Stuurman Dirk Krijnen Laadde
500 autos voor Argentinië
Koopvaart op Zuid-Amerika
,,'t Avontuur met de
valse munters
HET GOUDSCHIP
HOEWEL eerste stuurman Dirk Krijnen van het motorvrachtschip Westland
geen piekeraar van nature is, kan men op zijn gezicht de zorgen aflezen, die hij
heeft als wij de in oktober altijd buiige Golf van Biscaje tegemoetstomen. De West-
land mag dan een prima zeeschip zijn en bekwame officieren mogen op de brug en
in de machinekamer meesters zijn in hun werk, als onze koopvaarder stampend
en rollend de briezige Noordzee bevaart, denkt de stuurman aan zijn lading. La
ding die gestuwd is onder zijn verantwoordelijkheid, lading waarmee, je weet
nooit hoe en wanneer iets gebeuren kan, lading die een Nederlandse zeeman ten
koste van alles, onbeschadigd aan de overkant van de oceaan wil brengen.
Zo goed als „De Dageraad" in
Den Helder een bekende verschij
ning is, zo wordt ook het 5888 ton
grote vrachtschip Westland
van de Kon. Hollandse Lloyd als
een goede kennis begroet, wan
neer het een der havens van
Zuid-Amerika binnenloopt.
„De Dageraad" wordt veelal
door kapitein C. Krijnen naar
Nieuwediep geloodst. Op de
Westlandvaart diens zoon, de
heer D. Krijnen als eerste stuur
man en dat je als stuurman meer
aan je hoofd hebt dan het uit
rekenen van de te volgen route,
blijkt zonneklaar uit het hierbij
gaande artikel, dat onlangs in het
dagblad „Trouw" verscheen. Dat
stuurman Krijnen bij zijn beroeps
keuze de baan naar zijn hart ge
kozen heeft, weten we en juist
daardoor heeft de rederij hem
zulk een verantwoordelijke taak
op de schouders durven leggen.
Als kapitein Krijnen, de man van
doeltreffender die zorg voor schip en
lading is.
Tegen deze achtergrond heb ik de gang
van zaken op de Westland (5888 bruto
register ton) leren zien. In dit perspectief
moet men het werk signaleren, dat de
bemanning verricht: de reparaties van de
timmerman, de activiteit van de hofmees
ter en zijn bedienden, de troeven die de
kok op culinair gebied uitspeelt en waar
mee hij een zeer gunstige invloed op de
geest aan boord uitoefent, het bikken,
schilderen, poetsen en opklaren, dat de
bootsman met zijn dekpersoneel onder
leiding van de eerste stuurman verricht,
kortom alles wat er te doen is op een
geladen vrachtboot tussen Amsterdam en
Buenos Aires.
ONTSPANNING VOOR BADGASTEN
Onlangs sprak de heer Quint op een
bijeenkomst van een der afdelingen van
het V.V.V. op Texel, dat voor de ont
spanning van de badgasten bij minder
mooi weer een oplossing moet worden ge
zocht. Reeds geruime tijd geleden heeft
schrijver dezes de aandacht gevestigd op
dit probleem en de mogelijkheden die er
zijn om daaraan tegemoet te komen. Het
is jammer dat een en ander niet ter harte
is genomen, maar gaarne wil ik hier nog
eens enkele regels aan wijden. Het blijkt
tenminste dat er nu door het V.V.V. zelf
ook ernstig aan gedacht wordt iets te
gaan doen voor de gasten tijdens slecht
weer.
TESO, leest, dat zijn zoon zon
vijfhonderd auto's overbrengt zal-
ie bij zichzelf wel zeggen „Ja,
daarbij vergeleken is ons Texelse
bedrijf eigenlijk maar kinderspel"
De zorgen van een stuurman zijn vele
„Hier in het noorden heb je altijd
trammelant met het weer. Wat een snert-
klimaat.moppert kapitein Van Don
gen. Samen met stuurman Krijnen staat
hij op de brug en tuurt in de buien, die
fel neerkletteren op het dek en die forse
wmstoten meebrengen.
„Ik zal blij zijn als we Las Palmas na
deren en we in de rust van de oceaan
varen. Lekker warm, steady richting
Buenos Aires
Wie is het niet met de gezagvoerder
eens? De stuurmansleerling soms niet,
die door zeeziekte geplaagd zijn beroeps
keuze verwenst? Of de Duitse passagiere,
die grauw en misselijk te kooi ligt, kreu
nend bij elke haal van het overigens heer
lijk door de deining schommelende schip?
