f0Sk
RENTE?
m
BULLETIN
NUTS-SPAARBANK
PEERLESS
IJWIELEN
Aardappeltelers
SHELL" W-N 101
en „SHELL" Natrium-arseniet
hebt u nodig!
i „SHELL" W-N 101 voor het doodspuiten bij poters
ter voorkoming van het overgaan van virusziekten van
het loof naar de knol. Voor het doodspuiten bij con
sumptie-aardappelen ter voorkoming van Phytophthora-
infectie naar de knollen. Voor alle grondsoorten geschikt
wor> een-
SHELL
m/s
Fa. A. BAKKER Az., Oudeschild.
BAKELAAR
BARENDS
DROS
KEIJZER
KIKKERT
KIEVIT
RENTENAAR
TROOST
VONK
WITVLIET
ZEGEL
Den Burg
De Cocksdorp
Eierland
De Waal
De Koog
Den Burg
Oosterend
Dén Hoorn
Den Burg
Oudeschild
Den Burg
handelaren in Nederland
Raadsel in Nijmegen
GESLAAGD
Mej. F. Boltjes, Den Burg, deed met
gunstig gevolg examen voor het diploma
leidster bij het kleuteronderwijs. Zij werd
benoemd bij het kleuteronderwijs te Den
Helder.
STOND PRACHTIG IN BLOEI
Een fraaie cactus van de familie P.
Drijver, Den Hoorn, stond donderdag met
twee zeer grote bloemen (zes cm. mid
dellijn) in bloei. Dit is een bijzonderheid.
Deze planten bloeien slechts één dag, wat
ook een bijzonderheid genoemd mag
worden. De grote oranje-witte bloemen
trokken veler aandacht.
OVERGANGSEXAMENS LYCEUM
Bevorderd van de 2de naar de 3de klas
Henk Bakker, ..Sint Anna", Hoornder-
weg, en Bart Scholten, Oosterend; naar
de 4de klas: Jacky de Koning, Wever
straat 101, Den Burg; naar de 6de klas
Bep Jonker Wd., Emmalaan, Den Burg.
OVERGANGSEXAMENS H.B.S.
Naar de 5de klas der h.b.s. A (Den Hel
der) Anita Beemsterboer, Plan-Zuid;
naar de 5de klas h.b.s. B Astrid Keijzer,
Gravenstraat, Den Burg.
Toegelaten tot de 1ste klas h.b.s. te
Den Burg:
R. Boom, F. Bootsma, A. Bruyn, A. J.
Dijksen, L. J. Dijksen, J H. Dros, P. Dros,
H. A. Elias, J. L. Hooyberg, E. Kleinhuis,
L. H. Koning, A. M. v.d. Kooi, N. M, v.d.
Kooi, T. Kuip, B. Lakeman, O. M. Nauta,
P. A. Nota, L. N. Saai, D. Schalkwijk,
E. Schalkwijk, I. F. Siersema, E. Smit,
A. A. M. Timmer, P. S. Troost, C. van
Vooren, A. Vos, G. de Wal, A. M. Witte,
Jac. J. Witte, H. P. Wuis.
Bevorderd naar de 2de klas:
P. J. Bakelaar, H. G. Bakker, E. F. Bak
ker, N. J. Bakker, M. M. C. Beers, J.
Boersma, E. G. A. Boom, M. T. Boom,
M. H. van Boven, E. J. Bremer, R. S.
Bremer, R. Bruyn, F. R. Drevel, J. Dros,
M. v.d. Eijk, C. Kempenaar, I. Keijser,
M. W. Keijser, A. M. Laan, J. G. Pranger,
V. R. Quint, C. H. J. Ran, H. J. R. Rein-
ders, W. Renout, W. A. L. Slag, J. A. v.d.
Slikke, C. J. Vinke, A. v.d. Vis, J. A. M.
Visser.
Bevorderd naar de 3de klas:
M. Bakker, C. Boltjes, J. Bootsma, M. T.
den Braven, A. Bruyn, C. van Dijk, G.
Duinker, J. C. Eelman, F. Graaf, J. C.
van Groeningen, M. G. van Groeningen,
L. C. Keijser, H. Moojen, M. J. Nota, S.
van Heeringen, F. Plantinga, A. J. Quint,
T. M. Smit, F. H. Spanjer, G. G. ter
Steege, T. G. Timmer, C. Timmer, J. L.
