9 roen wa rn het harL, Polder Eierland in 20 weken aan de zee ontrukt Eierlands Feest Polder Paraat Vier Zuidhollandse heren waren de scheppers van de polder 'f ZATERDAG 9 JULI 1960 TEXELSE 74e JAARGANG No. 7469 COURANT Uitgave N.V. v.h. Langeveld de Rooij Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel Handelsdrukkerij Den Burg, Texel - Postbus 11 - Tel. 2058 Verschijnt woensdags en zaterdags Bank: R'damse Bank, Coöp. Boerenl. Bank. Postgiro 652. - Abonn.pr. 2,25 p. kwart. 25 ct incasso. Adv. 10 ct p. mm „Eierland" of Eyerlandwas vóór 1629 een eiland, zegt mijn 100-jctar-oude geologische Woordenboek „der geheele Aarde" en geschreven door de onge twijfeld héél knappe heer Kramers. In 1629 dan werd het met Texel verbonden en Eyerland was toen alles bij elkaar 8000 ha. groot en had 600 inwoners. Zó was de toestand omstreeks 1855, toen Kramers en zijn helpers het woor denboek opstelden. Maar in 1855 was óók de Eierlandse „Polder" reeds bekend. Al 20 jaar zelfs! Kramers is dus niet helemaal duidelijk wanneer hij zegt, dat Eierland een voormalig eiland is en later met Texel verbonden. Alsof dat het belangrijkste was, wat er van Eierland te vertellen viel! Neen, belangrijker is zonder twijfel, dat Eierland niet alleen een „voormalig eiland" is, maar óók een groot wadden complex, dat aan de oostzijde lag en be kend stond als „Buitenveld", terwijl het „eiland" later „Oud-Eyerland" genoemd werd. Dus toen het waddengebied was omdijkt en drooggemaakt. Dat is begrij pelijk om verschil te maken tussen het oude en nieuwe gebied. Degenen, die in één der nieuwe Zuiderzeepolders wonen spreken óók over „het oude land", wan neer zij het reeds veel langer in cultuur zijnde gebied bedoelen. Men moet zich voorstellen, dat ten noorden van Den Burg Texel eigenlijk alleen maar bestond uit een smalle naar bet noord-oosten lopende duinenrij. Dat was alles, wat men daar aan vaste grond onder de voeten kreeg. Wat daarnéast ten oosten was te zien was één uitge strekte Waddenzee. Een waddenwoestenij met overal grillige kreken, waardoor het zeewater met het tij op en neer golfde. Die kreken noemt men „slufters" of ook wel „zwennen" en elke eilander kent de Roggesloot, waarmede hij dan kennis met zulk een voormalige kreek heeft ge maakt. Ook het woord „slufter" is op Texel nog een bekend begrip, terwijl „zwen" vermoedelijk in de Kop van Noordholland is blijven bestaan in de familienamen „Swen" en „Swan". En zo verstond men dus in het begin van de 19e eeuw, dus vóói 1835, onder Eyerland" het hoog gelegen voormalige eiland Eierland en de daarneven gelegen wadden of „Buitenveld" genaamd. Het hogere gedeelte bestond vul. uit duinen en dat alles bij elkaar had een opper vlakte van een 8000 ha. of 2/ö van het tegenwoordige eiland Texel. Hiervan was 2200 ha. duin, hoog zand en strand en de rest 5800 ha. werd gebruikt voor weiland. Daaronder telde men dan nog 2565 ha. zuivere kweldergrond. Vóór de drooglegging Deze lager gelegen gronden brachten, vóórdat zij omdijkt waren, nog wel dege lijk wat op. Ze waren heus niet waarde loos. Ze behoorden aan niemand en dus aan „Domeinen". Deze instantie was ge wend om ze in drie percelen jaarlijks te verpachten en wel: a. De gronden gelegen om het z.g. Eyerlandsehuis (een belangrijk en nogal groot gebouw, vnl. ten behoeve van de postdienst naar Vlieland). Voor het laatst werden die gronden verpacht in 1833 en toen weidde men er 220 schapen, 35 runderen en 7 paarden op; b. Het gebied gelegen om het Zanddijks huis (waarbij ook nog een herders hutje behoorde bij de Doodemans- bollen ten zuiden van de Roggesloot). Hier werden geweid in datzelfde jaar 800 schapen, enkele paarden, wat melkvee en enig jongvee; c. Het land om Kwelderbeek, waar al leen maar getuide schapen mochten weiden (dus schapen aan een touwtje met een pin in de grond vastgezet). Op dit terrein stond ook een herders kotje (bij de Oosterbollen) en men weidde er niet minder dan 1250 scha pen, 5 a 6 paarden en 20 stuks rund vee. Tezamen waren dat dus 3 pachthoeven en 2 herdershutten met totaal 25 a 30 personen, die daar in 5 huisgezinnen sa menwoonden. Allen hadden zij hun be staan of probeerden een bestaan te vin den in het houden van schapen, het rapen van eieren, het vangen van konijnen en (natuurlijk) wat de zee hun bracht. Offi cieel zeide men, dat deze lieden leefden „van strandvonderij". 