Cjroen 2,'wgrL-Jexels in het harL, Texelse bakker bereikt Wieringen in zijn baktrog 17e eeuwse zeereis van een Texelse bakker1 i Gebruik het gras straks goed WOENSDAG 20 APRIL I960 TEXELSE 74» JAARGANG No. 7447 COURANT Uitgav# N.V. v.h. Lcmgeveld de Rooij Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel Handelsdrukkerij Den Burg - Texel - Postbus 11 - Tel. 11 Verschijnt woensdags en zaterdags Bank: R'damse Bank, Coöp. BoerenL Bank. Postgiro 652. - Abonn-pr. 2,25 p. kwart 25 ct incasso. Adv. 10 ct p. mm Zomer 1624. Oudeschild sluimert. Onder aan de dijk liggen een paar vis sersscheepjes. Wat vogels dutten langs de waterkant. De zee is kalm, een zwakke wind waait uit het noordwesten. De bemanningsleden van de op de ree liggende schepen der Compagnie hebben de avond te voor het eiland verlaten.. De huizen van de Admiraliteit waar altijd een bedrijvigheid is liggen in een rust verzonken. Een beetje vreemd staan deze huizen hier met hun Amsterdamse trap- geveltjes. Voor de bierstal (de herberg) staan een paar klompen. De blinden zijn gesloten. De biersteker heeft de vorige avond weer vele zee-verhalen aangehoord. Maar hij deed dit met een lachend gezicht, omdat hij weet dat wanneer de verhalen uitvoe riger en ongeloofwaardiger worden, ook de kelen droger worden. Tot op dit ogenblik werpt nog niets een schaduw vooruit wat er op wijst, dat deze dag een bijzondere gaat worden. Of toch Uit de ochtendschemer doemen daar een paar gestalten op. Ze komen uit de richting Den Hoorn. Het kunnen loodsen zijn die zich naar hun werk spoeden. Misschien moeten zij over enkele uren de schepen buitengaats brengen Beiden zijn in een druk gesprek gewikkeld Nu ze dichterbij komen en beter te onderschei den verraad hun kledij het landvolk. Hun blauwe kieltjes en zijden petjes laten geen twijfel. Hun ideaal ligt daar op de landerijen, waar zij elk seizoen hun grond bewerken. Ze zijn gehecht aan hun dorpje dat ligt rond het möoie kerkje van Den Hoorn. Zij zochten nimmer het avontuur, doch leefden met het wel en wee van hun oogst, die ze door hard werken verkregen. Of met hun vee, dat graast op de malse Texelse weiden. Als eersten maken ze een rondgang door het stille dorp. Aan de oostkant blijven ze staan en zien vanaf de dijk over de ree. De Oostindie vaarders „de Jonge Abraham" en de .Beekvliet" lig gen reeds zeilklaar. Zoals zovele schepen hier een rustpauze houden, zullen straks de ankers worden gelicht om dan uit te zeilen naar de Kaap. Vandaar gaan ze verder naar het zo rijke Indië. De Texelse waterligters komen nog een keer langszij van de schepen, brengen een laatste groet en zwenken af. Ze kie zen de richting van een Smak, die bela den ligt met goederen voor de welvaren de handelssteden Enkhuysen en Amster- oam. Wanneer de ligsters bij de Smak zijn aangekomen wordt er met vereende krachten het verse water aan boord ge bracht. Het belooft een goede dag voor de zeilvaart! Wanneer de zachte noordwes ten wind aan houdt, kunnen de Oost- mdiëvaarders met open halzen naar Cadix zeilen. (De halzen dienen om de onderzeilen scherp bij de wind te zetten). Langs de kust zweven de zee meeuwen De vroege wandelaars keren de ree de rug toe en gaan terug naar de dijk waar ce vissersbootjes liggen. Waar het een ogenblik geleden nog zo rustig was, zijn nu tientallen boeren, burgers en vissers tesamen gekomen. De vogels hebben hun slaapplaatsen moeten verlaten en zijn verderop aan het fourageren. De molenaar van Schild is in een druk gesprek met Trijntje van Arie Claasz. van de Hogeberg. Trijntje beaamt alles wat de molenaar haar vertelt en knikt steeds bedachtzaam wanneer deze