Wakkere jongens
in de Reddingboot
Keetmeisje
in Europoort
Afscheid, bevestiging
en intree
Ds. van Reijendam
ËiSiteim&mmrnrn*.
De Reddingboot Eierlandwaarin schipper Van der Kooij en zijn wakkere mannen hun leven waagden.
Op de achtergrond het gestrande stoomschip.
De geschiedenis van Polder Eierland
en De Cocksdorp is niet alleen gemaakt
op het land. Wakkere mannen hebben
hun leven gewaagd voor de medemens in
nood. Als de wind bulderde langs Texels
kust waren dikwijls schepen in nood.
DE REDDINGBOOT EIERLAND is
vele malen uitgevaren onder schipper
Van der Kooij. Het was in 1934 dat men
er op uittrok voor de bemanning van het
Engelse s.s. „Oakford".
De bemanning van de Eierlandse Red
dingboot heeft toen hachelijke uren
doorleefd. Gelukkig kwam ze terug, maar
helaas zonder haar doel bereikt te heb
ben. Wel wist ze dicht bij de Oakford te
komen, zij het na bijna bovenmenselijke
inspanning van alle krachtenDe
bemanning wenste echter het in nood
verkerende schip niet te verlaten
De krant van 20 januari 1934 schrijft:
„Hulde
Behalve aan schipper Van der Kooij en
zijn wakkere mannen mag een woord van
lof niet onthouden worden aan het ac
tieve personeel van de kustverlichting,
dat door de opheffing van de kustwacht
een zware taak te vervullen had. De Op
zichter b.v. is tweemaal 24 uur niet uit
de kleren geweest. Onophoudelijk rin
kelde de telefoon".
Jaarverslag K.N.Z.H.R.M.
In de 135 jaar, dat de Koninklijke
Noord- en Zuidhollandse Redding
maatschappij bestaat zijn er talrijke
levens gered. Ook in het jaarverslag
van 1959 van genoemde maatschappij
komen er weer enkele voor. Het jaar
1959 heeft zich gekenmerkt door
weinig zware stormen. Toch is het
aantal malen (105), dat de redding
boten uitvoeren bijzonder groot. Dit
aantal werd slechts eenmaal over
troffen, nl. in 1945 (106 „diensten").
Hieruit blijkt dat deze organisatie niet
alleen nodig is tijdens zwaar stormweer;
de reddingstations van de K.N.Z.H.R.M.
moeten ALTIJD paraat zijn, gezien de
diensten van zeer verschillende karakter,
die van haar gevraagd worden.
Uit de dankbetuigingen voor verleende
diensten blijkt hoe deze op prijs worden
gesteld. Een schipper schrijft het zeer
duidelijk: „Voor mij een geluk, dat de
KNZHRM bestaat, anders had het er
voor ons en het schip zeer slecht uitge
zien".
De reddingboten hebben in het afge
lopen jaar 87 man behouden aan wal
gebracht. Hierdoor is het aantal sedert de
oprichting van de KNZHRM gestegen tot
8338.
De reddingboten voeren 16 maal uit
voor koopvaardijschepen, oorlogsschepen
en kustvaarders, 25 maal voor plezier
vaartuigen (jachten e.d.), 21 maal voor
vissersvaartuigen, 16 maal voor binnen
schepen, 6 maal naar aanleiding van
vliegrampen, 7 maal voor het vervoer
van gewonden en zieken of het zoeken
naar ronddrijvende lijken en 14 maal
voor loos alarm.
FEUILLETON:
door H.A.N.S.
28. Dankbaarheid doorgloeide haar, om
dat dit hachelijke avontuur zo onver
wacht goed eindigde. Toen de eerste
auto haar naderde sprong ze opzij en
wenkte, dat ze moesten doorrijden. Vonst
mocht eens spijt krijgen van zijn voorne
men zich gewonnen te geven. Het volgen
de voertuig was een motor met zijspan
en de bestuurder gaf haar gelegenheid
om vlug in te stappen. Even later ston
den ze bij de auto van Lintvorde, die als
eerste bij Vonst was gearriveerd. De
vluchteling had toen de handboeien al
om.
„Breng hem naar de cel, dan gaan we
terug naar de boerderij, om te kijken hoe
de anderen de zaken hebben behartigd",
gelastte de commandant. Er klonk grote
voldoening in zijn stem. Met warmte feli
citeerde hij Christa met de goede afloop
van haar ontvoering. Haar stem beefde
nog, terwijl zij excuus vroeg voor haar on
doordacht optreden, op het moment dat
haar kistje in gevaar was, maar de com
mandant beweerde, dat ze dat weer ruim
schoots had goed gemaakt met haar kal
me optreden daarna. Christa voelde zich
allerminst kalm. Haar hele lichaam trilde
en ze was blij, dat ze weer in de auto kon
plaats nemen. Met een kalm gangetje
50.00fr redders aan de wal?
