Voortgaande verschuiving van traditionele
logiesvorinen
Groeiende belangstelling voor zomer
huisjes ten koste van hotels en pensions
Raadsel in Nijmegen
Halve eeuw geleden
De ANW heeft met belangstelling de
voortgaande verschuiving van de tradi
tionele logiesvormen als hotels en pen
sions naar zomerhuisjes, kampeerwagens
en kampeerplaatsen gevolgd. Opvallend
was het zeer sterk gestegen aantal kam
peerders. De indruk bestaat, dat deze
verschuiving min of meer ten koste van
de middenklasse der hotels en pensions
gaat.
De mobiliteit in het toerisme is in 1958
opnieuw groter geworden. Daardoor is de
gemiddelde verblijfsduur iets terugge
lopen.
De belangstelling voor individuele rei
zen nam toe ten koste van de groeps
reizen. De betekenis van het wegver
keer voor het internationale toerisme
moge blijken uit een taxatie van bevoeg
de autoriteiten, dat meer dan zeventig
procent van de in Nederland komende
buitenlandse bezoekers van het wegver
voer gebruik maakte.
De Expo, het weer en de ping-ping
Het voorlopige beeld, dat de ANVV
zich aan de hand van een reeks steek
proeven over het toeristenseizoen 1958
heeft kunnen vormen, steekt niet ongun
stig af bij het seizoen 1957.
HARING OP VELE MANIEREN
Het voorlichtingsbureau voor de voe
ding meldt
De nieuwe haring heeft weer het veld
geruimd tot volgende zomer, maar over
gebrek aan haring behoeven we niet te
klagen. In deze tijd van het jaar kunnen
wij haring eten in de vorm van goed
gerijpte koelhuismaatjes, verse haring
(ook wel panharing of bakbokking ge
noemd), zure haring en gerookte haring,
die we als gerookte of gestoomde bokking
of bokkingfilets tegenkomen. Daarnaast
zijn er diverse haringconserven in blik:
haring „naturel", in tomatensaus en in
pikante saus.
Wist U dat appetit sild niets anders is
dan stukjes haring in een pikant sausje?
Voor de liefhebbers dus keus genoeg.
Wat kunnen we nu allemaal van deze
haring maken?
De koelhuismaatjes en de zure haring
lenen zich goed voor een haringsla met
aardappel, appel en desgewenst bieten of
tomaten. Zo'n sla is ter afwisseling wel
eens lekker bij de boterham, als hartig
hapje vóór de warme maaltijd of 's
avonds.
Haring „naturel" of in tomatensaus kan
zonder meer als hapje gebruikt worden
of, desgewenst met wat azijn aangemaakt,
op sla worden neergelegd.
Als belegging van dunne stukjes brood
of toastjes kan behalve de koelhuisharing,
de haring uit blik en de zure haring of
rolmops, gerookte of gestoomde bokking
dienst doen. De gerookte bokking is veel
sterker gezouten dan de gestoomde en
wordt meestal dunner gesneden. De ge
stoomde bokking zullen wij bij voorkeur
van het vel en de graten ontdoen voor we
hem opdienen.
De combinatie haring of bokking met
hard-gekookt ei staat aardig op een toast
je. Als garnering kan dan wat peterselie
of selderij, tomatenketchup, mayonaise of
paprikapoeder aangebracht worden.
Minder bekend is dat een warm ge
recht van bokking met roerei of omelet
heel goed smaakt. Hiertoe worden vóór
het bakken door de losgeklopte eimassa
de stukjes gestoomde bokking geroerd.
Met toevoegen van zout moeten we dan
wel even oppassen.
De verse haring wordt meestal gebak
ken opgediend, warm of koud. Hij kan
echter even goed worden gekookt of ge
stoofd. Bij de gekookte haring geven we
b.v. een tomaten- of mosterdsaus; de
gestoofde haring kunnen we opdienen
met het kookvocht waarin tevoren wat
azijn of citroensap is gedaan.
Als groenten passen bij de haring
rodekool, bieten, wortelen, kropsla of een
gemengde sla van diverse groentesoorten.
fEUILLETON
door G. PLANTEMA
31. De man op de sofa was Jörgensen,
zodat de persoon in de leunstoel de
Fransman Dupont moet wezen. Dat klop
te in ieder geval met de beschrijving, die
mile Ilescu van hem had gegeven. De
Fransman bleek buiten kennis te zijn,
maar Jörgensen had z'n ogen open en
staarde naar Ohlquist, terwijl hij bewe
gingen begon te maken, toen hij hem her
kende. Ohlquist aarzelde een ogenblik,
terwijl hij aandachtig naar de Zweed
keek. Dan draaide hij, snel tot een be
sluit komend, de sleutel om, die in de
aeur van de kamer stak. Het was zo
doende niet mogelijk, dat een van de
andere mensen in het huis ongemerkt
binnen kwam.
