Heden en toekomst Feest in Eierland van de Cocksdorper gemeenschap Het leven in de Polder Nederlands Hervormde kerk Cocksdorp - Eierland Als mij door de redactie van de Texel se Courant gevraagd wordt om, naar aanleiding van het 125-jarig bestaan van de Polder Eierland, een artikeltje te schrijven over de gemeenschap De Cocks- dorp in het algemeen gezien, dan voldoe ik daar, aan de ene kant met een zekere schroom, maar aan de andere kant, gaarne aan, omdat dit mij de gelegenheid geeft een blik te mogen werpen op de vraag of er voor deze kleine gemeen schap wel perspectief ligt. Een zekere schroom, omdat mij gevraagd is iets te schrijven over het verenigingsleven in zijn algemeenheid, en een zekere vreugde omdat dit mij de gelegenheid geeft te zeggen hoe naar mijn mening de verdere ontwikkeling, op het terrein van de re creatie, ten gunste kan komen aan de inwoners van deze gemeenschap in de vorm van werkgelegenheid en de daar mede samenhangende bestaanszekerheid. Het verenigingsleven Het verenigingsleven heeft ook hier te kampen met gebrek aan belangstelling, een enkele uitzondering daargelaten. Een lusteloosheid, die bijna grenst aan het onverschillige en die niet. zoals vaak be weert wordt, alleen bij de jongeren maar zeer zeker ook bij de ouderen aanwezig is, is de oorzaak dat de verenigingen een kwijnend bestaan leiden en in vele ge vallen kort na hun oprichting weer ver dwijnen. Omtrent de oorzaak van deze minimale belangstelling is al veel geschreven en gesproken en het heeft geen zin om al de argumenten in deze op hun juistheid te beoordelen of onder de loep te nemen. Een feit is het dat deze tendenz er is en als we oog hebben voor de werkelijkheid, dan zullen we moeten proberen om een weg te vinden die het mogelijk kan ma ken om deze verenigingen, en daarmede het culturele leven wat toch een van de kostbaarste bezittingen van onze sa menleving is een basis te geven, die bestaansrecht en zekerheid waarborgen. Ook de overheid op Texel heeft inge zien, dat er hier iets moest worden ge daan om het verenigingsleven te behou den en te stimuleren Vandaar dat inge steld is de Culturele Raad en die over gegaan is in de Stichting Cultureel Werk Texel. Op initiatief van deze instelling is hier in De Cocksdorp een aantal jaren gele den opgericht een dorpscommissie, sa mengesteld uit en gekozen door de ge meenschap. De opzet van deze commissie was en is daar initiatief te ontwikkelen waar de bestaande verenigingen niet werkzaam zijn of in samenwerking met deze verenigingen. Na een aarzelend begin en ook wel een beetje afzijdigheid van de bevolking, heeft deze Dorpscommissic al verschil lende dingen tot stand gebracht, die voor deze gemeenschap belangrijk en nuttig zijn. Een Bejaarden-Sociëteit werd opge richt die zeer goed floreert; in samen werking met de Beurtschappen Eierland is overgegaan tot stichting van een be- grafeniskledingvereniging Vrijwel elk gezin is hier lid van. De oprichting van een zangvereniging is in voorbereiding; het organiseren van kinderspelen b.v. op nationale feestdagen; het initiatief tot stichting van een kleu terschool, met als resultaat dat op 1 sep tember van dit jaar De Cocksdorp als laatste van de Texelse dorpen zijn kleuterschool geopend zal zien. Met deze opsomming, die niet volledig is, van de werkzaamheden van de Dorps commissie, heb ik willen aantonen, dat er door bundeling van krachten toch wel iets is te bereiken, ook in een betrekke lijk kleine gemeenschap. In