Met 500 auto's
De grote hoeveelheid ijzer onderin het
schip verergert het slingeren nog. Dat is
nu juist wat de eerste stuurman zorgen
geeft. Want er zijn ook nog vijfhonderd
auto's aan boord Mooie, glanzende voer
tuigen met veel chroom en veel glas. Ze
staan muurvast gesjord en men zou zeg-
VAN SHERLOCK SPEURZIN
UIT HET SPEURZIEKE LEVEN
3. En ja, het ging snel. Het duurde nog
geen twee minuten, of Sherry was al
thuis.
„Johan, noteer even", riep hij uit.
„Nieuw record voor Sherlock Speurzin!
FEUILLETON
door Annie G. Spoorhoven
4. Even verdwijnt die glimlach van zijn
gelaat. Hij denkt aan het laatste stukje
van de reis. Ja, dat is nog een gevaarlijk
stukje van de reis. Ja, dat is nog een ge
vaarlijk stukje, die Hollandse kust met al
die zandbanken Als het schip eens
strandde en al het goud.... Maar och,
daar moet hij nu toch niet aan denken.
Is het weer niet prachtig en is de kapi
tein niet een ervaren zeeman, die al zo
vaak deze tocht heeft gemaakt? Nee, dat
is onmogelijk, zulk een schip kan niet
vergaan.
Allen zijn nu aan boord. Nu is het
wachten nog alleen op het commando
van de kapitein en het „Goudschip", het
trotse, fiere fregat, zal de reis aanvaar
den. Dan klinkt plotseling het bevel van
de kapitein: „Touwen los!"
Luid en krachtig is het beveel. De ka
pitein zal ook nog, als het moet, in het
gebulder van de storm te verstaan zijn.
Aan de kade is het een ogenblik stil ge
worden. Allen zien gespannen naar het
fiere schip dat nu vertrekken zal. Dan
klinkt uit honderden kelen een daverend
gejuich. De touwen worden losgegooid.
De matrozen hijsen de zeilen, ze klauteren
als apen in het want en na een paar mi
nuten bolderen de zeilen. De zware mas
ten kraken.
Daar vaart het schip langs de kade.
Nog even een laatst vaarwel en dan
vaart het de Noordzee op, Hamburg tege
moet. Het schip heeft de reis aanvaard.
gen, dat geen reus er beweging in kan
krijgen. Maar de zee is machtig en benut
elk zwak plekje in het stuwplan van de
stuurman om brokken te maken.
Daarom is de „eerste" met zijn gedach
ten beneden in de ruimen, bij de lading.
Hij denkt aan alles, dat de havenarbeiders
in Bremen, Hamburg en Amsterdam da
genlang wegstopten tussen kiel en luik
hoofd, tussen bak- en stuurboord. Stuk
goed, staal, auto's, tractoren, chemicaliën,
papier, machines en nog een warenhuis
vol andere zaken.
De verzenders zijn van de zorgen af
sinds hun goederen op de Westland arri
veerden. De verzekeraars rekenen op het
goede zeemanschap van de Nederlanders.
De ontvangers dragen geen verantwoor
delijkheid voordat het schip voor de wal
ligt in Zuid-Amerika, zij wachten rustig
af. In Rosario, het economische hart van
de Argentijnse provincie Rosario de Santé
Fe, op de Cindor-zuivelfabriek, die van
Stork in Amsterdam een complete melk
fabriek te verwachten heeft, wacht men
ook af. De Argentijnen weten, dat de
steriliseerinstallatie, compleet met fles-
senspoel-, vul- en sluitmachines, aan
boord van een schip van de Koninklijke
Ilollandsche Lloyd als in Abrahams
schoot geborgen is. Hebben de Neder
landers niet een grote reputatie op het
gebied van het goederentransport over
zee?
Maar intussen drukt op de schouders
van stuurmna Krijnen de volle last van
de verantwoordelijkheid voor de lading
en van de reputatie, die hij mede hoog
te houden heeft. En hij constateert met
tevredenheid dat de Westland na een
kleine koerswijziging iets rustiger wordt.