Jörgensen was, toen hij over zijn eerste
verbazing heen kwam, duidelijk bezig, de
mspekteur te wenken, voorzover zijn be
nauwde toestand hem dat mogelijk maak
te. Alles wees er op, dat hij de inspek-
teur verzocht, hem zo spoedig mogelijk
van zijn boeien te bevrijden. Dat was een
moeilijk probleem. Deze man was immers
de medeplichtige van Dupont, die twee
moorden had gepleegd! Dat nu met de
arrestatie van de moordenaars het hele
geheim van de gebeurtenissen was opge
lost, leek Sven niet denkbaar. Daarom
ging hij snel naar de Zweed toe en luis
terde ondertussen goed of ergens anders
in het grote huis geen geluiden te horen
waren, die er op wezen, dat andere men
sen in aantocht waren
Expo, weersomstandigheden en de fi
nanciële situatie in ons land hebben het
binnenlandse toerisme in vergelijking
met vorige seizoenen iets afgeremd. Dit
betreft in het bijzonder het binnenlandse
dagtoerisme, aangezien het meerdaagse
toerisme in eigen land ongeveer even
groot is geweest als in 1957.
De Expo is op het bezoek van buiten
landers aan ons land zeker niet van on
gunstige invloed geweest ofschoon er in
enkele plaatsen in het zuiden des lands
en elders wat meer van werd verwacht.
Vooral het bezoek uit Zuid-Europa en in
de late zomer ook uit Scandinavië werd
door de Expo gestimuleerd.
De oostgrens heeft ten opzichte van
1957 een verdubbeling van passanten ge
had. Langs de zuidgrens passeerde 7,5
percent meer bezoekers dan in het vorige
jaar. Voorlopig kan het aantal buiten
landse bezoekers op grond van thans be
kende gegevens, inclusief grensarbeiders,
koffie- en boterkopers, gesteld worden op
30 miljoen.
De Duitse kopers op Nederlands gebied
hebben de omzetten van de wisselkanto
ren aan de oostgrens vrij aanzienlijk ver
hoogd. Daaraan is de liberalisatie van de
grensdocumenten voor auto's naar alge
mene opvatting mede debet. In juli en
augustus stegen ook de omzetten van de
wisselkantoren aan de zuidgrens aanzien
lijk na een minder gunstig voorseizoen,
dan normaal. Opvallend was de stijging
van de omzet in Franse franken.
Oudeschild, 25 september 1908:
Als bewijs, dat op een zeeplaats het le
ven niet ongezond is en dat velen een
respectabele ouderdom kunnen bereiken,
kan dienen, dat hedenavond bij aankomst
van de boot, zich op de steiger vijf oudjes
bevonden, die samen ruim vier eeuwen
telden.
Adv. in de Texelaar van zondag 27
september 1908:
L. H. Schot, rijtuig- en wagenmaker,
Waal, bekroond met le en 2de prijzen op
de Texelse tentoonstelling, blijft zich
steeds aanbevelen voor het maken van
alle tot dat vak behorende werkzaam
heden, als: nieuwe jachtwagens, tilbury's,
Texelse, Zeeuwse en Noordhollandse boe
renwagens enz. Ten alle tijde genegen
om te ruilen.
Vijftig jaar landbouwonderwijs op Texel?
Als wij het goed begrepen hebben, be
staat het landbouwonderwijs op Texel
thans vijftig jaar: in de Texelse Courant
van donderdag 1 oktober 1908 wordt n.l.
het volgende bericht gelanceerd:
Na veel wensen, geuit zowel in land-
bouwvergaderingen als in de gemeente
raad, zal alhier nu worden voorzien in
de behoefte aan landbouwonderwijs, het
welk van zo groot belang wordt geacht
voor de landbouwende stand.