uitge sproken is en gewoonter trouw met de hand door het kleine witte baardje strijkt. Een groepje van Den Hoorn staat wat apart en deze zijn niet weinig ver baasd wnaneer ze de beide dorpelingen zien naderen. Hun gesprek stokt een ogenblik, maar dan neemt de kastelein Bakker onmiddellijk weer het woord. Bet Pauw van 't Jan Ayenslag doet zich ondertussen aan een snuifje tegoed. Steeds heftiger worden de gesprekken aan de waterkant. Trijntje van Arie Claasz. onderbreekt het gesprek met den mulder door de uitroep: „Daar komme ze!" en laat de aanwezigen niet langer in twijfel en wijst naar hel noorden. Vandaar komen twee boerenkarren. De dikke stofwolken laten geen twijfel dat hier de deputatie uit Den Burg komt aanstormen. De gesprekken eindigen abrupt. Steeds dichterbij komen de stof wolken en dan wordt achter de wagen van Cees Bakker ook de boerenkar van Piet Knop zichtbaar. Op de kret van de voorste wagen, naast Cees, zit zijn neef Gert, de jonge broodslijter van Den Burg. De zijden pet diep in het hoofd en een brede grijnslach op zijn gezicht. De menigte wijkt en de voorlieden krijgen gelegenheid om de paarden en wagen aan de dijk te zetten De molenaar TEN GELEIDE De meest merkwaardige zee reis in de geschiedenis van ons land bekend, vond plaats in de zomer van het jaar 1624. Naar aanleiding van een Wetspel met zijn makker, maakte Barent Bakker aan den Burg (op Texel met zi;n Baktrog, daar hij in bakte, een reis na 't Eiland Wie- ringen". „Hij volbragt deze reis behouden", aldus Dirk Burger van Schoor el in zijn Cronyk van de stad Medemblik, en had „het Wetspel op zijn makker gewon nen, blijkende Acte Notariaal daarvan gemaakt zijnde". „Zoodanige voorbeelden toonen tevens aan, dat de Nederlanders zich bijna nog moediger te water dan te lande betoond hebben. Het schijnt ook in de daad, als-of zijn zich in dat element tehuis behoren, zoo gemeenzaam gee- ven zij zich aan de gevaeren van het zelve over". Dit schreef de duitser Grabner in zijn vertaalde „Brieven over de Verenigde Ne derlanden", welke in 1792 te Haarlem werden uitgegeven. De notarieele actes uit die da gen zijn voorwaar niet ruim voor handen. Nasporingen in de ar chieven van het Rijksmuseum te Haarlem hebben de bewuste acte niet meer kunnen achter halen. Aan de hand van de verschil lende historische gegevens heb ben we deze zeereis gerecon strueerd. Want wanneer deze historie twee tijdschrijvers heeft bewogen hiervan melding te maken, ver dient het zeker de moeite om dit verhaal voor goed aan de ver getelheid te ontrukken. komt naast Cees staan. De anderen blij ven daarbij niet achter. Gert Bakker, die nu het middelpunt der belangstelling is, maakt zijn plan de campagne bekend. Spoedig zijn velen hem behulpzaam om zijn baktrog „daar hij in bakte" van de wagen te tillen. Bet Pauw, die nog net even de snuif doos hanteert, wordt door een der hel pers bijna omver gelopen Haar hoesten en proesten en het verwrongen gezicht wekken de lachlust der anderen. Met vereende krachten wordt de kuip opge nomen en naar de waterkant gebracht. Als Gert instapt nadat hij zich uit de menigte heeft losgemaakt kan hij nog menig goede raad in ontvangst nemen. Een behouden vaart! Daar komt de vlet van de compagnie, die de jonge bakker een eind op weg zal helpen. Want om in een baktrog het rui me sop te kiezen in zelfs voor een bak ker een hele onderneming, ook al is deze hem nog zo vertrouwd! De vorige dag nog heeft hij er het luch tige deeg in geklopt voor zijn broden. Gerritje, zijn vrouw, heeft nog een laatste gesprek met hem en stopt hem nog een paar rode zakdoeken toe. Dan maakt het vreemde vaartuig