FORD
naar de bios
van
zelfverdiend geld
LIJST!
RIJKSPOSTSPAARBANK
(D
's Werelds GROOTSte kleine wagen!
1*
1
.2
„Zij kochten
mijn kind''
T.V., Radio, Stofzuigers,
wasmachines, centrifuges,
pick-up, platen en combinaties
Notaris J. R. van Wijland
MtonwblelbediyP
IMPS
■■WW
3MSÜB
Zet tekening, iotc oi diploma
in een passende
Boekhandel LANGEVELD DE ROOIJ n.v.
Al deze apparaten verkopen wij ook op
gemakkelijke zeer billijke condities.
Betaling per maand per giro, geen kwitantie
loper aan de deur.
ELECTROHUIS BAKKER
zal op donderdag 29 oktober a.s. des avonds 8 uur
in hotel „Loodsmans Welvaren" te Den Hoorn op
Texel PUBLIEK VERKOPEN, voor de erven
Jacob Bakker Pieterszoon:
Kavel a. een perceel land, gelegen nabij Den
Hoorn op Texel, kadastraal bekend Gemeente
Texel Sectie F nummer 654, groot 1.61.30 h.a.
Kavel b, drie percelen land, gelegen in het
Hoornder Nieuwland en de Kuil nabij Den
Hoorn op Texel, kadastraal bekend Gemeente
Texel sectie F nummers 562, 564 en 522 tezamen
groot 6.73.10 h.a.
Kavel c. een perceel land, gelegen aan de Kuilder-
weg nabij Den Hoorn op Texel kadastraal bekend
Gemeente Texel sectie F nummers 493, groot
1.25.90 h.a.
Kavel d. een perceel land, gelegen nabij Den
Hoorn op Texel, kadastraal bekend Gemeente
Texel sectie F nummer 467, groot 1.00.30 h.a.
Al de voormelde percelen zijn verpacht en zullen in
bovenstaande volgorde en kavels in veiling worden
gebracht.
Betaling der kooppenningen uiterlijk 28 november
1959.
Bewonderd om zijn aparte, nieuwe stijl, bewonderd om
zijn onverwacht grote comfort en formidabele ruimte
voor passagiers en bagage.
Verbluffend krachtige 4-cilinder motor, ongeëvenaard snel
en... zuinig.
Dët is de nieuwe Anglia, een complete overwinning in
de kleine klasse. Een proefrit verplicht u tot niets.
Er staat een wagen bij ons voor u klaar.
De geheel nieuwe
L*J
MEER AUTO VOOR UW GELD
U kunt deze nieuwste Ford creatie a.s. maandag 26 okt. op de markt bewonderen
Waarom niet Iedereen wil wel eens
wat ontspanning hebben. Het is alleen
de kunst om niet te veel te gaan. Na
idem zoveel bioskoopjes is je porte
monnee leegen wat dan Laat zien
dat je nog wat méér kunt dan geld
zomaar uitgevengeef het uit met over
leg. Ga dus ook wat sparen Sparen is
het begin van onafhankelijkheid. En op
jullie leeftijd kun je nog fijn profiteren
van het Zilvervloot Ideaalspaarplan.
Telkens een bedrag op je postspaar
bankboekje daar komt dan nog weer
rente bijen straks krijg je dan nóg
weer es 10% extra! Van het Rijk!
Het Zilvervloot Ideaalspaarplan is reuze
voordelig Vooral als je vóór 31 decem
ber a.s. al f30,-gespaard hebt. Dat scheelt
je een héél jaarVraag er maar eens
naar, op het postkantoor. En begin er
dan zo gauw mogelijk mee... in je
eigen belang
GEVESTIGD IN ELK POSTKANTOOR
|"*ji
43. Bepaald geruisloos was de achter
volging van de dikke Benne niet geweest
en ook Sherry's geschreeuw was hard
genoeg!
Alewijn de bandiet was wakker ge
worden en Sherry zat nu tussen twee
vuren in. Er was geen ontkomen meer
aan. En daar stond de arme Sherry nu,
gebonden aan een scheepspijp, met twee
gemene schurken om zich heen!
„Loten, laten wij loten, wie hem een
kogel door zijn brutale hoofd mag ja
gen!" riep de gemene Alewijn uit.
Zij wierpen een geldstuk op en
Bennie Walrus won.
„Hè, wat jammer", riep Alewijn spij
tig uit.
