9 roen /wa in het harL, Texels Museum glanslicht in de Parel der Waddenzee Maar nieuw gebouw en groter terrein onontbeerlijk Ds. Van Rhijn nam afscheid van Herv. Gemeente Den Hoorn BNSDAG 17 SEPTEMBER 1958 EXELSE 73e JAARGANG No. 7284 COU RANT gave N.V. v.h. Langeveld de Rooij pkhandel Drukkerij Bibliotheek Burg - Texel - Postbus 11 Tel. 11 Verschijnt woensdags en zaterdag» Bank: R'damse Bank, Coöp. Boerenl. Bank. Postgiro 652. - Abonn.pr. 2,25 p. kwart. 20 ct incasso. Adv. 10 ct p. mm /flict WAT IS RECLASSEREN? :er dagen wordt de jaarlijkse collec- ior het reclasseringswerk gehouden, aanleiding van deze actie verzocht ons om opname van het volgende komt het, dat er mensen zijn die in met de maatschappij komen? Dat oude vraag, waar zeer veel over cht en geschreven is. Wanneer men m ^antwoorden probeert samen te vat- jJ,»dan tonen die altijd weer facetten. - de loop der tijden zijn er geweest, die diepste achtergronden van die con- üctsituatie menen te moeten wijten aan e gegevenheden, de kwaliteiten of mis- :hien juist het gebrek daaraan, waarmee en mens in deze wereld komt. Wanneer erymens geboren wordt, is hij geen on tschreven blad papier. Hij komt nooit is neutrale persoon in deze wereld, maar fej doet zijn intrede in het leven met een ^veelheid van soms tegenstrijdige nei- fingen en mogelijkheden of misschien m onmogelijkheden. Dat is de bekende unlegtheorie. Aan de andere kant komt de mens in feze wereld nooit in een neutrale omge- nng, want hij wordt ergens geboren in een concrete situatie. De plek waar men roor de eerste maal het leven ontmoet, raar het „zo zijn" van de wereld blijkt, nar men zich zijn levensbeelden ver terit, is allerminst neutraal. Er zijn er •ie zeggen, dat het juist de ontmoeting Eet deze plek is, die tot gevolg kan heb- zen, dat de mens zozeer in een conflict- tuatie gedreven wordt, dat hij tot wan- ?drag komt. Dit is de milieutheorie. Weer anderen nemen aan, dat zowel de anleg als het milieu en hun onderlinge tisselwerking doorslaggevend zijn voor vorming of ^nis vorming van de mens. De mens is _en totaliteit. Alle facetten ran ons menselijk bestaan zijn onlosma kelijk op elkaar betrokken. Eén van die 'icetten en wel een zeer belangrijk is de Üihamelijke conditie, waarmee de mens Joor dit leven gaat. Gelukkig is het niet a>, dat mensen, die lichamelijk met slech- 'i kansen op de wereld komen, als het tare voorbestemd zouden zijn om te mis- ükken in het leven. Maar daar in wezen lichamelijke tekorten, wanneer ze door at milieu óf genegeerd worden óf wan ner er veel te veel aandacht aan be steed wordt, en mens in de verlatenheid binnen drijven, liggen daar mogelijkhe den voor een a-sociaal, eventueel anti- sociaal levensgedrag. Een ander facet van ons menselijk be- itaan is, dat wij rationele wezens zijn. In Èt werelddeel worden aan de mens van randaag hoge intellectuele eisen gesteld, tiet aantal kinderen dat op school leer- soeilijkheden vertoont, wordt groter. Het i niet te verwonderen, dat men onder riminelen verstandelijk zwakbegaafde aensen aantreft. Zij werden in de con- iictsituatie gedreven, omdat zij moesten «antwoorden aan eisen waartegen zij rerstandelijk niet opgewassen waren, tok dit kan leiden tot gevoelens van Minderwaardigheid en eenzaamheid en ot de uiterlijke verschijningsvorm daar- an, n.l. wangedrag. Er komen ook mensen ter wereld, die sychisch gestoord zijn. Velen van hen ijden aan een grote mate van gevoels- rmoede en zijn niet in staat om in hun even waarachtige gevoelsrelaties tot hun sedemensen op te bouwen. En door hun enzaamheid komen deze mensen soms ot allerlei vormen van afwijkend gedrag, let is vaak zo: hoe eenzamer een mens is fes te meer zal hij geneigd zijn ervoor te orgen dat men zich met hem bezig móet wouden. Maar, zoals gezegd, wij beginnen ons ïven ook ergens in de wereld. In de ntmoeting met dit