zich los van de wal. De reis is begonnen. Gerrit grijpt de schieters, de houten latten, waarmede hij altijd de gare broden uit de oven haalt. Zijn eerste pogingen zijn schuch ter, maar allengs wordt zijn slag zeker der. „Een behouden vaart!" brult er op eens iemand. Het is de stem van „Jan Potje" ae barbier uit Den Burg. Een uur vroe ger als de anderen was Jan met z'n hon denkar uit het dorp vertrokken. Zijn langdurige reis was niet zozeer het ge volg dat zijn honden slecht ter been zijn, maar dient eerder volgens zijn zeggen gezien te worden in het respectabel aantal katten dat hun weg kruisten. De afstand tussen Gert en het eiland wordt steeds groter. Deze aanblik vanuit het Marsdiep naar zijn geboortegrond is onvergetelijk voor hem. Bootjes dobberen rond het eiland, de oostindiëvaarders hebben de wind al in de zeilen en de Smak koerst naar de Vlieter. In de wel vaart der natie deelt Texel mee. Daar ligt het kerkje van Den Hoorn, ae trouwe baak voor de zeevarenden, fier komt het van achter de duinen te voorschijn. De hoge berg steekt als een zandbult af tegen de glooiiende velden. Daar ligt zijn land, waaraan hij zulke mooie herinneringen heeft. De Schans, die Willem de Zwijger oprichtte ter ver dediging van het Marsdiep, is nog duide lijk te zien. Rondom hem zijn de vogels. Hij kent ze allen bij naam, omdat ze voorkomen in dat prachtige landschap met zijn duinen en kreken. Gert voelt zich hier tussen de golfjes, die om zijn baktrog kabbelen, in zijn element. i Het prikkelt hem! Hij heeft de zee zo vaak gezien. Vanaf de duinen of vanaf j de andere hoog gelegen delen van het eiland. Maar nu lijkt de zee anders, nu onderscheidt hij de afwisselende kleuren die op te merken zijn bij de afscheidingen j van de zandbanken en vaargeulen. Hij proeft de zee, zoals de bemanningsleden van de „Beekvliet" en de „Jonge Abra- ham". Hij heeft ze er over horen vertellen I en hun verhalen klonken hem als muziek J in de oren. Is hij één van hen of toch een 1 landrot? Hij verdiept zich verder niet in dit probleem. De zeelucht maakt hem honge rig. Hij doet een duik in de korf die in het „vooronder" staat. Hij haalt een blauwe Tesselse koek te voorschijn en laat ondertussen zijn blik eens gaan langs de binnenkant van zijn vaartuigje. Langs de bovenkant van de trog lekt het iets. De bakker fronst het voorhoofd. Hij neemt nog een hap koek. Dan is er ook ce idee geboren. Hij neemt een stuk van zijn hapje af en stopt de taaie koek in de lekkende naad. Dicht! De rest van de koek laat zich goed smaken. Na de vroegkost laat hij zich even on deruit zakken en sluit even de ogen. De trog dobbert nu op de golven. De bakker verzamelt nieuwe kracht voor zijn reis. Zijn doel komt wel in zicht, doch is nog niet bereikt. De wazige contouren voor hem worden helderder en hij onder scheidt reeds duidelijk de kerkjes die op het Wieringerland verspreidt liggen. „het Wetspel". Hij denkt na over het „Wetspel", dat hij in de herberg ,,'t Rad van Avontuur" afsloot met zijn vriend Piet Knop. Het was eigenlijk allemaal voortgekomen uit een grap. Misschien zelfs meer uit poche rij, maar dit wilde hij zich zelf natuurlijk niet bekennen. Onder het genot van een glas bier had den Piet en hij wat zitten praten, totdat Harmen Bol zich hij hen voegde. Harmen voer op de „Jonge Arendt" en was al twee maal om de Kaap geweest. Harm was een pocher van allure, dit wist heel Texel. Bij de evenaar ving hij de grootste vliegende vissen en wie was het voor wie de kapers zo bevreesd waren. Dat was voor Harm. Gert wilde deze jongeling wel eens een lesje geven. Toen hij daarom weer met een gekruid kapersverhaal