuis, voorin had hij zijn werkplaats. In 1932 is dat pand ge sloopt in verband met de uit te voeren Zuiderzeewerken, die de Aanleg van de Afsluitdijk tot gevolg had. Waarover straks meer. Naast het gebouw van Kruidhoed stond het kolenpakhuis van de heer Bosman, de bekende directeur van Rede lij Bosman, die in 1909 voor de Eigen Boot moest zwichten. Later werd dat pakhuis, zoals bekend, door de N.V. T.E.S.O overgenomen en daarna is het in gebruik gekomen bij de gecoördineer de Texelse kottervissers. De daarnaast staande panden waren garnalenkokerijen. Het vijfde en zesde pand waren van Arie de Waard, de tonnenboeier. In het derde pand, eigendom van Kruidhoed, werden eerst strandvonderij- goederen opgeslagen. De heer Ben Beum- kes, vader van onze gepensioneerde oud- hoofdconducteur, was in die dagen strandvonder. In een der voormalige garnalenkoke rijen vestigde de grootvader van de heer De Wijn een bedrijf in visserij benodigd heden. In die dagen telde de vloot zeker een paar honderd schepen. Meer links op de foto zien wij een gebouw, dat toen als garnalenkokerij dienst deed, later werd dit opgetrokken en door de C.V. v.h. C. R. Keijser Co als graanpakhuis in gebruik genomen. Op de voorgrond ligt de „Ada van Holland", een bekende klank voor onze oudere eilandgenoten. Een potsierlijk, klein scheepje, dat post en passagiers vervoerde. Achterop vin den we de stuurinrichting. De kapitein had zijn standplaats op de „brug". Later is de „Ada" gemoderniseerd. Maar in het kantoortje was meer te zien: twee miniatuur vissersvaartuigen, resp. een botter en een aak. De botter werd in 1878 door grootvader De Wijn gemaakt, de aak in 1902 door de heer C. de Wijn Sr. Wij bekennen het verschil tussen een aak en een botter niet een, twee, drie te kunnen aanwijzen. Ieder zijn vak, want Deze vlet werd in 1954 door de heer De Wijn Jr. voor de Rijkswaterstaat ge bouwd. later merkte de heer De Wijn op, dat hij b.v. maar heel weinig van een boerderij zou kunnen vertellen: in feite is zijn be drijf immers aan dat van de vissers ver want, hetgeen ook steeds gebleken is uit ziin programma: ze begonnen tegelijk met het zonnetje en veelal gingen ze tot na zonsondergang door. Lange werktijden „Wij hebben wel dagen gemaakt als het bijzonder druk was van 's morgens vijf tot 's avonds negen: bij zomerdag werkten wij trouwens nooit korter dan van vijf tot zeven", aldus de heer De Wijn Sr., die van huisuit huistimmerman is, maar reeds als jongeman van 20 jaar naar de scheepswerf over ging. Hij was eerst n.l. in dienst geweest bij zijn ooms Teun en Simon. Voorjaar 1898 verkocht zijn grootvader, de heer Jan Thomas Zwanenburg, de werf aan de vader van de heer De Wijn Sr. In het begin van de oorlog heeft De Wijn het bedrijf overge daan aan zijn zoon, niet dat De Wijn het toen welletje vond, maar om zijn zoon safe te stellen ten opzichte van de toen malige razzia's door de bezettende macht. De overgrootvader van de heer De Wijn Jr. bouwde er nog wel nieuwe vissersvaartuigen, maar naderhand kwam dat niet meer voor. Het bedrijf floreerde ten tijde van grootvader De Wijn niet bijzonder, wat te wijten was aan onderlinge concurrentie: in Fries land werd voor. 10 cent per uur ge werkt, terwijl het tarief van De Wijn op 12 cent stond. De werf bezat eerst enkel sleephellin- gen, drie in totaal. Een paard bracht de z.g. kaapstander in beweging. De heer Jan van der Sterre was in die dagen de hellingman. Als er geen paard beschik baar was, werd de spil met twee teams van zeven man rondgedraaid. Later in 1929 kwam daar een elektrisch gedreven wagenhelling bij. De heer De Wijn Jr. is zo van de school banken bij zijn grootvader in de leer ge komen. Aan de reeds bestaande am bachtsschool in Den Helder had je n.l. nog geen afdeling scheepstimmeren. „En aan huistimmeren had je natuurlijk niets". In het begin werden wel driehonderd schepen per jaar op de helling geschoven. Dat ging dus aan de lopende band. Het laatste jaar werden niet meer dan veer tig vaartuigen op de werf behandeld. Dat lijkt inderdaad weinig, maar tegenwoor dig is er veel werk, dat vroeger niet