ergens kan het zijn at we ons ook verlaten gaan voelen, lemen wij de levensgeschiedenissen, zo- Is die zijn neergelegd in-de dossiers van riminelen, voor ons, dan lezen we daar- nvaak dat er in de familie krankzinnig- eid voorkwam, epilepsie, dronkenschap. we lezen dat deze mens in zijn leven ooit enigerlei vorm van emotionele ge- orgenheid heeft gekend. Een „thuis" ebben velen nooit gekend. Het is voor iemand die reclasseert oodzakelijk dat hij om te beginnen één mg aanvaardt, namelijk dat in onze amenleving het belang van de enkeling ndergeschikt gemaakt is aan dat van de emeenschap. Maar betekent dit ook, dat 'ij de wetsovertreder mogen straffen? Ms en ziet in welke omstandigheden eze mens opgegroeid is, heeft men dan og het recht om hem te straffen? Ja, 'ant de ergste liefdeloosheid die een >ens tegenover de ander ten toon kan preiden bestaat hierin, dat hij bij voor- aat geneigd is de ander de verantwoor- elijkheid voor eigen leven te ontnemen i de zin van: „Stakker, je kon het niet elpen". Men moet zo lang dit mogelijk appelleren aan het gevoel van verant- oordelijkheid. Misschien is het wat lerk gezegd, maar zij hebben recht op kaf. En dat mag hen niet onthouden 'orden. Reclassering heeft niets te maken met et verdoezelen van de grenzen. De gren en moeten scherp getrokken blijven, >aar binnen die grenzen trachten we de medemens te ontmoeten. Dat is re- 'asseren. Reclasseren is: een mens, die misschien »jn hele leven thuisloos is geweest, een Miniatuurglctchcrs De heer G. J. de Haan, directeur van het Texels Museum is een benijdenswaar dig man. Zelden hebben wij iemand ont moet wiens idealen zo in overeenstem ming zijn met zijn beroep. Toen hij in 1945 als twintig-jarige kampeerder voor het eerst kennis maakte met het bezit van Texels Museum was dit een door oor logsgeweld geteisterde ruïne, haastig op eengestapeld in een garage van de TESO. Thans na dertien jaar onafgebroken ar beid heeft hij in de Dennen een museum staan, dat een ieders bewondering en respect afdwingt. De eerste zeven jaar deed hij zijn werk vrijwel alleen, als een kluizenaar levend temidden van de bos sen. Doch zes jaar geleden kreeg hij een toegewijde hulp: Zijn vrouw. Het is wer kelijk hartverkwikkend te vernemen met hoeveel liefde deze beide mensen leven voor hun werk. Dat heeft zijn resultaten gehad, want juist hierdoor is het Texels Museum, in tegenstelling tot vele andere musea een levend museum geworden, verkwikkend als de koele nachtwind, die ons vergezelde toen wij, na een bijzonder boeiend gesprek, eerst om half twee te rugkeerden naar Oudeschild. Meester Kraai maakte begin De aanleiding tot een bezoek aan de heer De Haan was een bericht, dat op de begroting van de gemeente een bedrag staat uitgetrokken van 2525,voor het stichten van een nieuw museumgebouw, want zoals al wat jong is en leeft, groeit ook het Texels Museum gestadig door. Ondanks alle moeilijkheden, die hier door ontstaan, leidt dit in zekere zin toch tot een grappige situatie: Het museum, gevestigd in een voormalige Duitse kan tine, hunkert evenals de oorspronkelijke bezoekers naar meer „Lebensraum". Het Texels Museum is geenszins oud. Eerst in 1930 werd het door het lofwaar dige initiatief van „meester" Kraai opge richt. Met behulp van zijn schoolkinderen begon hij met het aanleggen van een ver zameling opgezette vogels. Later breidde hij zijn collectie uit door het bijeengaren van schelpen, vlinders, Texelse oudheden, foto's, platen en wat al niet meer. Zo ontstond er een unieke verzameling, waaraan velen zeer veel genoegen hebben beleefd. In de oorlog kreeg de school, waarin deze verzameling was ondergebracht eni ge voltreffers te incasseren. Veel ging er toen verloren, zoals vele archiefplaten en een groot gedeelte van de vogelcollectie. Wat er van overbleef werd overgebracht naar de garage van de TESO in de