De heer H. Visser, Hoofd der School te
Zuid-Eierland, welke zich tot het geven
van dit onderwijs bekwaamde, zal als
onderwijzer aan de te houden cursus op
treden. Het onbetwistbaar groot belang
dat voor de landbouwende stand aan
landbouwonderwijs is verbonden, behoe
ven wij zeker niet uitvoerig uiteen te
zetten. Iedere belanghebbende zal daar
van wel overtuigd zijn.
Op 8 oktober 1908 kan worden ge
meld, dat „aan de winter-landbouwcursus
te Zuid-Eierland 22 personen deelnemen".
Oosterend, 29 september 1908:
Zaterdag 26 september, is alhier opge
richt een Christelijk Harmonie-gezel
schap, dat uit ongeveer 20 man bestaan
zal, onder Directie van de heer J. Pool,
Hoofd der bijzondere school. Het bestuur
bestaat uit de heren S. Bakker Szn., D.
Boon, P. Boon, Jb. Dros en K. Vlaming.
NEGENDE HOOFDSTUK
Zuster Anna, Mariaof Miquèle?
„TJA", zei inspekteur Broekman na
denkend. „Dat is een merkwaardig ver
haal, dat u ons gedaan heeft".
André Boorneman leunde in zijn kus
sens. Het spreken had hem vermoeid,
maar hij leek toch een beetje te genieten
van het feit, dat hij de politieman en de
andere mensen in de ziekenkamer een
geschiedenis had medegedeeld, die hen al
heel eigenaardig in de oren klonk. Wat
had hij wel verteld, toen hij uit zijn
verdoving was wakker geworden?
Diep beledigd was André Boorneman
op de bewuste avond uit de foyer van
het concertgebouw „De Vereniging" weg
gegaan. De woorden van de poenige Van
der Zuyden hadden hem geraakt en de
warmte, waarmee het Roemeense meisje
afscheid van hem had genomen, konden
die indruk niet wegnemen. Hij was, al
gauw bekoeld door de nachtlucht, naar de
St. Annastraat gewandeld om zijn pen
sion op te zoeken. Toen was hij langs de
automatiek gekomen. Een aantal ver
lichte vierkante wenkten hem en achter
de venstertjes lagen kroketten, nier-
broodjes en andere eetwaren. André had
de verleiding niet kunnen weerstaan om
er een proefje van te nemen en toen de
orkestleider Louis Mulders even later
arriveerde, had hij die van harte een
nierbroodje kunnen adviseren. Omdat hij
zelf klaar was, stak hij de straat over,
want het pension lag aan de overkant,
nog wat verder op. Hij was dicht in de
nabijheid ervan, toen een auto stil hield.
„Monsieur!" riep een vreemde stem.
André liep op de auto toe. Hij zag di-
VRESELIJK „SPEL" OP VLIEHORS
Als het weer het maar even toelaat,
begint op de Vliehors het lieve leven dat
echt niet lief maar wel vol leven is. Over
de uitgestrekte zandvlakte jagen snelle
vliegtuigen op hun doelen af en spuiten
met hun boordwapens een dodelijke
straal van kogels op de doelen op de
grond, terwijl de rookkolommen van de
vernietigende napalmbommen de plaat
sen markeren waar deze projectielen zijn
ingeslagen. Geen mens kan zich by dit
bedrijf als een struisvogel gedragen, het
is een vreselijk „spel"
Maar, soms dreigt men gewoon te ver
geten voor welk doel deze oefeningen
eigenlijk dienen.
We raken vertrouwd met allerhande
werktuigen, die toch gebouwd zijn om er
onze „vijand" mee te doden, zodra de
nood aan de man komt. Nee, die projec
tielen kunnen ons helemaal niet doen
ontstellen. Van de zomer, toen plezier
vaartuig „De Zeemeeuw" nog een gere
gelde dienst onderhield tussen Texel en
de Vliehors, hebben we dat weer erva
ren: de toeristen volgden de oefeningen
helemaal niet met afkeer, maar vonden
het best interessant, een verlenging van
de attractie, die de „robbentocht" vorm
de! Ook schipper Boon werd niet door de
bommen en raketten geïmponeerd: hij
kauwde bij het zien neersuizen van de
projectielen even rustig en tevreë op zijn
pruimtabak als was er geen vuiltje in de
gestalte van een straaljager aan de lucht.
En nooit dacht ook maar één haar op zijn
hoofd aan de mogelijkheid, dat zo'n
straaljager zou kunnen afglijden en bo
venop zijn stuurhut zou kunnen belanden.
