Algemene vergadering Bedrijfsvereniging De betekenis van H.B.S. en proefklas „Zij kochten mijn kind" Het zijn maar kleinigheden Deze op donderdag 28 januari gehou den vergadering werd zeer goed bezocht. Plm. 100 personen waren aanwezig. In zijn openingswoord wees de voor zitter, de heer A. Dros Bzn. er op, dat 1959 een belangrijk jaar was geweest voor de vereniging. Spreker memoreerde de aangelegde proef met diepe grondbe werking en verder het feit, dat in dit jaar door de vereniging nieuwe statuten waren aanvaard, die o.m. inhouden, dat het bestuur zal worden ingekrompen. Hierna volgde lezing van de notulen van de vorige algemene vergadering door de secretaris, de heer M. Roeper Pzn. Daarbij aansluitend werd eveneens door de secretaris een jaaroverzicht uit gebracht. Uit het financieel verslag, uitgebracht door de heer C. van Groningen, bleek, dat het saldo sinds het vorige boekjaar teruggelopen was met een bedrag van ruim 1.400,— De penningmeester wees er op, dat dit een gevolg was van enkele bijzondere uitgaven, nl. een bij drage van 1.000,aan de diepploeg- proef en aankoop van een schuurtje voor het opbergen van proefveldmateriaal. Namens de rekeningnazieners werd door de heer L. de Waard medegedeeld, dat de rekening in orde bevonden was. Op voorstel van het bestuur werd de contributie onveranderd vastgesteld op 40 ct. per ha. Vervolgens werd het woord gegeven aan de heer Dr. N. D. Dijkstra voor het houden van zijn inleiding over .Nieuwe inzichten bij de voederwinning". Spreker wees in de eerste plaats op het belang van het tijdig maaien van gras, dat bestemd is voor het winnen van hooi en kuilgras. Zeer duidelijk werd aangetoond, dat de voederwaarde van het gras bij het ouder worden aan zienlijk daalt. Spr. was van oordeel, dat het juiste tijdstip van maaien het mo ment is, waarop de zetmeelwaarde van het gras sterk gaat dalen. Het eiwitge halte is op dat moment al zeer sterk ge daald, maar uit voederproeven is geble ken, dat vroeger maaien ook nadelen heeft. Vervolgens werd stil gestaan bij de diverse manieren, waarop gras geconser veerd kon worden. Het wekte enige ver wondering bij de aanwezigen, dat blij kens langjarige proeven van het Rijks landbouwproefstation te Hoorn de ver liezen bij het opperen van hooi niet gro ter zijn dan bij het ruiteren van hooi. Spr. bleek een zeer groot voorstander ie zijn van het ventileren van hooi. Sinds drie jaar worden hiermede proeven ge nomen en de resultaten zijn onverdeeld gunstig. De heer Dijkstra bleek er een voorstander van te zijn om ook bij gun stig hooiweer het hooi binnen te halen op het moment, dat het geschikt is om met behulp van een ventilator in het vak verder droog geblazen te worden. Spr. was van oordeel, dat op dit moment geen verder risico genomen moest worden en verder wees de heer Dijkstra er op, dat in dit stadium op het veld ook bij goed hooiweer belangrijke verliezen aan droge stof kunnen optreden. De heer Dijkstra zag geen grote voordelen in het venti leren met warme lucht. Wat het inkuilen van gras betreft noemde spreker als goede methoden de Hardelandmethode, het inkuilen met de kneusmachine, de voordroogkuil en de A.I.V.-kuil. Speciaal werd ingegaan op de nieuwste methode van het maaikneu- zen. Hoewel de aanvankelijke resultaten goed waren, durfde spreker zich toch niet positief over de waarde van deze methode uit te spreken. De heer Dijkstra was van oordeel, dat de ervaringen van 1959 niet als maatgevend konden worden beschouwd. Verder werd gewezen op de nadelen van de vermenging van het gras met zand als gevolg van de aanwezigheid \an molshopen en een open zode op kunstweiden op zandgrond. Spr. was daarom van mening, dat verdere resul taten moesten worden afgewacht. Dr. Dijkstra is een groot voorstander van het inkuilen volgens