„Aha, de wraak zal zuur zijn, zoet be
doel ik, nu zoetzuur dan, daar gaat-ie
hoor.... opgelet...." schreeuwde Ben
nie. Het angstzweet brak Sherry uit.
s
FEUILLETON:
door HANOL SPOOR.
14. Vertederd bedacht hij, wat een kind
Jane eigenlijk nog was. In haar jubelen
de brief zag ze alleen maar de mooie
kant van de zaak. Nergens schreef ze iets
over meer verantwoordelijk werk. Het
wilde er bij Rudy niet in, dat zo'n royale
promotie zonder tegenprestatie zou wor
den toegekend. Gelukkig zou ze binnen
korte tijd nog maar korte dagen werken.
Hoe dan ook, als ze zich in deze omstan
digheden zo gelukkig voelde, moest hij
de zaak niet voor haar bederven, door
overbezorgde vragen en geboden. Wan
neer de baby er eenmaal was bleef haar
aandacht wel op de kleine gevestigd en
zou de gedachte aan het kantoor vanzelf
wel op de achtergrond raken. Een lief
moedertje zou Jane zijn. In zijn verbeel
ding zag hij haar al zitten met de kleine
op haar schoot, terwijl deze met onwe
zenlijke kleine handjes en stuurloze be
weginkjes naar haar gezicht en mooie
blonde haren zou grijpen. Rudy had het
beeld van het jonge moedertje, spelend
met haar kindje, zo duidelijk voor zich
gezien, dat hij minutenlang met een dro
merig en gelukkig gezicht voor zich uit
staarde.
Hoe sterk verlangde hij naar zijn Jane.
Wat zou hij graag bij haar willen zijn,
vooral in de moeilijke uren, die ze zou
moeten doormaken. Weliswaar kon hij er
op vertrouwen dat ze dapper was en
flink en zichzelf niet zou ontzien. Hij
moest er het beste van hopen. Zijn toe
komstig kind zou al bijna „papa" zeggen
voor hij weer thuis zou zijn. Wat een
feest, wat een vreugde zou dit weerzien
worden. Juist na het ontvangen van zo'n
brief, kostte het telkens weer grote
moeite om dat sterke verlangen naar
zachte vrouwenarmen en een paar la
chende blauwe ogen te onderdrukken. Je
moest je er met geweld overheen zetten.
Het zeemansleven staalde je karakter en
maakte een kerel van je. Jane zou trots
op hem zijn. Rudy wist dat hij bij zijn
kameraden en superieuren goed stond
aangeschreven. Dit maakte het leven op
zee, waar je soms wekenlang zonder
enige afwisseling op elkaar was aange
wezen, heel wat aangenamer. Bovendien
was er altijd nog de kans, al was het dan
een zeer kleine kans, dat de reis een
stuk bekort zou worden en men eerder
naar de thuishaven zou terugkeren, dan
aanvankelijk was aangenomen. Maar dat
zou hij beslist niet naar Jane schrijven,
zolang daar geen zekerheid over bestond.
Ze zou in voortdurende spanning gaan
leven en dat zou haar in haar eenzaam
bestaan geen goed doen.
Met heel zijn wezen bij Jane, had hij
toen lange tijd die vreemde brief verge
ten. Terwijl hij rooskleurige plannen
maakte, had al die tijd het noodlot reeds
aan zijn deur geklopt. Nu wenste hij, dat
er destijds een storm was opgestoken, die
de brief overboord had doen waaien.
Want daarna was de ellende begonnen.
De ziekmakende narigheid van de al
maar heen en weer slingerende gedach
ten. De verontwaardiging en zijn liefde,
die telkens weer vochten met de jaloerse
achterdocht, die de brief had opgewekt.
En dat om een anoniem schrijven.
Als de feiten maar niet telkens de
waarheid raakten. Als een en ander
maar niet zo trefzeker met elkaar klopte,
dan zou hij gemakkelijker over de gif-
spuitende brief zijn heengekomen. Maar
de verdachtmakingen sloten voortdurend
aan op de nieuwtjes, die Jane doorgaf.
