Algemene vergadering Bedrijfsvereniging
De betekenis van H.B.S. en proefklas
„Zij kochten
mijn kind"
Het zijn maar
kleinigheden
Deze op donderdag 28 januari gehou
den vergadering werd zeer goed bezocht.
Plm. 100 personen waren aanwezig.
In zijn openingswoord wees de voor
zitter, de heer A. Dros Bzn. er op, dat
1959 een belangrijk jaar was geweest
voor de vereniging. Spreker memoreerde
de aangelegde proef met diepe grondbe
werking en verder het feit, dat in dit
jaar door de vereniging nieuwe statuten
waren aanvaard, die o.m. inhouden, dat
het bestuur zal worden ingekrompen.
Hierna volgde lezing van de notulen
van de vorige algemene vergadering
door de secretaris, de heer M. Roeper
Pzn. Daarbij aansluitend werd eveneens
door de secretaris een jaaroverzicht uit
gebracht.
Uit het financieel verslag, uitgebracht
door de heer C. van Groningen, bleek,
dat het saldo sinds het vorige boekjaar
teruggelopen was met een bedrag van
ruim 1.400,— De penningmeester
wees er op, dat dit een gevolg was van
enkele bijzondere uitgaven, nl. een bij
drage van 1.000,aan de diepploeg-
proef en aankoop van een schuurtje voor
het opbergen van proefveldmateriaal.
Namens de rekeningnazieners werd door
de heer L. de Waard medegedeeld, dat
de rekening in orde bevonden was.
Op voorstel van het bestuur werd de
contributie onveranderd vastgesteld op
40 ct. per ha.
Vervolgens werd het woord gegeven
aan de heer Dr. N. D. Dijkstra voor het
houden van zijn inleiding over .Nieuwe
inzichten bij de voederwinning".
Spreker wees in de eerste plaats op
het belang van het tijdig maaien van
gras, dat bestemd is voor het winnen
van hooi en kuilgras. Zeer duidelijk
werd aangetoond, dat de voederwaarde
van het gras bij het ouder worden aan
zienlijk daalt. Spr. was van oordeel, dat
het juiste tijdstip van maaien het mo
ment is, waarop de zetmeelwaarde van
het gras sterk gaat dalen. Het eiwitge
halte is op dat moment al zeer sterk ge
daald, maar uit voederproeven is geble
ken, dat vroeger maaien ook nadelen
heeft.
Vervolgens werd stil gestaan bij de
diverse manieren, waarop gras geconser
veerd kon worden. Het wekte enige ver
wondering bij de aanwezigen, dat blij
kens langjarige proeven van het Rijks
landbouwproefstation te Hoorn de ver
liezen bij het opperen van hooi niet gro
ter zijn dan bij het ruiteren van hooi.
Spr. bleek een zeer groot voorstander ie
zijn van het ventileren van hooi. Sinds
drie jaar worden hiermede proeven ge
nomen en de resultaten zijn onverdeeld
gunstig. De heer Dijkstra bleek er een
voorstander van te zijn om ook bij gun
stig hooiweer het hooi binnen te halen
op het moment, dat het geschikt is om
met behulp van een ventilator in het vak
verder droog geblazen te worden. Spr.
was van oordeel, dat op dit moment geen
verder risico genomen moest worden en
verder wees de heer Dijkstra er op, dat
in dit stadium op het veld ook bij goed
hooiweer belangrijke verliezen aan droge
stof kunnen optreden. De heer Dijkstra
zag geen grote voordelen in het venti
leren met warme lucht.
Wat het inkuilen van gras betreft
noemde spreker als goede methoden de
Hardelandmethode, het inkuilen met de
kneusmachine, de voordroogkuil en de
A.I.V.-kuil. Speciaal werd ingegaan op
de nieuwste methode van het maaikneu-
zen. Hoewel de aanvankelijke resultaten
goed waren, durfde spreker zich toch
niet positief over de waarde van deze
methode uit te spreken. De heer Dijkstra
was van oordeel, dat de ervaringen van
1959 niet als maatgevend konden worden
beschouwd. Verder werd gewezen op de
nadelen van de vermenging van het gras
met zand als gevolg van de aanwezigheid
\an molshopen en een open zode op
kunstweiden op zandgrond. Spr. was
daarom van mening, dat verdere resul
taten moesten worden afgewacht.