van wal stak, onderbrak Gert hem door te vertellen dat dit verhaal allemaal maar bluf was. Tegen beter weten in had hij gezegd: Jullie altijd met je gefantaseerde ver halen, jullie hebben toch kanonnen aan boord waarmee jullie de kapers te lijf kunt gaan? Dat is even gemakkelijk als met een boerenwagen van Den Burg naar Oosterend te rijden en de wandelaar onderweg te passeren. Nee, Harmen Bol, weet je wat een prestatie is? Om in een baktrog, waarin ik dagelijks m'n brood jes bak, naar Wieringen te varen!" Hoe hij zo op dit gekke idee gekomen was be greep hij zelf niet, maar het was gezegd voor hij het goed en wel besefte. „Jij met je mond als een bak-oven moet dat dan maar eens waar maken!" had Piet geroepen, die het fijne van Gert's gesprek was ontgaan en niets begrepen had van het lesje. Terugkrabbelen daar in het bijzijn van Harmen Bol was niet meer mogelijk. De weddenschap werd gesloten! Na een week was de bakker al verre van enthousiast over de aangegane ver bintenis en na enige tijd hoopte hij alleen nog maar dat zijn makker het maar zou vergeten. Misschien was dit ook wel ge beurd, wanneer Jan Potje" er onder het haarsnijden Piet niet naar had gevraagd. De volgende dag was zijn vriend bij hem gekomen en hem gevraagd mee te gaan naar zijn buurman. Zo was dus de no- 1aris er nog aan te pas gekomen om de weddenschap op schrift te stellen. Zou de bakker van zijn reis af zien, dan zouden de wedgelden aan Piet te beurt vallen. Maar Gert was te koppig (en misschien ook te zuinig) om zich de prijs te laten ontgaan. En hier drijft hij nu, temidden van de Waddenzee, navigerend naar het onbe kende eiland. De tijd verstrijkt zonder dat de bakker het zich realiseert. De afstand tot het einddoel wordt steeds kleiner Steeds groter het aantal i belangstellenden. Wieringei vissersvaar- I tuigen veranderen van koers om eens poolshoogte te nemen v/at daar nu in hun visgebied drijft. Ze zijn verwonderd wanneer ze Gert zien in zijn vreemd soortig vaartuigje. Hartelijk wordt er ge lachen om het verhaal wat de Texelse buur hen doet. Gert is daarentegen za kenman genoeg om van de goedgeluimd heid der visserlui te profiteren en zijn Texelse blauwe koek te ruilen voor ge droogde schar. Soms weet hij zelfs een van hen te bewegen om hem op sleep touw te nemen. Het eiland is nu niet ver meer. De trog (Zie vervolg pagina 4) We kunnen het er als mensen, die met de landbouw te maken hebben zeker over eens zijn, dat het grasland de laatste we ken flink bekomen is. Hier en daar zagen we al melkkoeien in de weide. Een vrij vroeg tijdstip voor ons eiland. De buien van de laatste dagen zullen de grasgroei, zeker op de percelen, waar tijdig kunstmest is gestrooid, nog weer aanzetten, zodat we er wel op mogen re kenen, dat in de tweede helft van deze maand de meeste melkkoeien de stal kunnen verlaten. De droogte van vorige zomer is de meeste percelen niet meer aan te zien. Een uitzondering vormen de percelen, die al zeer vroeg in de zomer waren ver droogd. De grasmat van deze percelen is „hol". Iedere veehouder weet, dat het eerste gedeelte van de weideperiode de tijd is, waarin het meeste gras groeit. Volgens diverse waarnemingen moeten we eind juni al ongeveer de helft van het gras te pakken hebben. Het is dus duidelijk, dat we vooral in deze tijd de kans om win- tervoer te winnen zullen moeten benut ten. Daar komt nog bij, dat het voor jaarsgras een bijzondere waarde heeft en ook voor het maken van hooi en kuilvoer meer waard is dan herfstgras. We den ken hierbij speciaal aan de zetmeelwaar- de van het gras. Hoewel het grasoverschot in de eerste groeimaanden op ons