Optreden van het Noórdhollands
Phiiharmonisch orkest
Morgenavond concert op Texel:
Jo of René
Het concert opent morgenavond met de
ouverture „Leonore III" van Beethoven,
die werd geschreven als inleiding tot de
opera „Fidelio". Alle 3 „Leonore-ouver-
tures" staan in C. Zij hebben het citaat
van Forestan's aria „In des Lebens
Frühlingstage" gemeen. De derde wordt
het meest gespeeld.
De melodie van Florestan's aria wordt
opgevolgd door een langzame episode,
waarin de triolen van de fluit en de eer
ste violen een beklemmende stemming
wekken. Het volgende Allegro schildert
de omstandigheid van Leonore tegen
Pizarro's tyrannie, maar ook haar smart
om de ellende van haar man, die door
Pizarro onrechtmatig gevangen gehou
den wordt. Deze twee thema's worden op
de in de sonatevorm gebruikelijke wijze
verwerkt. Aan het slot van de verwer
king kondigt een trompet-signaal de
komst van de minister aan, die de gevan
gene zijn vrijheid zal hergeven, nadat
Leonore haar man voor de dood heeft
behoed.
Dit trompetsignaal wordt door Beetho
ven als een keerpunt in de ouverture ge
bruikt. Direct hierop volgt een innige
fluitmelodie, als in de opera wordt gezon
gen „Ah, du bist gerettet". Het Allegro
wordt herhaald, terwille van de symme
trie. De ouverture eindigt imposant.
De uitvoering van Brahms eerste sym
fonie mag stellig aanleiding zijn iets over
het leven van deze grote componist te
vertellen. Brahms leefde van 1833-1897.
Als jongste zoon van een Hamburgse
contrabassist had hij het in zijn jeugd
heel bekrompen. Kort voor zijn dood
schreef hij over zijn jeugd o.m. „Ik heb
sedert mijn 12e jaar les gegeven en U
zult mij wel geloven, dat het jochie geen
leerlingen had, waaraan hij veel plezier
beleefde. Maar ik kon er goed tegen; ik
zou zelfs deze tijd van krapheid voor
geen geld in mijn leven hebben willen
missen, want ik ben overtuigd, dat dit mij
goed heeft gedaan en voor mijn ontwik
keling nodig was".
Door zelfstudie vulde hij zijn schamele
schoolopleiding prachtig aan. Op zijn 15e
gaf hij zijn eerste concert. Het jaar daar
na leerde hij op een tournee de muziek
van de zigeuners en de beroemde violist
Joseph Joachim kennen. Met hem is
Brahms zijn gehele leven intiem be
vriend geweest. De belangrijkste gebeur
tenis uit zijn leven was zijn ontmoeting
met Schumann en diens vrouw. Schu
mann steunde Brahms zeer. Hij begroette
hem in recensie als „de componist, die ge
roepen was de hoogste uitdrukking van
de tijd op ideale wijze uit te spreken, als
een uitverkorene".
Aan Clara Schumann dankt B dat hij
een onofficiële functie aan het hof te Det-
mold kreeg. Hier ontwaakte in hem de
natuurvriend. Na een drietal jaren ves
tigde hij zich als vrij kunstenaar in We
nen. Zijn eerste concert had er een groot
succes en prompt werd hij benoemd tot
dirigent van de Weense Sing-Akademie,
welke functie hij enige jaren bekleedde.
Daarna trok hij rusteloos rond en compo
neerde hij het werk, dat hem beroemd
zou maken: „Ein deutsches requiem".
Op zijn vele reizen bezocht hij ook Ne
derland wel.
De vriendschapsband met Clara Schu
mann, de weduwe van zijn beste vriend,
bleef hecht en haar dood in 1896 greep
hem dan ook zeer aan. Hij leed toen al
een jaar aan een leverziekte, welke kwaal
plotseling verergerde. In 1897 zou hij er
aan sterven.
(Publikatie Culturele Raad)
OOK AAN DE KERK NOG KAARTEN
VERKRIJGBAAR
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
voor het komende concert door het
Noordhollands Phiiharmonisch Orkest
behalve bij de VW-kantoren ook 's
avonds een half uur voor de aanvang van
het concert nog kaarten aan de kerk ver
krijgbaar zijn.