Dr. Dijkstra is een groot voorstander
van het inkuilen volgens de voordroog
methode, hoewel in de methode wel en
kele zwakke punten zitten. Moeilijkheden
zijn het bepalen van het juiste moment
van conservering en het schimmelvrij
houden tijdens het voeren van de kuil.
Wat het laatste betreft werden op het
Instituut, waaraan de heer Dijkstra is
verbonden nooit moeilijkheden onder
vonden. Het is van belang om bij opening
van de kuil deze geheel bloot te maken
en de kuil niet in gedeelten op te voeren,
verder moeten de kuilen niet te groot
zijn, terwijl de aanwezigheid van een
silo een eerste eis is. De kuilen moeten
verder gebruikt worden in de maanden
met de laagste temperatuur.
In het slot van zijn inleiding ging Dr.
Dijkstra nog in op de mogelijkheden, die
men met op verschillende manier ge
conserveerd wintervoeder heeft. Uit
meerjarige proeven kwam duidelijk naar
voren, dat met het voederen van uitslui
tend kuilvoeder niet de hoogste melkop-
brengst kon worden verkregen. Het beste
zou zich hiervoor nog de voordroogkuil
lenen. Wel bleek, dat het hooi voor een
zeer groot gedeelte door kuilvoeder kan
worden vervangen. De heer Dijkstra
achtte een combinatie van een niet te
grote gift hooi met voldoende kuilgras
het meest aan te bevelen.
Naar aanleiding van de inleiding van
van de heer Dijkstra werden diverse
vragen gesteld. Nieuwe gezichtspunten
kwamen hierbij niet naar voren.
De bestuursverkiezing, die het bestuur
van 13 personen terug moest brengen tot
7 personen, had het volgende resultaat:
namens Holl. Mij van Landbouw afd.
Texel nemen zitting de heren M. Roeper
Pzn. en Jn. Kikkert M. Jzn., voor de
L.T.B. afd. Texel de heren C. M. Bakker
J. Mzn. en C. Verberne, C.B.T.B. afd.
Texel de heer Jac. Bas, Holl. Mij. van
van Landbouw afd. Eierland de heer A.
Dros Bzn. en L.T.B. afd. Eierland, de
heer A. E. de Grave. De functies zullen
door het bestuur worden verdeeld.
De heer J. Nieuwenhuis gaf vervolgens
een overzicht van het bedrijfseconomisch
onderzoek op 23 Texelse bedrijven. Uit
een door de heer Nieuwenhuis gemaakt
overzicht bleek, dat de laatste drie jaar
bet netto overschot per ha. op de be
drijven tot plm. 15 ha. iets stijgt, terwijl
dit op de grotere bedrijven gedaald is.
Een verklaring hiervoor kon niet worden
gegeven.
De heer C. van Groningen gaf een
overzicht omtrent diverse werkzaam
heden en het resultaat van de proefvel
den. Hierbij bleek o.m. dat de diepe
grondbewerking, die in 1958 op het be
drijf van de heer Rutten werd uitge
voerd in 1959 een zeer gunstig resultaat
had gegeven. De opbrengst van de zo-
mergerst op het gediepploegde gedeelte
was meer dan dubbel zo hoog als op de
grond, die normaal bewerkt was.
In zijn sluitingswoord meende de heer
Dros te kunnen vaststellen, dat de ver
gadering zeer goed geslaagd was. Met de
beste wensen voor de vereniging en de
Texelse bedrijven werd de vergadering
gesloten. C. v. Gr.