eiland, als gevolg van de zware schapenbezetting, minder groot is dan op zuivere rundveebedrijven menen we toch, dat het op veel bedrij ven mogelijk moet zijn een perceel gras land te bestemmen voor een vroege win ning van ruwvoeder. Omdat het een vroege winning is zullen de omstandig heden in de meeste gevallen gunstiger zijn voor kuilgras dan voor hooi. Daarbij moeten we er wel van uitgaan, dat op dit moment de stikstof al enige weken geleden is gestrooid. Indien dit nog maar een lichte gift van bijv. 200 kg kalkammon per bunder is geweest, zul len we deze moeten aanvullen tot een hoeveelheid van plm. 400 kg kalkammon per ha. Op deze wijze krijgt U hoogwaar dig gras, waaruit waardevol wintervoe der kan worden gemaakt. Om dit te bereiken zult U echter niet alleen aan de groei van het gras alle aan dacht moeten besteden, maar ook aan de conservering van dit gras. In het verle den is het maar al te vaak voorgekomen, dat waardevol voorjaarsgras in de win termaanden tevoorschijn kwam als stin kend kuilvoer met een lage voedings waarde. Dit behoeft thans niet meer te gebeuren, want zoals in een vorig num mer van onze „Texelaar" werd vermeld, kan er dit jaar op Texel machinaal ge kuild worden. Een zeer belangrijk voordeel van het vroeg kuilen van gras boven het later hooi winnen is, dat de nagroei van een kuilperceel over het algemeen beter is. En dit betekent, dat deze nagroei de veehouders zeer goed van pas komt in een periode, waarin er meestal te weinig gras is. Daarom menen we er goed aan te doen zo veel mogelijk veehouders op j ce wekken om een perceel grasland te bestemmen voor kuilgras en voor dit kuilen een methode te kiezen, die U de grootst mogelijke zekerheid geeft, dat U een goed produkt wint. Het is onnodig cm te zeggen, dat het bezit van een silo daarbij van veel belang is. C. v. Gr. CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Heden, woensdag, consultatiebureau Heden, woensdag 20 april, worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende (gewijzigde) uren: Den Hoorn 1.15 uur; Oosterend 2.00 uur; De Cocksdorp 3.00 uur; De Koog 4.00 uur HANDELSREGISTER Onder nieuwe inschrijvingen lezen wij: H. T. Koorn, (Eig.), Texel, Den Hoorn, De Dennen H 92. Veehandel. Mw. J. Bukowits, (Eig.), Texel, Den Burg, Hallerweg 2. Hongaars restaurant. AGENDA VAN DE STICHTING CULTUREEL WERK Woensdag 20 april Den Buig, „Texel", Alg. vergadering van de N.V. TESO. Donderdag 21 april Den Burg, Dorpshuis, Fotoclub „De Kiekendief". Zaterdag 23 april Den Burg, Oranjeboom, Rederijkers kamer UDI voert op „Gieren op een veilig nest". DRUKKE PAASDAGEN VOOR DE KOOG De Paasdagen zijn weer voorbij en het zijn voor onze badplaats drukke dagen geweest. Vele hotels waren geheel bezet, terwijl ook talrijke huisjes bewoond wa ren. In diverse zaken is het zeer druk geweest. Dit alles als een voorproefje van het a.s. seizoen. Het, hoewel koude, zon nige weer, heeft hier zeker toe bijge dragen. ONDER DE POMP Op ut raadhuus benne ze ok niet errug op de hoogte von de „Sundage" die ze free kenne hebbe. Nou.... ik docht dot het nogól ging, Goeie Freedag ware ze slote Jaaaa, maar Witte Donderdag h*wwe ze werkt. en nou jee weer. HOTEL „HET WITTE HUIS" WORDT VRIJDAG OFFICIEEL GEOPEND De Koog Vrijdag 24 april a.s. hoopt de heer Visser, „Het Witte Huis", zijn geheel verbouwde zaak officieel te ope nen. Wij zijn alvast een kijkje gaan ne men en zijn vol bewondering over het resultaat wat de heer Visser hier verkre gen heeft. Allereerst valt de ruime en tree op, waarin de hotelgasten ontvangen kunnen worden. De zaal, die we dan binnengaan is ruim 150 mJ, ruim 90 m2 groter dan