Cjroen 2,'wgrL-Jexels in het harL,
Texelse bakker bereikt
Wieringen in zijn baktrog
17e eeuwse zeereis van een Texelse bakker1
i
Gebruik het gras
straks goed
WOENSDAG 20 APRIL I960
TEXELSE
74» JAARGANG No. 7447
COURANT
Uitgav# N.V. v.h. Lcmgeveld de Rooij
Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel
Handelsdrukkerij
Den Burg - Texel - Postbus 11 - Tel. 11
Verschijnt woensdags en zaterdags
Bank: R'damse Bank, Coöp. BoerenL
Bank. Postgiro 652. - Abonn-pr. 2,25 p.
kwart 25 ct incasso. Adv. 10 ct p. mm
Zomer 1624. Oudeschild sluimert.
Onder aan de dijk liggen een paar vis
sersscheepjes. Wat vogels dutten langs de
waterkant. De zee is kalm, een zwakke
wind waait uit het noordwesten.
De bemanningsleden van de op de ree
liggende schepen der Compagnie hebben
de avond te voor het eiland verlaten.. De
huizen van de Admiraliteit waar altijd
een bedrijvigheid is liggen in een rust
verzonken. Een beetje vreemd staan deze
huizen hier met hun Amsterdamse trap-
geveltjes.
Voor de bierstal (de herberg) staan een
paar klompen. De blinden zijn gesloten.
De biersteker heeft de vorige avond weer
vele zee-verhalen aangehoord. Maar hij
deed dit met een lachend gezicht, omdat
hij weet dat wanneer de verhalen uitvoe
riger en ongeloofwaardiger worden, ook
de kelen droger worden.
Tot op dit ogenblik werpt nog niets een
schaduw vooruit wat er op wijst, dat deze
dag een bijzondere gaat worden. Of toch
Uit de ochtendschemer doemen daar
een paar gestalten op. Ze komen uit de
richting Den Hoorn. Het kunnen loodsen
zijn die zich naar hun werk spoeden.
Misschien moeten zij over enkele uren de
schepen buitengaats brengen Beiden zijn
in een druk gesprek gewikkeld Nu ze
dichterbij komen en beter te onderschei
den verraad hun kledij het landvolk. Hun
blauwe kieltjes en zijden petjes laten
geen twijfel. Hun ideaal ligt daar op de
landerijen, waar zij elk seizoen hun
grond bewerken. Ze zijn gehecht aan hun
dorpje dat ligt rond het möoie kerkje
van Den Hoorn. Zij zochten nimmer het
avontuur, doch leefden met het wel en
wee van hun oogst, die ze door hard
werken verkregen. Of met hun vee, dat
graast op de malse Texelse weiden.
Als eersten maken ze een rondgang
door het stille dorp. Aan de oostkant
blijven ze staan en zien vanaf de dijk
over de ree. De Oostindie vaarders „de
Jonge Abraham" en de .Beekvliet" lig
gen reeds zeilklaar. Zoals zovele schepen
hier een rustpauze houden, zullen straks
de ankers worden gelicht om dan uit te
zeilen naar de Kaap. Vandaar gaan ze
verder naar het zo rijke Indië.
De Texelse waterligters komen nog een
keer langszij van de schepen, brengen
een laatste groet en zwenken af. Ze kie
zen de richting van een Smak, die bela
den ligt met goederen voor de welvaren
de handelssteden Enkhuysen en Amster-
oam. Wanneer de ligsters bij de Smak
zijn aangekomen wordt er met vereende
krachten het verse water aan boord ge
bracht.
Het belooft een goede dag voor de
zeilvaart! Wanneer de zachte noordwes
ten wind aan houdt, kunnen de Oost-
mdiëvaarders met open halzen naar
Cadix zeilen. (De halzen dienen om de
onderzeilen scherp bij de wind te zetten).
Langs de kust zweven de zee
meeuwen
De vroege wandelaars keren de ree de
rug toe en gaan terug naar de dijk waar
ce vissersbootjes liggen. Waar het een
ogenblik geleden nog zo rustig was, zijn
nu tientallen boeren, burgers en vissers
tesamen gekomen. De vogels hebben hun
slaapplaatsen moeten verlaten en zijn
verderop aan het fourageren.