de voordroog methode, hoewel in de methode wel en kele zwakke punten zitten. Moeilijkheden zijn het bepalen van het juiste moment van conservering en het schimmelvrij houden tijdens het voeren van de kuil. Wat het laatste betreft werden op het Instituut, waaraan de heer Dijkstra is verbonden nooit moeilijkheden onder vonden. Het is van belang om bij opening van de kuil deze geheel bloot te maken en de kuil niet in gedeelten op te voeren, verder moeten de kuilen niet te groot zijn, terwijl de aanwezigheid van een silo een eerste eis is. De kuilen moeten verder gebruikt worden in de maanden met de laagste temperatuur. In het slot van zijn inleiding ging Dr. Dijkstra nog in op de mogelijkheden, die men met op verschillende manier ge conserveerd wintervoeder heeft. Uit meerjarige proeven kwam duidelijk naar voren, dat met het voederen van uitslui tend kuilvoeder niet de hoogste melkop- brengst kon worden verkregen. Het beste zou zich hiervoor nog de voordroogkuil lenen. Wel bleek, dat het hooi voor een zeer groot gedeelte door kuilvoeder kan worden vervangen. De heer Dijkstra achtte een combinatie van een niet te grote gift hooi met voldoende kuilgras het meest aan te bevelen. Naar aanleiding van de inleiding van van de heer Dijkstra werden diverse vragen gesteld. Nieuwe gezichtspunten kwamen hierbij niet naar voren. De bestuursverkiezing, die het bestuur van 13 personen terug moest brengen tot 7 personen, had het volgende resultaat: namens Holl. Mij van Landbouw afd. Texel nemen zitting de heren M. Roeper Pzn. en Jn. Kikkert M. Jzn., voor de L.T.B. afd. Texel de heren C. M. Bakker J. Mzn. en C. Verberne, C.B.T.B. afd. Texel de heer Jac. Bas, Holl. Mij. van van Landbouw afd. Eierland de heer A. Dros Bzn. en L.T.B. afd. Eierland, de heer A. E. de Grave. De functies zullen door het bestuur worden verdeeld. De heer J. Nieuwenhuis gaf vervolgens een overzicht van het bedrijfseconomisch onderzoek op 23 Texelse bedrijven. Uit een door de heer Nieuwenhuis gemaakt overzicht bleek, dat de laatste drie jaar bet netto overschot per ha. op de be drijven tot plm. 15 ha. iets stijgt, terwijl dit op de grotere bedrijven gedaald is. Een verklaring hiervoor kon niet worden gegeven. De heer C. van Groningen gaf een overzicht omtrent diverse werkzaam heden en het resultaat van de proefvel den. Hierbij bleek o.m. dat de diepe grondbewerking, die in 1958 op het be drijf van de heer Rutten werd uitge voerd in 1959 een zeer gunstig resultaat had gegeven. De opbrengst van de zo- mergerst op het gediepploegde gedeelte was meer dan dubbel zo hoog als op de grond, die normaal bewerkt was. In zijn sluitingswoord meende de heer Dros te kunnen vaststellen, dat de ver gadering zeer goed geslaagd was. Met de beste wensen voor de vereniging en de Texelse bedrijven werd de vergadering gesloten. C. v. Gr. KLAVERJASCLUB DE GRAAF De stand is na 16 partijen: 1. Echtpaar Bruin 2. Zuidewind-Kiewiet 3. v.d. Hoort-v.d. Molen 4. Huisman-v.d. Slikke 5. Stobbe-Hartog 6. Huisman-mej. Bagge 7. mevr. Kooy-J. Prins 8. mevr. Kiewiet-Barhorst 9. Witte-Kramer 10 Van Leersum-van Dorp 11. Beuving-Snoek 12. Borgman-v. Heerwaarden Het laatste koppel heeft gespeeld. 26.843 8 26.330 11 25.630 8 25.278 14 24.521 10 24.263 8 23.614 6 23.555 7 22.596 6 22.356 5 21.597 4 19.773 2 14 partijen EEN WEEK MET EEN KOTTER NAAR ZEE De heer S. Langeveld maakte een reisje met een Texelse kotter. Onder staand verslag, waarin wij geen wijzi gingen aanbrachten, kwam van zijn hand. Eindelijk is het dan maandagmorgen. Om 4 uur uit je bed, want met de eerste boot start de reis naar Breskens. Om je de waarheid te zeggen, het valt je niet mee in een bus van Den Helder naar Breskens, vooral in de winter. Gladde wegen en nog een uur oponthoud voor een trailer, die op de weg was