Nu, dat zou ook een grote zeldzaamheid
zijn, eer nog krijg je een zich vrijwillig
meldende zeehond aan boord. Ja, onze
vliegende verdedigers kunnen er wat
mee, wat U ook uit onderstaande bijdrage
moge blijken:
De helft van Vlieland bestaat uit één
reusachtige plaat zand, die de Vliehors
genoemd wordt. Midden op die okergele
vlakte verheft zich als een gebalde vuist
een korte, gedrongen toren, gekroond met
een in de zon blikkerende glazen koepel.
Ter hoogte van de koepel loopt er een
balkon rondom de vierkante, betonnen
kolos. Op de dag, dat in 'n jeep van de
luchtmacht door het rulle zand naar de
toren ploegde, zat daar op het balkon de
majoor J. Linzel te lezen in het boek „Het
Raadslid". Sinds de laatste verkiezingen
zit deze slanke en nu grijze ex-jachtvlie-
ger van de R.A.F. namelijk in de zeven
leden tellende gemeenteraad van Vlie
land.
Eens in de maand ongeveer komt de
raad bijeen en dan is majoor Linzel een
der twee woordvoeders van Algemeen
Belang Vlieland. Hij was zelfs een der
oprichters van deze prille politieke partij.
Een programmapunt van Algemeen Be
lang Vlieland (naast o.m. het streven naar
een eigen ulo-school op het eiland en
naar betere bootverbindingen in de win
ter) is de bevordering van het vreemde
lingenverkeer. Op buitenstaanders maakt
het misschien een merkwaardige indruk,
dat juist majoor Linzel „in de politiek" is
gegaan, mede om het toerisme op Vlie
land te bevorderen. Hij verdient immers
het dagelijks brood in een bedrijf, dat
dreunend vloekt met begrippen als toe
risme, natuurschoon en vooral stilte; hij
is vuurleidingofficier bij het Schietdeta-
chement Vlieland van de Koninklijke
Luchtmacht. In de koepel op de eenzame
toren moedigt bij de piloten van straal
jagers aan, het nog eens te proberen en
dan raak te schieten met hun boordka-
nonnen en raketten of om raak te gooien
met hun gewone en napalmbommen. En
op enkele honderden meters van de toren
af spuit het zand op.
„Direct hit", roept de majoor dan te
vreden in zijn microfoon, „voltreffer!"
Op de Vliehors liggen de gronddoelen,
waarop straaljagers komen schieten, dag
in, dag uit, zomer en winter. Het is een
van de uitermate zeldzame plekken bin
nen onze landsgrenzen, waar ruimte ge
noeg is voor het tamelijk onrustige be
drijf van het raadslid Linzel.
Verzet
Nu valt het wel mee met die tegen
stelling herrie en toerisme bevorderen.
Er is aanvankelijk natuurlijk nog al wat
verzet geboden tegen de plannen, om op
de Waddeneilanden schietschijven voor
straaljagers neer te zetten. Het is er toch
van gekomen, omdat niemand de vraag
„Waar dan wel?" wist te beantwoorden.
rekt, dat de man, die het portier opende
en er half uit leunde in zijn richting, een
onbekende was en zeker niet iemand van
het gezelschap, waarin hij zich die avond
had bevonden. De man wenkte hem. Hij
had een witte zakdoek in de hand.
„Monsieur!" Ditmaal klonk zijn stem
dringend, alsof hij zich in grote verlegen
heid bevond.
André Boorneman kwam bij de auto
staan.
Ja, toen hij ontwaakte, lag hij op een
bed in een kleine, niet ongezellige kamer.
Hij voelde zich akelig slap. Hoe hij daar
was gekomen, wist hij niet. Lang lag hij
er over te piekeren, maar zijn gedachten
konden hem niet verder brengen dan tot
het ogenblik, waarop hij de mond opende
om de onbekende, Frans-sprekende man
te vragen, wat hij wilde. Hij begreep, dat
de man hem een bedwelmend middel had
toegediend, dat waarschijnlijk op de zak
doek had gezeten. Maar hij had er geen
idee van, waar hij was. In een zieken
huis? Maar de kamer had geen raam. En
hij wilde wel opstaan om eens te gaan
kijken, maar dat lukte niet. Hij was zo
slap, dat zijn benen hem de dienst wei
gerden. Het was stil rond hem. Geen klok
kon hem vertellen hoe laat het was. Zijn
polshorloge was verdwenen. Hij droeg
een vreemde pyama en van zijn kleren
zag hij niets, ook niet van de weinige
eigendommen, die hij in jas- en broekzak
ken bij zich had gedragen.