4 Ondernemende mannen Het is duidelijk, dat zulke betrekkelijk hoge en goed bruikbare gronden al dik wijls de aandacht van ondernemende lieden hadden getrokken. Want wat ligt er eigenlijk meer voor de hand dan dat men plannen beraamt om zulke gronden aan de voortdurende heen en weer dei nende zee te onttiekken? Zo was er in 1753 al iemand geweest, die serieuze plannen maakte. Hij heette Leendert den Berger en was de eigenaar en bewoner van „Brakenstein", het grote huis tussen Den Burg en Oudeschild, waar dikwijls zee-voogden verblijf hielden in tijden, dat de rede van Texel een veilige ligplaats (en vluchthaven!) voor de Ne derlandse oorlogs- en koopvaardijvloot bood. Het zal wel een vermogend man zijn geweest. Ik weet van de bewoners van „Brakenstein" weinig af, maar ik weet wél, dat Admiraal de Ruyter daar zelfs wel gelogeerd heeft. Maar natuur lijk niet bij Leendert den Berger, want die leefde een eeuw na De Ruyter. Den Berger had plannen om het Buitenveld te bedijken, maar het is blijkbaar bij plannen gebleven. Het is met Eierland gegaan als met zoveel andere droogmakerijen en polders: velen maakten plannen, eeuwen gingen er soms overheen en tenslotte pakten en kele personen de koe bij de horens en brachten het werk tot stand. Dat deden in 1835 ook de vier Zuid hollanders, die op 21 februari 1835 (na een daartoe aan de Koning gericht ver zoek) het gehele Eierland voor de ronde som van 90.000,(in 12 termijnen te betalen) in volle eigendom van het Rijk overgedragen kregen. De namen van deze 4 heren moeten aan de vergetelheid onttrokken worden. Het waren: Paulus Langeveld Kzn., uit Giessendam; Willem Langeveld Kzn., uit Hardinxveld; Marcellus Leendert Plooster, uit Ameide en Nicolaas Josephus de Cock, uit Rot terdam. De drie eerstgenoemden waren „aanne- (Zie vervolg pagina 4) HX ^X -{x -lx -{X -{X -lx HX -lx -lx -IX -{X -{X -{X -{X -lx ^X -lx -{X -{X -lx -lx -{X -lx -{X -lx -{X Zexeló jubileum Twee is Texels, drie in Polders. Wat kan er in zo'n eenvoudig slagzinnetje niet verborgen zijn. Aan de ene kant toch een erkennig van de eenheid en daartegenover toch een iets meer willen zijn dan het oude Texel in de zin van misschien iets guller of met iets meer welvaart of misschien maar doodeen voudig drie koekjes in plaats van twee bij de thee. 't Was zo maar een gedachte die bij mij opkwam naar aanleiding van het jubileum van het 125-jarig bestaan van polder Eierland. Een zeer belangrijk gebeuren voor ons eiland, want daarbij wordt dan toch maar in herinnering gebracht dat zoveel jaren geleden een zeer belangrijk areaal aan landbouwgronden aan de gemeente werd toegevoegd. Wanneer wij nu de kaart van Texel zien, een achter af. zeer noodzakelijke afronding, juist nodig om van ons eiland dat gave geheel te maken dat het in al zijn verscheidenheid is geworden. Het pad van de eigenaren, de bewoners, de bewerkers is niet over rozen gegaan. Eigenlijk is de geschiedenis van Eierland ge durende een reeks van jaren maar een triest verhaal. Tot een heel eind in de 19e eeuw is het niet veel anders dan een relaas van mislukkingen. Lange tijd was de armoede in polder Eierland zeer groot. Tot dat de omschakeling kwam, een omschakeling die van Eierland een welvarend deel van het goede Texel maakte. De oorzaken daarvan op te sommen ligt niet op mijn weg. Wel wil ik even ophalen dat mij kort geleden uit een gesprek met een expert op landbouwgebied weer eens duidelijk bleek hoe „voorlijk" Texel is dit gebied is. Ergens op een moment in de historie hebben de boeren begrepen welke richting zij gaan moesten; alle geëingende middelen zijn aan gegrepen om de grondslagen der bedrijven zodanig op te voeren dat men met de rest van het land gelijk op kon, in vele gevallen zelfs meer dan dat. In aanmerking nemende, dat de natuurlijke grondslag de bodemgesteldheid en de ongunstige ligging van ons gebied als eiland sterk remmende factoren waren, moet dit wel respect en waardering afdwingen. Polder Eierland heeft hieraan op ruime wijze zijn deel gehad. Het laatste wat agrarisch Texel tot stand biengt in de geschetste lijn is de ruilverkaveling. Alléén Eierland kon met meedoen, omdat de verhoudingen eigen lijk te gunstig lagen. Al naar men het bezien wil te betreuren of niet. In het verre verleden heeft men wel eens en dat kennelijk in ernst gedacht aan een afzonderlijke gemeente Eierland Gelukkig is ons deze ramp bespaard gebleven. Twee, misschien wel meer, buurgemeenten op ons eiland hadden dc leefbaarheid verstoord, hadden de verschillend-gerichtheid die nu in de