gekanteld, maar eindelijk kwamen wij dan in Bres kens aan. Ik dacht wat moet dat worden, want ik was al stijf en stram van de bus. In Breskens waaide het dat het rookte. De weerberichten waren windkracht 6-8. De schipper zei: we wachten het nog maar even af, want zo kan je toch niet vissen. Na eerst de haven en samenkomsten van vissers, Texelaars, Urkers, Breskers en ik weet niet wat voor landslieden allemaal te hebben bekeken, zijn we, na ae eerste nacht aan boord geslapen te hebben, de volgende morgen uitgevaren. Het avontuur, waar ik al maanden op had gewacht, kon beginnen. Eerst het schip zelf. Alles is in de weer om er voor te zorgen dat de netten over boord kunnen en het vissen kan begin nen. De kok heeft de koffie klaar en roept als wij aan dek zijn: eerst maar een bakkie en een sneetje brood, want mis schien hebben wij straks geen tijd meer. Eerst werd om de Zuid gestoomd, want de berichten waren, dat de haring zuide lijker was gesignaleerd. Na bijna 5 uur stomen werd het net overboord gezet en de spanning begon. De schipper keek maar naar de „schrijver" of er soms haring in de buurt was. Eindelijk daar gebeurde het. Ik stond in de stuurhut naar de „schrijver" te kijken. De schip per riep tot de bemanning: halen! De andere kotter draaide bij; de stroppen werden losgegooid en nu maar trekken. Met vier man werd het net tot dicht bij de kotter getrokken en nu langs de kot- In het belang van de ouders van kin deren die het lager onderwijs verlaten, wordt hier nog eens de betekenis van de H.B.S. en de a.s. proefklas uiteengezet. De H.B.S. is in principe vijfjarig en heeft twee richtingen: de A-afdeling, die een literair-economische, de de B-afde ling, die een meer exacte wis- en natuur kundige vorming geeft. De rijkshogere- burgerschool-Texel is een H.B.S.-B; in de toekomst wordt hieraan een afdeling A verbonden. Het diploma H.B.S. heeft voor de be zitters grote waarde. In het bedrijfsleven wordt het veel gevraagd voor alle hogere functies en bij verdere studie is 't vaak 'n vereiste en in ieder geval een zeer be langrijke vooropleiding. Het is ook mo gelijk na 3 jaar H.B.S. toegelaten te wor den tot schalen als de kweekschool voor onderwijzers, de zeevaartschool en ande re technische vakscholen. In ieder geval is het van belang voor de toekomst van het kind te overwegen of het een H.B.S.-opleiding zal volgen. Aan de leerlingen worden hoge eisen gesteld. Ze moeten goed kunnen leren, graag willen leren en over een flinke portie energie beschikken. Verder moe ten ze een zekere kennis bezitten om het onderwijs te kunnen volgen. De hoofden en onderwijzers van de lagere scholen zullen zeker advies kunnen geven over de geschiktheid van hun leerlingen en zullen er ook voor kunnen zorgen dat ze voldoende voorbereid zijn. Alle leerlingen, die tot de le klas van de H.B.S. toegelaten willen worden, moe ten zich onderwerpen aan een wettelijk voorgeschreven toelatings-onderzoek. Uit de kandidaten worden een of meer klassen gevormd, die gedurende een aantal middagen van de leraren (lera ressen) les krijgen in Nederlandse taal, rekenen, aardrijkskunde en geschiedenis. De lessen worden mondeling en schrifte lijk overhoord en tot slot worden proef- werkjes gegeven. De leerlingen worden beoordeeld naar hun oplettendheid in de klas, hun mondelinge antwoorden, hun schriftelijk werk, kortom naar hun hele houding in de proefklas. Daarnaast wordt ook ernstig rekening gehouden met het advies, dat het hoofd van de lagere school geeft. Het is natuurlijk noodzakelijk, dat de kandidaten de proefklas geheel mee maken en geen dag verzuimen. Ook leerlingen, die op de ULO-school uitstekende resultaten behalen of die het ULO-diploma behaald hebben, kunnen in een der klassen van de H.B.S. geplaatst worden. Nu op Texel een eigen H.B.S. aanwezig is, hoeft het niet meer voor te komen, dat kinderen met een goede aanleg-door on gunstige omstandigheden niet alle kan sen krijgen om via een middelbare- schoolopleiding een goede positie in de maatschappij in te nemen en kan ieder die de vereiste geschiktheid bezit, ervan profiteren. FEUILLETON: door HANOL SPOOR. 