HOOI WORDT GEVENTILEERD
De nieuwste wijze om hooi te winnen
zal volgende week op vier boerderijen op
Texel worden toegepast.
Het hooi wordt bij betreffend systeem
namelijk geventileerd. Via een goot, die
naar het centrum van de klamp leidt, zal
de lucht door tal van kanalen door het
hooi worden gestuwd door middel van
een ventilator. Het gewas wordt nu opge
tast op het moment, dat men het bij de
„ouderwetse" winning op de ruiters
plaatst om af te sterven. Men bespaart
zich door de nieuwe methode veel extra
werk en tevens het risico, dat het pro
duct tijdens het drogen op de ruiters
loopt; menige ruiter gaat ieder seizoen
te gronde door storm of ander ongerief.
De prijs van de installaties variëert van
1200,tot 1800,De ventilator-
systemen zullen volgende week geplaatst
worden op de bedrijven van de heren N.
Eelman, „Nieuw Leven", C. H. Roeper,
Spang, gebr. Trap, Oosterend en P. de
Graaf, „Bouwlust", Eierland.
ZANGERESSEN NAAR CONCOURS
Het dameskoor Den Burg, onder leiding
van de heer J. Visser, en het gemengd
koor „Advendo" van De Koog, dat even
eens door de heer Visser wordt gediri
geerd, hopen op zondag 22 juli te Medem-
blik deel te nemen aan het concours van
de Algemene Bond van Zangverenigin
gen. Het dameskoor van Den Burg komt
uit in de eerste afdeling, het (jeugdiger)
koor van De Koog zingt in de vierde
afdeling.
VOOR „HUIZE IRENE"
Een vakantieganger maakte een bedrag
van 5,over ten behoeve van de uit
breiding van „Huize Irene". Wij laten
hieronder zijn brief volgen.
„Geachte zuster,
Toevallig kreeg ik gisteravond de
Texelse Courant in handen en las ik het
artikel over „Huize Irene". Ingesloten
doe ik U daarom een bedrag van 5,
toekomen voor het goede doel. Ik heb een
paar jaar zo'n heerlijke vakantie op Uw
eiland doorgebracht en ik meende op
deze wijze mijn dank te kunnen betuigen
voor de hulp en kortom voor alle service,
welke ik van de Texelaars mocht onder
vinden.
Moge ik U nog een suggestie aan de
hand doen! Misschien kunt U adressen
van vakantiegangers krijgen van de ho
tels, enz. Zou een folder geen resultaat
afwerpen?
En dan het volgende: al enige jaren
heb ik geprobeerd op de vuurtoren te
komen. Dat is mij evenwel niet gelukt.
Zou het voor het goede doel niet mogelijk
zijn van rijkswaterstaat gedaan te krijgen
om deze vuurtoren te laten beklimmen
tegen entree en de opbrengst te bestem
men voor „Huize Irene"?
Ik geloof, dat het een attractie zal zijn
voor de vakantiegangers. U moet met
vergeten, dat Holland door de elektrische
verbinding van de Spoorwegen met Den
Helder dichter bij Texel is gekomen. Ik
spreek hier in Bussurn veel mensen en
constateer dan vaak, dat er velen op
Texel zijn geweest, die ook erg graag de
vuurtoren beklommen zouden hebben.
In de hoop, dat U het doel spoedig zult
bereiken, teken ik, hoogachtend,
een Vakantieganger".
Wie deze vakantieganger is geweest is
niet bekend. „Doe wel en zie niet om!!"
Een prachtige daad. Moge ze menigmaal
navolging vinden en eventueel inspireren
tot nog meerdere suggesties! In totaal is
er 20.000,nodig om het doel te be
reiken. Dat doel dient snel bereikt te
worden, want groot is het aantal urgente
gevallen. Nee, deze aangelegenheid kan
niet op de lange baan geschoven worden,
dat zou onverantwoordelijk zijn. Binnen
kort een dezer dagen zal alle eiland
genoten om steun worden gevraagd.