De KNZHRM is niet alleen afhankelijk
van de vrijwillige medewerking van de
kustbevolking om de boten te bemannen,
éven nodig is de medewerking van allen,
die het Reddingwezen een warm hart
toedragen. Wij bedoelen de „redders aan
de wal" van wie niet worden gevraagd
met stormweer de grondzeeën te trot
seren, maar zonder wier financiële bij
dragen de KNZHRM onmogelijk in staat
is paraat te blijven.
Het aantal contribuanten is (gelukkig)
gestegen tot 40.600. Maar 50.000 „redders
aan de wal" zijn nodig om de KNZHRM
uit de „financiële branding" te houden.
Wilt U het werk gaan steunen?
De plaatselijke commissie bestaat uit:
J. J. van der Vlies, voorzitter, tevens
secretaris-penningmeester, J. H. Boekei,
C. de Koning, M. Mantje, J. Postma en
W. de Wijn.
Het doel van de Maatschappij
Het doel van de Koninklijke Noord- en
Zuidhollandse Redding-Maatschappij is:
De kust van Rottumeroog tot Loosduinen
te voorzien van uitstekende reddingsmid
delen en er naar te streven, dat zij door
geoefend personeel kunnen worden ge
bruikt.
Te zorgen voor bejaarde oud-redders,
door het verlenen van pensioen of onder
stand, of voor hun nagelaten betrekkin
gen. Voor dit werk is jaarlijks plm.
ƒ550.000,— nodig.
Dit werk kan gesteund worden met een
minimumbijdrage van ƒ4,per jaar;
men ontvangt dan het orgaan „De Red
dingboot".
In dat orgaan lezen wij iets over de
diensten van de reddingboten in 1959:
Vissersvaartuig gestrand op de
Eierlandse gronden:
2 november meldde kustwacht Eier-
MOTORREDDINGBOTEN
Prt» H««M. 4» H.M«,
H«hlf IjteVj. IJ
lalipsfOut/ruk».
IxidnlU,
Dwm S<b«iraia)m
((una
1 bAU... c. A. if To. Ni,l„k
IMS m;
MOTORSTRANDREDDINGBOTEN-EN VLETTEN
KjlwRl a/2 Kart (vim, KtvJ.ql a/2 Óf. j». S L Latati, 2aa4.aart JW. H. 1 Oill, llaa.I
1*53 I9S9 1934
Abafca* fok. Wijk a/2
Jaaa HWikao. Taial
193S
McaUai Mariai. TwkWIIii>| D» W H. taa Slalwkaha. AaialaaS
Willaaa Haosaa, Stkmf
tatkaaf Ia,ta4 t» Spaakaal Raiaria (kilrtiaaa Haf taai. 4aa HalSai
De vloot der K.N.Z.H.R.M. januari 1960. Naam, station en jaar indienststelling.
De met een gemerkte boten werden aan de Kon. N.Z.H.R.M. geschonken.
land te 14.15 uur, dat aan de binnenkant
van de buitengronden een vaartuig aan
de grond zat. Het lag zwaar te stoten.
Te 14.30 uur werd de reddingbootbe
manning van station De Cocksdorp ge
alarmeerd en 15.10 uur werd de msrb.
Joan Hodshon gelanceerd. Toen te 16.00
uur het vaartuig was bereikt, de kotter
WR 248, bleek dit reeds vlot te zijn ge
komen. De reddingboot keerde terug en
te 18.30 uur stond zij weer op de wagen
in het boothuis.
De bemanning bestaat uit: A. Boon
Mzn., schipper, J. Schoorl, motordrijver,
H. v.d. Berg, C. Boon, P. Kikkert en C.
v.d. Werve.
Deze mannen zijn in nood paraat en
hebben slechts één doel voor ogen:
REDDEN! Er zijn ook nog vele redders
aan de wal nodig, het adres waar men
zich kan melden is: Herengracht 545,
Amsterdam.
ZELFRIJDENDE
VLASPLUKMACHINE
Voor de demonstratie met de zelfrij-
dende vlasplukmachine merk „de Poor-
tere" op het bedrijf van de heer D. de
Vries te Slootdorp bestond flinke belang
stelling. Er waren o.a. loonwerkers uit
Groningen, Friesland en Noord-Holland
en vlascommissionairs uit Zeeland en
België aanwezig.