André Boorneman moest wachten. Hij
wachtte, en nu hij eenmaal in dit stille
vertrek bij bewustzijn was, kwam het
hem voor, dat er uren voorbij gingen. He
lemaal helder waren zijn gedachten
Tien jaar geleden ratelden er voor het
eerst boordkanonnen boven de Vliehors.
Er was onrust onder de mensen en in de
natuur. Maar nu is het dagelijks rumoer
tot de gewone achtergrond van het ge
wone leven op het eiland geworden. Niet
alleen de zeshonderd-en-zoveel Vlielan-
ders raakten er aan gewend, maar ook de
vogels. „Tussen de doelen in zitten soms
sterns en scholeksters te broeden", zegt
majoor Linzel, „en ze krijgen nog jongen
ook".
Ik heb inderdaad met eigen ogen kun
nen waarnemen, dat de vogels zich bitter
weinig van het lawaai aantrekken. Op
v/eg naar Vlieland vloog ik heel laag over
de Waddenzee. De meeuwen op het water
gingen pas op het laatste moment een
meter of wat opzij. Ze deden het met
duidelijke tegenzin. En later op de dag,
toen ik in een jeep over het strand reed,
weken de vogels ook alleen dan loom en
verveeld uit, als het beslist niet anders
kon. Dat alles wil natuurlijk niet zeggen,
dat bepaalde vogelsoorten niet voor het
rumoer op de vleugels zijn gegaan, om
niet meer terug te keren. Deze prijs
moest betaald worden. Ook de badgasten
moeten genoegen nemen met het gedreun,
al wordt er tussen 1 maart en 1 septem
ber niet met scherpe bommen gegooid.
Aanvallen ondernemen met straaljagers
schijnt iets te zijn, waar een vlieger vrij
snel „uit" raakt. AJs het goed is, moet hij
om de andere week een week dagelijks
schieten. En dat gebeurt dus vooral op de
Vliehors, hoewel ook op de Noordvaarder
op Terschelling gronddoelen liggen.
Prikkelend moeilijk
Ik ben een dag naar de toren op de
Vliehors gegaan, om daar vrij snel te
ontdekken, dat het schieten en het gooien
voor de betrokkenen op de grond en in
de lucht een opwindende en met graagte
beoefende sport is. De projectielen verlie
zen hun afgrijselijke hoedanigheid, voor
mensenvlees bestemd te zijn. Over blijven
dingen, waarmee je schijven op de grond
moet zien te raken. En dat is prikkelend
moeilijk.
De act;e begint eigenlijk al, als een
„flight", een sectie van meestal vier
straaljagers, nog een kilometer of vijftig
weg is. Dan begint plotseling de radio
ontvanger in de toren te suizen en uit dat
gesuis maakt zich een stem los, die roept:
„Sea-side, Bonzo Black, three minutes
out. Four aircrafts for skip-bombing,
rockets and guns". De taal der luchtvaart
is immers Engels, maar het is een Engels,
dat doorspekt is met code-woorden. Sea
side is de roepnaam van de formatie, die
zich meldt en zijn „bestelling" opgeeft:
scheervlucht met bommen, raketten en
boordkanonnen. Dan zegt de toren: Bon
zo Black, proceed to target area", hetgeen
wil zeggen: kom maar. Soms moet een
formatie even wachten, omdat het schiet-
terrein, dat in de lucht „range" heet, be
zet is. Dan worden de toestellen zolang
naar het gebied boven de vuurtoren van
Texel gestuurd. Daarna mogen ze komen.
Ze melden zich, als ze „onze minute out",
een minuut vliegen ver weg, zijn. De
toren zegt „Roger" (codewoord voor „be
grepen") en „come in for spacing pass".
En dat wil dan weer zeggen, dat de toe
stellen kunnen beginnen.
De „spacing pass" in het uit de forma
tie wegkantelen, om zich voor de aanval
gereed te maken. De toren geeft een doel
op, vertelt iets over de wind op de grond
(„Wind ten o'clock, twelve knots") en
nummer één komt aangieren. De piloot
drukt zijn stuurknuppel naar voren, zet
zijn vinger op de knop en de eerste roffel
ratelt verstikt over de duinen. Maar voor
het te horen is, zien we het zand al op
spatten.