41. Dus dat was 't echtpaar Bennickhoff, geen twijfel aan. Nadenkend bleef Rudy staan, dan versnelde hij zijn pas en wenkte een taxi. Hij gaf het adres op in de Parklaan. Dat mevrouw Bennickhoff het hotel verliet, zou voor Jane wel eens nieuwe narigheid kunnen betekenen. Het werd hoog tijd dat Jane wist, opnieuw een beschermer te bezitten, die haar door dik en dun zou verdedigen en haar nooit meer in de steek zou laten. Aange nomen dan, dacht hij met bitter zelf verwijt, dat ze nog iets met hem te ma ken wilde hebben. Zijn taxi had pech. Een verkeersop stopping bezorgde hem enige oponthoud. Rudy zat in uiterste opwinding zijn vuis ten tegen elkaar te slaan, maar het duur de geruime tijd, voordat de knoop was ontward. Bij het grote huis van de Bennickhoff's werd afgerekend. Rudy maakte even zijn toilet wat in orde, streek zijn uniform zoveel mogelijk glad en kamde zijn weer barstig haar. Het kwam er nu op aan. Nu zou de beslissing vallen en hij zou weten of hij met of zonder Jane door het leven moest gaan. Dat betekende een leven van vreugde en geluk en het samen dragen van de zorgen des levens, of een sleur van dagen in eenzaamheid en wroeging. Die overdenkingen deden hem aarzelen. Langzaam liep hij op het huis af. Een eigenaardig zoemend geluid klonk door het huis, toen hij op de bel drukte. Daarna bleef het doodstil. Toch zag hij op verschillende plaatsen licht branden. Rudy nam de voorgevel van de woning in zich op. Er bleef een drukkende stilte hangen. Weer bracht hij zijn hand naar de bel. De aparte, maar doordrin gende klank van de bel moest toch in het hele huis hoorbaar zijn. Er gebeurde niets en Rudy stapte on geduldig op en neer. Een bepaald gevoel van angst beving hem. Hier in dit huis vertoefde nu zijn vrouw en kind en toch kwam er op zijn bellen nergens enige reactie. Dat moest een reden hebben Vreemd.... weer gleden zijn blikken langs de gevel, maar hij zag nergens een gelegenheid om naar binnen te kijken. Nadat hij de voorkant van het huis langs was gegaan, zocht hij aan de zij kant naar een ingang. Bij de personeels ingang drukte hij wederom op de bel. Een gerinkel, als van een telefoon brak de stilte van het huis, maar niemand ver scheen. Het was om hopeloos te worden. Nu achtte hij toch wel de tijd gekomen om andere maatregelen te treffen. Hij duwde tegen de deur aan, maar die bleek goed gesloten te zijn. Dan de hoofdingang nog eens onderzocht en an ders via een andere ingang naar binnen dringen, nam hij zich voor. Zonder resul taten ging hij niet naar huis. Hoewel hij wemig succes verwachtte, duwde hij toch tegen de buitendeur en tot zijn grote ver wondering gaf deze mee. Had mevrouw Bennickhoff dan zoveel haast gehad? Was er misschien een ongeluk gebeurd? Maar dan zou er zeker meer bedrijvig heid zijn. „Is daar iemand?" riep hij luid. Stilte.... Het tikken van een grote klok in de hal, was het enige geluid. Het herinnerde hem op een irriterende wijze aan de tijd, die hij al zo vruchteloos had laten voorbijgaan. Boven in de gang brandde licht. Rudy ging, gedreven door een innerlijke drang de trappen op. Ook daar weer doodse stilte. Tik-tak, tik-tak, deed de klok. De tijd ging door. Hij moest verder. Het tikken joeg hem op, al bezwaarde het hem, om in zo'n wildvreemd huis door te dringen. Ach kom.die lui hadden immers zijn eigen zoon in huis, dus mocht hij zich bijzondere voorrechten aanmeten. Voorzichtig liep hij verder. Toen hij enige stappen had gedaan, hoorde