bestond; tegenwoordig is het feitelijk zo, dat je meer werk buiten de werf hebt dan er op. De houten schepen worden overigens ouder en er moest de laatste jaren doorgaans heel wat meer aan hersteld worden dan vroeger, wat dui delijk is. Afsluiting bleek fataal Wij komen al pratend natuurlijk ook bij het hoofdstuk „Afsluiting Zuiderzee" terecht. Dat bestaat louter uit donkere bladzijden voor de Waddenzeevissers, die hun opbrengsten zodanig zagen terug lopen, dat de jongere generatie aangera den werd hun heil in andere beroepen te zoeken. De gedupeerde vissers kregen na veel spul en moeite overigens enige steun Ze hadden trouwens ook de scheeps werf wel schadeloos mogen stellen, want ook voor dit bedrijf bleef de reactie niet uit: De Wijn zegt, dat die afsluiting ook voor de werf fataal is geweest. De Wad- denzeevloot kon op de Waddenzee zelf geen emplooi meer vinden, want daar voelden de paling, de geep, de haring en de krukel zich niet meer in hun element. De schepen van de krukelvissers kwa men 2-3 maal per jaar naar de werf: in de herfst moesten de beunen dichtge maakt worden om minder diepgang te bereiken ten behoeve van de krukelvis- serij en in het voorjaar moesten die beunen weer opengemaakt worden ten dienste van de palingvisserij Ook de wiergronden gingen verloren. Men ging in bepaalde gevallen de bakens verzetten: met grote, ijzeren schepen werd de vangst van garnalen en wulken beproefd. De werf kreeg minder bezoek van Af en toe herinnert Koning Winter ons eraan, dat Hij nog steeds wat in z'n mars heeft. Dat demonstreert Z.M. dan door een serie sneeuwbuien, die het landschap 'n bijzonder aspect geven. Hierboven buurtschap „De Kamp", gele gen aan de Hoornderweg, op donderdag 23 januari j.l. door onze fotograaf ver eeuwigd. P.S. Sneeuw op een plaatje kan wel leuk zijn, aan „ééuwige sneeuw" hebben we een hekel. Die kunnen wij trouwens altijd vaak genoeg zien op onze (vele) buitenlandse reizen, niet waar! AANVULLING UITBREIDINGSPLAN DE KOOG Het hoofd van het gemeentebestuur van Texel brengt ingevolge artikel 37, vierde lid, der Woningwet ter openbare kennis, dat het door de gemeenteraad bij besluit van 30 november 1956, nr. XVIII vastgestelde aanvullingsplan van het uitbreidingsplan-in-onderdelen De Koog door Gedeputeerde Staten van Noord- holland bij besluit van 18 december 1957 nr. 416 werd goedgekeurd. Tegen deze beschikking kunnen be- langhebbenden, die bezwaren tegen het 1 plan hebben ingediend bij de gemeente raad bij Hare Majesteit de Koningin be- ioep instellen binnen één maand na he- I den. Het betreffende besluit ligt ter ge meente-secretarie voor een ieder ter inzage. I Texel, 27 januari 1958. Het hoofd van het gemeentebestuur van Texel, C. DE KONING. TEXELSE MARKT Aangevoerd maandag 28 januari 1958: 10 biggen 3035; 15 schrammen 4555; 15 nuchtere kalveren 4060. REDERIJKERSKAMER „U.D.I." De Rederijkers hebben in studie geno men het blijspel „Hotel Cinquille" van Joop Spit en Henk Bakker. De uitvoering zal plaats vinden op za terdag 8 maart a.s. in „De Oranjeboom". I1ERV. GEMEENTE OOSTEREND Vanavond om 8 uur samenkomst in het Noorden t.h.v. de fam. C. Vaming („Utopia"). Morgenavond (donderdag) 9 uur doop- zitting in de pastorie. Beide ouders wor den verwacht. EERSTE OPTREDEN JEUGDKORPS KON. TEXELS FANFARE Op vrijdag 7 en zaterdag 15 februari hoopt het Koninklijk Texels Fanfare korps o.l.v. de heer A. J. Vonk haar do nateurs weer op de gebruikelijke win- teruitvoeringen te vergasten. Het bijzon dere van deze avonden is, dat het pro gramma mede wordt verzorgd door het groeiende jeugdkorps, waarvan de lei ding berust bij de heer P. J. Koorn. Dit jeugdkorps zal op genoemde avonden n.l. voor het eerst officiéél optreden. Het is teeds 28 man sterk met inbegrip van de zes tamboers De leeftijd van de jeugdige muzikanten variëert van elf tot zestien jaar. Een maand of vier geleden is met de oefeningen begonnen. Het is een zeer goede gedachte geweest om tot de stich ting van een jeugdkorps over te gaan, want iedere vereniging, en dus ook een fanfarekorps, heeft steeds weer nieuw bloed nodig. Wij hopen, dat de