Die stoere, drieste Westland, die zich
van de miljoenen-lading in haar ruimen
maar weinig schijnt aan te trekken
Haast
We hebben haast. Een gedeelte van de
lading moet voor een bepaalde datum in
Buenos Aires zijn. Ook daarom kunnen
we het slechte weer in het Kanaal en de
Golf van Biscaje niet hebben.
Al te gauw vertraagt dit immers de
vaart van het schip. En verloren tijd laat
zich op zee vrijwel nooit inhalen. Dat
weet de zeeman en daarom worden boven
op de brug de koersen messcherp bere
kend en bevaderen hoofdmachinist B. G.
Wirtz en zijn mannen de machine met
welhaast tedere zorg.
Alles staat in dienst van de lading. En
de beste dienst die men hem bewijzen kan
is te zorgen voor het schip. Dat moet
veilig en snel varen, dat moet piekfijn in
orde zijn en hoe beter de stemming onder
de vijftig opvarenden aan boord, hoe
Slechts 11 seconden boven het Neder
lands record!"
„Komt in orde, mijnheer", sprak de
correcte Johan stram. „De wagen staat
voor, U kunt vertrekken!"
Aan boord heerst een opgewekte stem
ming. Kan het ook anders? Het belooft
een prachtige reis te worden.
De frisse zeewind en de zon, die al
hoger aan de hemel gaat staan, brengt
de stemming er in.
Het scheepsvolk zingt de vrolijke zee
mansdeuntjes. De passagiers lachen. Een
enkele denkt nog terug aan vrouw of
kind, die hij moest achterlaten. De wind
bolt de zeilen en sneller schiet het fregat
nu over de zacht kabbelende golfjes. Heel
aag is de kust van Engeland nog te zien,
maar eindelijk is ook die verdwenen en
zie je niets dan water, al maar water en
boven je de blauwe lucht.
Lustig wappert de Engelse vlag aan
de achtersteven, de wimpel waait vrolijk
aan het topje van de grote mast. De
golfjes spatten in duizenden kleine drup
peltjes tegen de voorsteven uiteen. Recht
zet het schip koers naar Texel, waar nog
een klein gedeelte van het goud moest
worden uitgeladen, als soldij voor de En
gelse soldaten, die in Holland liggen en
dan, na dit kleine oponthoud, zal het
verder gaan naar Hamburg, het eind
doel van de reis.
Als het schip al lang uit het gezicht
verdwenen is, staan nog steeds drie men
sen, in een druk gesprek met elkaar ge
wikkeld, aan de kade van Yarmouth.
Langer dan de anderen hebben ze ge
tuurd naar het schip. En toen het al lang
uit het gezicht verdwenen was en ieder
een naar huis was gegaan, dachten zij er
nog niet over om ook te vertrekken.
Even hadden ze geglimlacht. Ja, dat
waren immers die rijke Goldsmids
En het was geen geheim meer, dat ook zij
Continubedrijf
Een schip in de vaart is een continu
bedrijf, waarvan alle radertjes netjes in
elkaar moeten grijpen omdat het, op dui
zenden mijlen van de wal verwijderd,
geheel op zichzelf is aangewezen. Weken
lang moet elk onderdeeltje van het
scheepsbedrijf zonder mankeren functio
neren vóórdat eindelijk weer een haven
in zicht komt. Op zichzelf is dit reeds een
indrukwekkende opgave. Nog te meer
echter omdat dit bedrijf in bijzondere
mate van wind en weer afhankelijk is.
Het eerste dat men bij ons aan boord
doet na het ontwaken uit nacht-, mor
gen-, middag- of avondrust is: kijken
naar de lucht en de bewegingen van het
schip even aandachtig observeren.
Achter dit varende bedrijf staat het
grote rederij-apparaat met zijn binnen-
en buitenlandse kantoren en agenten, met
alle zorgen, die verbonden zijn aan het
onderhouden van zoals in het geval
van de Kon. Hollandsche Lloyd gere
gelde lijndiensten op Zuidamerikaanse
landen met twaalf vrachtschepen, die ook
passagiersaccommodatie hebben. Het is
een machtig geheel en anderzijds on
danks de grote service die de rederij
geeft en de beste reputatie die zij ver
wierf ook een zeer afhankelijke onder
neming.