Wil- helminalaan. De heer Kraai is dit leed bespaard gebleven, want hij was reeds in 1942 overleden. Ruim 20.000 bezoekers Na de oorlog is men dadelijk begonnen met het herstel van het museum. Thans heeft men niet alleen een museum in de Dennen, maar sedert 1955 tevens een fraaie Oudheidskundige Kamer in Den Burg. In het begin was men letterlijk blij met alles wat aangeboden werd, maar thans is de verzameling zó groot, dat men reeds ernstig moet gaan selecteren. Hoe zeer het museum in trek is bij de toeristen blijkt wel uit het grote aantal bezoekers, dat evenals in de twee vooraf gaande jaren meer dan 20.000 bedroeg. Mevrouw De Haan hoopt zelfs vurig, dat zij nog vóór de definitieve sluiting, 15 september a.s., de 21.000ste zal kunnen begroeten. Hoe de heer De Haan er in is geslaagd de vele attracties, waarover wij in ons nummer van zaterdag 2 augustus uitvoerig schreven, in dit kleine gebouw en op de niet al te grote, daaromheenlig- gende terreinen onder te brengen, is een raadsel. Maar het is hem gelukt en elke bezoeker krijgt dadelijk een bijzonder prettige indruk door de levendige en fan tasierijke manier, waarop opgezette vo gels, schelpen, insecten, geologische merkwaardigheden, vogel-diarama's, op gezette vissen enz. enz. staan opgesteld. De grote attractie van het museum zijn natuurlijk de zeehonden, die jong en oud urenlang kunnen vermaken. En niet te vergeten de fraaie zeeaquaria en het vogelhospitaal, waar thans een torenvalk en een door olie besmette Jan van Gent worden verzorgd. thuis geven. Dat wil zeggen, deze zeker heid te geven: van nu af aan is er een deur die voor hem openstaat, wordt er op hem gewacht, is er iemand die belang stelling voor hem heeft. Zo draagt de ware reclasseerder de reclasseringsgedachte uit op eigen wijze, ook wanneer de omstanders zich cynisch en smalend over het werk uitlaten, dat toch immers onbegonnen is. En dat resul taat dan? A. Roland Holst zei eens: Ik zal de halmen niet meer zien noch binden ooit de volle schoven, maar doe mij in den oogst qelooven waarvoor ik dien Zeker het museum in de Dennen heeft ook in haar huidige vorm vele aantrekke lijkheden, maar het zou veel beter kun nen zijn! Als er maar ruimte was! Ruimte! Ruimte! Daar draait alles om, want het museum, levend als het is, groeit en groeit, zodat het dreigt te ver stikken in zijn enge harnas. „Het mooiste zou zijn als het nieuwe gebouw aan de weg van Den Burg naar De Koog kwam te staan, vindt de heer De Haan. Een groter gebouw en liefst een paar bunder land. Dan zou hij de ruimte hebben om zijn fantasie uit te leven. Geestdriftig spreekt hij over de mogelijkheden. „Wij zouden dan het pu bliek kunnen laten zien hoe de graafwesp zijn broed verzorgt", vertelt hij. Een ko lonie van enige honderden op een klein stukje grond, een ronde bank er omheen en iedereen zou kunnen zien hoe zo'n diertje zijn eitjes legt, rupsen verschalkt, hen segment voor segment verdooft met zijn scherpe angel en dan naar de eitjes sleept, zodat haar jongen straks een le vende voedselbron zullen vinden. Ook mierenkolonies en niet te vergeten hun aartsvijand de mierenleeuw, zouden op die manier een boeiend kijkspel kunnen geven. Verder denkt hij aan vernuftig ge bouwde nestkastjes, waardoor men zon der moeite de broedverzorging van de koolmees zou kunnen zien. Hij zou er ma quettes kunnen maken, waarmee met veel raffinement nagemaakte gletchers het verloop van de ijstijd zichtbaar zou zijn. Of maquettes, die op suggestieve manier, het ontstaan van Texel zouden kunnen uitbeelden En zo zouden er tal loze mogelijkheden zijn, die dit Nat. Hist. Museum nog veel attractiever zouden kunnen maken als het huidige. Wij hopen van ganser harte, dat de wensen van de heer De Haan in vervul ling zullen gaan, want juist in dit mu seum kan zowel de vreemdeling als de Texelaar zelf een onuitputtelijke schat aan