De molenaar van Schild is in een druk
gesprek met Trijntje van Arie Claasz.
van de Hogeberg. Trijntje beaamt alles
wat de molenaar haar vertelt en knikt
steeds bedachtzaam wanneer deze uitge
sproken is en gewoonter trouw met de
hand door het kleine witte baardje
strijkt. Een groepje van Den Hoorn staat
wat apart en deze zijn niet weinig ver
baasd wnaneer ze de beide dorpelingen
zien naderen. Hun gesprek stokt een
ogenblik, maar dan neemt de kastelein
Bakker onmiddellijk weer het woord.
Bet Pauw van 't Jan Ayenslag doet zich
ondertussen aan een snuifje tegoed.
Steeds heftiger worden de gesprekken
aan de waterkant. Trijntje van Arie
Claasz. onderbreekt het gesprek met den
mulder door de uitroep: „Daar komme
ze!" en laat de aanwezigen niet langer in
twijfel en wijst naar hel noorden.
Vandaar komen twee boerenkarren.
De dikke stofwolken laten geen twijfel
dat hier de deputatie uit Den Burg komt
aanstormen. De gesprekken eindigen
abrupt. Steeds dichterbij komen de stof
wolken en dan wordt achter de wagen
van Cees Bakker ook de boerenkar van
Piet Knop zichtbaar. Op de kret van de
voorste wagen, naast Cees, zit zijn neef
Gert, de jonge broodslijter van Den Burg.
De zijden pet diep in het hoofd en een
brede grijnslach op zijn gezicht.
De menigte wijkt en de voorlieden
krijgen gelegenheid om de paarden en
wagen aan de dijk te zetten De molenaar
TEN GELEIDE
De meest merkwaardige zee
reis in de geschiedenis van ons
land bekend, vond plaats in de
zomer van het jaar 1624. Naar
aanleiding van een Wetspel
met zijn makker, maakte Barent
Bakker aan den Burg (op Texel
met zi;n Baktrog, daar hij in
bakte, een reis na 't Eiland Wie-
ringen". „Hij volbragt deze reis
behouden", aldus Dirk Burger
van Schoor el in zijn Cronyk van
de stad Medemblik, en had „het
Wetspel op zijn makker gewon
nen, blijkende Acte Notariaal
daarvan gemaakt zijnde".
„Zoodanige voorbeelden toonen
tevens aan, dat de Nederlanders
zich bijna nog moediger te water
dan te lande betoond hebben.
Het schijnt ook in de daad, als-of
zijn zich in dat element tehuis
behoren, zoo gemeenzaam gee-
ven zij zich aan de gevaeren van
het zelve over". Dit schreef de
duitser Grabner in zijn vertaalde
„Brieven over de Verenigde Ne
derlanden", welke in 1792 te
Haarlem werden uitgegeven.
De notarieele actes uit die da
gen zijn voorwaar niet ruim voor
handen. Nasporingen in de ar
chieven van het Rijksmuseum te
Haarlem hebben de bewuste acte
niet meer kunnen achter halen.
Aan de hand van de verschil
lende historische gegevens heb
ben we deze zeereis gerecon
strueerd.
Want wanneer deze historie
twee tijdschrijvers heeft bewogen
hiervan melding te maken, ver
dient het zeker de moeite om dit
verhaal voor goed aan de ver
getelheid te ontrukken.
komt naast Cees staan. De anderen blij
ven daarbij niet achter.
Gert Bakker, die nu het middelpunt
der belangstelling is, maakt zijn plan de
campagne bekend. Spoedig zijn velen
hem behulpzaam om zijn baktrog „daar
hij in bakte" van de wagen te tillen.
Bet Pauw, die nog net even de snuif
doos hanteert, wordt door een der hel
pers bijna omver gelopen Haar hoesten
en proesten en het verwrongen gezicht
wekken de lachlust der anderen. Met
vereende krachten wordt de kuip opge
nomen en naar de waterkant gebracht.
Als Gert instapt nadat hij zich uit
de menigte heeft losgemaakt kan hij
nog menig goede raad in ontvangst
nemen.
Een behouden vaart!
Daar komt de vlet van de compagnie,
die de jonge bakker een eind op weg zal
helpen. Want om in een baktrog het rui
me sop te kiezen in zelfs voor een bak
ker een hele onderneming, ook al is deze
hem nog zo vertrouwd!
De vorige dag nog heeft hij er het luch
tige deeg in geklopt voor zijn broden.