Op rode lappen
De doelen voor de boordwapens be
staan uit tien verticaal opgestelde rode
lappen, vier-en-een-halve meter in het
vierkant. Er staan er vijf aan elke kant
van de toren. Uit de lucht zijn de lappen
slechts hele kleine rode blokjes. De
vliegers proberen er dan ook zo
laag mogelijk op aan te suizen, richtend
met hun toestel. Ze mogen echter niet
beneden de zestig meter komen. Majoor
Linzel houdt ze op de toren met zeer
nauwlettende ogen in de gaten. Onder
tussen geeft hij de missers of treffers op
en de toestellen komen opnieuw. En zo
gaat het in principe ook, als de als ra
zende pijlpunten rondgierende Thunder-
streaks, Hunters of hoe de straaljagers
verder mogen heten raketten komen af
vuren. Zij krijgen een ander doel aange-
trouwens niet, want het bedwelmende
middel werkte nog na, zodat het denken
hem moeite kostte. Eindelijk ging de
deur van het vertrek open. Andre ont
dekte een stekende hoofdpijn, toen hij
probeerde, zijn gezicht naar de deur te
keren. Hij kreeg sterretjes voor zijn
ogen. Maar toch kreeg hij een indruk van
de persoon, die binnen was gekomen.
Het was een tamelijk lange, magere
man, die wat voorover liep. Van zijn ge
zicht was niets te zien, want de man
droeg een donker masker. Hij had een
donker pak aan, dat waarschijnlijk door
een goede kleermaker was gemaakt, want
de coupe was uitstekend en de stof ook.
André voelde eerst een suffe verwon
dering, dat de dokter van het vreemde
ziekenhuis, waarin hij verzeild was ge
raakt, het nodig vond, zijn patiënten ge
maskerd te bezoeken. Pas toen drong het
tot hem door, dat hij waarschijnlijk hele
maal niet in een ziekenhuis was en dat
deze man misschien in verband stond met
de ontvoering, die hem was overkomen
door de onbekende Frans sprekende man.
Daarna begonnen zijn hersens zich moei
zaam af te vragen, waarom juist hem
zoiets moest overkomen.
„Waar ben ik eigenlijk?" vroeg André
toen, een tikje geprikkeld, omdat de ge
maskerde hem aanstaarde en geen woord
zei.
„U bent in veiligheid", was het lako-
nieke antwoord, dat hem niet veel wijzer
maakte.
„Daar ben ik blij om", merkte André
op. „Maar dat zegt me nog niet veel.
Kunt u zich niet nader verklaren? Waar
om ben ik hier? Is dit een ziekenhuis?
wezen, zakken opnieuw. Plotseling
vuurflits onder het toestel, een lang,
ding maakt zich los, tekent een ragt
potloodstreep tegen de blauwe ach
grond van de lucht en slaat in met
korte, nijdig in de ruiten van de to
doordreunende klap. Een vlag in
vierkant is hier het doel.
In oude bunker
Aan de andere kant van de toren i
gen een paar oude tanks, die als mikp
voor de napalmbommen moeten diea
Een napalmbom is een heel naar u
Als ze uit de nu op een meter of twi>
over het zand spuitende toestellen dui
len, lijken het vrij onschuldige, grijze D
kertjes. Een onderdeel van een seco
later ontpoppen ze zich als de bron
een rondtollende massa van vuur en ro
vele meters in het vierkant. Als je op
balkon van de toren staat, slaat de vi
hitte van de ondingen vol in je gezit
terwijl uit de vuurbollen op het str;
venijnige gloeipunten wegschieten in D
richting van de Noordzee. Want alle i y.
vallen worden van het land uit naar A
zee toe ondernomen. En aan de landi C
van de doelen vormen tientallen p
vlaggen een streep, waar de vliegers! D
projectielen nooit vóór mogen laten ti
slaan. Ook al is de „range" mijlen in b
omtrek afgezet door waarschuwingsb
den en vlaggen. Dat alles ter beveilig c
van vooral de badgasten, die zich v
kilometer of wat verderop op het strj D
omdraaien, om ook hun rug te la ei
bruinbranden of door de duinen sjoki S
Maar ook de vliegers moeten soms tej
hun eigen al te grote enthousiasme in
scherming worden genomen. Dan kra c
de stem van majoor Linzel in hun ki
telefoons, dat ze te steil duiken, te 1 0
komen of andere verboden dingen do D
In de tien jaar, dat „Seaside" nu in a
bruik is, gebeurde er één dodelijk on D
val. In 1951 raakte een toestel de grt
en spatte uiteen. Het ging echter duin
den andere keren goed.