de „oude". De intieme sfeer, die daar heerst door de gezellige aankleding en vooral ook door de mooie schouw, waarin een open haardvuur een gezellig licht verspreidt, nodigt tot plaats nemen. Opvallend is ook de bar, die, naar eigen ontwerp, door de heer Vene- ma is gemaakt. De verlichting is stijl- en sfeervol. De wijnkelder is ruim en overzichte lijk, terwijl hier ook de biervaten een plaats hebben gevonden. Rechtstreeks gaat het bier vanuit de kelder naar de bar, zodat men immer verzekerd is van een koele dronk. Het is een totale gedaanteverwisse ling, die dit oude gebouw heeft onder gaan en wij wensen de heer en mevrouw Visser van harte succes toe. De Koog kan trots zijn op zo'n moderne zaak. Het metsel- en timmerwerk was in handen van de fa. Venema, schilderwerk fa. Toolens, verlichting Electrohuis Bak ker, sanitair fa. Koopman en central# verwarming fa. J. Schoo. TEXELSE MUSEUMVERENIGING WACHT OP U! Misschien heeft U met de Paasdagen wel een bezoek gebracht aan de oude barak waarin Texels Museum (nog) ge huisvest is. Het kan daar niet lang meer duren. De Texelse Museumvereniging heeft de eerste stappen ondernomen om een nieuw huis te bouwen. INGEZONDEN In een Engelse krant stond dezer dagen een ingezonden stuk van iemand die uit- j drukking gaf aan zijn bezorgdheid over de plannen van een tunnel of een brug tussen Frankrijk en Engeland. Het leek hem een allesbehalve gunstig vooruit zicht, een tè gemakkelijke verbinding zou er toe leiden dat zijn land, waar hij zich nu zo fijn thuis voelde, overstroomt zou worden door horden vreemdelingen. Ik dacht hieraan toen ik a/b van de dagboot van de Mij „Zeeland" gisteren I genoot van het zeereisje van Harwich naar Hoek van Holland. Geef mij die Gelukkig zijn er reeds verscheidene boot maar en geen brug of tunnel en als Texelaars, die spontaan gereageerd heb- ik naar Texel ga, is het altijd een prettig ben op de eerste oproep om hulp. In half uurtje op „De Dageraad" enkele weken tijds werd een bedrag van Nu is het waar, ik ga niet iedere week 3.022,bijeengebracht. Dit is echter naar Oudeschild en ook niet iedere dag, slechts een schamel begin. Bekende Texelse instellingen w.o. N.V. TESO, T.E.M. en Sociaal Toerisme stelden reeds een bedrag beschikbaar van ruim f 3500,—. I Als U lid wordt van de Texelse Mu seumvereniging heeft U: Gratis toegang tot het museum; Reductie bij excursies en lezingen; Gratis toegang tot de Oudheidskamer; Het tijdschrift ontvangt U eveneens gratis. De actie tot het winnen van nieuwe „vrienden" zal binnenkort op groter schaal worden voortgezet. In het eerste nummer van de Texelse Museumvereniging staat ook een interes sant verhaal over de zeehonden in het museum, voorts een beschrijving over de wordingsgeschiedenis van Mui en Slufter. mag dus niet te veel zeggen. Ik kom naar het Gouden Bolletje als toerist en rijd dan graag gp mijn trapfiets in alle rich tingen over het eiland. De TESO moest de tarieven voor fiet sen maar eens flink verlagen, een premie voor de mensen die van het eiland komen genieten en niemand daarbij tot last zijn. De brommers kunnen gerust het dubbele betalen en de auto's het 3-dubbele (be halve die van de eilandbewoners). Hoe meer gedrang het voor hen is om mee te komen in Den Helder, des te beter. Wanneer zal de Texelaar, evenals onze Engelsman, inzien dat het zo wijd open zetten van de toevoersluizen het thans r.og juist om zijn rust en (betrekkelijke) afwezigheid van alle verkeersdrukte zo zeer gezochte eiland, alleen maar een be koring kan doen verliezen? Amsterdam, E. J. Zeegers

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1960 | | pagina 1