Cjroen (2wartsjexels in het harL, CASTROL „De gemeente kan van mij naar de pomp lop en De zwem vaardigheid op ons eiland gering is zeer Onbetaalde rekeningen zijn ondingen ZATERDAG 11 JULI 1959 TEXELSE 73e JAARGANG No. 7368 COURANT Uitgave N.V. v.h. Langeveld de Rooi) Boekhandel Drukkerij Bibliotheek Den Borg - Texel - Postbu» 1) Tel. 11 Verschijnt woensdags en xaterdags Bank: R'damse Bank, Coöp. Boeren! Bank. Postgiro 652. - Abonn.pr. 2,25 p. kwart. 25 ct incasso. Adv. 10 ct p. mm Deze week waren we een ogenblik op de thee bij een Texelse pensionhoudster. Een ogenblik, want deze mensen hebben bet druk. Het seizoen draait op volle toeren, de TESO vaart met vol mate riaal. Elke week komen er zo, in deze tijd van het jaar, duizenden gasten. Het pension waar wij geland waren was niet groot. 12 bedden in totaal. „Zo, hoe maak je het tegenwoordig. Kom je nou niet meer voor drukwerk en zo?" „Alles op z'n tijd. Ik kom nou zo maar eens, of je moet iets nodig hebben?" „Nodig hebben, dan zou het alleen een r.achtregister moeten zijn". We pakten reeds ons orderboekje, maar noteren was niet nodig. De pensionhoudster vertelde dat ze bezoek had gehad van een politie, om te controleren wie er in haar huis waren. De overheid was namelijk op zoek naar een zekere mijnheer Rosbach. Nergens was die man te vinden. En hij moest op Texel zijn. „Houdt U dan de gastenstatistiek niet bij", was onze vraag. „De gemeente kan van mij naar de pomp lopen". „Jammer dat de pomp op de Groeneplaats weg is", ging ze door, „anders waren ze daar dicht bij. Ze den ken zeker op het raadhuis dat ik niks anders te doen heb". Bom, die zat. We hebben haar toen verteld van een jongen, op weg naar Texel. In Amster dam zou hij worden afgehaald, maar dat duurde hem blijkbaar te lang. Hij is toen maar op eigen gelegenheid naar het eiland gegaan. Maar.... wat moest hij daar doen? Hij wist wel dat de familie waar hij naar toe zou gaan op Texel was, maar waar. De knaap was goed bij, en hij stapte regelrecht naar de politie. De politie belt het raadhuis. „Wilt U even in de opgave van de gemeentestatistiek kijken waar de familie Mastenbroek lo geert? Ik heb hier een knaap die is op zoek". De heer Oosterhaven, van het raad huis, trekt kaartenbak open en slaat aan hei ..ooken. Jammer geen opgave waar de familie Mastenbroek onderdak is ver leend. Nu wordt het moeilijk, zoeken gaan. Er zijn vele mogelijkheden, de pensions, kampeerterreinen, kamphuizen. Waar?? „Kijk", zeggen wij tegen de pension houdster. „als U nu meewerkt en de for muliertjes even invult, dan was de fa milie er zo geweest. In de meeste ge vallen vullen de gasten, vooral in de pensions, de gevraagde gegevens zelf in". Daar had de pensionhoudster nog niet bij stil gestaan. Dertien kringen Het eiland is voor de statistiek ver deeld in dertien kringen. Elke kring heeft zijn eigen nummer. Als nu de sta tistiek straks, na het seizoen, wordt uit gewerkt, dan kan men precies nagaan waar de vraag van de gasten naar toe gaat. Kampeerterrein, of hotel. Dan is het ook mogelijk om te zien wat er in de toekomst gedaan moet worden. Moeten er nieuwe kampeercentra komen, of gaat de vraag meer naar de kleine pensions Waar is behoefte aan een fietspad, en waar aan parkeerplaatsen? Al deze ge gevens hoopt men straks te vinden in de statistieken. Logeergastenbelasting? „Vindt U het prettig om logeergasten belasting aan Uw pensionbezoekers te vragen?" „Nee, natuurlijk niet, laten ze daar niet mee beginnen", was het antwoord van onze pensionhoudster. In vele badplaatsen is dit woord „lo geergastenbelasting" echter al genoemd. Als we nu actief zijn, de gevraagde ge gevens regelmatig verstrekken, dan is er een kans dat Texel hiervan vrij blijft. Als de gemeente Texel straks aan het Rijk kan tonen: wij hebben zoveel inwo ners, en er zijn dit jaar, laten we maar een rond getal noemen, 10.000 gasten geweest, dan is er een mogelijkheid op een extra uitkering voor onze gemeente. Dan bestaat de mogelijkheid dat er vlotter vergunning wordt verkregen voor de verbetering van fietspaden, ge meentelijke uitbreidingsplannen en meer