De Cocksdorp is sinds een paar jaar ten vaste standplaats van een wijkzuster van het Witte Kruis. Door eendracht van de bevolking is dit toch voor elkaar ge komen. Het Comité voor Bejaarden, samenge steld uit alle lagen der inwoners, doet goed werk. Er is een afdeling van de V.V.V die probeert voor zijn leden een zo groot mogelijk resultaat te verkrijgen. Een moeilijkheid voor het verenigings leven is, dat we hier niet de beschikking hebben over een lokaliteit in de vorm van een dorsphuis of iets dergelijks. Wellicht is de mogelijkheid aanwezig om in deze te komen tot een oplossing met de parti culiere en openbare lokaliteit-eigenaars. Ook zij kunnen- bijdragen aan het wel zijn van het verenigingsleven. Vanuit het gezichtspunt, zoals ik dat hier geschetst en belicht heb, geloof ik dat als de be volking gezamenlijk en ongeacht rang, stand of geloof zich hier achter stelt, er mogelijkheden liggen om het verenigings leven in stand te houden en verder te ontwikkelen en dan is er ook voor kleine gemeenschap als De Cocksdorp nog perspectief. Bestaanszekerheid OP HET GEBIED van de bestaans zekerheid liggen er, naast de werkgele genheid in de landbouw welke werk gelegenheid evenwel afneemt m.i. mogelijkheden in de toeristische sector. Maar om tot die mogelijkheid te komen zal er wel iets moeten veranderen aan de huidige situatie. Voorhands liggen er nog wel een aantal moeilijkheden, b.v. de be schikbare ruimte aan grond voor bebou wing; de huidige prijzen die voor deze gronden gevraagd worden; het financie ringsprobleem voor hen die niet over kapitaal beschikken. Dit ziin een aantal punten, die een directe rol spelen bij de mogelijkheden Wat betreft de ruimte aan grond zijn er plannen om in de omgeving van De Cocksdorp een groot aantal ha. te be stemmen als recreatieterrein. Dit is voor de bevolking een gunstig beeld als daar door een mogelijkheid vrij komt om de beschikking te krijgen over terrein voor een explotatie van een toeristisch bedrijf. De prijzen, die momenteel gevraagd worden voor gronden gelegen in de re creatiesector zijn tot zo'n hoogte geko men, dat het eigenlijk een onmogelijk heid is hierop nog een rendabel bedrijf te exploiteren, in de zin van een bestaans zekerheid. Wie kan dat betalen? Zoals de zaken thans liggen is het voor de doorsnee bevolking praktisch niet mogelijk een bestaan op te bouwen in de toeristische sector en zijn alleen grote instellingen of bedrijven in staat de be schikbare gronden aan te kopen. Nu heb ik in wezen geen bezwaren tegen deze instellingen of bedrijven als zodanig, want zij vervullen in ons maatschappe lijk bestel een belangrijke functie, maar wel heb ik er bezwaar tegen dat alleen zij in staat zijn, door middel van hun kapitaal, onze toch al zo beperkte ruimte aan recreatiegronden tot zich te trekken. Hier komen dan nog een aantal bezwaren bij die ik voor de eigen bevolking van zeer groot belang acht, nl. deze bedrijven activeren en intensiveren de grond, die zij in bezit hebben, niet ten volle; het schept voor de eigen bevolking weinig werkgelegenheid Ook voor de plaatselijke neringdoende middenstand zie ik hier niet veel voor deel, omdat men in de meeste gevallen rechtstreeks de benodigde waren betrekt bij de groothandel. In erfpacht Welke mogelijkheden en middelen zijn er nu om te bereiken, dat de zekere wel vaart, die het toerisme brengt, ten goede en ten dienste kan komen aan de be volking. Hier ligt volgens mij een taak voor de plaatselijke en centrale