jongens allengs zullen bijdragen tot nog meerdere glorie van het korps. vissers, maar des te meer last van de vloedstroom, waardoor de helling op ho ger niveau gebracht moest worden. Het gebeurde na de afsluiting van de Zuider zee meermalen, dat een op de helling liggend schip vlot dreef. Zo kwamen daar in de loop der jaren duizenden schepen. Het is wel vermel denswaard, dat er in al de jaren, voor zover bekend, nooit een ernstig ongeluk is gebeurd en de heer De Wijn meende, dat ze al met al voor nog geen honderd gulden averij gehad hebben. Meer last ondervonden ze van de in- en uitvarende schepen, waarbij de ver kregen tegemoetkoming zeker niet als een volledige schadeloosstelling kan worden beschouwd! KAARTEN CONTACTAVOND TEXELSE COÖPERATIES Men verzoekt ons mede te leden, dat bij de invulling der kaarten voor de „Contactavond" der Texelse Coöperaties op 12 en 13 februari waarschijnlijk abuizen worden gemaakt. Bedoeld wordt het totaal aantal per sonen, die de avond wensen te bezoeken, dus met inbegrip van geadresseerde op te geven als het aantal huisgenoten. Diegenen, die dit anders begrepen, en dus onvoldoende kaarten bestelden, ge lieven dit nog even op te geven bij de heren Joh. C. Roeper (tel. 204, Oosterend) of P. J. Stoepker (tel. 254 of 280 Den Burg). POSTHUUM ONDERSCHEIDEN In een korte plechtigheid ten raad- huize heeft kapitein J. Diepgrond, Rip- perdakazerne, Haarlem, zaterdagmorgen aan de ouders van Freek Bulder, die op 15 september door een motorongeluk het leven verloor, de onderscheiding met oorkonde overhandigd voor de door Freek bewezen plichtbetrachting tijdens zijn dienstverband bij de Kon. Nederl. Landmacht. Kapitein Diepgrond zei, dat het in de militaire samenleving een goede gewoon te is om hen, die uitblinken in dienst- prestaties en plichtsbetrachting, te belo nen. Deze eer zou ook Freek Bulder te beurt gevallen zijn; helaas heeft het niet zo mogen zijn, dat wij hem deze onder scheiding persoonlijk konden uitreiken. Door een droevig ongeval heeft God hem immers zo jong en plotseling van ons weggenomen. Hij was namelijk een van die mensen, die ontzaglijk graag de draagspeld voor plichtsbetrachtng zou hebben ontvangen. De draagspeld voor plichtsbetrachting wordt slechts uitgereikt aan hen, die zich onderscheiden in het besturen en onderhouden van het aan hun zorgen toevertrouwde motorvoertuig. Freek Bulder was een uitstekend mili tair, die met zijn plaatsing bij het 113e Transport Bataljon zeer tevreden was. Hij leefde voor zijn auto, hetgeen moge blijken uit het feit, dat zijn Commandant hem reeds had voorgedragen voor deze onderscheiding, die slechts weinigen ten deel valt, omdat het niet alleen het on derhouden en besturen van een motor voertuig betreft, maar ook het feilloos besturen, aldus kapitein Diepgrond, die vervolgde: Gaarne hadden wij deze onderschei ding persoonlijk aan Freek uitgereikt; nu dit helaas niet meer mogelijk is, willen wij toch gaarne onze waardering voor hem kenbaar maken aan zijn familie, door deze onderscheiding aan zijn Moe der te overhandigen. Mevrouw Bulder, moge deze beschik king met de daarbij behorende draag speld voor U een bewijs zijn van onze erkentelijkheid voor zijn prestaties. Hierbij moge ik U dan namens de Commandant van de 101 Vervoers-Basis- Groep, de Kolonel der Aan- en Afvoer- troepen, M. P Feith, deze beschikking met bijbehorende draagspeld overhandi gen. Ds. Soesan sprak namens de ouders woorden van hartelijke dank voor deze onderscheiding. Spreker merkte op, dat keer op keer in de practijk blijkt, dat de soldaat wel degelijk méér is dan een nummer, hetgeen ook thans weer duide lijk is bewezen: men is de verdiensten van Freek niet vergeten en de figuur van deze trouwe kameraad zal voortle ven in aller herinnering. Burgemeester De Koning zei, dat, hoe somber de omstandigheden ook mogen zijn, het verheugend is, dat op deze wijze, zij het dan posthuum, aan de plichtsbetrachting van Freek blijvend herinnerd wordt. Voor de mooiste keuze in mantels naar SPOORSTRAAT HOEK KONINGSTRAAT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1958 | | pagina 1