KLAVERJASCLUB DE GRAAF
De stand is na 16 partijen:
1. Echtpaar Bruin
2. Zuidewind-Kiewiet
3. v.d. Hoort-v.d. Molen
4. Huisman-v.d. Slikke
5. Stobbe-Hartog
6. Huisman-mej. Bagge
7. mevr. Kooy-J. Prins
8. mevr. Kiewiet-Barhorst
9. Witte-Kramer
10 Van Leersum-van Dorp
11. Beuving-Snoek
12. Borgman-v. Heerwaarden
Het laatste koppel heeft
gespeeld.
26.843
8
26.330
11
25.630
8
25.278
14
24.521
10
24.263
8
23.614
6
23.555
7
22.596
6
22.356
5
21.597
4
19.773
2
14 partijen
EEN WEEK MET EEN KOTTER
NAAR ZEE
De heer S. Langeveld maakte een
reisje met een Texelse kotter. Onder
staand verslag, waarin wij geen wijzi
gingen aanbrachten, kwam van zijn
hand.
Eindelijk is het dan maandagmorgen.
Om 4 uur uit je bed, want met de eerste
boot start de reis naar Breskens. Om je
de waarheid te zeggen, het valt je niet
mee in een bus van Den Helder naar
Breskens, vooral in de winter. Gladde
wegen en nog een uur oponthoud voor
een trailer, die op de weg was gekanteld,
maar eindelijk kwamen wij dan in Bres
kens aan. Ik dacht wat moet dat worden,
want ik was al stijf en stram van de bus.
In Breskens waaide het dat het rookte.
De weerberichten waren windkracht 6-8.
De schipper zei: we wachten het nog
maar even af, want zo kan je toch niet
vissen.
Na eerst de haven en samenkomsten
van vissers, Texelaars, Urkers, Breskers
en ik weet niet wat voor landslieden
allemaal te hebben bekeken, zijn we, na
ae eerste nacht aan boord geslapen te
hebben, de volgende morgen uitgevaren.
Het avontuur, waar ik al maanden op
had gewacht, kon beginnen.
Eerst het schip zelf. Alles is in de weer
om er voor te zorgen dat de netten over
boord kunnen en het vissen kan begin
nen. De kok heeft de koffie klaar en
roept als wij aan dek zijn: eerst maar een
bakkie en een sneetje brood, want mis
schien hebben wij straks geen tijd meer.
Eerst werd om de Zuid gestoomd, want
de berichten waren, dat de haring zuide
lijker was gesignaleerd. Na bijna 5 uur
stomen werd het net overboord gezet en
de spanning begon. De schipper keek
maar naar de „schrijver" of er soms
haring in de buurt was. Eindelijk daar
gebeurde het. Ik stond in de stuurhut
naar de „schrijver" te kijken. De schip
per riep tot de bemanning: halen! De
andere kotter draaide bij; de stroppen
werden losgegooid en nu maar trekken.
Met vier man werd het net tot dicht bij
de kotter getrokken en nu langs de kot-
In het belang van de ouders van kin
deren die het lager onderwijs verlaten,
wordt hier nog eens de betekenis van de
H.B.S. en de a.s. proefklas uiteengezet.
De H.B.S. is in principe vijfjarig en
heeft twee richtingen: de A-afdeling, die
een literair-economische, de de B-afde
ling, die een meer exacte wis- en natuur
kundige vorming geeft. De rijkshogere-
burgerschool-Texel is een H.B.S.-B; in de
toekomst wordt hieraan een afdeling A
verbonden.
Het diploma H.B.S. heeft voor de be
zitters grote waarde. In het bedrijfsleven
wordt het veel gevraagd voor alle hogere
functies en bij verdere studie is 't vaak 'n
vereiste en in ieder geval een zeer be
langrijke vooropleiding. Het is ook mo
gelijk na 3 jaar H.B.S. toegelaten te wor
den tot schalen als de kweekschool voor
onderwijzers, de zeevaartschool en ande
re technische vakscholen.
In ieder geval is het van belang voor
de toekomst van het kind te overwegen
of het een H.B.S.-opleiding zal volgen.
