Stuurman Dirk Krijnen Laadde 500 autos voor Argentinië Koopvaart op Zuid-Amerika ,,'t Avontuur met de valse munters HET GOUDSCHIP HOEWEL eerste stuurman Dirk Krijnen van het motorvrachtschip Westland geen piekeraar van nature is, kan men op zijn gezicht de zorgen aflezen, die hij heeft als wij de in oktober altijd buiige Golf van Biscaje tegemoetstomen. De West- land mag dan een prima zeeschip zijn en bekwame officieren mogen op de brug en in de machinekamer meesters zijn in hun werk, als onze koopvaarder stampend en rollend de briezige Noordzee bevaart, denkt de stuurman aan zijn lading. La ding die gestuwd is onder zijn verantwoordelijkheid, lading waarmee, je weet nooit hoe en wanneer iets gebeuren kan, lading die een Nederlandse zeeman ten koste van alles, onbeschadigd aan de overkant van de oceaan wil brengen. Zo goed als „De Dageraad" in Den Helder een bekende verschij ning is, zo wordt ook het 5888 ton grote vrachtschip Westland van de Kon. Hollandse Lloyd als een goede kennis begroet, wan neer het een der havens van Zuid-Amerika binnenloopt. „De Dageraad" wordt veelal door kapitein C. Krijnen naar Nieuwediep geloodst. Op de Westlandvaart diens zoon, de heer D. Krijnen als eerste stuur man en dat je als stuurman meer aan je hoofd hebt dan het uit rekenen van de te volgen route, blijkt zonneklaar uit het hierbij gaande artikel, dat onlangs in het dagblad „Trouw" verscheen. Dat stuurman Krijnen bij zijn beroeps keuze de baan naar zijn hart ge kozen heeft, weten we en juist daardoor heeft de rederij hem zulk een verantwoordelijke taak op de schouders durven leggen. Als kapitein Krijnen, de man van doeltreffender die zorg voor schip en lading is. Tegen deze achtergrond heb ik de gang van zaken op de Westland (5888 bruto register ton) leren zien. In dit perspectief moet men het werk signaleren, dat de bemanning verricht: de reparaties van de timmerman, de activiteit van de hofmees ter en zijn bedienden, de troeven die de kok op culinair gebied uitspeelt en waar mee hij een zeer gunstige invloed op de geest aan boord uitoefent, het bikken, schilderen, poetsen en opklaren, dat de bootsman met zijn dekpersoneel onder leiding van de eerste stuurman verricht, kortom alles wat er te doen is op een geladen vrachtboot tussen Amsterdam en Buenos Aires. ONTSPANNING VOOR BADGASTEN Onlangs sprak de heer Quint op een bijeenkomst van een der afdelingen van het V.V.V. op Texel, dat voor de ont spanning van de badgasten bij minder mooi weer een oplossing moet worden ge zocht. Reeds geruime tijd geleden heeft schrijver dezes de aandacht gevestigd op dit probleem en de mogelijkheden die er zijn om daaraan tegemoet te komen. Het is jammer dat een en ander niet ter harte is genomen, maar gaarne wil ik hier nog eens enkele regels aan wijden. Het blijkt tenminste dat er nu door het V.V.V. zelf ook ernstig aan gedacht wordt iets te gaan doen voor de gasten tijdens slecht weer. TESO, leest, dat zijn zoon zon vijfhonderd auto's overbrengt zal- ie bij zichzelf wel zeggen „Ja, daarbij vergeleken is ons Texelse bedrijf eigenlijk maar kinderspel" De zorgen van een stuurman zijn vele „Hier in het noorden heb je altijd trammelant met het weer. Wat een snert- klimaat.moppert kapitein Van Don gen. Samen met stuurman Krijnen staat hij op de brug en tuurt in de buien, die fel neerkletteren op het dek en die forse wmstoten meebrengen. „Ik zal blij zijn als we Las Palmas na deren en we in de rust van de oceaan varen. Lekker warm, steady richting Buenos Aires Wie is het niet met de gezagvoerder eens? De stuurmansleerling soms niet, die door zeeziekte geplaagd zijn beroeps keuze verwenst? Of de Duitse passagiere, die