Eigenlijk was het toch maar een vreemd
verhaal, dat Jane enkel en alleen om
haar gezegende toestand opeens zoveel
voorrechten genoot, terwijl zoiets op het
kantoor nog nooit eerder had plaats ge
had. Haar opleiding was ook niet van
dien aard geweest, dat men plotseling in
haar een bijzondere kracht had kunnen
ontdekken. Jane was alleen maar lief en
aardig en leuk om naar te kijken. Nu
wilde die lila brief suggereren dat het
daarom was, dat Jane op het kantoor zo
bevoordeeld werd.
„Geachte heer Mansdorf" luidde de
brief.
,,U moet dit schrijven beschouwen als
van een oude vertrouwde vriendin. Het
is me ingegeven omdat ik angst heb, dat
er met Uw jonge vrouwtje iets verkeerd
zou kunnen gaan. Ze is lief, maar arge
loos en begrijpt niet dat men haar lang
zaam in een toestand lokt, waaruit ze
straks moeilijk een stap terug zal kun
nen doen. Begrijp me goed, ik bedoel
niets verkeerds van haar te zeggen, maar
ze kent de wereld niet en gaat met open
ogen haar ongeluk tegemoet. Zo U haar
niet kunt bewegen zich bijtijds terug te
trekken, gaan er waarschijnlijk zeer on
prettige dingen gebeuren. Neemt U van
mij aan, dat mijn schrijven enkel tot
stand kwam, door mijn bezorgheid over
het geluk van Uw pril huisgezinnetje".
Geen ondertekening. Dat ontnam ge
lukkig alle waarde aan de brief. Natuur
lijk was dit kattebelletje enkel en alleen
te danken aan overlopende jaloerse ge
voelens van een der collega's. Hij moest
het schrijven eigenlijk als een vies lor
behandelen en er op een afstand van
blijven, alsof het een besmettelijke ziekte
kon overbrengen. Tot zover had hij rede
lijk en verstandig gedacht, maar daarna
hadden zijn verstandige redeneringen het
moeten afleggen tegen het angeltje van
wantrouwen en jaloezie, waarbij dan nog
de angst kwam, dan Jane werkelijk het
gevaar niet bijtijds zou onderkennen en
hem al ontrouw was voor ze goed en wel
besefte wat haar overkwam.
Hij kon zich dat zo goed voorstellen.
Bennickhoff, de man van de wereld, im
posant en rijk. Jane was daar niet tegen
opgewassen. Hij zat hier maar en was
machteloos. In zijn antwoorden aan Jane
kon hij moeilijk verklaren, waarom hij
er zo sterk op aandrong de omgang met
de Bennickhoff's te verbreken. Ze be
greep het niet en nam zijn opmerkingen
niet serieus.
Na het eerste anonieme schrijven volg
den er meer. Bijna bij elke aanleghaven
was er een brief van Jane. Haar opgeto
gen verhalen volgden hem tot in zijn
slaap. Nu eens vertelde ze van éen ge
zellig diner bij de Bennickhoff's, dan
weer over hun huis en de inrichting
daarvan. Tenslotte was het steeds op
nieuw de naam Bennickhoff, die tiental
len malen in de brieven terug kwam.
Jane scheen er een tweede tehuis ge
vonden te hebben en als die andere
brieven er niet waren geweest, dan had
hij zich daar waarschijnlijk over ver
heugd. Maar de anonieme schrijverij ging
door, onthulde hem bijna ieder uitstapje
van Jane, en dat waren er vele. Jane
vergezelde haar directeur op kleine za
kenreisjes. Jane ging dagelijks naar het
huis van de Bennickhoff's. Jane ging
sjiek gekleed, in veel duurdere kleren,
dan zij zich van haar salaris zou kunnen
veroorloven. Jane dineerde in luxe res
taurants. Kortom, Jane leefde een tweede
leven, dat hemelsbreed verschilde van
het eenvoudig bestaan, dat ze hadden ge
leid, voor hij naar zee vertrok.
Met weemoed kon hij terugdenken aan
dit korte geluk. Hoe schatrijk waren ze
geweest met hun kleine kamertjes. Hoe
trots was Jane geweest op iedere nieuwe
aanwinst in hun popkleine huishoudink
je. Hoe knus zaten ze samen aan de
ontbijttafel. Jane bleef, volgens haar
brieven innerlijk dezelfde. Blij en dank
baar vertelde ze van al de goede gaven,
die haar zomaar in de schoot werden ge
worpen. Over de grote bezorgdheid van
Bennickhoff, als het haar gezondheid be
trof, en veel meer grote en kleine bele-
nissen.
(Wordt vervolgd)