overheid. De terreinen, die in aanmerking komen voor bebouwing moeten in handen zijn of komen van gemeente of gemeentelijke organen; niet met het doel en dat wil ik voorop stellen om deze zelf in exploitatie te brengen. Als deze gronden bouwrijp gemaakt zijn, kan men ze in erfpacht aan individuëie personen uit geven. Deze erfpacht voorkomt het spe culatieve element; iets wat nu al voor komt en mede de oorzaak is van de hoge grondprijzen. Als het de centrale oveiheid ernst is met de welvaart van de gehele bevolking zal zij het gemeentebestuur, door middel van gelden, in staat moeten stellen dit te verwezenlijken. Verschillende delen van Nederland zijn aangewezen als probleemgebied of kern gemeente. Dit houdt in he< kort in, dat de industrieën in deze gebieden bepaalde faciliteiten kunnen verkrijgen. Wij hier kennen geen industrie in de zin van fa brieken e.d. Wel zouden we het toerisme als zodanig kunnen bestempelen. In dit licht bezien vind ik het een noodzaak, dat de centrale overheid Texel als pro bleemgebied aanwijst in de recreatie sector en dat dan dezelfde faciliteiten verleend worden als in de industrie gebieden. Overheid en prijsbeheersing Als dit verwezenlijkt zou worden, ligt er m.i. ook een mogelijkheid om in het financieringsprobleem, voor hen die niet over voldoende kapitaal beschikken, te gemoet te komen. Dit zou b.v. kunnen doordat, als aangetoond wordt dat men een verantwoord bedrijf op wil zetten, de overheid voor een bepaald percentage van de aan te gane lening zich garant stelt. Wat betreft de grondprijzen zal de overheid over moeten gaan tot prijsbe heersing, zoals die oök is in de agrarische sector. Vrijheid is een mooi iets, maar als die vrijheid voordeel biedt alleen aan de enkeling en gaat ten koste van het ge heel, kan zij niet aanvaardbaar zijn. De vraag in De Cocksdorp en om geving naar recreatie-woonruimte wordt steeds groter. De grond die in aanmerking kan komen voor gebruik hiervan is aanwezig, zonder dat men goede cultuurgrond uit de agrarische sector behoeft te lichten. Als de mogelijkheden, zoals ik ze hierboven, n.m.i., heb aangegeven door kunnen dringen in onze gedach- tenvorming en tot die instanties die ze mogelijk moeten helpen maken, dan geloof ik, dat deze gemeenschap met vertrouwen de toekomst tege moet kan gaan en dan kan voor een niet onbelangrijk deel van de bevol king de werkgelegenheid en be staanszekerheid gewaarborgd zijn. en dan durf ik ook wat dat betreft hier te stellen: er is perspectief! Vanuit dit oogpunt bezien kunnen wij blijmoedig het 125-jarig herdenkings feest vieren en als we gezamenlijk onze schouders zetten onder al de problemen, die in deze gemeenschap liggen, dan kunnen we bij het 150-jarig bestaan zeggen: „De Cocksdorp heeft aange toond levensvatbaarheid te bezitten!" J. J. Westdorp, In verband met de viering van het 125 jarig bestaan van de polder Eijerland voldoe ik gaarne aan het verzoek één en ander te schrijven over de kerk. Het wordt een kort historisch overzicht over de 119 jaren, dat de gemeente alhier be staat. De kerk, toren en pastorie werden ge bouwd door de bouwmeester Jacob van der Kloot, toendertijd wonende in Eijer land. Het gouvernement verstrekte hier voor een bedrag van 8000,—. De meente zelf zorgde voor het meubilair en de inrichting der kerk. De schitterende preekstoel is in Den Haag gekocht en afkomstig uit een Presbyteriaanse kerk aldaar. Op 6 juni 1841 is de eerste predikant, P. Haesebroeck, in de kerk als