Maar wanneer U soms dezer dagen we
gens vakantie elders vertoeft is er moge
lijkheid om toch reeds vroegtijdig een
bijdrage te verlenen, want U kunt Uw
gave storten op de Rotterdamse Bank ten
name van het Bouwfonds „Huize Irene".
Genoemde eerste spontane reactie
stemt tot voldoening. Ja, de Texelaars en
de vrienden van Texel zullen hun plicht
willen doen. In de eerste plaats is uiter
aard de hoop gevestigd op offergezind
Texel zelf, maar daarnaast worden bij
dragen door vakantiegangers niet minder
hoog gewaardeerd. Overigens: wij gelo
ven, dat Texel best zelf in staat zal zijn
om die twintig mille bijeen te brengen.
Dat komt neer op acht gulden per gezin.
Wij weten uiteraard ook dat verscheidene
gezinnen zelf met financiële zorgen te
kampen hebben. Door ziekte, door tegen
slag. Daarom is er voor de anderen aan
leiding te meer om uit dankbaarheid voor
de dagelijkse zegen, voor de voorspoed in
dit leven ten deel gevallen, één moment
stil te staan bij de nood van anderen.
De nood van een dertigtal Texelaars,
eilandgenoten, die door omstandigheden
buiten hun schuld onze hulp behoeven.
Moge dat moment van begaan zijn met
het lot van de minder fortuinlijke eiland
genoten die door „Huize Irene" zo
gaarne met wijde armen en liefderijke
zorg zouden worden ontvangen moge
de confrontatie met de tegenspoed, in
welke vorm dan ook, aanleiding zijn tot
de vreugdige gedachte, „Ja, het is beter
te geven dan te ontvangen!" Nog onlangs
heeft een Texelaar het zo treffend ge
zegd: „Niet het bezitten maakt gelukkig,
maar het (willen) geven".
Moge Texel ook ten aanzien van de
actie voor „Huize Irene" het begeerde
antwoord willen geven.
CONCOURS HIPPIQUE
EN PAARDENKEURING
Op zaterdag 2 augustus zal te Den Burg
op een nog nader te bepalen terrein weer
het traditionele Concours Hippique wor
den georganiseerd door de vereniging
„De Paardensport".
Op die dag zal 's morgens een paarden-
keuring worden gehouden van warm
bloed en koudbloedmateriaal, te organi
seren door de vereniging Landbouwtuig-
paardfokkerij in Nederland.
Het is een goed idee om deze twee
evenementen te combineren.
Op de keuring zal een bekend paard
ontbreken, want onlangs is de 14-jarige
Ilella, eigendom van de heer J. de Visser,
bij de boerderij „Ceres", P.H. Polder,
door de bliksem getroffen en gedood.
Itella was een kroonmerrie, hetgeen het
hoogste predikaat in de paardenfokkers-
wereld betekent.
De eigenaar was verzekerd.
BENOEMING BIJ POLITIE
De heer W. van der Berg, Wognum,
wachtmeester 1ste klasse bij de rijks
politie, is benoemd tot opvolger van de
heer J. Schuurman, die naar de prov.
Utrecht overgeplaatst werd.
VOOR HET GRIJPEN
COP DlPKHART
WAT HET
IVOREN
BEELDJE
VERTELDE
20. BOM-BOM.... bomberdebom.
bomberdebomdoodstil zit de hele
stam te luisteren naar de taal van de
trommel. Aboel Hassan is nu in het buur
dorp en dus nog mijlen ver, maar de
trommel-telegraaf vertelt dat hij dit jaar
zijn zoon heeft meegebracht en dat hij
veel betaalt voor de huiden en het ivoor
dat hij koopt.
Sambo weet al heel wat van die trom-
meltaal en de rest hoort hij straks wel
van Nogamba, de oude tovenaar. Daar is
hij nu dikke vrienden mee en dat komt
ook al door Panko, die zulke lekkere
hapjes weet te vinden.
Twee dagen duurt het nog en dan trekt
de handelskaravaan het dorp binnen:
voorop gaan een paar krijgers, tot de
tanden gewapend. Dan volgt Aboel Has
san, lui in een hangmat liggend, gedragen
door twee reusachtige negers. Daar ach
ter een eindeloze stoet dragers met pak
ken huiden, ivoor en ruilwaren.