grauw en misselijk te kooi ligt, kreu nend bij elke haal van het overigens heer lijk door de deining schommelende schip? Met 500 auto's De grote hoeveelheid ijzer onderin het schip verergert het slingeren nog. Dat is nu juist wat de eerste stuurman zorgen geeft. Want er zijn ook nog vijfhonderd auto's aan boord Mooie, glanzende voer tuigen met veel chroom en veel glas. Ze staan muurvast gesjord en men zou zeg- VAN SHERLOCK SPEURZIN UIT HET SPEURZIEKE LEVEN 3. En ja, het ging snel. Het duurde nog geen twee minuten, of Sherry was al thuis. „Johan, noteer even", riep hij uit. „Nieuw record voor Sherlock Speurzin! FEUILLETON door Annie G. Spoorhoven 4. Even verdwijnt die glimlach van zijn gelaat. Hij denkt aan het laatste stukje van de reis. Ja, dat is nog een gevaarlijk stukje van de reis. Ja, dat is nog een ge vaarlijk stukje, die Hollandse kust met al die zandbanken Als het schip eens strandde en al het goud.... Maar och, daar moet hij nu toch niet aan denken. Is het weer niet prachtig en is de kapi tein niet een ervaren zeeman, die al zo vaak deze tocht heeft gemaakt? Nee, dat is onmogelijk, zulk een schip kan niet vergaan. Allen zijn nu aan boord. Nu is het wachten nog alleen op het commando van de kapitein en het „Goudschip", het trotse, fiere fregat, zal de reis aanvaar den. Dan klinkt plotseling het bevel van de kapitein: „Touwen los!" Luid en krachtig is het beveel. De ka pitein zal ook nog, als het moet, in het gebulder van de storm te verstaan zijn. Aan de kade is het een ogenblik stil ge worden. Allen zien gespannen naar het fiere schip dat nu vertrekken zal. Dan klinkt uit honderden kelen een daverend gejuich. De touwen worden losgegooid. De matrozen hijsen de zeilen, ze klauteren als apen in het want en na een paar mi nuten bolderen de zeilen. De zware mas ten kraken. Daar vaart het schip langs de kade. Nog even een laatst vaarwel en dan vaart het de Noordzee op, Hamburg tege moet. Het schip heeft de reis aanvaard. gen, dat geen reus er beweging in kan krijgen. Maar de zee is machtig en benut elk zwak plekje in het stuwplan van de stuurman om brokken te maken. Daarom is de „eerste" met zijn gedach ten beneden in de ruimen, bij de lading. Hij denkt aan alles, dat de havenarbeiders in Bremen, Hamburg en Amsterdam da genlang wegstopten tussen kiel en luik hoofd, tussen bak- en stuurboord. Stuk goed, staal, auto's, tractoren, chemicaliën, papier, machines en nog een warenhuis vol andere zaken. De verzenders zijn van de zorgen af sinds hun goederen op de Westland arri veerden. De verzekeraars rekenen op het goede zeemanschap van de Nederlanders. De ontvangers dragen geen verantwoor delijkheid voordat het schip voor de wal ligt in Zuid-Amerika, zij wachten rustig af. In Rosario, het economische hart van de Argentijnse provincie Rosario de Santé Fe, op de Cindor-zuivelfabriek, die van Stork in Amsterdam een complete melk fabriek te verwachten heeft, wacht men ook af. De Argentijnen weten, dat de steriliseerinstallatie, compleet met fles- senspoel-, vul- en sluitmachines, aan boord van een schip van de Koninklijke Ilollandsche Lloyd als in Abrahams schoot geborgen is. Hebben de Neder landers niet een grote reputatie op het gebied van het goederentransport over zee? Maar intussen drukt op de schouders van stuurmna Krijnen de volle last van de verantwoordelijkheid voor de lading en van de reputatie, die hij mede hoog te houden heeft. En hij constateert met tevredenheid dat de Westland na een kleine koerswijziging iets rustiger wordt. Die stoere, drieste Westland, die zich van de miljoenen-lading in haar ruimen maar weinig schijnt aan te trekken Haast We hebben haast. Een