Toekomst
SCHEPEN zijn er voor de vracht, maar
er moet vracht zijn willen de schepen
kunnen varen. Wat gebeurt er als een
deviezenarm land als Argentinië uit pure
geldnood, gedwongen door een wankele
nationale economie en een achteruithol
lende koers van de pesos, de invoer van
allerlei produkten gaat stopzetten? Dan
valt de vracht weg waarvan de scheep
vaart leven moet. Natuurlijk blijft er al
tijd wel lading over om van West-Europa
naar de La Plata-landen te brengen en
zijn er altijd schepen nodig om Zuidame
rikaanse produkten naar de oude wereld
te brengen. Maar in Europa zou men
graag zien, dat deze landen economisch
steviger op de been kwamen, zodat de
handel beter zou kunnen floreren en de
vrachtvaart profijtelijker zou kunnen
varen.
Die tijd komt wellicht. De nieuwe
wereld staat nog in de kinderschoenen en
wordt geteisterd door (economische, fi
nanciële en autarkische) kinderziekten.
Als bij voorbeeld de Argentijnen er in
slagen poten te slaan onder hun natio
nale economie en uit te worstelen boven
de (ook politieke) moeilijkheden, zal een
Een laatste groet en met een flinke
vaart stoof Sherry de stad uit. Uren
lang reed hij voort, ver van het drukke
stadsgewoel.
„Zeg", sprak Sherry in zichzelf, „wat
heel wat van hun goud mee hadden ge
geven met het „Goudschip".
Eindelijk lopen ook zij de kade af en
zullen straks weer naar Londen terug
keren om daar te wachten tot Simon weer
terugkomt.
De drie gebroeders Goldsmid vervolgen
hun reis. Ze moeten weer naar Londen
terug. Een prachtig rijtuig staat aan het
einde van de kade voor hen klaar. De
koetsier opent het portier, maakt een
diepe buiging voor de heren, en als ze
plaats genomen hebben, rijdt het rijtuig
de hobbelige weg op. Voor de uitgestrekte
vlakten, daar tussen de heuvels, en al 't
mooie om hen heen, hebben ze geen oog.
Hun gedachten zijn bij 't Goudschip.
De koetsier op de bok droomt wat voor
zich heen, „Wat een deftigheid was het
daar op de kade. Jonge, jonge, en toch,
als het er op aan kwam, wat knepen die
mensen hem dan allemaal voor hun geld.
Dan moet je die Goldsmids bijvoorbeeld
hebben, hier in hun mooie koets. Wat
hadden die nu eigenlijk aan hun leven.
Hoor ze eens praten over goud en rijke
schatten. Nooit hadden ze eigenlijk een
rustige dag. Nou, maar laat hij dan maar
een doodgewone koetsier zijn. Als hij 's
avonds zijn paarden in de lekkere warme
stal heeft gezet en hij bij zijn vrouw
thuis is en de koffie boven 't haardvuur-
tje zo gezellig pruttelt en de kleine olie
lamp het kamertje zo heerlijk verlicht,
dan voelt hij zich gelukkig. Laat een an
der dan maar in een paleis wonen. Hij
zou niet graag met hen willen ruilen. Al
die deftigheid en al die rijkdom. Dacht je
nou dat die mensen echt gelukkig zijn?
Wel nee. Hoe meer geld je hebt, hoe
Wij moeten niet vergeten, dat er vogels
van diverse pluimage de vakantie op
Texel komen doorbrengen. Daarbij is on
getwijfeld een categorie die met niet te
veel in de portemonnaie wil trachten een
zo echt mogelijke vakantie te hebben.
Immers in veel gevallen is de reis kost
baar en moet voor het verblijf enige be
stedingsbeperking worden opgelegd.
Ongetwijfeld zullen er onder de gasten
zijn die nu eens niet steeds tegen het le
ven op een eiland willen aankijken maar
er zelf ook iets van willen ondergaan. Ik
doel hier in het bijzonder op die beziens
waardigheden welke in een stad niet
kunnen worden beleefd, zoals een zuivel
fabriek bezichtigen, het leven op een
boerderij, zoals landbouw en veeteelt,
het reddingwezen (vuurtoren, redding-
geregeld en florerend handelsverkeer mo
gelijk zijn. Anders uiteraard dan vroeger,
toen vrijwel alle industriële produkten uit
Europa moesten komen. Ook in Zuid-
Amerika gaat de industrialisatie voort,
terwijl de uitvoer van sommige traditio
nele landbouw- en veeteeltprodukten ver
minderde. Maar vracht zal er blijven.