Helemaal achteraan loopt, tussen een
paar krijgers, de zoon van de koopman,
die moet opletten dat de dragers niet te
ver achter blijven om dan met hun kost
bare vrachtje in het bos te verdwijnen.
Middenin het dorp zit het stamhoofd op
een troon en daar heeft ook de feestelijke
begroeting plaats. Urenlang babbelen,
eten en drinken ze voordat de handel be
gint. De zoon van de koopman, die naar
zijn vader Aboel-ben-Hassan heet, is
naast Sambo gaan zitten. Panko is kwaad
en zou nog veel nijdiger zijn wanneer hij
het gesprek kon volgen. Aboel biedt een
hoge prijs voor Panko's prachtig gevlekt
jasje en het kost Sambo heel wat woor
den om uit te leggen, waarom die koop
niet door kon gaan. Voor de andere hui
den krijgt hij precies zo'n kapmes als
Oom Sambo heeft en nog wat sieraden.
Over het verborgen ivoor praat hij niet.
Zondagavond zijn we een brief gaan
posten in de Parkstraat. Er stond juist
een tweetal mensen bij. Een hunner was
bezig de in de bus gepropte voorraad post
wat verder van de gleuf te duwen. We
hebben de proef op de som genomen en
kwamen tot de ontdekking, dat men heel
gemakkelijk tientallen brieven etc. uit de
bus kon wegnemen.
Twee weken geleden hadden een paar
jongens bij wijze van grap dan een
paar poststukken uit die bus gehaald.
Deze bus is dus niet meer op de enorme
stroom correspondentie berekend, maar
wellicht spreekt de investeringsbeperking
ook bij Tante Pos een woordje mee'' Wij
hopen, dat de Texelse beambten dit stuk
je willen uitknippen en aan de hogere
PTT-instantie willen doorsturen, opdat
het postprobleem spoedig tot het verleden
behoort.
DE VIERDE LAMMERENMARKT
De kooplieden wilden de 2650 aange
voerde lammeren graag kopen, maar.
ze beweerden in Leiden geen beste zaken
te hebben gedaan en zagen zich daarom
genoodzaakt minder te bieden. De prijs
lag zodoende, naar een Texelse wolvee
houder ons mededeelde, drie gulden be
neden die van vorige week, maar een
handelaar zei, dat het wel drie rijksdaal
ders scheelde. „Frankrijk", zo lichtte hij
toe, „gaat dit jaar nog niet open en er is
geen geld" (genoeg).
In ieder geval hebben wij maandag
geen hogere prijs horen noemen dan van
59 gulden per stuk. Dat betrof dan ook
een bijzonder mooi koppel. De prijzen
schommelden tussen de 44 en de 59.
De handel was zeer stug, maar alles
verwisselde toch van eigenaar.
Hier volgt een overzicht van de vierde
lammerenmarkt gedurende de laatste
tien jaar:
Jaar Aanvoer Prijs
1948 2200 22—32,—
1949 1800 28—36,—
1950 2285 37—44,—
1951 1900 50—67,50
1952 2000 58—73,—
1953 2300 42—53,—
1954 2250 47—53,—
1955 2600 62—72,—
1956 1755 78,50—93,50
1957 2000 58—73,—
1958 2650 44—57,—
ZONNESTRAALLOTERIJ
De grote Zonnestraalloterij is
achter de rug. Er is een prijs gevallen o
no. 156.279. Trekkingslijst ter inzage
de lotenverkopers.
Dank voor Uw aller medewerking
tot de volgende verloting.
Het Zonnestraal-comité
DE VLET EN DE REDDINGBOOT
Het Texels Reddingwezen neemt in h
boek van H. van de Weg „Glorie t
zee" een ruime plaats in. Wij brengen
daarom wederom een passage:
O, helemaal niet, dat er nooit gekibbt!
wordt! Ze kunnen stinkend jaloers zijn
elkaar met alle ruzies, die er bij hore
Ze kunnen venijnig ketteren op de le
ding. Zo venijnig, dat je oren er van
ginnen te klapperen.