van die zaken. Daar kunnen wij. als Texelaars, aan meehelpen. Laat een ieder, die onderdak verleent aan vreemdelingen, de sta tistiekformulieren invullen en tijdig op het gemeentehuis bezorgen, dan doen wij onze plicht. Is U bang? „Ja, maar gaan die formulieren niet naar de heer Kempenaar? Die zit daar in het belastingkantoor toch ook geen vliegen te vangen?" Onze pensionhoudster is van mening, dat deze verstrekte gegevens ook ge bruikt worden voor andere doeleinden. Op het raadhuis vertelde ons de heer Pansier, dat dit beslist niet het geval is. Alleen gemeentelijke en dus gemeen schappelijke belangen zijn er mee ge diend. De heer Pansier gaf ons een voorbeeld van de T.E.M. „De TEM heeft een kabel getrokken naar De Koog, nu blijkt na enkele jaren dat die kabel onvoldoende capaciteit heeft. Nu moet er weer een nieuwe ko men. Uit de statistieken kan ook blijken hoe de toeloop is in de diverse kringen, die wij voor deze statistiek hebben ge maakt. Zo zijn er, aldus de heer Pansier, veel meer voorbeelden. Ook de WV heeft belang bij deze gegevens. Wij hopen dan ook dat er aan de gevraagde opgaven gewerkt wordt. Wij hebben drie soorten formulieren: voor hotel- en pensionbedrijven. kam- peergelegenheden met daarbij de bun- galowbedrijven en een apart formulier voor het gemeubileerd verhuren. Het kopje thee, wat wij die middag zeer gezellig hebben gedronken, was voor de tweede maal leeg. Onze pensionhoudster iets beter ge stemd tegenover de gemeente. „Laat ze dan maar niet naar de pomp lopen, het lijken toch niet de beroerdste daar op het gemeentehuis". De scholen gaan hun deuren weer sluiten. Het is vakantie. Een zalige tijd voor de jeugd. Niet naar school, geen sommen, geen lastige taalles. Geen juf frouw of meester die zegt: „Jongens, op letten". Of moeder het ook altijd even prettig vindt, dat er geen school is, is lang niet zeker. Wat moeten ze weer doen, al die vijf weken. Om de deur lopen, katte- kwaad uithalen. Of.naar het strand. Als moeder daar aan denkt, schrikt ze. Hoe vaak lees je niet: Verdronken in zee. Te ver in zee gegaan of door de stroom meegenomen. Konden ze maar naar een zwembad. Dan waren ze ten minste veilig. Dan zegt moeder, want de jongen blijft maar bedelen of hij zwemmen mag, „Je mag wel, maar niet naar Westerslag of De Koog hoor, ga dan maar naar Ceres". Zoonlief is al vertrokken. Het zwem pak achterop de fiets, peest hij door het dorp. Hoe eerder hij er is hoe beter. Zwemmen wil hij. We hebben eens een kijkje genomen bij Ceres. Er was heel wat jeugd in de weer. In het water en op de dijk. Het was een leuk gezicht hoe ze daar aan komen rijden, precies langs de dijk. Floep, fiets neer, en dan het badpak aan. Het was een jongen van een jaar of twaalf die wij vroegen of hij zwemmen kon. „Ja, een beetje, maar ik zak zo gauw". Hij sloeg wat met zijn armen en benen, zo probeerde hij vooruit te komen. Alle bewondering voor deze jeugd. Ze pro beren het. Van de volgende tien, welke wij ook hebben gevraagd, hoe het met hun zwemmen stond, was er maar één die beslist kon antwoorden. „Ik wel, maar ik heb zwemles gehad bij mijn Oma in Amsterdam. Daar heb ik het in de va kantie vorig jaar geleerd". De Nederlandse Bond tot het redden van drenkelingen plaatste in een artikel deze zin: „Zwem naar hartelust, maar wees voorzichtig". Zo is het, zwem naar hartelust, maar dan moet je ook kunnen zwemmen. We hebben naar aanleiding van ons bezoekje aan Ceres eens enkele school hoofden van ons eiland gevraagd, op hun school eens na te gaan hoeveel kinderen er werkelijk kunnen zwemmen. U moet niet schrikken als U de cijfers leest. Of misschien verwondert het U niet eens. Want U heeft het zelf misschien ook nooit kunnen leren. De heer Buisman, plv. hoofd van de R.