eenheid van de gemeente harmonisch wordt opgevangen, veranderd in een felle inreële concurrentie en hadden bovendien de bestuurbaarheid van het gehele eilandgebied dermate gering gemaakt dat tal van verworvenheden van nu, voor ons onbekende zaken zouden zijn gebleven. Voorbeelden behoef ik niet te geven Wie even nadenkt vindt er genoeg. Het bestaan van de staatkundige eenheid in het polderbestuur heeft ook geen enkel bezwaar. Ook hier heeft de geschiedenis aan getoond dat het goed samenwerken is tussen polderbestuur en gemeentebestuur. Elders wees ik er reeds op dat los van de agrarische factor zich een nieuw toekomstbeeld voor een deel van Eierland laat zien. Dc ontwikkeling van de „vreemdelingen"-industrie geeft voor een deel van het poldergebied goede verwachtingen. Wanneer wij dit alles overzien is er reden genoeg voor de polder Eierland om uitbundig feest te vieren. Maar evenveel reden is er voor heel Texel om dit op gelijke wijze te doen. Texel zonder Eierland zou Texel niet zijn en Eierland op zichzelf zou een ander en zielig bestaan leiden. En laten zij van het oude Texel dan wel eens iets zeggen of denken over Eierland en die van Eierland over het vroegere en traditionele oude Texel. Laat het dan toch blijven in de sfeer van de twee of drie koekjes bij de thee. Met daarnaast het blijmoedige bewustzijn dat Texel dan toch maar is uitgegroeid tot een stevig daadkrachtig geheel dat nu dan gaarne feest viert met en deelt in het geluk van de polder Eierland. Moge polder Eierland verder bloeien en groeien; dat in economisch en cultureel opzicht de volgende 25 jaren weer een stijgende lijn mogen geven. C. DE KONING. 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- 23- V Geachte Lezer, Toen op de slotvergadering van het ..Eeuwfeest" van Polder „Eierland" in 1935, bleek dat de balans zich van de gunstige kant liet zien, was men zeker optimistisch gestemd, er werd door het toen aanwezige Feestcomité de afspraak gemaakt, om in het vervolg om de 25 jaar het bestaan van Eierland feestelijk te herdenken. R. W. Stoepker Ondergetekende had het voorrecht om ook toen als voorzitter te fungeren en herinnert zich dan een en ander ook nog heel goed. Steeds meer komt echter het gevoel naar voren, dat de toen gemaakte afspraak meer een belofte heeft inge houden voor de nog overgebleven leden van bovengenoemd comité, daar velen in deze 25 jaar al zijn overleden. Moeilijk was het dan ook, om reeds in oen jaar als 1959 (\vat voor vele Eier landse bedrijven als „zeer slecht" kan worden gekenmerkt), voorbereidende be sprekingen te beginnen. Niettemin zijn we met een klein groepje gestart en heeft zich toch weer een enthousiaste commis sie vormd om het 125-jarig jubileum van Polder Eierland feestelijk te herdenken. Deze commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle in Eierland voorkomende verenigingen en commis sies en er is dan ook een heel prettige samenwerking. Op 13, 14 en 15 juli hopen we dan op een feestterrein bij De Cocksdorp een en ander te laten zien wat in Eierland alzo wordt voortgebracht en verhandeld. Een grote tentoonstellingstent geeft hiervoor een mooie gelegenheid De aanwezigheid van een Luna-park zal zeer zeker de gezelligheid verhogen, zowel voor jong als oud. 's Avonds is er ruimschoots gelegen heid om U te amuseren in de grote feest ten, waar één van de beste orkesten rpeelt en waar verder iedere avond een nieuwe attractie is te beleven. Namens de „Eierlandse Feestcommis sie" nodig ik U dan ook hartelijk uit om eens een kijkje te komen nemen en tevens om met ons, in gepaste vorm, het 125-jarig Jubileumfeest van Eierland mee te vieren, onder de leuze „Polder Paraat" Hoogachtend, R. W Stoepker Czn. Dit nummer van de Texelse Courant is speciaal gewijd aan het 125-jarig be staan van Polder Eierland. Het leven in de polder gaat, net als overal, iedere dag zijn gewone gang. Nog enkele dagen, dan is het 125 jaar geleden, dat Eierland aan het water werd onttrokken. Verschillende heren schrijven in dit nummer iets over het leven en werk in de polder. Reeds vorig jaar werd een commissie gevormd om het jubileum voor te be reiden. Het dagelijks bestuur, de heren Stoepker, Zijm, Reuvers, De Waard en Dros, heeft met vele anderen vergaderd om een groot feest op te bouwen. Wij wensen de heren organisatoren veel succes. mm as C. Zijmsecretaris J. Reuvers C. de Waard J. C. Dros

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1960 | | pagina 1