hij stemmen in de verte. Onzeker bleef hij staan. Had hij nu wel het recht om zover in andermans huis binnen te dringen? Ja, hij liet zich nu niet meer tegenhouden. Hij hoorde vrouwenstem men, die luider en heftiger klonken, naarmate hij naderbij kwam. Er schijnt een flinke woordenwisseling aan de gang te zijn, dacht Rudy. Geen wonder, dat er van de bel geen notitie werd genomen. Moest hij zich nu met die ruzie inlaten? Ja, natuurlijknu niet laf zijn. Zijn hart begon plotseling te bonken. Dat kon Jane zijn, die door me vrouw Bennickhoff ontdekt was. Toch aarzelde Rudy nog even. Dat kleine dametje zag er zo lief en zacht moedig uit en ook zo zwak en teer. Ze De meeste landbouwers op Texel we ten waarschijnlijk, dat sinds enkele jaren een aantal bedrijven op ons eiland deel nemen aan een bedrijfs-economisch on derzoek. Voor deze bedrijven wordt een zgn. bedrijfseconomische boekhouding bijgehouden. Een dergelijke boekhouding verschaft veel meer gegevens over de rentabiliteit van het bedrijf dan de zgn. fiscale boek houding. Deze laatste vertelt wat het persoonlijk inkomen van de betrokken landbouwer is geweest, maar U kunt hiermede beslist niet nagaan of het be drijf rendabel is. Er zijn in de loop van deze enkele ja ren al heel aardige dingen naar voren gekomen. In de eerste plaats is wel ge bleken, dat de rentabiliteit van gelijk soortige Texelse bedrijven zeer verschil lend is. Terwijl bepaalde bedrijven vrij wel ieder jaar met een behoorlijke winst uit de bus komen, zijn er andere bedrij ven, die jaar op jaar bedrijfseconomisch gezien verlies lijden. De vraag ligt voor de hand: Hoe komt dit? En dan moeten we direct zeggen, dat het antwoord vaak niet voor het grijpen ligt. Toch zijn er enkele dingen, die duidelijk naar voren komen. Over één daarvan wil ik iets zeggen. Telkens blijkt, dat het effect van de ter naar de zijkant gehaald. Ik keek naar beneden en zag de eerste haring, zoals ik het nog nooit had gezien in zee drijven. Ik vroeg aan de schip per: de haring drijft zeker? Ja, zei hij, bij een vlugge trek leeft de haring; duurt het te lang, dan gaat de haring dood en kan je deze niet zo goed aan boord krijgen. Het gebeurt ook veel, dat het net breekt en dan is alles verloren. Eerst moet het net dan weer gemaakt worden. De eerste trek was 3 pak, wat ongeveer 2l/t ton is. Er is niet veel haring hier, zei de schipper. Ik begrijp niet, dat ze nu zo maar weer weg is. Misschien dat ons het nachttij een beetje gelijk geeft, maar nee hoor, zoeken en dan hier en dan daar geprobeerd, geen haring. Maar opeens kwam bericht: haring voor Scheveningen en IJmuiden. De schipper bedacht zich geen ogenblik, een seintje naar de andere kotter, de steven gewend en daar ging het, volle kracht de andere kant uit. Na een halve nacht gestoomd te heb ben, kwamen we op de plaats waar de haring moest zijn. Veel schrijverij was er nog niet en dat zou, nu het dag werd, ook wel niet zoveel zijn. Na eerst een bakkie gedronken en een sneetje brood gegeten te hebben, bleef de schipper aan het roer en wij zaten met zijn allen in de kombuis. Ik kreeg slaap en dacht: ik ga slapen hoor, want het is nog niks. Ik lag net in bed of daar roept de schipper: schrijver zwart. Jongens opgelet, want we moeten direct halen. Ik was er al uit, want daar moest ik bij zijn. Op het dek was het een en al bedrijvigheid. „Halen" riep de schipper, „anders komt er niets van terecht". Wat een trek; ik kon m'n ogen niet geloven zoveel haring in één trek. 30 pakkies dat is ongeveer 24 - 25 ton. Zo heb je niks en een half uur daarna een schip vol! Overgelukkig ben ik naar beneden ge gaan. De schipper vertelde, dat het een van de grootste trekken van het seizoen was en dat ik als landrot dat moest meemaken. En nu de andere kotter nog een vracht en dan