Veldhuis, H. K. W. Verstegen, A. P de
Veij, G. de Visser, J. T. Witte, P. J. M.
Witte, A. J. M. van Wijland, T. Zuide-
wind, T. B Zijm, M. Zijm.
Bevorderd naar de 4e klas:
H. L. Eelman, R Gilijamse, J. Keijser,
K. J. de Koning, R. B. Koolhaas, W. L.
Laan, C. D. Mantje, C. J. Mantje, J. Vla
ming, M. Winkler, J. M. Witte, A de
Wolf, K. Zoete, S. Siersma, T Verheijen,
Th. Backer, M. M. Witte, C. T. Lips, P.
J. Verberne.
ZONDAGSDIENST DEN BURG
DOKTER SCHALKWIJK
(ingaande zaterdagmiddag 12 uur)
KOELEN VAN MELK OP DE
BOERDERIJ
Over het koelen van melk op de boer
derij wordt nog al te vaak te licht ge
dacht. Men besteedt veel minder aan
dacht aan koelen dan mogelijk en wense
lijk is. Dit geldt in het bijzonder voor be
paalde streken en voor bepaalde tijden
van het jaar.
In streken waar 's zomers de melk
tweemaal per dag wordt opgehaald,
wordt als regel niet gekoeld en wordt de
melk zonder meer aan de weg gezet, ter
wijl er in heel veel gevallen meer dan
voldoende tijd is om de melk te koelen.
Lang niet altijd staat de melkrijder di
rect na het melken klaar om de melk op
te laden.
In één uur tijds kan de melk reeds be
hoorlijk diep worden afgekoeld, mits men
over voldoende koud water beschikt. Dit
komt de kwaliteit van de melk zeer ten
goede. Het voordeel van koelen is voorts,
dat de melk minder lang, dikwijls in de
gloeiende zon, aan de weg staat.
In de wintermaanden menen velen te
kunnen volstaan, de melk eenvoudigweg
buiten te zetten, in de kennelijke ver
wachting, dat de natuur de rest wel doet.
Dat is echter in het geheel niet het ge
val. Zelfs bij temperaturen van enkele
graden onder het vriespunt duurt het
heel lang, voordat de melk tot een be
hoorlijk laag niveau is afgekoeld. Wind
blijkt een zeer slechte warmteafnemer te
zijn. Ook daarom is het geboden 's win
ters met water te koelen.
De grootste fouten worden doorgaans
gemaakt in het vroege voorjaar en in de
herfst, als op vele plaatsen de melk maar
één maal per dag wordt opgehaald en de
avondmelk, als in de winter, buiten
wordt gezet om af te koelen. Juist in die
tijd van het jaar is de nachttemperatuur
vaak vrij hoog, zodat het effect van de
nachtelijke afkoeling minimaal is en men
grote kans loopt melk af te leveren die de
kwaliteitsproef op de fabriek niet kan
doorstaan. Geldelijk verlies dus, wat he
lemaal niet nodig is en wat had kunnen
worden voorkomen.
Het devies voor elke veehouder moet
dus zijn: waar mogelijk, onder alle om
standigheden koelen, ook als de melk
tweemaal per dag wordt afgeleverd.
BOERDERIJBRANDEN IN MEI 1958
In mei zijn 17 boerderijbranden voor
gekomen, waarbij de boerderij vernield of
zwaar beschadigd werd. Drie van deze
branden kwamen voor in Groningen; vier
in Friesland; vijf in Overijssel en vijf in
Gelderland. De directe schade door deze
branden aangericht wordt geraamd op
J 699.250,—.
Zeven van deze branden werden ver
oorzaakt door het spelen met vuur; één
door in brand geraken van benzinemotor;
één door steekvlam bij aansluiten van
gasfles; één door het afbranden van verf,
één door blikseminslag; één door vonken
uit schoorsteen, terwijl in vijf gevallen de
oorzaak onbekend bleef.
Bij deze branden kwamen 11 varkens
en 5 stuks rundvee om.
„VOORZICHTIGHEID GEEFT MEER
VEILIGHEID!"
Let er vandaag eens op,
hoe BROMFIETSERS met onverminder
de snelheid een kruispunt oprijden. Ook
dat is onvoorzichtig rijden, want tien
tegen één, dat ze dan niet op juiste
veilige wijze de verplichte voorrang zul
len kunnen verlenen.