wetenswaardigheden omtrent Texel vinden. CURSUSSEN IN DE LANDBOUWHUISHOUDSCHOOL Met ingang van oktober zullen aan de Landbouwhuishoudschool weer enkele avondcursussen gegeven worden, bij vol doende deelname. Voor pensionhouders kunnen met name de kookcursussen zeer leerzaam zijn. Zie voor aanmelding adv. AFSCHEID IN TRIPLO De heer Quint, directeur van de VVV, ontmoette hen begin juli op een hotel terras in Den BurgTwee Amerikaanse studenten, de een kort en dik, de andere lang en dun. Een opgewekt, geestig span, vol ondernemingslust. Ze waren van de V.S. uit per schip naar Denemarken gegaan, kochten er een sportwagen en reden via Hamburg en Amsterdam naar Texel. Ze „deden" ons eiland in twee dagen en namen ai- scheid van de heer Quint. Ze hadden 'n verre reis voor de bumper, want ze wil den langs de Rijn naar Zwitserland en dan naar Oostenrijk, Yoego-Slavië, Ita lië, Frankrijk en Spanje. Na twee maanden zag de heer Quint hen weer op Texel. Ja, ze waren in Spanje geweest, een prachtig land, maar Texel was toch beter, en daarom waren ze maar even via Parijs terug gekomen. In die vrolijke lichtstad ont moetten zij onverwachts een studiege noot, die daar meteen was meegegaan. Op 1 september nam het drietal afscheid van de heer QuintZe gingen naar Hamburg, waar zij passage hadden ge boekt op een vliegtuig naar de „States". Hun auto, waar zij door al hun avontu ren zeer gehecht aan waren geraakt, ging op de boot. Het zal U niet verbazen, als wij U ver tellen, dat de heer Quint op 3 september in Den Burg een hem bekend trio ont moette. Een korte dikke, een lange dun ne en een tussenmaat. Of de Hamburgse Reperbahn er schuld aan had, vermeldt de historie niet maar ze zaten zonder geld en vewachtten via Texels VVV een cheque van hun verbolqen papa's. Het geld kwam en twee van de drie vonden, dat er nog best een reisje van een paar dagen naar Enqeland af kon. De kleine dikke bleef hier, want hij was een min naar van de vrije natuur. Op 7 septem ber was het drietal weer bijeen en nam afscheid van de heer Quint Gedrieën trokken ze, op De Dageraad spijtig omziend, naar Schiphol en natuurlijk, U begrijpt het al: ze kwamen terug en namen afNeen, neen, U beqrijpt het niet! Deze keer qingen ze echt naar Uncle Sam. Maar volgend jaar! Dan komen ze terug en blijven minstens twee maanden hier, hebben ze beloofd. Zo ziet ge: Eenmaal Texel, altijd Texel! JONGDIERENDAG KOTEX De keuringsdag van jonge dieren van de konijnenvereniging Kotex, zaterdag 13 september jl., is een ware hoogtijdag ge worden voor alle deelnemende leden, een dag waarop het vooral aan de spanning niet ontbrak, want het ging uiteraard om niets meer of minder dan een beslis sing omtrent de kwaliteit van het aange houden fokmateriaal. En aangezien ook in de wereld der konijnenfokkers de jeugd een zekere wissel op de toekomst heeft, is het belang van een keuringsdag zonder meer duidelijk. Men zag de fokkers elkaar toeknikken wanneer er een diertje op de keurings tafel verscheen en de keurmeester een waarderende opmerking maakte: dan zat het goed, dan was dat een diertje waar men mee voort kon! Maar ja, dat was natuurlijk niet steeds het geval. Een klei nigheid kan voldoende zijn om de hoop, of de overtuiging, waarmee men een be paald diertje ter tafel bracht, tot niets ineen te zien schrompelen. „Jammer", sprak de keurmeester in zo'n geval, „als ze dit plekje of dat pluisje niet had ge had. zonde, zonde; het zou een mon ster-dier geweest zijn". En een monster wil in dit geval dan „prachtig" beduiden. Deze tafelkeuring is uitstekend verlo pen en de fokkers kunnen tevreden zijn, niet in de laatste plaats over de keur meester, die zich veel arbeid en moeite getroost heeft. Maar bovenal over de kwaliteiten van de voorgebrachte dieren. Er werden er 70 stuks ter keuring voor gedragen, waarvan er drie het predikaat ZZG verwierven; drieëndertig