Jaren voor de oorlog zat ik met ouj
redders te praten op De Cocksdorp. E
materieel van de maatschappij was p«
fect, de maatschappij zelf prima, no£
van de „jongeheer De Booy" bleef nu cj
zo veel heel: Nee, dan z'n vader, „mene
De Booy"!
Dan zit je toch even te knipperen ia
je ogen. „Meneer De Booy", dat is, v.e
je, de leidende figuur van de Noor
Zuidhollandse. Wie, in vredesnaam, is
„jongeheer De Booy". En dan blijkt
met meneer De Booy wordt bedoeld
heer De Booy Sr., die een jaar of vijfty
eerder zijn leidende functie bij het rt
dingswezen neerlegde en opgevolgd we
ooor zijn zoon, die aanvankelijk zeeofi
cier was en nu al vele jaren expert
alles, wat men zijn uitzonderlijke fund
verband houdt.
Maar dan heb je een tijd eerder
Cocksdorpse ploeg onder leiding van
heer De Booy aan het werk gezien,
volle zee. Meer dan een uur roeien i
de vlet, waarin een oud-schipper van
ïeddingboot aan 't roer zat, buiten
haventje van De Cocksdorp. Hartje wi
ter was het, met een hoge deining in
zee, nogal wat schuimkoppen op de gi
ven en helemaal niet prettig voor
vlet-passagier, die zittend op de n
van de vlet niet eens merkt, dat de
telkens het stukje van z'n winterjj
voorzover dit buiten boord steekt, zot
jes streelt. Zoiets merkt een mens nu ee
maal pas, als alles wat onder z'n winti
jas zit een nat kusje van de zee he»
meegekregen.
Er zat heel wat oud zeer tussen vlet
reddingboot en dat werd door de roek
openhartig besproken. Een parmanti
dorpsruzie, brokken jalouzie en natus
lijk een hele serie kleine incidentjes,
in feite niets betekenden. Alles ging
over de tong.
Maar onder de hand door viel telto
een opmerking over de tocht, die de rt
dingboot maakte over de banken,
koers was correct. Ja, de weg wisten
precies. Kijk maar, hoe ze dan net do
dat nauwe gat kruipen. „En ze hebben
net zo koud als wij!" Jawel, maar zij
ten vlak bij het botenhuis en wij mog
straks tegen de wind in terug naar
haven".
„Kunnen we niet om een lijntje \i
gen?" stelde ik voor.
„De reddingboot? Doen ze nooit! Ho
je niet eens te proberen".
Het was een interessante tocht, nu
de interessantigheid zak beneden nul,
je plotseling merkt, dat je drijfnat bi
Je winterjas, je broek, je colbert, je oïi
hemd. Dat je body klam is en door
door koud.
I „Ik probeer 't toch", zei ik ineens
ik praaide de reddingboot, die ook
thuisreis aanvaardde.
„Krijgen wij een lijntje?"
Ze riepen allemaal „natuurlijk",
neer De Booy, schipper Jaap van
Kooy, de anderen. En dat lijntje hadö
we een paar minuten later. Binnen
kwartier stonden we op 't strand bij
auto, die naar De Cocksdorp terugkeeri
Afgeladen vol met mensen van de vlet
van de reddingboot. En in De Cocksdc
begon meteen het verzoeningsfeest,
tot diep in de nacht moet hebben gedui
en met kleine oogjes en luide vriendsci
eindigde. Ze hebben nog jaren over
verzoening gepraat.
De heer De Booy glimlachte om
naam, die de oude zeelui hem in het
sprek met mij hadden gegeven, hij gb
lachte ook om de „vete", waarvan
wist, dat die heus niet zo diep zat. Tn
we heel wat jaren later nog eens te
ten kwamen over dit sleepreisje voor
Texelse wal, zei hij alleen: „Maar
moet ze wel goed kennen!"
'euilletOD
door H. Westenberg
72. Na enig aarzelen zegt Jo: „Daar staat
tegenover, dat ik beloof, dat ik beslist zal
opbellen, dat ik alles zal doen, wat voor
René nodig is. en, en, dat ik u zo nu
en dan zal berichten, als het soms niet in
orde mocht komen en wij niet naar huis
zouden kunnen gaan. Is dat voldoende?"