Voorzichtigheid geeft meer veiligheid!
DE EERSTE
BRIDGE DRIVE MET BADGASTEN
Aan de eerste bridge-drive met de
badgasten, die j.l. woensdag is gehouden,
werd deelgenomen door 14 paren. Er
werd in twee groepen gespeeld.
Prijswinnaar groep A:
1. heren Dam-Dros 48 punten
en heren Bakker-Raven 48 punten
3. de heren De Lara-Wieten 46 punten
Groep B:
1 mevr. Landaal-de heer Hofman
36 punten
2. mevr. Kooijman-de heer Wessels
32 punten
Volgende drive 30 juli.
WAT IS SPORT?
Sport is als je in de wieg ligt
En daar met je voetjes trapt.
Sport is als je pas leert lopen
En dan zo parmantig stapt.
Sport is 't als je weer wat later
Van je moeders suiker snoept,
Sport is 't als je stiekum wegkruipt
Als je moeder je soms roept.
Sport is als je na wat jaren
Naar het kleuterschooltje gaat,
Sport is 't als je plakt en tekent,
Thuis komt met een mooie plaat.
Sport is 't als je op de school komt
Waar je lezen leren moet.
Sport is 't als je thuis dan net zo
Als een jong studentje doet.
Sport is als je al wat ouder
Naar het voetbalveld dan gaat,
Sport is als je andere clubs dan
Met een 101 dan verslaat.
Sport is als je op de ijsbaan
Met een aardig meisje zwiert,
Sport is gis je na wat dagen
Vrolijk je verloving viert.
Sport is vaak ons hele leven
Van de wieg tot aan het graf,
Sport is 't, g'looi mij heus mijn vrienden
Van die u dit rijmpje gaf!
WAT HET
IVOREN
BEELDJE
VERTELDE
28. Pa Hassan is dik in z'n sas. Hij is weer
terug in zijn prachtige woning, bijna een
paleis, gelegen aan de kust van de Per
zische Golf tegenover Bahrein. Van zijn
daktuin af kan hij dat pareleiland zien
liggen, glinsterend in de zon. De reis is
heel voorspoedig geweest. Pa is best te
vreden. Maar zoonlief heeft een kwade
bui, hij is liever op reis dan thuis en dat
afscheid van de gijzelaars zit hem ook
dwars.van die éne tenminste.
Een groot deel van de pakken en balen,
uit Afrika meegebracht, wordt nu in een
schip geladen en dat vertrekt morgen
naar Ceylon.kon hij maar mee.
FEUILLETON
Je zou er heel wat van leren, zegt Pa
Hassan dan zachtjes. Waarvan? Van die
handelsreis naar Ceylon natuurlijk: je
wou toch mee!
Hoe raadt zo'n Vader dat toch hè?
Aboels boze bui is over, hij straalt van
blijdschap. Morgen trekt hij verder, hij
alleen op zijn eerste zelfstandige koop-
mansreis. Hassan en Zoon blijven de hele
nacht druk bezig, want er is nog heel wat
te regelen. Er zijn lijsten met goederen
die meegaan, ook de Kolostand en andere
lijsten met ruilgoederen die hij mee terug
moet nemen als alles meeloopt. Vader
denkt aan zijn eigen verre reizen: storm,
zeeroof, muiterij, honger, dorst en ziek
ten heeft hij doorstaan en zullen ook de
jonge Aboel niet bespaard blijven. Veel
wijze raad, een dikke buidel en een paar
trouwe soldaten kan hij zijn zoon meege
ven en dat is al veel meer dan waarmee
hij zelf begon. Bij de eerste schemering
van de nieuwe dag vaart het schip uit.
Een uur later slaapt de jonge koopman en
droomt van nieuwe avonturen. De oude
zit weer in zijn wondermooi paleis en
reist in gedachten mee.
VAN DE SHELL WAARSCHUWINGSDIENST
i „SHELL" Natrium-arseniet voor de eerste bespuiting van
consumptie- en pootaardappelen alleen op kleigronden.
Daarna, zo nodig overgaan op „SHELL" W-N 101.
Alle inlichtingen over bestrijdings
middelen voor de aardappelteelt
worden u graag en gratis verstrekt
door de wederverkopers of door
SHELL NEDERLAND N.V., POSTBUS 69, 's-GRAVENHAGE
Bovenstaan'e S lELL-stoffen steeds verkrijgbaar bij
Indien u morgen 21 juli geld bij een spaa bank brengt
en op 31 j-ili het bedrag weer opneemt, ontvangt u
helemaal GEEN rente.