ZG, twin tig GG; acht G, terwijl slechts een diertje zonder predikaat moest uitvallen. Met Blauwe Wener wisten de heren H. A. Witte en B. van Eldik elk 1 x ZZG te behalen; de heer J. A. Barhorst met Witte Wener 1 x ZZG; de heer J de Vries met Groot Zilvers 2 x ZG. De heer J. A. Bar horst wist bovendien met zijn nieuwe ras Konijngrijze Vlaamse Reuzen heel goed voor de dag te komen, evenals mej. Mieke Keijser, ook met ditzelfde ras. De heer A. Mosk behaalde 2 x ZG met Witte Vlaamse Reuzen, terwijl de heer G. Eel- man met dit ras ook goed tevoorschijn kwam. De heer A. Bakker behaalde met Gele v. Bourgondië 1 x ZG en 2 x GG, een goed resultaat als men bedenkt, dat vooral in dit de „toppers" maar heel dun gezaaid zijn. De heer A. C. Pool behaalde 4 x ZG met Tannetjes, 2 x ZG en 3 x GG met Havanna's. Noemen wij verder nog Rijnlanders van de heer S. Keijser, die ook succes oogstte met Franse Hang oren en de heer G. Visman met zijn nestje Blauwe Weners. Bij de jeugleden sleepte Jan Kikkert met Groot Chinchella's de prijs in de wacht, op de voet gevolgd door D. Pool met 2 x ZG en P. v: Leeuwen met 1 x ZG in Witte Weners. De ereprijs, een beker, werd gewonnen door de heer H. A. Witte, met een kleine voorsprong op de andere ZZG-winners de heren B. v. Elk en J A. Barhorst. Tenslotte, namens Kotex, een dank woord aan de fa. Gebr. Bruin voor het gebruik van de schuur. En verder aller aandacht gericht op de komende tentoon stelling op 29 - 30 november, waar ook de oudere dieren zullen verschijnen. 4 OKTOBER: WERELD DIERENDAG 's Is jammer, dat ze 't niet beseffen, maar 4 oktober is voor alle dieren in de wereld een belangrijke dag. behalve voor bladluizen, vlooien, sprinkhanen en aan verwante soorten. Die vallen er buiten. Een belangrijke dag. Wereld Die rendag. Natuurlijk u mag uw hond, uw kat, uw papagaai, uw kanarie, uw os, uw ezel, allemaal mag u ze iets lekkers geven. Toe maar! Doch wat u hen vooral moet geven is een warm plaatsje onder de zon en in uw hart. Dan is het voor Uw dieren echt Dierendag. Zondagmiddag heeft Ds. C. H. van Rhijn, na bijna 6 jaar de gemeente te hebben gediend, afscheid genomen van de Ned. Herv. Gemeente te Den Hoorn. Om half drie begon de dienst en toen Ds. de kerk binnen kwam, was deze vol met gemeenteleden en vrienden van andere plaatsen. Na het votum en groet werd gezongen Ps. 8 1 en 4 en na de schuldbelijdenis, genadeverkondiging en Lofprijzing Gez. 136 1, 3 en 5. De eerste Schriftlezing was uit Jesaja 6e hoofdstuk, vs. 1-8. De tweede schriftlezing uit Lucas 6 43-49. De tekst voor de prediking was ont leend aan Ps. 51 vers 17: „Here open mijn lippen, opdat mijn mond Uw lof verkon digen". Met het woord van Prediker sprekende, vroeg de voorganger zich af of het nu tijd was om te lachen of te wenen. Maar staande voor het aangezicht van de God delijke Vader, worden deze dingen onbe langrijk. Hij is het Centrum tegenover de Heilige God. Voorganger vond zich schuldig, net als in het gedeelte van Psalm 51 en toch durfde hij te vragen: „Open mijn lippen, opdat mijn mond Uwe lof verkondige" In Gods Koninkrijk be staan geen kneusjes. God wil gebruik maken van onheilige lippen om Zijn lof te verkondigen. Loven van God is aller eerst hem belijden, maar ook een weer- stralen van Zijn grote liefde en niet ver geten nauw bij elkaar te komen, want loven is het zich herinneren wat God voor de mens betekent. Moge deze bede: „Heer open onze lippen, opdat onze mond Uwe lof verkondige" bij herhaling blijven klinken in de liturgie, dan kunnen voor gangers komen en gaan, maar Zijn lof blijft eeuwig bestaan. Na de zegen zong de Gemeente domi nee toe met Gezang 118 A vers 3. Ouderling C. van Rossem nam hierna de leiding en sprak daarbij een wel komstwoord tot de aanwezigen namens de gemeente. In het bijzonder tot Dr. Plooy, vertegenwoordiger van de Classis Alk