De compact-gebouwde zeer wendbare
machine heeft een prima indruk gemaakt.
Behoudens een oponthoud in het begin
wegens een groene strook vlas in het
perceel liep de machine zeer vlot 6-8
km per uur. De schoven waren goed van
maat en netjes gebonden en worden ach
ter de machine geworpen.
Voor loonwerkers is de machine aan
trekkelijk en zal zeker zijn weg vinden.
De werkbreedte van de machine is
1.40 meter. Hij trekt met 4 elementen.
Heeft een 3 cylinder luchtgekoelde
Porche dieselmotor.
C. Zijdewind.
DIENSTREGELING T.E.S.O.
Op werkdagen:
Van Texel: 5.20 7.40 10.30 13.00
15.30 18.00
Van Den Helder: 6.30 9.15 11.40 14.20
16.40 19.35
Op zon- en alg. erk. chr. feestdagen:
Van Texel: 7.30 10.10 14.00 16.00
18.25 20.30
Van Den Helder: 8.55 11.35 15.00 17.15
19.30 21.35
Met het m.s. „Koningin Wilhelmina"
worden, voor zover weers- en bijzondere
omstandigheden dit toelaten, de volgen
de diensten gevaren:
Op werkdagen:
Van Texel: 7.00 9.30 17.00
Van Den Helder: 8.15 11.00 18.15
Op zon- en alg. erk. feestdagen:
Van Texel: 9.00 11.45 17.00
Van Den Helder: 10.30 13.00 18.30
S.V. TEXEL
Zondagavond speelde onze Veteranen
tegen een scheidsrechterselftal uit Den
Helder. Het is een genoeglijke partij
voetbal geworden, waarbij het aanvanke
lijk leek, dat de heren arbiters de strijd
zouden gaan winnen. Aan beide kanten
waren enige goede krachten te bespeuren.
Het was Ben, die onze ploeg aan de lei
ding hielp, maar het werd gelijk.
In de 2de helft speelde Texel beter en
werd sterker. Henk scoorde uit een vrije
schop, door Herman op zijn bekende ma
nier voor het doel geplaatst, met een
kopbal, die van de keper terug sprong,
maar toen weer een prooi van Henk
werd, die nu geen kans gaf. Na een kogel
tegen de lat en een gevaarlijke scheids-
rechtersaanval op ons doel, moest de
scheidsrechterlijke doelman nog eenmaal
vissen uit een goed opgezette aanval door
Henk 31. Bij een S.-aanval kwam Ger-
rit te vallen, waarna de leidende scheids
rechter affloot. Een prettige wedstrijd in
een idem sfeer; een propaganda voor
sportiviteit.
Ds. W. M. van Reijendam zal zondag
middag 24 juli a.s. om drie uur afscheid
nemen van de Hervormde gemeente van
Den Burg en de week daarop, n.l. zon
dagmiddag 31 juli a.s. om drie uur te
Cuyk, na vooraf 's morgens om tien uur
te Grave te zijn bevestigd door ds. K.
Luyendijk uit Hees in de burgerlijke ge
meente Nijmegen, intree doen als predi
kant van de Hervormde gemeente van
Gennep - Cuyk en Grave. Deze combi
natie van drie gemeenten heeft twee
predikantsplaatsen.
De ene predikantsplaats is bezet door
ds. C. A. de Ridder te Gennep, die alleen
Gennep verzorgt. Ds. Van Reijendam
krijgt de verzorging van Cuyk en Grave.
Daarnaast wordt hij tevens ook nog
geestelijke verzorger van de protestantse
patiënten in de rijks psychiatrische in
richting te Grave. De standplaats van ds.
Van Reijendam wordt Cuck.
Ds. Van Reijendam werd op 30 januari
1905 uit een opzichtersgezin te Hoorn ge
boren. Hij bezocht eerst het gymnasium
te Doetinchem en daarna dat te Gronin
gen, waar hij verder ook aan de rijks
universiteit studeerde. Nadat de heer
Van Reijendam in 1930 door het provin
ciaal kerkbestuur van Noord-Brabant en
Limburg was toegelaten tot de evangelie
bediening in de Nederlandse Hervormde
Kerk en hij eerst ongeveer anderhalf
jaar te Glanerbrug in Overijssel werk
zaam was geweest als hulpprediker werd
hij op 18 september 1932 bevestigd als
predikant van de Hervormde gemeente
van Geervliet op Voorne en Putten. Op
7 juli 1946 verwisselde ds. Van Reijen
dam deze gemeente met die van Den
Burg, waar hij werd bevestigd door ds.