Gerritje, zijn vrouw, heeft nog een
laatste gesprek met hem en stopt hem
nog een paar rode zakdoeken toe. Dan
maakt het vreemde vaartuig zich los van
de wal. De reis is begonnen. Gerrit grijpt
de schieters, de houten latten, waarmede
hij altijd de gare broden uit de oven
haalt. Zijn eerste pogingen zijn schuch
ter, maar allengs wordt zijn slag zeker
der.
„Een behouden vaart!" brult er op eens
iemand. Het is de stem van „Jan Potje"
ae barbier uit Den Burg. Een uur vroe
ger als de anderen was Jan met z'n hon
denkar uit het dorp vertrokken. Zijn
langdurige reis was niet zozeer het ge
volg dat zijn honden slecht ter been zijn,
maar dient eerder volgens zijn zeggen
gezien te worden in het respectabel
aantal katten dat hun weg kruisten.
De afstand tussen Gert en het eiland
wordt steeds groter. Deze aanblik vanuit
het Marsdiep naar zijn geboortegrond is
onvergetelijk voor hem. Bootjes dobberen
rond het eiland, de oostindiëvaarders
hebben de wind al in de zeilen en de
Smak koerst naar de Vlieter. In de wel
vaart der natie deelt Texel mee.
Daar ligt het kerkje van Den Hoorn,
ae trouwe baak voor de zeevarenden,
fier komt het van achter de duinen te
voorschijn. De hoge berg steekt als een
zandbult af tegen de glooiiende velden.
Daar ligt zijn land, waaraan hij zulke
mooie herinneringen heeft. De Schans,
die Willem de Zwijger oprichtte ter ver
dediging van het Marsdiep, is nog duide
lijk te zien.
Rondom hem zijn de vogels. Hij kent
ze allen bij naam, omdat ze voorkomen
in dat prachtige landschap met zijn
duinen en kreken.
Gert voelt zich hier tussen de golfjes,
die om zijn baktrog kabbelen, in zijn
element. i
Het prikkelt hem! Hij heeft de zee zo
vaak gezien. Vanaf de duinen of vanaf j
de andere hoog gelegen delen van het
eiland. Maar nu lijkt de zee anders, nu
onderscheidt hij de afwisselende kleuren
die op te merken zijn bij de afscheidingen j
van de zandbanken en vaargeulen. Hij
proeft de zee, zoals de bemanningsleden
van de „Beekvliet" en de „Jonge Abra-
ham". Hij heeft ze er over horen vertellen I
en hun verhalen klonken hem als muziek J
in de oren. Is hij één van hen of toch een 1
landrot?
Hij verdiept zich verder niet in dit
probleem. De zeelucht maakt hem honge
rig. Hij doet een duik in de korf die in
het „vooronder" staat. Hij haalt een
blauwe Tesselse koek te voorschijn en
laat ondertussen zijn blik eens gaan langs
de binnenkant van zijn vaartuigje. Langs
de bovenkant van de trog lekt het iets.
De bakker fronst het voorhoofd. Hij
neemt nog een hap koek. Dan is er ook
ce idee geboren. Hij neemt een stuk van
zijn hapje af en stopt de taaie koek in de
lekkende naad. Dicht! De rest van de
koek laat zich goed smaken.
Na de vroegkost laat hij zich even on
deruit zakken en sluit even de ogen. De
trog dobbert nu op de golven. De bakker
verzamelt nieuwe kracht voor zijn reis.
Zijn doel komt wel in zicht, doch is nog
niet bereikt. De wazige contouren voor
hem worden helderder en hij onder
scheidt reeds duidelijk de kerkjes die op
het Wieringerland verspreidt liggen.
„het Wetspel".
Hij denkt na over het „Wetspel", dat
hij in de herberg ,,'t Rad van Avontuur"
afsloot met zijn vriend Piet Knop. Het
was eigenlijk allemaal voortgekomen uit
een grap. Misschien zelfs meer uit poche
rij, maar dit wilde hij zich zelf natuurlijk
niet bekennen.
Onder het genot van een glas bier had
den Piet en hij wat zitten praten, totdat
Harmen Bol zich hij hen voegde. Harmen
voer op de „Jonge Arendt" en was al
twee maal om de Kaap geweest. Harm
was een pocher van allure, dit wist heel
Texel. Bij de evenaar ving hij de grootste
vliegende vissen en wie was het voor wie
de kapers zo bevreesd waren. Dat was
voor Harm.