maar, burgemeester C. de Koning en echtgen. en wethouder C. H. Roeper en echtgen, tot de predikanten Ds. v.d. Zwaag, Ds. De Lange, Ds. Van Reijendam, Ds. Soesan, Ds. Klijnsma, Ds. Waarden burg, de Eerw. heer kapelaan Suydgeest, de heer G. Oskam, secr. van de Culturele Raad, de heer J. van Wolferen, hoofd van de o.l. school te Den Hoorn, en tot Z.E. Mr. Dr. A. A. van Rhijn en echtgenote en Prof. I. C. van Houte en echtgenote, resp. ouders en schoonouders van Ds. Van Rhijn. Hierna richtte Dr. Plooy, namens het Breedmoderamen van de classis Alkmaar het woord tot de scheidende predikant. Hij bracht de dank over voor hetgeen Ds. in de afgelopen 6 jaar in de classis had verricht. Ook memoreerde spreker het pastorale werk en de restauratie, die in Ds.'s ambtstijd volbracht werd. Maar ook in de Stichting Sociaal Toerisme, gods dienstonderwijs op de o.l. school en zijn werk in de ring van predikanten van Texel. Om dan buiten zijn gewone werk ook de studie te volbrengen voor zijn Docto raal examen. Hierna kreeg burgemeester De Koning de gelegenheid afscheid te nemen, niet alleen als autoriteit, maar ook als per soonlijk vriend, want spreker zeide veel persoonlijk contact gehad te hebben, n.l. als voorzitter van het restauratie-comité. Spreker noemde Ds. een belangrijk man, niet alleen voor de Hoornder gemeente, maar ook daar buiten, onder meer in de culturele raad. Spreker zeide een heel prettige herinnering te houden aan de aangename gesprekken met Ds. en mevr. Van Rhijn. Namens de gemeente Texel moest spr. hartelijk danken voor hetgeen Ds. voor Den Hoorn en daarbuiten gedaan heeft. Ds. v.d. Zwaag bedankte Ds. namens de Doopsgezinde gemeente voor de goede samenwerking. „Zonder Gods hulp kun nen we niet, maar met Gods hulp kunen we over een muur springen; moge U met Gods hulp nog over vele muren springen" Ds. De Lange, sprekend namens de Geref. Kerk, zei nog maar een korte pe riode op Texel te zijn. Spreker zeide, na zo even het gezang gehoord te hebben, het hem voorkwam niet een paar hon derd mensen, maar heel Texel gehoord te hebben. Het is mijn wens, dat wij een maal als Kerk één zullen zijn. Ik hoop, dat U veel goeds en Gods rijke zege mag ontvangen in de Industriewijk. Op een geestige manier sprak Ds. Van Reijendam, namens de ring Texel, Ds. en mevrouw toe. In de jaren, dat U hier woont is er heel wat veranderd. Uw blik ging verder dan Uw kerkelijke gemeente. U hebt voor alles op Texel recht harte lijke belangstelling gehad. Spreker zeide: „Bij Uw komst op Texel is er als het ware iets van Den Haag binnengekomen, van het Binnenhof, de ambassade. Een tunnel is er geweest waarvan Uw ge meente en kerk van heeft geprofiteerd. Nu gaat U heen naar Vlaardingen, maar we zullen altijd merken, dat U op Texel geweest bent. U bracht „de vaart in de ring", daar zijn wij U dankbaar voor. Wij wensen U daar gezegende arbeid. Wij zullen de kromme pijp missen op de vergaderingen. Ds. Van Reijendam is blij voor korte tijd consulent voor Den Hoorn te mogen zijn, in verband met de spoedige komst van een opvolger. Hij hoopt, dat, als er ergens moeilijkheden mochten zijn, de gemeente de kerkeraad of hem waarschuwt. De heer N. Kikkert dankte dominee en mevrouw namens de Hoornder gemeente voor al wat zij voor de gemeente gedaan hebben en voor de manier waarop U beiden met ons omging en dank voor het vele werk in de restauratiecommissie. Wij bidden, dat het U goed zal gaan. U kwam met z'n beiden, en U gaat met z'n vieren terug. Moge onze vriendschap in lengte van jaren blijven bestaan. Ds. Van Rhijn sprak tot een ieder per soonlijk een woord van dank voor de tot hem gerichte woorden, voor de prettige samenwerking en de gemoedelijkheid in Den Hoorn ondervonden. Na afloop kon een ieder persoonlijk af scheid nemen van mevrouw en dominee.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1958 | | pagina 1