-K. school te Den Burg, verstrekte ons de volgende cijfers. Van de 230 kinde den konden er 19 zwemmen. In de derde klas 1, de vierde klas 5, de vijfde klas eveneens 5 en in de zesde klas 8 kinde ren. In de derde klasse één. en dat zijn toch kinderen van 9 en 10 jaar. De heer Riteco deed tussen neus en lippen een idee aan de hand: laten aller lei verenigingen de kop bij elkaar gaan steken en zélf een zwembad gaan aan leggen. De normale weg is tóch onbe taalbaar. Tja, en wie zet zoiets op poten?! De heer S. Bakker, van de Dr. Jac. P Thijsseschool is een beetje voorzichtiger. Hij schrijft n.l. „Van de 250 leerlingen zijn er 19 die een stukje zouden kunnen zwemmen". Deze zijn verdeeld in: 3e klas 2, 4e klas 2, 5e klas 3 en de 6e klas 14. Als er een polo-wedstrijd geweest zou zijn: R.-K. school-Jac. P. Thijsse school, dan was de stand dus: 1919. Oosterend-Present Ook op de school. De heer Brasser, hoofd van de school met de Bijbel, geeft iets beter geluid. Ook hij is echter voor zichtig met de juistheid. De eerste en tweede klas moeten ook daar verstek laten gaan. In de overige klassen zijn totaal 23 kinderen die zich behoorlijk zouden weten te redden. 137 leerlingen, van wie er 114 niet kunnen zwemmen. Niet optimistisch We hebben van de zijde van het ge meentebestuur geen erg optimistisch ge luid gehoord. Op de vraag of er in de naaste toekomst kans zou bestaan dat er een zwembad op de begroting zou Ko men, moest de secretaris, de heer Beem- sterboer, helaas ontkennend antwoorden. „Het is jammer, maar het zal, vooral met het oog op de nieuwe begrotings regeling nog wel jaren duren". „Ook het gemeentebestuur", aldus de heer Beemsterboer, „ziet het gemis zeker in. Misschien dat er in de gemeente men sen zijn, die verwezenlijking mogelijk achten, laten die dan maar komen. Het gemeentebestuur zal het met beide han den aangrijpen". Ook wij betreuren het dat de bouw van een zwembad op ons eiland nog niet mogelijk is. Maar als we onderstaand be richtje lezen, is de voorzichtigheid waar mee de gemeente te werk gaat wel te begrijpen. Zwembad zal gemeente jaarlijks 20.000,kosten. Het exploitatietekort van een zwem bad zal ongeveer 20.000,bedragen en dit zal ten laste komen van de ge meente. Daarom willen B. en W. (Wie- ringermeer) deze zaak nog eens goed bestuderen. Zij willen de raad zo volledig mogelijk inlichten. Daarom is de behandeling van een voorstel tot stichting van een zwembad nog even aangehouden, aldus het Vrije Volk. Dit zei burgemeester Omta van Wie- ringermeer in antwoord op enige op merkingen in de raadsvergadering, waarbij het werd betreurd dat er nog geen voorstel was. De raadsleden kregen de toezegging, dat het voorstel minstens drie weken voordat het in de raad behandeld TRAGISCHE DOOD Camiel Joseph de Bock. sinds 1948 als kluizenaar op ons eiland woonachtig, is donderdagmiddag plotseling overleden. De heer De Bock was aan het werk op het land van de familie Kuip, St. Joseph-hoeve, De Westen. Het was de eerste dag dat hij daar aan het werk was. Met de dochter des huizes was hij aan het rooien. Tegen 5 uur werd hij plotse ling onwel. Mevrouw Kuip heeft nog getracht hem te helpen, maar de dood was reeds ingetreden. Vermoedelijk is deze eenzame man, welke 49 jaar oud was, aan een beroerte overleden. Sinds 1951 was de heer De Bock niet meer in België geweest. DIE WAS RAAK Het was dit keer geen auto. maar een sportieve Texelse knaap op zijn fiets, die tegen een schaap terecht kwam. Het ge beurde op de Duinweg. De onfortuin lijke wielrijder moest zich onder dokters behandeling stellen. Ook wielrijders dus opgelet! „HEINRICH SLIEP" Een Duitse gast was op het strand in slaap gevallen. Toen hij wakker werd ge maakt was zijn groet: „Angenehm, Hein- rich". Maar hij was flink verbrand. Gasten en Texelaars past U op, vooral in de felle zon is slapen op het strand zeer gevaarlijk. U moet er tevens aan denken dat de ziektewet, als U ziek wordt door zonne- brandj geen uitkering verstrekt. Uw Texelse leveranciers wordt, aan hen zal worden toegezon den. Hoe staat het in Den Helder? De inspecteur van het onderwijs in Den Helder, vertelde ons het volgende. „Wij hebben hier in Den Helder ons instructiebad. Daar gaan de schoolkinde- ïen heen. Dit is echter nog niet ver plicht. Zij krijgen daar drie kwartier zwemles per week. Ik kan U niet uit mijn hoofd zo de cijfers noemen van de kinderen die hun diploma hebben ge haald. Als ik het mag schatten is het zeker 30 tot 40 