Een uitzonde'ing maakt de NUTSSPAAKBANK Dit is de
enige spaarbank op het eiland Texel waar in dit geval
we! rente wordt vergoed en wel 10 dagen
Geen wonder, dat dan ook zo velen bijna 30,000
personen - van deze spaarbank gebruik maken
DEN HELDER - SCHAGEN - TEXEL - TERSCHELLING
PEERLESS HANDELAREN ZIJN
Meer dan 1000 Peerless
door G. PLANTEMA
5. „Een paar ervan", gaf haar broer toe,
terwijl hij aandachtig een kringetje gade
sloeg, dat hij met kunstvaardigheid had
geblazen.
„Wat zou je zeggen van een wandelin
getje door de buurt", stelde Ernst voor.
„We kunnen je dan laten zien, hoe het er
uitziet en als je er belang in stelt, kun je
meteen horen, wie hier wonen".
„Een luisterrijk idee", gaf Sven te
kennen. „Trouwens, een kleine wande
ling na het eten is bevorderlijk voor de
gezondheid".
„Dat is wat nieuws!" riep Else Verha
gen uit. „Vroeger was je na het eten
nooit uit een gemakkelijke stoel weg te
krijgen. Je bent wel veranderd sinds ik
niet meer voor je zorg".
Het duurde maar even, voordat zij over
het smalle grindpad naar het hek liepen
en zich daarna op de weg begaven. De
Verhagens woonden aan een van de
stille zijwegen van de Kwakkenberg, in
een gedeelte, dat hier en daar tussen de
tuinen stukjes bos vertoonde. Het was
echt buiten en toch niet meer dan tien
minuten lopen van het eindpunt verwij
derd van een der naar de stad voerende
buslijnen. Op deze stille, warme augus-
tus-avond ritselden slechts de bladeren
lichtjes in de nauw merkbare wind. Het
groen was donker geworden door de zon
neschijn, die er dit jaar mild en veelvul
dig op was gevallen. De verharde zand
weg was overdekt met een laagje poeder-
stof, dat de schoenen grijs deed worden.
Zij wandelden langs het naastbij ge
legen huis, evenals de woning van de
advokaat bescheiden, maar prettig aan
doend. Dan volgde een groter stuk bos,
dat zich langs de weg uitstrekte over een
lengte van bijna 25 meter. Inspekteur
Sven Ohlquist zag toen, dat er een afras
tering begon van gevlochten ijzerdraad
met op regelmatige afstanden ijzeren
staven in de grond. Aan de bovenzijde
was de afrastering versterkt door een
drietal boven elkaar liggende rijen prik
keldraad.
„Dat ziet er niet gastvrij uit", vond hij.
„Hier begint de tuin van de familie
Nabarescu", vertelde Else Verhagen.
„Och, de afscheiding van de tuinen is hier
vrijwel overal met prikkeldraad. Vergeet
niet, dat we een beetje buiten wonen, zo
dat veel mensen hierdoor willen verhin
deren, dat ongewenste bezoekers gemak
kelijk in de tuin kunnen komen".
„Hier woont dus Nabarescu", stelde
Sven vast. „Maar ik dacht, dat de familie
Voerendael wel dicht bij zou wonen. An
ders zouden we toch dat pianospel niet zo
goed hebben kunnen horen?"
„Die wonen ook vlak bij", gaf Ernst
toe. „Dat zijn onze achterburen. Kijk, hier
lopen twee wegen vrijwel evenwijdig.
Oorspronkelijk lag daar tussen een strook
bos. Nu zijn in dat bos huizen gebouwd.
Tussen de achtertuin van de Voerendaels
en die van ons ligt nog een smalle strook
bos. Deze tuin van de Nabarescu's daar
entegen beslaat de hele breedte van het
bos tussen beide wegen en het huis ligt
er midden in".
„Dag!" werd op dat ogenblik uit de
tuin geroepen.
Zij zagen bij de afrastering een meisje
staan van een jaar of vijf, een knap,
donker kind, dat lachend wuifde.
„Dag Nadia!" riep Else terug.
„Dat is de jongste dochter van de
Nabarescu's", vertelde Ernst zijn zwager.