Nu staat ook Hans op. „Ja, dat is
voldoende! Tot vanavond dus. Wacht
even.... nog iets: Hebben jullie nog
geld? Of zal ik je wat geven?"
„Nee, dank u". Jo heeft geen geld
nodig. Hij heeft zelf al een kleine bron
van inkomsten; ze hebben in elk geval
nog genoeg. Hij zegt het erg uit de hoogte
Hans vertrekt geen spier. Hij geeft Jo
een hand en gaat de trap af, terwijl Jo
boven blijft wachten.
Pas als de huisdeur achter Eckhart
dichtgeslagen is, gaat ook Jo naar bene
den en kijkt door het raampje in de deur
de jongeman na. Hij ziet hem de straat
oversteken naar zijn wagen, zich voor
over buigen om de motor aan te zetten
en tenslotte langzaam wegglijden.
Hoe dikwijls zou mamma al in deze
wagen gezeten hebben? denkt Jo. Mis
schien gisteren nog. nu gaat hij ook;
hij is doodmoe.
„ZIJ HEEFT ALTIJD kinderen willen
hebben, liefst een half dozijn dat is
waar. En ik heb ze liever niet willen heb
ben dat is ook waar. Maar, zeg, wie
denkt daar nou aan dat zoiets een vrouw
zo helemaal in de war brengen kan? Ik
heb altijd gedacht, dat zij de gelukkigste
vrouw in de wereld was. Zij had verder
toch alles, wat zij maar wensen kon;
meer geld dan ze nodig had, ik ben haar
altijd trouw geweest, wij hebben nooit
ruzie gehad en het altijd goed met elkaar
kunnen vinden veel goede vrienden en
veel tijdverdrijf. Wie zou er nu aan ge
dacht hebben, dat Tine doodongelukkig
was! Dat ze met de jongen nu niet zo
bijster op kon schieten, dat wist ik wel,
maar vijf minuten later was het altijd
weer in orde. Hij was immers in zijn vle
geljaren en ik heb mij er nooit zo be
zorgd over gemaakt, al was hij dan ook
niet zo als wij hadden gehoopt, dat een
zoon van ons zou zijn.Maar,.
Thomas Brackwieser zucht. Op zijn groot
rond gezicht is oprechte bezorgdheid te
lezen; een kinderlijke hulpeloosheid is in
z'n ogen. Hij loopt met grote stappen de
kamer op en neer.
Hans Eckhart, die twee uur geleden uit
Alexandrië teruggekomen is, leunt tegen
het raam en glimlacht. Arme Tom, eigen
lijk is dit allemaal jouw schuld en toch
ben je zo onschuldig als een kind! Het
conflict tussen hem en zijn eigen vrouw
is door niemand zo weinig vermoed als
door hem zelf! Maar het zou ook Leotine
niet aan tact ontbroken hebben? Hij kan
zich bijvoorbeeld niet voorstellen, dat iets
dergelijks in een huwelijk met Helga
Frank zou kunnen voorkomen.
Maar Leotine was als kind al een
beetje moeilijk en wie haar niet heel
goed begreep, kon slecht met haar op
schieten.
Intussen is Tom voor het grote schilde
rij blijven staan, dat boven het buffet
hangt; het is de voorstelling van een dorp
in de Beierse Alpen, in de sneeuw een
donkerblauw fluwelen avondhemel spant
zich uit over het dorp, terwijl een zilve
ren maan haar glans verspreidt. Lange
tijd staat Tom naar het schilderij te sta
ren, de handen in de zakken. „Maar nu",
zegt hij, zich tot zijn zwager wendend,
„maar nu, als Leotine maar zover beter
is, dat ze weg kan, en als dat met die
jongendan gaan we op reis en dan
zal ik me eens van m'n beste kant laten
zien! Dat heb ik trouwens van Kaapstad
uit toevallig al eens geschreven. Tussen
twee haakjes, ik heb me daar lang niet
altijd goed gevoeld: waar het aan gelegen
heeft, weet ik niet, misschien aan het
eten, of aan de mensen of aan de drukte,
enfin, om kort te gaan, opeens kreeg ik
het idee, dat ik zo langzamerhand oud
begin te worden! En toen ik daar zo in
m'n eentje een beetje over begon te pie
keren, toen dacht ik zo: Wat heb ik eigen
lijk aan mijn leven gehad? Eigenlijk hele
maal niets! Werken, en nog eens werken.