gedeelte van de lading moet voor een bepaalde datum in Buenos Aires zijn. Ook daarom kunnen we het slechte weer in het Kanaal en de Golf van Biscaje niet hebben. Al te gauw vertraagt dit immers de vaart van het schip. En verloren tijd laat zich op zee vrijwel nooit inhalen. Dat weet de zeeman en daarom worden boven op de brug de koersen messcherp bere kend en bevaderen hoofdmachinist B. G. Wirtz en zijn mannen de machine met welhaast tedere zorg. Alles staat in dienst van de lading. En de beste dienst die men hem bewijzen kan is te zorgen voor het schip. Dat moet veilig en snel varen, dat moet piekfijn in orde zijn en hoe beter de stemming onder de vijftig opvarenden aan boord, hoe Slechts 11 seconden boven het Neder lands record!" „Komt in orde, mijnheer", sprak de correcte Johan stram. „De wagen staat voor, U kunt vertrekken!" Aan boord heerst een opgewekte stem ming. Kan het ook anders? Het belooft een prachtige reis te worden. De frisse zeewind en de zon, die al hoger aan de hemel gaat staan, brengt de stemming er in. Het scheepsvolk zingt de vrolijke zee mansdeuntjes. De passagiers lachen. Een enkele denkt nog terug aan vrouw of kind, die hij moest achterlaten. De wind bolt de zeilen en sneller schiet het fregat nu over de zacht kabbelende golfjes. Heel aag is de kust van Engeland nog te zien, maar eindelijk is ook die verdwenen en zie je niets dan water, al maar water en boven je de blauwe lucht. Lustig wappert de Engelse vlag aan de achtersteven, de wimpel waait vrolijk aan het topje van de grote mast. De golfjes spatten in duizenden kleine drup peltjes tegen de voorsteven uiteen. Recht zet het schip koers naar Texel, waar nog een klein gedeelte van het goud moest worden uitgeladen, als soldij voor de En gelse soldaten, die in Holland liggen en dan, na dit kleine oponthoud, zal het verder gaan naar Hamburg, het eind doel van de reis. Als het schip al lang uit het gezicht verdwenen is, staan nog steeds drie men sen, in een druk gesprek met elkaar ge wikkeld, aan de kade van Yarmouth. Langer dan de anderen hebben ze ge tuurd naar het schip. En toen het al lang uit het gezicht verdwenen was en ieder een naar huis was gegaan, dachten zij er nog niet over om ook te vertrekken. Even hadden ze geglimlacht. Ja, dat waren immers die rijke Goldsmids En het was geen geheim meer, dat ook zij Continubedrijf Een schip in de vaart is een continu bedrijf, waarvan alle radertjes netjes in elkaar moeten grijpen omdat het, op dui zenden mijlen van de wal verwijderd, geheel op zichzelf is aangewezen. Weken lang moet elk onderdeeltje van het scheepsbedrijf zonder mankeren functio neren vóórdat eindelijk weer een haven in zicht komt. Op zichzelf is dit reeds een indrukwekkende opgave. Nog te meer echter omdat dit bedrijf in bijzondere mate van wind en weer afhankelijk is. Het eerste dat men bij ons aan boord doet na het ontwaken uit nacht-, mor gen-, middag- of avondrust is: kijken naar de lucht en de bewegingen van het schip even aandachtig observeren. Achter dit varende bedrijf staat het grote rederij-apparaat met zijn binnen- en buitenlandse kantoren en agenten, met alle zorgen, die verbonden zijn aan het onderhouden van zoals in het geval van de Kon. Hollandsche Lloyd gere gelde lijndiensten op Zuidamerikaanse landen met twaalf vrachtschepen, die ook passagiersaccommodatie hebben. Het is een machtig geheel en anderzijds on danks de grote service die de rederij geeft en de beste reputatie die zij ver wierf ook een zeer afhankelijke onder neming. Toekomst SCHEPEN zijn er voor de vracht, maar er moet vracht zijn willen de schepen kunnen varen. Wat gebeurt er als een deviezenarm land als Argentinië