gaan we naar huis. Toen het avond was hadden wij 60 ton haring ge vangen. Voor mijn begrip erg veel. En nu „waarom" ik ben meegegaan. In mijn zaak komen veel jongens, die op een kotter varen. Hun gedachten zijn op zee. Hoe kan dat toch, dacht ik. Maar nu weet ik het; laat nu een buiten staander zijn mond maar niet meer opendoen over die kottervissers, want het leven is hard, dag en nacht zijn ze in touw. Een uurtje slaap en dan maar weer in de ijzige kou, ver van huis, van vrouw en kind. Laat alle praatjesmakers maar eens meegaan, dan zijn ze in een week genezen en zullen ze nooit meer een grote mond hebben. en dan met windkracht 8. Sijp. zou hij zijn plotseling verschijnen de schrik van haar leven krijgen. Kon hij niet beter het einde van het gesprek af wachten? Zou Jane dan niet veel meer verheugd zijn over zijn komst. De stem men trokken hem steeds dichterbij. De bijna zekere aanwezigheid van Jane had een onweerstaanbare aantrekkings kracht voor hem. Het zou een verrukking zijn haar eindelijk weer te zien. Voor zichtig sloop hij verder Jane had bij het zien van Iris de hui lende baby in zijn bedje gelegd. Haar adem ging gejaagd op en neer. Ze was ontdekt. Iris zou haar de deur wijzen, dat zag ze aan heel haar houding. Ze zou voor lange tijd afscheid van de klei ne Walter moeten nemen.of hem nu opeisenMaar waar moest ze hem brengen, met dezelfde zekerheid, dat hij het zo goed zou hebben als hier? Ze draaide zich langzaam om en zag dat Iris nog steeds niet van haar verwondering bekomen was. Jane moest, ondanks haar grote bekommering, de charmante ver schijning van Iris bewonderen. In haar avondjapon van zilverbrokaat, waarover. heen een witte bontstola, leek ze een figuur uit een sprookje. Voor Jane bracht ze echter onheil. Mooi en rijk, dacht Jane bitter. Sommige vrouwen hebben alles, wat er in de wereld te wensen is. Een man, die haar op de han den draagt, een huis als een klein kas teeltje en bij dat alles wil ze ook mijn kind nog hebben. Het leven was onrecht vaardig en feitelijk zou ze Iris moeten haten. Heel even was er woede in haar blik, toen ze Iris aankeek. Deze zag de uitdrukking in Jane's ogen en het maak- arbeid, dus datgene „wat er uit iemands handen komt" van het grootste belang is. Dat heeft niet direct te maken met het feit of iemand hard en lang werkt. Veel meer met dit: Je hebt blijkbaar mensen met „twee rechterhanden", en anderen, die er niet één hebben. Bepaalde werk zaamheden, die volgens landelijk vastge stelde normen bijv. 100 arbeidsuren vra gen, worden door de ene man in 75 uur gedaan, terwijl een ander er 150 uur voor nodig heeft. Er zal waarschijnlijk enorm veel voorlichting nodig zijn om hierin enige verandering te brengen. Maar verder zijn er toch ook wel een aantal zaken, die binnen ieders bereik liggen. Op het ene bedrijf bijv. is alles tot in de puntjes verzorgd zonder dat behoeft te worden gesproken van luxe op het andere bedrijf is letterlijk niets in orde. Ik denk bijvoorbeeld hier aan: Je komt in de zomer op zo'n bedrijf, omdat de landbouwer je gevraagd heeft eens te gaan kijken bij een gewas, dat naar zijn mening niet in orde is. Het be treffende perceel ligt juist achter een paar percelen grasland, die je dus dóór zult moeten. Je bekijkt de situatie eens en bemerkt, dat de bevestiging van de hekken in de dammen zodanig is, dat je je vervoermiddel wel op het erf kunt laten. Het kost waarschijnlijk een kwar tier om de wrakke hekken, die met tal van ijzerdraden in de scheefstaande pa len hangen dóór te komen. En je hebt al gauw bekeken, dat je met dit extra kwartier er bij vlugger kunt gaan lopen. En tegelijk denk je er aan, dat de landbouwer dit karwei ook iedere keer heeft te verrichten als hij het bedrijf op moet. Hoeveel tijd zou hiermee verloren gaan? Ik