Als een oefening is afgelopen, omdat
munitie op is, melden de vliegers d
„Number one (two, three, four), AMI
zero". Voor de laatste (schijn-)aan
komen ze nog een keer terug. Dan vi
tellen ze de toren, dat ze hun vizier vi
zetten en de elektrische installatie v
de bediening van wapens uitschakt
(„Side caged, switches off!"), ze bedanl
den mensen beneden voor hun hulp, r
pen nog een keer „cheerio" en verd?
nen. De stilte valt weer over de Vlieh!
Majoor Linzel pakt zijn „Het RaadsL
of iets anders en gaat lezen. Of een be«
praten met zijn assistenten. Eén van )i
snort in een jeep langs de rode lapp
om de nieuwe gaten met witte verf a
te geven. Sea-side is rustig. Tot de rai
weer gaat suizen.
„Heer van Vlieland"
Het schietdetachement bestaat uit
geveer 25 man, die gelegerd zijn in e
oude, in de duinen bij Oost-Vlieland j
goten bunker, die in de eerste were
oorlog al door de marine-kustwacht
bruikt werd. Het is een romantische v
zameling van ondergrondse kamert]
verbonden door gangen en gangetjes. 1
personeel, dat belast is met de verzorg:
van Sea-side of met het assisteren van
vuurleidings-officier, staat onder cc
mando van de luitenant W. Hateboer,
in de luchtmacht vergrijsd man. Hij is
begaafd strandjutter. En dat is te merk
aan het kampement: de paden er he
zijn verhard met allerlei stukken ho
ingebed in schelpen. Hij heeft een ma<
tig mooie toegangspoort doen bouwen
ervoor gezorgd, dat de kamers iri de bi
ker bijzonder gezellige vertrekken z
geworden. Verder heeft hij met zijn me
sen, onder wie hij meer dan populair
van boomstammetjes een recreatie-j
bouwtje opgetrokken, dat bij de hele K
ninklijke Luchtmacht beroemd is.
Is majoor Linzel raadslid, luitena
Hateboer is voorzitter van de Oranjevi
eniging van Vlieland en weet vrij v
gelegenheden aan te grijpen, om w
doordachte feesten op touw te zetti
Toen hij enkele jaren geleden zijn 3
jarig jubileum als vlieger vierde, kwi
daar o.a. dan ook de burgemeester en
rest van de burgerij aan te pas. Die bi
gerij gaf hem een paard! Het dier gen
nu een hereleven in het kampeme
waar ook gras groeit. Hij heeft er gea
schap van een stel ganzen en tot vfl
kort ook van een geit. Tijdens dat ju!
leum werd de luitenant Hateboer plechi
de ere-titel „Heer van Vlieland" V!
leend. Hij is daar geweldig trots op.
Bent U een dokter?"
„U vraagt erg veel ineens", zei de n>
met het masker. Hij had een koele, die
stem en hij sprak niet als een vreemd
ling. Dit was een volbloed Nederland
dat was duidelijk te merken.
„Maar een enkele verklaring ben ik
wel schuldig", ging hij door. „Dit is ge
ziekenhuis. Ik ben geen dokter. Waar
bent, ja, daarover kan ik u geen inlic
tingen verstrekken. Ik zou me graag
U voorstellen, maar er zijn zekere bezu
ren, die dat niet mogelijk maken. U bi
meneer Boorneman en U komt uit R<
lerdam, nietwaar? U bent in „De Vera
ging" in een merkwaardig gezelschap!
rechtgekomen en daarom was het bei
u in veiligheid te brengen. Op het og
blik kan ik u nog niets zeggen, maar
kunt er zeker van zijn dat u in de to
komst tekst en uitleg zult ontvangen,
bent op het ogenblik ziek. Ja, u bent ze!
vrij ernstig ziek, zodat u het beste do
kalm in bed te blijven. Het zal u aan nif
ontbreken. Ik weet niet, hoe lang u hi
moet blijven, maar wij zullen proben
u het verblijf zo aangenaam mogelijk
maken".
Dat was een hele redevoering en And
Boorneman kon de woordenstroom ma
met moeite verwerken. „Wat voor I
vaar dreigt mij dan wel?" informeer
hij tenslotte.
(Wordt vervolgd)