Aan de leerlingen worden hoge eisen
gesteld. Ze moeten goed kunnen leren,
graag willen leren en over een flinke
portie energie beschikken. Verder moe
ten ze een zekere kennis bezitten om het
onderwijs te kunnen volgen. De hoofden
en onderwijzers van de lagere scholen
zullen zeker advies kunnen geven over
de geschiktheid van hun leerlingen en
zullen er ook voor kunnen zorgen dat ze
voldoende voorbereid zijn.
Alle leerlingen, die tot de le klas van
de H.B.S. toegelaten willen worden, moe
ten zich onderwerpen aan een wettelijk
voorgeschreven toelatings-onderzoek.
Uit de kandidaten worden een of meer
klassen gevormd, die gedurende een
aantal middagen van de leraren (lera
ressen) les krijgen in Nederlandse taal,
rekenen, aardrijkskunde en geschiedenis.
De lessen worden mondeling en schrifte
lijk overhoord en tot slot worden proef-
werkjes gegeven. De leerlingen worden
beoordeeld naar hun oplettendheid in de
klas, hun mondelinge antwoorden, hun
schriftelijk werk, kortom naar hun hele
houding in de proefklas. Daarnaast wordt
ook ernstig rekening gehouden met het
advies, dat het hoofd van de lagere
school geeft.
Het is natuurlijk noodzakelijk, dat de
kandidaten de proefklas geheel mee
maken en geen dag verzuimen.
Ook leerlingen, die op de ULO-school
uitstekende resultaten behalen of die het
ULO-diploma behaald hebben, kunnen in
een der klassen van de H.B.S. geplaatst
worden.
Nu op Texel een eigen H.B.S. aanwezig
is, hoeft het niet meer voor te komen, dat
kinderen met een goede aanleg-door on
gunstige omstandigheden niet alle kan
sen krijgen om via een middelbare-
schoolopleiding een goede positie in de
maatschappij in te nemen en kan ieder
die de vereiste geschiktheid bezit, ervan
profiteren.
FEUILLETON:
door HANOL SPOOR.
41. Dus dat was 't echtpaar Bennickhoff,
geen twijfel aan. Nadenkend bleef Rudy
staan, dan versnelde hij zijn pas en
wenkte een taxi. Hij gaf het adres op in
de Parklaan. Dat mevrouw Bennickhoff
het hotel verliet, zou voor Jane wel eens
nieuwe narigheid kunnen betekenen. Het
werd hoog tijd dat Jane wist, opnieuw
een beschermer te bezitten, die haar
door dik en dun zou verdedigen en haar
nooit meer in de steek zou laten. Aange
nomen dan, dacht hij met bitter zelf
verwijt, dat ze nog iets met hem te ma
ken wilde hebben.
Zijn taxi had pech. Een verkeersop
stopping bezorgde hem enige oponthoud.
Rudy zat in uiterste opwinding zijn vuis
ten tegen elkaar te slaan, maar het duur
de geruime tijd, voordat de knoop was
ontward.
Bij het grote huis van de Bennickhoff's
werd afgerekend. Rudy maakte even zijn
toilet wat in orde, streek zijn uniform
zoveel mogelijk glad en kamde zijn weer
barstig haar. Het kwam er nu op aan. Nu
zou de beslissing vallen en hij zou weten
of hij met of zonder Jane door het leven
moest gaan. Dat betekende een leven van
vreugde en geluk en het samen dragen
van de zorgen des levens, of een sleur
van dagen in eenzaamheid en wroeging.
Die overdenkingen deden hem aarzelen.
Langzaam liep hij op het huis af. Een
eigenaardig zoemend geluid klonk door
het huis, toen hij op de bel drukte.
Daarna bleef het doodstil. Toch zag hij
op verschillende plaatsen licht branden.
Rudy nam de voorgevel van de woning
in zich op. Er bleef een drukkende
stilte hangen. Weer bracht hij zijn hand
naar de bel. De aparte, maar doordrin
gende klank van de bel moest toch in het
hele huis hoorbaar zijn.