Gert wilde deze jongeling wel eens een
lesje geven. Toen hij daarom weer met
een gekruid kapersverhaal van wal stak,
onderbrak Gert hem door te vertellen
dat dit verhaal allemaal maar bluf was.
Tegen beter weten in had hij gezegd:
Jullie altijd met je gefantaseerde ver
halen, jullie hebben toch kanonnen aan
boord waarmee jullie de kapers te lijf
kunt gaan? Dat is even gemakkelijk als
met een boerenwagen van Den Burg naar
Oosterend te rijden en de wandelaar
onderweg te passeren. Nee, Harmen Bol,
weet je wat een prestatie is? Om in een
baktrog, waarin ik dagelijks m'n brood
jes bak, naar Wieringen te varen!" Hoe
hij zo op dit gekke idee gekomen was be
greep hij zelf niet, maar het was gezegd
voor hij het goed en wel besefte.
„Jij met je mond als een bak-oven moet
dat dan maar eens waar maken!" had
Piet geroepen, die het fijne van Gert's
gesprek was ontgaan en niets begrepen
had van het lesje. Terugkrabbelen daar
in het bijzijn van Harmen Bol was niet
meer mogelijk. De weddenschap werd
gesloten!
Na een week was de bakker al verre
van enthousiast over de aangegane ver
bintenis en na enige tijd hoopte hij alleen
nog maar dat zijn makker het maar zou
vergeten. Misschien was dit ook wel ge
beurd, wanneer Jan Potje" er onder het
haarsnijden Piet niet naar had gevraagd.
De volgende dag was zijn vriend bij hem
gekomen en hem gevraagd mee te gaan
naar zijn buurman. Zo was dus de no-
1aris er nog aan te pas gekomen om de
weddenschap op schrift te stellen. Zou de
bakker van zijn reis af zien, dan zouden
de wedgelden aan Piet te beurt vallen.
Maar Gert was te koppig (en misschien
ook te zuinig) om zich de prijs te laten
ontgaan.
En hier drijft hij nu, temidden van de
Waddenzee, navigerend naar het onbe
kende eiland. De tijd verstrijkt zonder
dat de bakker het zich realiseert.
De afstand tot het einddoel wordt
steeds kleiner Steeds groter het aantal
i belangstellenden. Wieringei vissersvaar-
I tuigen veranderen van koers om eens
poolshoogte te nemen v/at daar nu in hun
visgebied drijft. Ze zijn verwonderd
wanneer ze Gert zien in zijn vreemd
soortig vaartuigje. Hartelijk wordt er ge
lachen om het verhaal wat de Texelse
buur hen doet. Gert is daarentegen za
kenman genoeg om van de goedgeluimd
heid der visserlui te profiteren en zijn
Texelse blauwe koek te ruilen voor ge
droogde schar. Soms weet hij zelfs een
van hen te bewegen om hem op sleep
touw te nemen.
Het eiland is nu niet ver meer. De trog
(Zie vervolg pagina 4)
We kunnen het er als mensen, die met
de landbouw te maken hebben zeker over
eens zijn, dat het grasland de laatste we
ken flink bekomen is. Hier en daar zagen
we al melkkoeien in de weide. Een vrij
vroeg tijdstip voor ons eiland.
De buien van de laatste dagen zullen
de grasgroei, zeker op de percelen, waar
tijdig kunstmest is gestrooid, nog weer
aanzetten, zodat we er wel op mogen re
kenen, dat in de tweede helft van deze
maand de meeste melkkoeien de stal
kunnen verlaten.
De droogte van vorige zomer is de
meeste percelen niet meer aan te zien.
Een uitzondering vormen de percelen,
die al zeer vroeg in de zomer waren ver
droogd. De grasmat van deze percelen is
„hol".
Iedere veehouder weet, dat het eerste
gedeelte van de weideperiode de tijd is,
waarin het meeste gras groeit. Volgens
diverse waarnemingen moeten we eind
juni al ongeveer de helft van het gras te
pakken hebben. Het is dus duidelijk, dat
we vooral in deze tijd de kans om win-
tervoer te winnen zullen moeten benut
ten. Daar komt nog bij, dat het voor
jaarsgras een bijzondere waarde heeft en
ook voor het maken van hooi en kuilvoer
meer waard is dan herfstgras. We den
ken hierbij speciaal aan de zetmeelwaar-
de van het gras.