predikant van de gemeente Eijerland bevestigd Zowel predikant als kerkvoogden en no labelen werden toen nog door de Koning benoemd. In 1845 is een uurwerk in de toren geplaatst, vervaardigd door A. van der Kloot, smid alhier. Vermeld dient nog te worden, dat twee zilveren avondmaalsbekers en een zilve ren avondmaalschaal aan de gemeente ter beschikking gesteld werden. Deze waren afkomstig uit de protestantse gar nizoensgemeente van Mechelen. Dezelfde namen er is animo voor de Soos Met de komst van de eerste predikant op 6 juni 1841 begon hier het leven der emeente Op die dag werden ook de eerste lidmaten in de boeken ingeschre ven, in totaal 24. Onder de namen, die in de eerste jaren in de boeken inge schreven werden, zijn er vele, die ook thans nog bekend zijn. Mag ik U enkele noemen Blom, Wetsteen, Buis, Den Braven, Lagerveld, Van der Kloot, Al- derlieste, Griëk, Van der Wal, Bakelaar, Van Lenten, Bakker, Knol, Kikkert, Reuvers, Dop, Lampers, Rikkenberg, Boon, Van der Kooij, Sluisman, Dros, Van der Hoek, De Waard, Thomassen, Garritsen, Stoepker, Stark. Zo begint de gemeente haar leven. Het zijn mensen uit alle delen van ons land. Uit de beschikbare gegevens valt moei lijk een volledig beeld van het geestelijk leven in de gemeente weer te geven. De eerste 20 jaren maken geen on gunstige indruk. Het is de tijd van de predikanten Haesebroeck, Ris Lambers en Van Deursen. De eerste predikant stierf in 1851 op 38-jarige leeftijd. De kerk onderhoudt nog steeds zijn graf. De steen, met een wat vreemd aandoend opschrift kan men nog heden op de be graafplaats te De Cocksdorp zien. De kerkeraad heeft ook in die eerste twintig jaren grote activiteit ontwikkelt, hetgeen blijkt uit de notulen, die in het archief bewaard zijn. Ook de diakonie nam haar taak ern stig. Er was in die tijd veel armoede. Maar zij deed met de haar beschikbaar staande bescheiden middelen wat zij kon om de nood te lenigen. Kerk te klein In 1852 wordt de pastorie vergroot. Ook het kerkgebouw wordt allengs te klein. Eerst wordt de galerij !(de kraak) er bij gebouwd Maar dat blijkt slechts een tijdelijke oplossing. Na rijp beraad en overleg wordt de kerk in 1863 ver groot. De lengte wordt van 12 tot 18 ellen gebracht. j Eén en ander ging niet zonder protest. I Vele ingezetenen van Zuid-Eijerland richtten een verzoek tot het kerkbestuur om in plaats van de vergroting der kerk 't Is feest in de polder, 't is feest in de polder, Hoog waaien de vlaggen in 't licht van de zon. Want thans is 't een eeuw en een kwart-eeuw geleden, Dat Texel hier land uit de golven gewon. Heel Eierland heeft zich in feestdos gestoken, Reeds komt ons de vreugde van ver tegemoet. En overal wenken de huizen en hoven In fleurige tooi als een blij wees gegroet. Hoe welft zich de hemel hoog boven de polder, Hoe zingt er de brandinq zijn eindeloos lied. Hoe glinstert de Rogsloot in al zijn subliemheid, Hoe wuift aan de oever het ruisende riet. Hoe trots en hoe schoon staan de prachtige hoeven, Hoe juicht er de wind door het rijpende graan, 't Is alles tot lof en tot eer van de polder. De polder, die thans zóveel jaar maq bestaan. Wel werd er zijn q lor ie wreedaardiq geschonden En hoeve na hoeve moedwillig verbrand. Toen duivelse horden als horzels néérstreken En 't polderland sloeqen met ijzeren hand. Maar Eierland is als een phoenix herrezen Uit stof en uit as en uit moordend qeweld. Nu ploegt als vanouds er de boer weer de voren En speelt weer de zon over weide en veld. Geslachten verschenen en gingen ten onder, Gebouwen verrezen en qingen teloor, Soms ging men gebukt onder drooqte of reqen, Maar wat er qeschiedde. de arbeid ging door. Waar eens nog het qraan met de handen qezicht werd, De akker bewerkt met een eeltiqe hand, Daar zinqt de combine nu zijn lied van de arbeid En bundelt tezamen de zegen van 't land. 