uit pure geldnood, gedwongen door een wankele nationale economie en een achteruithol lende koers van de pesos, de invoer van allerlei produkten gaat stopzetten? Dan valt de vracht weg waarvan de scheep vaart leven moet. Natuurlijk blijft er al tijd wel lading over om van West-Europa naar de La Plata-landen te brengen en zijn er altijd schepen nodig om Zuidame rikaanse produkten naar de oude wereld te brengen. Maar in Europa zou men graag zien, dat deze landen economisch steviger op de been kwamen, zodat de handel beter zou kunnen floreren en de vrachtvaart profijtelijker zou kunnen varen. Die tijd komt wellicht. De nieuwe wereld staat nog in de kinderschoenen en wordt geteisterd door (economische, fi nanciële en autarkische) kinderziekten. Als bij voorbeeld de Argentijnen er in slagen poten te slaan onder hun natio nale economie en uit te worstelen boven de (ook politieke) moeilijkheden, zal een Een laatste groet en met een flinke vaart stoof Sherry de stad uit. Uren lang reed hij voort, ver van het drukke stadsgewoel. „Zeg", sprak Sherry in zichzelf, „wat heel wat van hun goud mee hadden ge geven met het „Goudschip". Eindelijk lopen ook zij de kade af en zullen straks weer naar Londen terug keren om daar te wachten tot Simon weer terugkomt. De drie gebroeders Goldsmid vervolgen hun reis. Ze moeten weer naar Londen terug. Een prachtig rijtuig staat aan het einde van de kade voor hen klaar. De koetsier opent het portier, maakt een diepe buiging voor de heren, en als ze plaats genomen hebben, rijdt het rijtuig de hobbelige weg op. Voor de uitgestrekte vlakten, daar tussen de heuvels, en al 't mooie om hen heen, hebben ze geen oog. Hun gedachten zijn bij 't Goudschip. De koetsier op de bok droomt wat voor zich heen, „Wat een deftigheid was het daar op de kade. Jonge, jonge, en toch, als het er op aan kwam, wat knepen die mensen hem dan allemaal voor hun geld. Dan moet je die Goldsmids bijvoorbeeld hebben, hier in hun mooie koets. Wat hadden die nu eigenlijk aan hun leven. Hoor ze eens praten over goud en rijke schatten. Nooit hadden ze eigenlijk een rustige dag. Nou, maar laat hij dan maar een doodgewone koetsier zijn. Als hij 's avonds zijn paarden in de lekkere warme stal heeft gezet en hij bij zijn vrouw thuis is en de koffie boven 't haardvuur- tje zo gezellig pruttelt en de kleine olie lamp het kamertje zo heerlijk verlicht, dan voelt hij zich gelukkig. Laat een an der dan maar in een paleis wonen. Hij zou niet graag met hen willen ruilen. Al die deftigheid en al die rijkdom. Dacht je nou dat die mensen echt gelukkig zijn? Wel nee. Hoe meer geld je hebt, hoe Wij moeten niet vergeten, dat er vogels van diverse pluimage de vakantie op Texel komen doorbrengen. Daarbij is on getwijfeld een categorie die met niet te veel in de portemonnaie wil trachten een zo echt mogelijke vakantie te hebben. Immers in veel gevallen is de reis kost baar en moet voor het verblijf enige be stedingsbeperking worden opgelegd. Ongetwijfeld zullen er onder de gasten zijn die nu eens niet steeds tegen het le ven op een eiland willen aankijken maar er zelf ook iets van willen ondergaan. Ik doel hier in het bijzonder op die beziens waardigheden welke in een stad niet kunnen worden beleefd, zoals een zuivel fabriek bezichtigen, het leven op een boerderij, zoals landbouw en veeteelt, het reddingwezen (vuurtoren, redding- geregeld en florerend handelsverkeer mo gelijk zijn. Anders uiteraard dan vroeger, toen vrijwel alle industriële produkten uit Europa moesten komen. Ook in Zuid- Amerika gaat de industrialisatie voort, terwijl de uitvoer van sommige traditio nele landbouw- en veeteeltprodukten ver