Werk
DAT is voor de Nederlandse koop
vaarders, die in deze sector een taak
hebben, noodzakelijk Er moet werk blij
ven voor onze Westland en de eerste
stuurlieden van de Kon. Hollandsche
Lloyd moeten zorgen hebben over de
lading als het weer verslechtert.
Het moet mogelijk zijn, dat de directie
van een zuivelfabriek in het binnenland
van Argentinië in Amsterdam machines
bestelt. Argentijnse autohandelaren moe
ten het transport van honderden Euro
pese voertuigen kunnen opdragen aan een
Nederlandse rederij. De Nederlandse zee
scheepvaart met zeer oude diensten tus
sen Europa en Zuid-Amerika, staat er
klaar voor. Ook voor de verzorging van
Zuidamerikaanse exportladingen. Een
schip als onze Westland is ten bewijze
van de traditie van de Nederlandse zee
scheepvaart op de nieuwe wereld een
bekende verschijning in de havens van
Argentinië, Uruguay en Brazilië.
Als wij in Buenos Aires aangekomen
zijn, hoop ik een kijkje achter de scher
men te nemen van deze landen om te
ontdekken hoe zij zich ontwikkelen en
welk aandeel de Nederlandse industrie en
scheepvaart daarin wellicht kunnen heb
ben.
Als ik dit schrijf heeft stuurman Krij
nen echter zijn zorgen nog, want het
blijft slecht weer in de Golf.
een mooie omgeving!"
In ieder geval voelde Sherry zich steeds
opgewekter worden. Een druk op het
gaspedaal, een reuze zwaai, de bocht
ooor en daar was hij bij een ideale kam-
meer zorgen ook!" Zo zit de koetsier op
de bok gemoedelijk voor zich uit te dro
men tot.hij ineens een schok door
zijn lichaam voelt gaan en van de ene
kant van de bok naar de andere wordt
gegooid. Uit de koets klinkt gebrom en
verwensingen worden geuit.
„Hé, Jan, kun je niet uitkijken!"
Ja, hadden ze dat nu maar eerder ge-
zegad, nu is het rechtervoorwiel in één
van de vele kuilen geraakt die er hier
in de weg zijn. Maar gelukkig, zijn paard-
jes hebben hem er al weer uit. Al die
kuilen ook. Nee, maar nu zal hij beter
uitkijken Hij was ook zo heerlijk aan het
dromen. Zijn vrouw was net bezig hem
een lekker kopje dampende koffie in te
schenken in zijn grote kom die je zo
heerlijk tussen je beide handen kon vast
houden en waar je 's winters zo fijn je
handen aan kon warmen.
Nog een paar dagen, dan zijn ze er.
Vannacht zullen ze wel in één of ander
dorpje overnachten. Helemaal naar Lon
den terug, nee, dat gaat niet in één dag,
maar overmorgendan staan de paar
den weer in hun eigen stal en drinkt hij
bij zijn vrouw een lekker kop koffie.
HOOFDSTUK 4
Mankje
Op dezelfde dag, dat „Het Goudschip"
koers zette naar Hamburg, zit op het
duin van Terschelling, niet ver van de
haven, een oude man met een door de
zon gebruind gezicht. Diepe groeven en
cikke rimpels vertonen zich op zijn ge
laat. De zeewind heeft het verweerd. Een
klein, wit baardje met twee bakke
baardjes omlijsten zijn gezicht. Je kunt
wel zien dat hij niet jong meer is, maar
boot) enz. de fauna en flora waarom
Texel zo beroemd is.
Ik twijfel er niet aan of enige deskun
digen op Texel zullen zich beschikbaar
willen stellen de gasten van het vele dat
er te genieten valt, iets te laten zien en
beleven. Er is vakantie en voor lezingen
c.d. kunnen schoolgebouwen ter beschik
king worden gesteld.
Hoeveel gasten zullen er niet zijn die
niet weten wat voor gewassen er op het
land staan, welke vogels ze zien en horen,
kortom er gaat een domein open waarvan
de draagwijdte voorlopig niet te overzien
is.
Om slechts een enkel voorbeeld te noe
men. Wat zoudt u ervan denken als de
heer Laan in de Landbouwschool op
trieste dagen aanschouwelijk onderwijs
2ou geven? Men beschikt toch over prach
tig materiaal waarvan ook de gasten kun
nen kennisnemen. Men ervaart dan wat
er ook op Texel wordt gedaan om de
jeugd de nodige kennis bij te brengen.