Hoewel het grasoverschot in de eerste
groeimaanden op ons eiland, als gevolg
van de zware schapenbezetting, minder
groot is dan op zuivere rundveebedrijven
menen we toch, dat het op veel bedrij
ven mogelijk moet zijn een perceel gras
land te bestemmen voor een vroege win
ning van ruwvoeder. Omdat het een
vroege winning is zullen de omstandig
heden in de meeste gevallen gunstiger
zijn voor kuilgras dan voor hooi.
Daarbij moeten we er wel van uitgaan,
dat op dit moment de stikstof al enige
weken geleden is gestrooid. Indien dit
nog maar een lichte gift van bijv. 200 kg
kalkammon per bunder is geweest, zul
len we deze moeten aanvullen tot een
hoeveelheid van plm. 400 kg kalkammon
per ha. Op deze wijze krijgt U hoogwaar
dig gras, waaruit waardevol wintervoe
der kan worden gemaakt.
Om dit te bereiken zult U echter niet
alleen aan de groei van het gras alle aan
dacht moeten besteden, maar ook aan de
conservering van dit gras. In het verle
den is het maar al te vaak voorgekomen,
dat waardevol voorjaarsgras in de win
termaanden tevoorschijn kwam als stin
kend kuilvoer met een lage voedings
waarde. Dit behoeft thans niet meer te
gebeuren, want zoals in een vorig num
mer van onze „Texelaar" werd vermeld,
kan er dit jaar op Texel machinaal ge
kuild worden.
Een zeer belangrijk voordeel van het
vroeg kuilen van gras boven het later
hooi winnen is, dat de nagroei van een
kuilperceel over het algemeen beter is.
En dit betekent, dat deze nagroei de
veehouders zeer goed van pas komt in
een periode, waarin er meestal te weinig
gras is. Daarom menen we er goed aan
te doen zo veel mogelijk veehouders op j
ce wekken om een perceel grasland te
bestemmen voor kuilgras en voor dit
kuilen een methode te kiezen, die U de
grootst mogelijke zekerheid geeft, dat U
een goed produkt wint. Het is onnodig
cm te zeggen, dat het bezit van een silo
daarbij van veel belang is.
C. v. Gr.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Heden, woensdag, consultatiebureau
Heden, woensdag 20 april, worden de
moeders van de buitendorpen verwacht
op de volgende (gewijzigde) uren:
Den Hoorn 1.15 uur; Oosterend 2.00 uur;
De Cocksdorp 3.00 uur; De Koog 4.00 uur
HANDELSREGISTER
Onder nieuwe inschrijvingen lezen wij:
H. T. Koorn, (Eig.), Texel, Den Hoorn,
De Dennen H 92. Veehandel.
Mw. J. Bukowits, (Eig.), Texel, Den
Burg, Hallerweg 2. Hongaars restaurant.
AGENDA VAN DE
STICHTING CULTUREEL WERK
Woensdag 20 april
Den Buig, „Texel", Alg. vergadering van
de N.V. TESO.
Donderdag 21 april
Den Burg, Dorpshuis, Fotoclub „De
Kiekendief".
Zaterdag 23 april
Den Burg, Oranjeboom, Rederijkers
kamer UDI voert op „Gieren op een
veilig nest".
DRUKKE PAASDAGEN VOOR
DE KOOG
De Paasdagen zijn weer voorbij en het
zijn voor onze badplaats drukke dagen
geweest. Vele hotels waren geheel bezet,
terwijl ook talrijke huisjes bewoond wa
ren. In diverse zaken is het zeer druk
geweest. Dit alles als een voorproefje van
het a.s. seizoen. Het, hoewel koude, zon
nige weer, heeft hier zeker toe bijge
dragen.
ONDER DE POMP
Op ut raadhuus benne ze ok niet errug
op de hoogte von de „Sundage" die ze
free kenne hebbe.
Nou.... ik docht dot het nogól ging,
Goeie Freedag ware ze slote
Jaaaa, maar Witte Donderdag h*wwe
ze werkt. en nou jee weer.
HOTEL „HET WITTE HUIS" WORDT
VRIJDAG OFFICIEEL GEOPEND
De Koog Vrijdag 24 april a.s. hoopt
de heer Visser, „Het Witte Huis", zijn
geheel verbouwde zaak officieel te ope
nen. Wij zijn alvast een kijkje gaan ne
men en zijn vol bewondering over het
resultaat wat de heer Visser hier verkre
gen heeft. Allereerst valt de ruime en
tree op, waarin de hotelgasten ontvangen
kunnen worden. De zaal, die we dan
binnengaan is ruim 150 mJ, ruim 90
m2 groter dan de „oude". De intieme
sfeer, die daar heerst door de gezellige
aankleding en vooral ook door de mooie
schouw, waarin een open haardvuur een
gezellig licht verspreidt, nodigt tot plaats
nemen. Opvallend is ook de bar, die,
naar eigen ontwerp, door de heer Vene-
ma is gemaakt. De verlichting is stijl- en
sfeervol.