Er gebeurde niets en Rudy stapte on
geduldig op en neer. Een bepaald gevoel
van angst beving hem. Hier in dit huis
vertoefde nu zijn vrouw en kind en toch
kwam er op zijn bellen nergens enige
reactie. Dat moest een reden hebben
Vreemd.... weer gleden zijn blikken
langs de gevel, maar hij zag nergens een
gelegenheid om naar binnen te kijken.
Nadat hij de voorkant van het huis
langs was gegaan, zocht hij aan de zij
kant naar een ingang. Bij de personeels
ingang drukte hij wederom op de bel.
Een gerinkel, als van een telefoon brak
de stilte van het huis, maar niemand ver
scheen. Het was om hopeloos te worden.
Nu achtte hij toch wel de tijd gekomen
om andere maatregelen te treffen. Hij
duwde tegen de deur aan, maar die
bleek goed gesloten te zijn. Dan de
hoofdingang nog eens onderzocht en an
ders via een andere ingang naar binnen
dringen, nam hij zich voor. Zonder resul
taten ging hij niet naar huis. Hoewel hij
wemig succes verwachtte, duwde hij toch
tegen de buitendeur en tot zijn grote ver
wondering gaf deze mee. Had mevrouw
Bennickhoff dan zoveel haast gehad?
Was er misschien een ongeluk gebeurd?
Maar dan zou er zeker meer bedrijvig
heid zijn.
„Is daar iemand?" riep hij luid.
Stilte.... Het tikken van een grote
klok in de hal, was het enige geluid. Het
herinnerde hem op een irriterende wijze
aan de tijd, die hij al zo vruchteloos had
laten voorbijgaan.
Boven in de gang brandde licht. Rudy
ging, gedreven door een innerlijke drang
de trappen op. Ook daar weer doodse
stilte. Tik-tak, tik-tak, deed de klok. De
tijd ging door. Hij moest verder. Het
tikken joeg hem op, al bezwaarde het
hem, om in zo'n wildvreemd huis door te
dringen. Ach kom.die lui hadden
immers zijn eigen zoon in huis, dus
mocht hij zich bijzondere voorrechten
aanmeten. Voorzichtig liep hij verder.
Toen hij enige stappen had gedaan,
hoorde hij stemmen in de verte. Onzeker
bleef hij staan. Had hij nu wel het recht
om zover in andermans huis binnen te
dringen? Ja, hij liet zich nu niet meer
tegenhouden. Hij hoorde vrouwenstem
men, die luider en heftiger klonken,
naarmate hij naderbij kwam.
Er schijnt een flinke woordenwisseling
aan de gang te zijn, dacht Rudy. Geen
wonder, dat er van de bel geen notitie
werd genomen. Moest hij zich nu met die
ruzie inlaten? Ja, natuurlijknu niet
laf zijn. Zijn hart begon plotseling te
bonken. Dat kon Jane zijn, die door me
vrouw Bennickhoff ontdekt was.
Toch aarzelde Rudy nog even. Dat
kleine dametje zag er zo lief en zacht
moedig uit en ook zo zwak en teer. Ze
De meeste landbouwers op Texel we
ten waarschijnlijk, dat sinds enkele jaren
een aantal bedrijven op ons eiland deel
nemen aan een bedrijfs-economisch on
derzoek. Voor deze bedrijven wordt een
zgn. bedrijfseconomische boekhouding
bijgehouden.
Een dergelijke boekhouding verschaft
veel meer gegevens over de rentabiliteit
van het bedrijf dan de zgn. fiscale boek
houding. Deze laatste vertelt wat het
persoonlijk inkomen van de betrokken
landbouwer is geweest, maar U kunt
hiermede beslist niet nagaan of het be
drijf rendabel is.
Er zijn in de loop van deze enkele ja
ren al heel aardige dingen naar voren
gekomen. In de eerste plaats is wel ge
bleken, dat de rentabiliteit van gelijk
soortige Texelse bedrijven zeer verschil
lend is. Terwijl bepaalde bedrijven vrij
wel ieder jaar met een behoorlijke winst
uit de bus komen, zijn er andere bedrij
ven, die jaar op jaar bedrijfseconomisch
gezien verlies lijden.