Bovendien wordt daarbij bereikt dat de
stadsmens ervaart, dat het leven van de
landman toch niet zo gemoedelijk meer
voortrolt als dat vroeger zo vaak werd
bezongen.
Maar zult U zeggen, hoe kom ik er nu
achter of voorlichting en/of excursies op
prijs wordt gesteld. Dat 'is nu heel een
voudig; in de eerste plaats is daar het
blad „Vrienden van Texel" en verder de
folders aan doorgewinterde en nieuwe
bezoekers van Texel. Daarin zouden enige
vragen ter beantwoording kunnen wor
den opgenomen teneinde te kunnen na
gaan in welke richting de ontspanning
zal moeten gaan.
Ofschoon ik al jarenlang het mooie en
(nog) rustige eiland bezoek, moet ik be
kennen, dat er nog heel wat is waarvan
ik graag iets meer zou willen weten en
zo vergaat het ongetwijfeld vele gasten.
Daardoor zal een vakantie nog meer
waarde krijgen omdat behalve het
lichaam ook de geest is verrijkt.
Moge het streven van de V.V.V. Texel
beloond worden en wanneer de organisa
toren meer mochten willen weten over de
tips die hier werden gegeven, dan zal de
redactie van dit blad zeker bereid zijn
het adres van inzender te verstrekken.
HAGENAAR.
ZESTIEN BOERDERIJBRANDEN
IN OKTOBER
In oktober zijn zestien boerderijbran-
den voorgekomen, waarbij de boerderij
vernield of zwaar beschadigd werd.
Eén van deze branden kwam voor in
Groningen; twee in Friesland; één in
Overijssel; één in Noordholland; één in
Zeeland; acht in Noord-Brabant en twee
in Limburg.
De directe schade door deze branden
aangericht wordt geraamd op 752.000,
Twee van deze branden werden ver
oorzaakt door hooibroei; één door schoor
steenbrand; één door kortsluiting; twee
door het spelen met vuur; één door
warmtelamp in biggenhok; één door
vonken uitlaat trekker; één door hitte-
uitstraling van elektrische lamp, één
door stro in omgeving van brandende
kachel; terwijl in zes gevallen de oorzaak
onbekend bleef.
Bij deze branden kwamen dertien
koeien en 29 varkens om.
peerplaats! Hij stopte, haalde alles uit de
auto en zette in tien minuten zijn kam-
peertent overeind.
zijn ogen zijn nog helder, en ver en dui
delijk kan hij nog zien. Het is een echte
zeerob. Jaren lang heeft hij hier op de
zeeën rondgezworven.
Bij mooi weer, wanneer de zon glinster
de op het water en de zee één grote,
effen spiegel leek, maar ook wanneer het
spookte en de golven door de wind wer
den opgezweept en over zijn scheepje
spoelden. Ja, het kon hier spoken, op de
zandbanken. Wéé het schip dat niet vóór
de storm de veilige haven had bereikt.
De gedachten van de oude gaan weer
terug naar lang vervlogen jaren. „Was
niet éénmaal zijn vissersschuitje in de
nacht van 6 op 7 oktober, nu al 21 jaar
geleden, uit elkaar geslagen? Dat was een
vreselijke nacht geweest. Pikzwart was
de lucht, geen ster te zien. Af en toe door
kliefde een bliksemstraal de wolken en
verlichtte even geheimzinnig de wijde,
woelige zee en rolde de donder door de
lucht. Die nacht zou hij nooit vergeten.
Hoe het zeil aan flarden was gescheurd.
Hoe de mast als een lucifershoutje in
tweeën was geknapt en eindelijk het
schip door midden was gebroken".
Hij ziet weer alles voor zich, alsof 't
gisteren gebeurd was. Nergens was een
reddingboot te zien geweest. Wie zou het
ook wagen om met zulk weer zich in zee
te begeven? Nee, dat zou gelijk gestaan
hebben met de dood zoeken.Toen ver
lichtte plotseling een felle bliksemstraal
de lucht en voor een ogenblik zette die
alles in helle gloed. Dat was de redding
geweest. Dreef daar niet een twintig me
ter van hem af de afgeknapte mast?
(Wordt vervolgd)