De wijnkelder is ruim en overzichte
lijk, terwijl hier ook de biervaten een
plaats hebben gevonden. Rechtstreeks
gaat het bier vanuit de kelder naar de
bar, zodat men immer verzekerd is van
een koele dronk.
Het is een totale gedaanteverwisse
ling, die dit oude gebouw heeft onder
gaan en wij wensen de heer en mevrouw
Visser van harte succes toe. De Koog kan
trots zijn op zo'n moderne zaak.
Het metsel- en timmerwerk was in
handen van de fa. Venema, schilderwerk
fa. Toolens, verlichting Electrohuis Bak
ker, sanitair fa. Koopman en central#
verwarming fa. J. Schoo.
TEXELSE MUSEUMVERENIGING
WACHT OP U!
Misschien heeft U met de Paasdagen
wel een bezoek gebracht aan de oude
barak waarin Texels Museum (nog) ge
huisvest is. Het kan daar niet lang meer
duren. De Texelse Museumvereniging
heeft de eerste stappen ondernomen om
een nieuw huis te bouwen.
INGEZONDEN
In een Engelse krant stond dezer dagen
een ingezonden stuk van iemand die uit-
j drukking gaf aan zijn bezorgdheid over
de plannen van een tunnel of een brug
tussen Frankrijk en Engeland. Het leek
hem een allesbehalve gunstig vooruit
zicht, een tè gemakkelijke verbinding zou
er toe leiden dat zijn land, waar hij zich
nu zo fijn thuis voelde, overstroomt zou
worden door horden vreemdelingen.
Ik dacht hieraan toen ik a/b van de
dagboot van de Mij „Zeeland" gisteren
I genoot van het zeereisje van Harwich
naar Hoek van Holland. Geef mij die
Gelukkig zijn er reeds verscheidene boot maar en geen brug of tunnel en als
Texelaars, die spontaan gereageerd heb- ik naar Texel ga, is het altijd een prettig
ben op de eerste oproep om hulp. In half uurtje op „De Dageraad"
enkele weken tijds werd een bedrag van Nu is het waar, ik ga niet iedere week
3.022,bijeengebracht. Dit is echter naar Oudeschild en ook niet iedere dag,
slechts een schamel begin. Bekende
Texelse instellingen w.o. N.V. TESO,
T.E.M. en Sociaal Toerisme stelden reeds
een bedrag beschikbaar van ruim
f 3500,—. I
Als U lid wordt van de Texelse Mu
seumvereniging heeft U:
Gratis toegang tot het museum;
Reductie bij excursies en lezingen;
Gratis toegang tot de Oudheidskamer;
Het tijdschrift ontvangt U eveneens
gratis.
De actie tot het winnen van nieuwe
„vrienden" zal binnenkort op groter
schaal worden voortgezet.
In het eerste nummer van de Texelse
Museumvereniging staat ook een interes
sant verhaal over de zeehonden in het
museum, voorts een beschrijving over de
wordingsgeschiedenis van Mui en Slufter.
mag dus niet te veel zeggen. Ik kom naar
het Gouden Bolletje als toerist en rijd
dan graag gp mijn trapfiets in alle rich
tingen over het eiland.
De TESO moest de tarieven voor fiet
sen maar eens flink verlagen, een premie
voor de mensen die van het eiland komen
genieten en niemand daarbij tot last zijn.
De brommers kunnen gerust het dubbele
betalen en de auto's het 3-dubbele (be
halve die van de eilandbewoners). Hoe
meer gedrang het voor hen is om mee te
komen in Den Helder, des te beter.
Wanneer zal de Texelaar, evenals onze
Engelsman, inzien dat het zo wijd open
zetten van de toevoersluizen het thans
r.og juist om zijn rust en (betrekkelijke)
afwezigheid van alle verkeersdrukte zo
zeer gezochte eiland, alleen maar een be
koring kan doen verliezen?
Amsterdam, E. J. Zeegers