De vraag ligt voor de hand: Hoe komt
dit? En dan moeten we direct zeggen, dat
het antwoord vaak niet voor het grijpen
ligt. Toch zijn er enkele dingen, die
duidelijk naar voren komen. Over één
daarvan wil ik iets zeggen.
Telkens blijkt, dat het effect van de
ter naar de zijkant gehaald.
Ik keek naar beneden en zag de eerste
haring, zoals ik het nog nooit had gezien
in zee drijven. Ik vroeg aan de schip
per: de haring drijft zeker? Ja, zei hij, bij
een vlugge trek leeft de haring; duurt
het te lang, dan gaat de haring dood en
kan je deze niet zo goed aan boord
krijgen. Het gebeurt ook veel, dat het
net breekt en dan is alles verloren. Eerst
moet het net dan weer gemaakt worden.
De eerste trek was 3 pak, wat ongeveer
2l/t ton is. Er is niet veel haring hier,
zei de schipper. Ik begrijp niet, dat ze nu
zo maar weer weg is. Misschien dat ons
het nachttij een beetje gelijk geeft, maar
nee hoor, zoeken en dan hier en dan
daar geprobeerd, geen haring.
Maar opeens kwam bericht: haring
voor Scheveningen en IJmuiden. De
schipper bedacht zich geen ogenblik, een
seintje naar de andere kotter, de steven
gewend en daar ging het, volle kracht de
andere kant uit.
Na een halve nacht gestoomd te heb
ben, kwamen we op de plaats waar de
haring moest zijn. Veel schrijverij was
er nog niet en dat zou, nu het dag werd,
ook wel niet zoveel zijn. Na eerst een
bakkie gedronken en een sneetje brood
gegeten te hebben, bleef de schipper aan
het roer en wij zaten met zijn allen in de
kombuis. Ik kreeg slaap en dacht: ik ga
slapen hoor, want het is nog niks. Ik lag
net in bed of daar roept de schipper:
schrijver zwart. Jongens opgelet, want
we moeten direct halen. Ik was er al uit,
want daar moest ik bij zijn. Op het dek
was het een en al bedrijvigheid. „Halen"
riep de schipper, „anders komt er niets
van terecht". Wat een trek; ik kon m'n
ogen niet geloven zoveel haring in één
trek. 30 pakkies dat is ongeveer 24 - 25
ton. Zo heb je niks en een half uur
daarna een schip vol!
Overgelukkig ben ik naar beneden ge
gaan. De schipper vertelde, dat het een
van de grootste trekken van het seizoen
was en dat ik als landrot dat moest
meemaken.
En nu de andere kotter nog een vracht
en dan gaan we naar huis. Toen het
avond was hadden wij 60 ton haring ge
vangen. Voor mijn begrip erg veel.
En nu „waarom" ik ben meegegaan.
In mijn zaak komen veel jongens, die op
een kotter varen. Hun gedachten
zijn op zee. Hoe kan dat toch, dacht ik.
Maar nu weet ik het; laat nu een buiten
staander zijn mond maar niet meer
opendoen over die kottervissers, want
het leven is hard, dag en nacht zijn ze in
touw. Een uurtje slaap en dan maar weer
in de ijzige kou, ver van huis, van vrouw
en kind. Laat alle praatjesmakers maar
eens meegaan, dan zijn ze in een week
genezen en zullen ze nooit meer een
grote mond hebben. en dan met
windkracht 8.