procent. Vooral in de zesde klas is de zwemvaardigheid vrij groot. Wij hopen echter, dat met enkele jaren de kinderen, die de lagere school verlaten, allemaal voorzien zijn van een zwemdiploma". Veel hebben we hier niet op geant woord. Wel gedacht. Misschien dat Texel over enkele jaren toe is aan die 30 procent. We blijven maar hopen. In gedachte zien we het voor ons: naast het gymlokaal een prachtig zwem bad. We zien de TESO-bussen vol zwem- lustige kinderen. Maandags De Waal, dinsdag Oudeschild, de overige dagen van de week de andere dorpen. Hoe lang zal het nog duren OVERDENKING: HOUDT ER DE MOED MAAR IN! De woorden, die hier boven staan, kennen we, geloof ik, allemaal wel. Ze worden gezegd en gezongen. Hossend en springend worden ze gezongen: „Van je heila hola, houdt er de moed maar in!" Prachtig, maar wat ik U vragen wou: Zingt en zegt U ze ook door. wanneer U alle lust om te hossen vergaat? Of is het aan vloeken en zuchten en jammeren? Ik heb ergens gelezen van een man, die dit lied wél doorzong, tot in de grootste misère toe. Eeuwen geleden is het gebeurd zonder de franje van je heila hola. Door wie? vraag u. Door Paulus! 't Staat in de Bijbel. Wonderlijk boek, die Bijbel! Daar ligt ook al de origine in van dit lied. Dat had U zeker niet ge dacht, maar het is inderdaad zo. Het gebeurde bij een schipbreuk. Het scheepsvolk had alle hoop op redding al opgegeven. Woedende brekers braken het wrak uit elkaar. En toen zong Paulus die mensen, die radeloos in het want hingen, dit lied voor: „Houdt er de moed maar in!" of zoals er letterlijk staat: „ook nu wek ik u op moed te houden". (Hand. 27 22). O, zegt u, ik begrijp het al, die Paulus kon zeker goed zwemmen Of anders probeerde bij die mensen maar een beetje te kalmeren: „Wees maar rustig, hoor, 't valt best mee, 't komt in orde!" U weet wel. dat hebben ze indertijd bij de „Titanic"-ramp ook gedaan. Daar zijn de mensen met champagne en dans muziek naar de kelder gegaan. Maar zo staat het hier niet. Paulus wond er helemaal geen doekjes om. Hij zei de mensen eerlijk waar het op stond. Nee, als Paulus in het noodweer rustig is en de moed er inhoudt, dan komt dit met van binnen uit of van buiten af. Dat komt van boven! Dat komt van God! Achter Paulus moed stond God. Toen alles onder hem stukbrak en wegzonk, stond God naast hem. Hij zegt het zelf: „Deze nacht heeft een engel bij mij ge staan van de God, wien ik toebehoor en die ik vereer" (Hand. 27 23). Kijk, dezelfde God, die in die vrese lijke stormnacht bij Paulus stond, staat ook bij U. Misschien zit u ook midden in een schipbreuk. Uw mooie levensschip, waar u zo trots op was, uw gelukkig huwelijk, uw gave gezin, uw florissante bedrijf, uw stralende gezondheid, wordt door zware stormen belopen. Het is noodweer! U gaat onder! U gaat niet onder! Houd er de moed maar in! God staat naast u! Nee, God doet het bij U niet met een engel af. God doet het veel geweldiger. God komt zelf. Midden in uw gierende levensstorm staat Hij zelf. In Zijn Zoon Jezus Christus. In Zijn kruislijden en -dood. Daar komt God in uw levensschipbreuk. In al de uiterlijke en innerlijke nood van uw leven. Daar komt God in uw zonde, in uw schuld, in uw hel en dood. Daar worden de wonderlijke armen van Gods vergevende en verlossende liefde om U heengeslagen, die u ook zelfs in de groot ste ondergang en ellende niet loslaten. Zeg, zou het voor u met uw schipbreuk ook geen tijd worden om die God toe te behoren en te vereren? Dan houdt u werkelijk de moed erin. Bezwijkt dan ooit in bittere smart, Of banqe nood mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed, Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed F. J. S. ZONDAGSDIENST DEN BURG DOKTER ELIAS (ingaande zaterdagmiddag 12 uur) In welk jaar zal burgemeester De Koning op Texel een dergelijk zwembad kunnen openen? Dit is een foto van het onlangs in Assen geopende zwembad „De Wilg". Het werd in de eerste weken na de opening door 45.000 zwemmers bezocht. (Cliché welwillend afgestaan door Nieuwsblad van het Noorden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1959 | | pagina 1