minderde. Maar vracht zal er blijven. Werk DAT is voor de Nederlandse koop vaarders, die in deze sector een taak hebben, noodzakelijk Er moet werk blij ven voor onze Westland en de eerste stuurlieden van de Kon. Hollandsche Lloyd moeten zorgen hebben over de lading als het weer verslechtert. Het moet mogelijk zijn, dat de directie van een zuivelfabriek in het binnenland van Argentinië in Amsterdam machines bestelt. Argentijnse autohandelaren moe ten het transport van honderden Euro pese voertuigen kunnen opdragen aan een Nederlandse rederij. De Nederlandse zee scheepvaart met zeer oude diensten tus sen Europa en Zuid-Amerika, staat er klaar voor. Ook voor de verzorging van Zuidamerikaanse exportladingen. Een schip als onze Westland is ten bewijze van de traditie van de Nederlandse zee scheepvaart op de nieuwe wereld een bekende verschijning in de havens van Argentinië, Uruguay en Brazilië. Als wij in Buenos Aires aangekomen zijn, hoop ik een kijkje achter de scher men te nemen van deze landen om te ontdekken hoe zij zich ontwikkelen en welk aandeel de Nederlandse industrie en scheepvaart daarin wellicht kunnen heb ben. Als ik dit schrijf heeft stuurman Krij nen echter zijn zorgen nog, want het blijft slecht weer in de Golf. een mooie omgeving!" In ieder geval voelde Sherry zich steeds opgewekter worden. Een druk op het gaspedaal, een reuze zwaai, de bocht ooor en daar was hij bij een ideale kam- meer zorgen ook!" Zo zit de koetsier op de bok gemoedelijk voor zich uit te dro men tot.hij ineens een schok door zijn lichaam voelt gaan en van de ene kant van de bok naar de andere wordt gegooid. Uit de koets klinkt gebrom en verwensingen worden geuit. „Hé, Jan, kun je niet uitkijken!" Ja, hadden ze dat nu maar eerder ge- zegad, nu is het rechtervoorwiel in één van de vele kuilen geraakt die er hier in de weg zijn. Maar gelukkig, zijn paard- jes hebben hem er al weer uit. Al die kuilen ook. Nee, maar nu zal hij beter uitkijken Hij was ook zo heerlijk aan het dromen. Zijn vrouw was net bezig hem een lekker kopje dampende koffie in te schenken in zijn grote kom die je zo heerlijk tussen je beide handen kon vast houden en waar je 's winters zo fijn je handen aan kon warmen. Nog een paar dagen, dan zijn ze er. Vannacht zullen ze wel in één of ander dorpje overnachten. Helemaal naar Lon den terug, nee, dat gaat niet in één dag, maar overmorgendan staan de paar den weer in hun eigen stal en drinkt hij bij zijn vrouw een lekker kop koffie. HOOFDSTUK 4 Mankje Op dezelfde dag, dat „Het Goudschip" koers zette naar Hamburg, zit op het duin van Terschelling, niet ver van de haven, een oude man met een door de zon gebruind gezicht. Diepe groeven en cikke rimpels vertonen zich op zijn ge laat. De zeewind heeft het verweerd. Een klein, wit baardje met twee bakke baardjes omlijsten zijn gezicht. Je kunt wel zien dat hij niet jong meer is, maar boot) enz. de fauna en flora waarom Texel zo beroemd is. Ik twijfel er niet aan of enige deskun digen op Texel zullen zich beschikbaar willen stellen de gasten van het vele dat er te genieten valt, iets te laten zien en beleven. Er is vakantie en voor lezingen c.d. kunnen schoolgebouwen ter beschik king worden gesteld. Hoeveel gasten zullen er niet zijn die niet weten wat voor gewassen er op het land staan, welke vogels ze zien en horen, kortom er gaat een domein open waarvan de draagwijdte voorlopig niet te overzien is. Om slechts een enkel voorbeeld te noe men. Wat zoudt u ervan denken als de heer Laan in de Landbouwschool op trieste dagen aanschouwelijk onderwijs 2ou geven? Men beschikt toch over prach tig materiaal waarvan ook de gasten kun nen kennisnemen. Men