De laatste vijf jaren zelfs nooit eens va
kantie! En weet je", hij kijkt onwille
keurig naar de deur en bijna fluisterend
vervolgt hij: „En wat heb ik eigenlijk aan
Tine gehad als èr eens iets met haar ge
beuren zou.En vrouw van achten
dertig jaar, veertig jaar kan toch ook
sterven, nietwaar? En toen ik zo dacht,
toen voelde ik, dat ik opeens gloeiend
heet werd. Ik dacht toen, als er eens iets
gebeuren zou, wat zou ik mij dan tegen
over haar een boel te verwijten hebben!
Al jaren bedelt zij er om, eens rustig met
mij alleen naar buiten te gaan of met
mij en de jongen samen naar een stil
plekje in de bergendat. was een
droom van haar.en nooit heb ik het
gedaan! Nooit! En waarom niet? Ik had
geen tijd, altijd hetzelfde excuus, geen
tijd. Maar toen ik daar alleen in Kaap
stad zat, had ik opeens het gevoel, alsof
)k er wel tijd voor had moeten hebben.
en na een pauze: „Maar in het ver
volg zal ik er wel tijd voor hebben! Daar
zullen we verandering in brengen
Maar zeg, ik praat hier maar aan één
1 stuk door en jij zit misschien op hete
kolen omdat je naar mevrouw Frank
I moet. Eerlijk gezegd, vind ik het een
beetje vreemd, dat ze niet eenvoudig
1 hier gekomen is, dan hadden ze meteen
samen over de jongens kunnen beraad-
I slagen.... maar, nu ja.... en ik ben
I werkelijk doodnieuwsgierig wat zij zeg-
gen zal, als ze hoort wat voor krankzin-
I nige voorwaarden de jongens durven
stellen! Zij zal zeker ook woedend zijn!"
I Hans steekt op z'n gemak een sigaret
op. „Ik denk het niet. Zij heeft mij daar
straks door de telefoon al gezegd, dat zij
met elk voorstel akkoord gaat, als de
jongen maar weer thuiskomt. Je moet
niet vergeten, dat mevrouw Frank altijd
al veel vnendschappelijker met de jongen
geleefd heeft dan jullie met René. Als er
iets bijzonders te beslissen was, heeft zij
met de jongen als met een volwassene
gepraat. Ja, het is zoals het hoort te zijn!"
Thomas Brackwieser knijpt één o
dicht en kijkt zijn zwager met het andr
aan. „Ik geloof, dat jij van die vrff
alles prachtig vindt, is 't niet?"
Hans lacht. „Misschien wel! En wai
om niet?" Hij werpt een haastige blik
de klok. „Maar je hebt gelijk, het wo:
zo langzamerhand tijd, dat ik ga. Em
het gesprek uit Alexandrië komt, stuur
over naar het nummer van mevroï
Frank, nietwaar? Weet ik het nuinfl
nog?"
„Ja, ja, ik heb het genoteerd".
Terwijl zij elkaar een hand gev-i
wordt er gebeld en wel zo hevig, dat
twee mannen schrikken en Brackwie
verward iets mompelt van: „Een f
vrouw in huis en wat een krankzim
heid" en „ik zal dadelijk gaan kijken,
zó schelt!"
Maar bij de kamerdeur komt het me
je hem al tegemoet. „Buiten is een md
Frank, en ze vraagt dringend de her
o, daar is zij al
En werkelijk verschijnt achter het<
gewonden dienstmeisje het vriendeül
gezicht van Helga Frank. Haastig
zij naar de twee mannen toe. „Mijn»
Brackwieser, nietwaar? Neemt u mij
kwalijk, dat ik zo zonder plichtplegto!
naar binnen kom stormen! Nadat iked
geweigerd heb, met u samen over
kwestie van de jongens te spreken.
den avond, Hans! Ja, daar ben ik nu to
hier! Maar ik kon het eenvoudig tM
niet uithoudenmet het 1®*"
nieuws, dat ik ontvangen heb.
(Wordt vervol!