't Is feest in de polder, 't is feest in de polder, Op! boeren en burqers qaat allen ter feest. Op! mannen en vrouwen, op! jonqens en meiden, Op! vreemdeling, die deze reqels thans leest. Komt steekt de roset op japon of colbertje En trekt naar de polder in vrolijke drom. DE POLDER VIERT FEEST, laat de klokken nu luiden. Komt, blaast de trompet en slaat vrolijk de trom! HUIB DE RIJMELAAR. Als iemand het over de „polder" heeft, weet wel bijna iedere Texelaar dat hiermee de Eierlandse polder bedoeld wordt. Het wordt wel eens minachtend als Polder uitgesproken door mensen van buiten dit gebied om ons te laten voelen, dat wij eigenlijk maar in een rimboe leven. Gelukkig dat alle Eierlanders ook v/el „polderbokken" genoemd daar volkomen anders over denken. Natuurlijk heeft het wel eens zijn be zwaren in een polder ver van dorp of stad te wonen, maar sinds we hier zulke goede wegen en snelle vervoermiddelen hebben, zijn die bezwaren wel veel klei ner geworden en heeft het wonen in deze polder het aantrekkelijke van de grote rust en hebben wij die narigheid van het e jakker en het nerveuze stadsleven niet. Integendeel: wij leven in de polder zeer dicht bij de natuur en nog midden in „eierland"! De wijdheid van onze mooie woon plaats met aan de ene kant de prachtige blonde duinen en aan de andere zijde de 125 jaar oude dijk is voor velen wel het meest aantrekkelijke om hier te leven, vooral daar de rest van ons mooie Texel o heel dichtbij is. Over het leven in de polder kan met dank vastgesteld worden, dat dit een werkelijke samenleving is; samen leven dan in de betekenis van: Samenwerken. Samenwerking tussen alle inwoners van de polder van welke politieke kleur of godsdienstige gezindheid dan ook. Sa menwerking tussen werkgever en werk nemer; kortom samenwerking overal met als basis verdraagzaamheid en respect voor elkanders overtuiging. Minder mooi is het feit, dat er vooral in de groeiperiode van de gewassen meestal te weinig regen valt, wat voor onze droogte-gevoelige gronden funest kan zijn en de bestaanszekerheid van de hoeren belaagt. Dit droge klimaat maakt enze polder wel heel geschikt voor toe risme, maar de meeste plattelanders gaan hier maar node toe over, omdat ze hun ïüst in gevaar weten en maar moeilijk „vreemden" op eigen erf dulden; blijft nog het „asjeblieft en dankjewel" spelen. Toch is het wel mogelijk dat het eco nomisch beter is een kamp of pension te exploiteren als een boerderij. Deze en andere dingen kunnen nog wel een grote invloed hebben op het leven in onze polder. A. DROS Bzn. °ver te gaan tot het bouwen van een hulpkerk in Zuid-Eijerland. De grote fstand naar de kerk leverde voor de daar wonende kerkgangers in die dagen ■vel bezwaren op. Men zag de toeneming van leden der kerk meer liggen in de polder dan in De Cocksdorp. Spoedig blijkt de vergroting der kerk njuist te zijn geweest. Reeds in 1866 doen zich de eerste tekenen van achter uitgang voor en zet zich gestadig door tot ongeveer 1880. Dan komt er stilstand en de gemeente blijft jaren op dit lage peil staan. De financiën der Kerk zagen er toen niet rooskleurig uit. Men doet