Sijp.
zou hij zijn plotseling verschijnen de
schrik van haar leven krijgen. Kon hij
niet beter het einde van het gesprek af
wachten? Zou Jane dan niet veel meer
verheugd zijn over zijn komst. De stem
men trokken hem steeds dichterbij. De
bijna zekere aanwezigheid van Jane had
een onweerstaanbare aantrekkings
kracht voor hem. Het zou een verrukking
zijn haar eindelijk weer te zien. Voor
zichtig sloop hij verder
Jane had bij het zien van Iris de hui
lende baby in zijn bedje gelegd. Haar
adem ging gejaagd op en neer. Ze was
ontdekt. Iris zou haar de deur wijzen,
dat zag ze aan heel haar houding. Ze
zou voor lange tijd afscheid van de klei
ne Walter moeten nemen.of hem nu
opeisenMaar waar moest ze hem
brengen, met dezelfde zekerheid, dat hij
het zo goed zou hebben als hier? Ze
draaide zich langzaam om en zag dat Iris
nog steeds niet van haar verwondering
bekomen was. Jane moest, ondanks haar
grote bekommering, de charmante ver
schijning van Iris bewonderen. In haar
avondjapon van zilverbrokaat, waarover.
heen een witte bontstola, leek ze een
figuur uit een sprookje. Voor Jane
bracht ze echter onheil. Mooi en rijk,
dacht Jane bitter. Sommige vrouwen
hebben alles, wat er in de wereld te
wensen is. Een man, die haar op de han
den draagt, een huis als een klein kas
teeltje en bij dat alles wil ze ook mijn
kind nog hebben. Het leven was onrecht
vaardig en feitelijk zou ze Iris moeten
haten. Heel even was er woede in haar
blik, toen ze Iris aankeek. Deze zag de
uitdrukking in Jane's ogen en het maak-
arbeid, dus datgene „wat er uit iemands
handen komt" van het grootste belang is.
Dat heeft niet direct te maken met het
feit of iemand hard en lang werkt. Veel
meer met dit: Je hebt blijkbaar mensen
met „twee rechterhanden", en anderen,
die er niet één hebben. Bepaalde werk
zaamheden, die volgens landelijk vastge
stelde normen bijv. 100 arbeidsuren vra
gen, worden door de ene man in 75 uur
gedaan, terwijl een ander er 150 uur voor
nodig heeft. Er zal waarschijnlijk enorm
veel voorlichting nodig zijn om hierin
enige verandering te brengen.
Maar verder zijn er toch ook wel een
aantal zaken, die binnen ieders bereik
liggen. Op het ene bedrijf bijv. is alles
tot in de puntjes verzorgd zonder dat
behoeft te worden gesproken van luxe
op het andere bedrijf is letterlijk niets in
orde. Ik denk bijvoorbeeld hier aan:
Je komt in de zomer op zo'n bedrijf,
omdat de landbouwer je gevraagd heeft
eens te gaan kijken bij een gewas, dat
naar zijn mening niet in orde is. Het be
treffende perceel ligt juist achter een
paar percelen grasland, die je dus dóór
zult moeten. Je bekijkt de situatie eens
en bemerkt, dat de bevestiging van de
hekken in de dammen zodanig is, dat je
je vervoermiddel wel op het erf kunt
laten. Het kost waarschijnlijk een kwar
tier om de wrakke hekken, die met tal
van ijzerdraden in de scheefstaande pa
len hangen dóór te komen. En je hebt al
gauw bekeken, dat je met dit extra
kwartier er bij vlugger kunt gaan lopen.
En tegelijk denk je er aan, dat de
landbouwer dit karwei ook iedere keer
heeft te verrichten als hij het bedrijf op
moet. Hoeveel tijd zou hiermee verloren
gaan? Ik spreek dan nog niet eens van
bet risico, dat het vee er op zekere dag
in slaagt het „wrakke" geval weg te du
wen en op ongewenste plaatsen komt. Op
de school van meester Laan leren de
jongens op het moment ook wat timme
ren. En er zijn ook heel wat oudere
landbouwers, die er best kans voor zien
een goed hek in elkaar te slaan. Een een
voudig hek, opgehangen aan een paar
stevige palen behoeft niet zo erg veel te
kosten. In ieder geval veel minder dan
de vele tijd, die U in de zomer met tob
ben verspeelt. En ik praat dan nog niet
eens van de narigheid, die men er van
heeft. En wij stellen ons voor, dat op de
meeste bedrijven tijdens de wintermaan
den wel gelegenheid is om een hek te
maken.