spreek dan nog niet eens van bet risico, dat het vee er op zekere dag in slaagt het „wrakke" geval weg te du wen en op ongewenste plaatsen komt. Op de school van meester Laan leren de jongens op het moment ook wat timme ren. En er zijn ook heel wat oudere landbouwers, die er best kans voor zien een goed hek in elkaar te slaan. Een een voudig hek, opgehangen aan een paar stevige palen behoeft niet zo erg veel te kosten. In ieder geval veel minder dan de vele tijd, die U in de zomer met tob ben verspeelt. En ik praat dan nog niet eens van de narigheid, die men er van heeft. En wij stellen ons voor, dat op de meeste bedrijven tijdens de wintermaan den wel gelegenheid is om een hek te maken. En vergeet dan vooral ook niet eens om te kijken naar puin van een of an dere afbraak om de dammen behoorlijk te verharden. Ook hier wint U tijd mee. Moeilijkheden bij het uitvoeren van allerlei werkzaamheden zie je ook nog al eens doordat de afstand van de greppel einden tot de sloot, waarin deze uitmon den te klein is. De zgn. wendakkers zijn dan te smal. Bij het keren raken de werktuigen in de greppel en het gevolg is oponthoud, mogelijk zelfs „brokken" en vernieling van de greppels. Het is maar een kleinigheid om door middel van een paar buizen de wendakkers bre der te maken. Dwarsgreppels geven enorm veel last bij het werken met machines. In de loop van de jaren zijn er er op verschillende bedrijven heel wat weggewerkt door ze te vervangen door grote buizen. Toch kom je ze op veel bedrijven nog steeds tegen. We zouden ook nog heel wat kunnen zeggen over een goed onderhoud van werktuigen en gereedschappen, omdat hierdoor oponthoud tijdens het werk wordt voorkomen. Maar op dit onder werp is al zo veel gehamerd, dat we er maar liever over zwijgen. Hoewel we het toch wagen er aan te twijfelen of al het „hameren" al voldoende geholpen heeft. „Het zijn maar kleinigheden" zetten we boven dit artikeltje. Inderdaad! Maar ze zijn toch zo belangrijk, dat op het ene bedrijf alles goed loopt en men op het andere bedrijf altijd aan het knoeien is. C. v. Gr. BOOTDIENSTREGELING T.E.S.O. Werkdagen: Van Texel: 5.20 7.40 10.30 13.00 15.30 18.00 VanDenHelder 6.30 9.15 11.40 14.20 16.40 19.35 Zon- en alg. erkende chr. feestdagen: Van Texel: 7.40 11.00 16.00 18.25 Van Den Helder: 9.15 12.10 17.15 19.30 te haar behoedzaam en ook wat verdrie tig, want ondanks alles, wat ze dacht Jane te kunnen verwijten, had ze zich toch tot dit jonge vrouwtje aangetrokken gevoeld. „Jane, jij hierHoe ben je bin nengekomen en waar is de oppas?" „Dat ben ik, mevrouw", zei Jane met nadruk op het laatste woord. „Ik behoor sinds kort tot uw personeel". „Jij.maar waar en hoe.Zeg, hoe durf je je hier te vertonen, terwijl je je niets aan je kind gelegen liet?" „Dat is een infame leugen", barstte Jane los. „Ik werd onder valse voor wendsels weggestuurd en ik schreef bijna iedere dag, maar ik kreeg alleen enkele nietszeggende brieven van je terug". De vrouwen keken elkaar vijandig aan. Beneden luidde de bel, maar ze reageer den er niet op. Iris zei niets en Jane ging wanhopig verder. „Toen ik merkte onder welke leugens ik was weggelokt, ben ik dadelijk terug gekomen. Ik wilde bij mijn kind zijn. Jullie wensten mij niet meer te ontvangen en ik was machteloos, omdat ik hem geen onderdak kon ver schaffen". „Praatjes Jane", probeerde Iris kalm te zeggen. Ik kreeg geen enkele brief van je. Het leek er meer op, dat je blij was met je zo gemakkelijk verkregen vrij heid". Jane balde haar vuisten. „Ik wist het wel", siste ze. „Mijn brieven zijn achter gehouden. Die paar brieven, die ik door kreeg, waren natuurlijk gecontroleerd!, om te verhinderen, dat er iets van de verduisterde brieven zou uitlekken. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1960 | | pagina 4