olies om de kerk toch ook financieel draaiende te houden. Het wordt ook moeilijk een predikant te vinden, vooral na het vertrek van Ds. Habbema. Het wordt zelfs na het vertrek van Ds. Te Gempt onmogelijk. Tenslotte wordt een godsdienstonder wijzer tot hulpprediker benoemd, n.l. de heer Niessink Zijn opvolger is de heer Barends, bij velen hier nog bekend. De oorzaken van de achteruitgang lig gen wel in de verarming. Velen verlaten het eiland Er ontstaat een gevoel van onmacht, van „het kan toch niet". Bij ouderen is dit gevoel soms nog niet hele maal uitgestorven. Bij het 75-jarig bestaan van de ge meente wijst Ds. Boeke erop, dat deze gemeente door het gouvernement ge sticht is, alles cadeau gekregen heeft; kerk, pastorie en njkstractement. Eén en ander kweekte geen gevoel aan van zelf verantwoordelijk te zijn. In 1906 is er een groep gemeenteleden, die eindelijk weer eens een predikant wil hebben. In 1908 komt Ds. Boeke. Hij kon geheel opnieuw beginnen. Een vaca ture van tientallen jaren had sporen achtergelaten. Tijdens Ds. Boeke werden beide gebouwen in De Cocksdorp en Eijerland gebouwd. Dit dankt de ge meente zeker aan hem. Na Ds. Boeke komt, na een vacature, Ds. Schellenberg in 1920. Zijn grote ver dienste voor de gemeente is, dat hij haar gereorganiseerd heeft. De tijd van Ds. Plug ligt nog niet zo ver af. Een tijd van geestelijke groei. In 1934 volgde Ds. Papineau Salm Ds. Plug op. Er komt gang in de gemeente In 1937 werd de nieuwe pastorie ge bouwd. Het kerkhof werd vergroot. De offervaardigheid van de gemeente bij de bouw van de pastorie was groot. De zus- terkring had een zeer belangrijk aandeel in dit werk. De liefde voor de kerk werd ook door dit alles groter. Ook het ver antwoordelijkheidsbesef. Ds. Salm leeft nog voort in de gemeente en men ziet hem nog altijd gaarne de kansel bestijgen van zijn eerste gemeente te De Cocks dorp. Na hem kwarn Ds. Dekker. Hij was een voortreffelijk redenaar, zoals men nu nog horen kan. Maar hij is helaas te kort de gemeente gebleven. En nu staan we dan in de huidige tijd. Wat ik tot nu toe schreef, is overgenomen uit het gedenkboek van het honderd-jarig bestaan der gemeente Eijerland op 6 juni 1941. Een stukje gemeentegeschiedenis. Nu is het de tijd, dat ik hier predikant mag zijn. In de bijna 11 jaren waarin ik hier sta, mag ik met vreugde terugzien naar het vele, dat door de gemeente tot stand gebracht is. In 1945 zaten wij met een door de Russenoorlog zwaar bescha digde kerk. De pastorie was zwaar ge havend en de gebouwen waren met de grond gelijk gemaakt. In 1949 mochten wij het nieuwe ge bouw in De Cocksdorp openen. .Bethel' was al gebouwd. In 1953 werd een openingsdienst ge houden in de geheel gerestaureerde kerk. Een feestdag voor de gemeente. En wan neer wij bedenken, dat bij het opmaken van de balans er geen enkele cent schuld meer was, dan stemt dat wel tot dank baarheid tegenover God. Blij en verheu gend is de offerzin van de gemeenteleden geweest. Ja, het kon toch. De ijver van de kerkeraad, en in het bijzonder van de kerkvoogdij is groot geweest. Ook Zuid-Eiierland, een goede kern, heeft haar plaats in de gemeente. Om de kerkgang te bevorderen is vanuit deze kern het initiatief gekomen en ver wezenlijkt, dat er een kerkbus komen zou. Uit heel veel dingen blijkt telkens weer de liefde voor de Kerk. Moge deze liefde blijven als antwoord op Gods liefde voor ons. W. A. SOESAN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1960 | | pagina 2