En vergeet dan vooral ook niet eens
om te kijken naar puin van een of an
dere afbraak om de dammen behoorlijk
te verharden. Ook hier wint U tijd mee.
Moeilijkheden bij het uitvoeren van
allerlei werkzaamheden zie je ook nog al
eens doordat de afstand van de greppel
einden tot de sloot, waarin deze uitmon
den te klein is. De zgn. wendakkers zijn
dan te smal. Bij het keren raken de
werktuigen in de greppel en het gevolg
is oponthoud, mogelijk zelfs „brokken"
en vernieling van de greppels. Het is
maar een kleinigheid om door middel
van een paar buizen de wendakkers bre
der te maken.
Dwarsgreppels geven enorm veel last
bij het werken met machines. In de loop
van de jaren zijn er er op verschillende
bedrijven heel wat weggewerkt door ze
te vervangen door grote buizen. Toch
kom je ze op veel bedrijven nog steeds
tegen.
We zouden ook nog heel wat kunnen
zeggen over een goed onderhoud van
werktuigen en gereedschappen, omdat
hierdoor oponthoud tijdens het werk
wordt voorkomen. Maar op dit onder
werp is al zo veel gehamerd, dat we er
maar liever over zwijgen. Hoewel we het
toch wagen er aan te twijfelen of al het
„hameren" al voldoende geholpen heeft.
„Het zijn maar kleinigheden" zetten
we boven dit artikeltje. Inderdaad! Maar
ze zijn toch zo belangrijk, dat op het ene
bedrijf alles goed loopt en men op het
andere bedrijf altijd aan het knoeien is.
C. v. Gr.
BOOTDIENSTREGELING T.E.S.O.
Werkdagen:
Van Texel: 5.20 7.40 10.30 13.00
15.30 18.00
VanDenHelder 6.30 9.15 11.40 14.20
16.40 19.35
Zon- en alg. erkende chr. feestdagen:
Van Texel: 7.40 11.00 16.00 18.25
Van Den Helder: 9.15 12.10 17.15 19.30
te haar behoedzaam en ook wat verdrie
tig, want ondanks alles, wat ze dacht
Jane te kunnen verwijten, had ze zich
toch tot dit jonge vrouwtje aangetrokken
gevoeld.
„Jane, jij hierHoe ben je bin
nengekomen en waar is de oppas?"
„Dat ben ik, mevrouw", zei Jane met
nadruk op het laatste woord. „Ik behoor
sinds kort tot uw personeel".
„Jij.maar waar en hoe.Zeg,
hoe durf je je hier te vertonen, terwijl
je je niets aan je kind gelegen liet?"
„Dat is een infame leugen", barstte
Jane los. „Ik werd onder valse voor
wendsels weggestuurd en ik schreef bijna
iedere dag, maar ik kreeg alleen enkele
nietszeggende brieven van je terug".
De vrouwen keken elkaar vijandig aan.
Beneden luidde de bel, maar ze reageer
den er niet op. Iris zei niets en Jane ging
wanhopig verder. „Toen ik merkte onder
welke leugens ik was weggelokt, ben ik
dadelijk terug gekomen. Ik wilde bij
mijn kind zijn. Jullie wensten mij niet
meer te ontvangen en ik was machteloos,
omdat ik hem geen onderdak kon ver
schaffen".
„Praatjes Jane", probeerde Iris kalm
te zeggen. Ik kreeg geen enkele brief van
je. Het leek er meer op, dat je blij was
met je zo gemakkelijk verkregen vrij
heid".
Jane balde haar vuisten. „Ik wist het
wel", siste ze. „Mijn brieven zijn achter
gehouden. Die paar brieven, die ik door
kreeg, waren natuurlijk gecontroleerd!,
om te verhinderen, dat er iets van de
verduisterde brieven zou uitlekken.
(Wordt vervolgd)