Zij zagen, hoe het meisje zich om
keerde en ineens hard in de richting van
het grote huis begon te lopen, dat op
enige afstand zichtbaar was tussen bomen
en struiken. Het kind haastte zich naar
een dame, die op dat ogenbik uit een
serre naar buiten kwam.
„Dat is mevrouw Nabarescu?" vroeg de
inspekteur.
„Toch niet", antwoordde Else. „Dat
moet een logée zijn. Ik heb die dame nog
niet eerder gezien".
„Het lijkt ook een vreemdelinge", vond
haar broer.
„Ze is misschien een familielid uit
Roemenië", veronderstelde de advokaat,
die even met belangstelling had toege
keken.
Van deze afstand konden de wande
laars bemerken, dat de dame nog jong
was, slank en donker. Zij stond in de
schaduw van een dichtbebladerde boom,
zodat haar gezicht moeilijk was te onder
scheiden. Niettemin kregen zij de indruk,
dat daar een knappe vrouw stond, moge
lijk nog een meisje onder de twintig jaar.
Zij droeg een eenvoudig wit japonnetje.
Zij keek naar de kleine Nadia, die en
thousiast naar haar toe kwam en even
later verdwenen beiden in de serre van
het grote, drie verdiepingen hoge huis.
„Je houdt er geen slechte buren op na",
vond Ohlquist, die met waardering had
gekeken.
„Maar het zijn buren, waar je niet veel
aan hebt", antwoordde zijn zuster. „Men
sen als de Nabarescu's en de Voeren
daels krijgen we maar zelden te spreken.
Ze hebben gewoonlijk gasten, waarmee ze
zich bezig houden en ze zijn bovendien
vaak zelf op reis".
„Maar voorzover we ze kennen, zijn het
heel aardige mensen", vulde haar man
aan. „Ze zijn beleefd en de enkele keren,
dat we er aan huis kwamen, hebben ze
ons uitstekend ontvangen".
Zij wandelden verder. Met welbehagen
ademde Ohlquist de pittige geur van de
dennen in, die het bos verspreidde. Na
het woonhuis van de Roemeense familie
volgde weer een strook bos, die zich van
de ene weg tot de andere uitstrekte. De
bomen stonden hier ver van elkaar, maar
de bodem was begroeid door een laag
struikgewas. Daar over heen konden zij
de andere weg zien, waarop juist een
grote blauwe auto reed.
„Aha, een teken van welstand!" zei de
inspekteur lachend. „Wie is de rijkaard,
die er zulk een juweel van een wagen op
na houdt?"
„Dat is de wagen van de Van der
Zuyden's", lichtte zijn zuster hem in. „Ja.
een eigen auto kun je hier eigenlijk wel
gebruiken. Maar dat hebben wij nog niet
bereikt. Ernst moet voorlopig genoegen
nemen met z'n motor en ik doe het nog
minder. Ik heb een gewoné fiets".
„Ja, ja, het geld zit raar verdeeld
gaf haar broer toe.
Terwijl zij even stonden te kijken, b
merkten zij, dat de grote auto, die lafl
zaam voortreed, het hek binnen ging fl
de tuin der Nabarescu's. Voor het hl
bleef de wagen staan, terwijl de bestun
der, die er in bleef, de klakson even li
werken.
„Komaan", zei Ernst, „dat is iets ong
woons".
„Hoe dat zo?" informeerde zijn zwafl
„Ernst heeft gelijk", stemde Else to
,;Het is nog niet vertoond, dat de Vand
Zuyden's en de Nabarescu's omgang n>
elkaar hebben. Zowel de familie Nab
rescu als de Voerendaels hebben tot i
toe de Van der Zuyden's links lat
liggen".
De voordeur was open gegaan,
betrekkelijk kleine, donkere heer in i
grijs kwam naar buiten en liep op
I wagen toe. De bestuurder had het vtf
I portier geopend en er scheen een gespn
te worden gevoerd.
„Het is misschien onbescheiden",
Sven, „maar ik ben nu eenmaal
nieuwsgierig. Zijn dat de heren Van d
Zuyden en Nabarescu?"
i „Nee", antwoordde Else. „De man
de auto is mij onbekend en de ander oc
Maar de wagen is wel degelijk van V'
der Zuyden".
„En het huis is van Nabaerscu", vul
de inspekteur droog aan.
(Wordt vervolgd).