ervaart dan wat er ook op Texel wordt gedaan om de jeugd de nodige kennis bij te brengen. Bovendien wordt daarbij bereikt dat de stadsmens ervaart, dat het leven van de landman toch niet zo gemoedelijk meer voortrolt als dat vroeger zo vaak werd bezongen. Maar zult U zeggen, hoe kom ik er nu achter of voorlichting en/of excursies op prijs wordt gesteld. Dat 'is nu heel een voudig; in de eerste plaats is daar het blad „Vrienden van Texel" en verder de folders aan doorgewinterde en nieuwe bezoekers van Texel. Daarin zouden enige vragen ter beantwoording kunnen wor den opgenomen teneinde te kunnen na gaan in welke richting de ontspanning zal moeten gaan. Ofschoon ik al jarenlang het mooie en (nog) rustige eiland bezoek, moet ik be kennen, dat er nog heel wat is waarvan ik graag iets meer zou willen weten en zo vergaat het ongetwijfeld vele gasten. Daardoor zal een vakantie nog meer waarde krijgen omdat behalve het lichaam ook de geest is verrijkt. Moge het streven van de V.V.V. Texel beloond worden en wanneer de organisa toren meer mochten willen weten over de tips die hier werden gegeven, dan zal de redactie van dit blad zeker bereid zijn het adres van inzender te verstrekken. HAGENAAR. ZESTIEN BOERDERIJBRANDEN IN OKTOBER In oktober zijn zestien boerderijbran- den voorgekomen, waarbij de boerderij vernield of zwaar beschadigd werd. Eén van deze branden kwam voor in Groningen; twee in Friesland; één in Overijssel; één in Noordholland; één in Zeeland; acht in Noord-Brabant en twee in Limburg. De directe schade door deze branden aangericht wordt geraamd op 752.000, Twee van deze branden werden ver oorzaakt door hooibroei; één door schoor steenbrand; één door kortsluiting; twee door het spelen met vuur; één door warmtelamp in biggenhok; één door vonken uitlaat trekker; één door hitte- uitstraling van elektrische lamp, één door stro in omgeving van brandende kachel; terwijl in zes gevallen de oorzaak onbekend bleef. Bij deze branden kwamen dertien koeien en 29 varkens om. peerplaats! Hij stopte, haalde alles uit de auto en zette in tien minuten zijn kam- peertent overeind. zijn ogen zijn nog helder, en ver en dui delijk kan hij nog zien. Het is een echte zeerob. Jaren lang heeft hij hier op de zeeën rondgezworven. Bij mooi weer, wanneer de zon glinster de op het water en de zee één grote, effen spiegel leek, maar ook wanneer het spookte en de golven door de wind wer den opgezweept en over zijn scheepje spoelden. Ja, het kon hier spoken, op de zandbanken. Wéé het schip dat niet vóór de storm de veilige haven had bereikt. De gedachten van de oude gaan weer terug naar lang vervlogen jaren. „Was niet éénmaal zijn vissersschuitje in de nacht van 6 op 7 oktober, nu al 21 jaar geleden, uit elkaar geslagen? Dat was een vreselijke nacht geweest. Pikzwart was de lucht, geen ster te zien. Af en toe door kliefde een bliksemstraal de wolken en verlichtte even geheimzinnig de wijde, woelige zee en rolde de donder door de lucht. Die nacht zou hij nooit vergeten. Hoe het zeil aan flarden was gescheurd. Hoe de mast als een lucifershoutje in tweeën was geknapt en eindelijk het schip door midden was gebroken". Hij ziet weer alles voor zich, alsof 't gisteren gebeurd was. Nergens was een reddingboot te zien geweest. Wie zou het ook wagen om met zulk weer zich in zee te begeven? Nee, dat zou gelijk gestaan hebben met de dood zoeken.Toen ver lichtte plotseling een felle bliksemstraal de lucht en voor een ogenblik zette die alles in helle gloed. Dat was de redding geweest. Dreef daar niet een twintig me ter van hem af de afgeknapte mast? (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1959 | | pagina 4