M. Groenenberg, uit Utrecht, toen nog
predikant te Amsterdam.
Tijdens zijn ambtsbediening te Geer
vliet was ds. Van Reijendam vele jaren
lid en scriba-quaestor van het classicaal
bestuur van Brielle en te Den Burg was
hij o.a. lid van het classicaal bestuur van
Alkmaar en vele jaren praetor van de
ring Texel. Te Den Burg was hij verder
o.a. nog voorzitter van de protestantse
interkerkelijke Gezinszorg en van de
vereniging voor Christelijk Volksonder
wijs.
AGENDA STICHTING
CULTUREEL WERK TEXEL
Woensdag 20 juli
De Cocksdorp, Strijd om de man en de
vrouw.
De Koog, 20.30 u. Lampionoptocht m.m.v.
het Kon. Texels Fanfarekorps.
Donderdag 21 juli
Den Burg, Wezentuin, Optreden New
Orleans Syncopaters.
Vrijdag 22 juli
Oosterend, Viering 25-jarig bestaan van
Sportvereniging Oosterend.
Zaterdag 23 juli
Oosterend, Viering 25-jarig bestaan van
Sportvereniging Oosterend.
Den Burg, 15,30 uur. Clubhuis St. Jeroen
Hollewal, Hobbyruilbeurs.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 20 juli consultatiebureau
Woensdag 20 juli a.s. worden de
moeders van Den Burg en Oudeschild
verwacht tot vier uur.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
20 juli 5.38 en 18.16; 21 juli 6.42 en 19.16;
22 juli 7.32 en 20.06; 23 juli 8.18 en 20.52.
Aan het strand ongeveer een uur eer
der hoog water.
ging het op de boerderij aan. Hier had
den de andere manschappen zich verza
meld en tot verrassing en vreugde van
Christa werd haar het bewuste en tot zo
veel spanning leidende kistje overhan
digd. Al was haar hart nog steeds be
zwaard door de dramatische wending van
de diefstal, ze was toch oprecht blij, dat
de herinnering aan haar gestorven moe
der niet in onteerde handen was overge
gaan. Haar vreugde werd nog vergroot
toen Helsingen binnenkwam, weliswaar
nog bleek en met een groot verband om
zijn hoofd, maar overigens erg opgewekt
en monter.
Glimlachend drukte hij haar de hand.
De plagende opmerking van hem, dat hij
niet had geweten, dat ze bij de politie
werkte, kon ze door de doorgestane emo
ties niet op haar gewone gevatte wijze
beantwoorden. Met een teder gebaar
hield hij enige tijd haar hand vast. Ter
wijl de politiemannen onderling hun er
varingen uitwisselden, werden kisten
aangedragen, om als voorlopige zitplaat
sen te dienen. „Ik vrees dat ons platte
landsbureautje te klein zal zijn, om U
allen te herbergen", zei Lintvorde, „en
we zijn toch wel benieuwd hoe ieder van
U gevaren is". Ze zochten zich schert
send een zitplaats uit en Helsingen legde
hoffelijk zijn jas voor Christa over de
ruwhouten kist.
„Laten we beginnen bij het begin", zei
de commandant. „Wij troffen u hier niet
aan, mijnheer Helsingen. Mogen we mis
schien van u vernemen, waarom u tegen
middernacht de duinen introk?"
Even was het alsof er meer kleur
kwam op het gezicht van Helsingen.
„Ach", zei hij schouderophalend, „op
zichzelf is dat niet zo vreemd voor zo'n
globetrotter als ik ben, maar u zou toch
geen genoegen nemen met een halve
waarheid en daarom kan ik het u beter
regelrecht vertellen. U moet dan weten
dat ik nogal rusteloos was, ik lag te woe
len en kon de slaap niet vatten. De reden
doet er natuurlijk niet toe", vervolgde hij
langzaam, hoewel een blik naar Christa
meer verraadde, dan hij wilde vertellen.
Al nadenkend over het verloop van de
dag en speciaal over het ongeluk dat
mijn vriend Roel was overkomen, schoot
me opeens te binnen, dat juffrouw Pe
tersen zonder haar manteltje uit de dui
nen was terug gekomen. Ik dacht me, zo
voor mijn eigen gevoel, een beetje nuttig
te maken door naar het manteltje te
gaan zoeken. Ik wist dat de maan zou
opkomen en nam tevens een grote zak
lantaarn mee en ging naaY de plaats,
waar volgens de beschrijving Roel door
de stukken puin van de tot ontploffing
gebrachte bunkers, was getroffen. Ter
wijl ik daar, met behulp van mijn lan
taarn de omgeving afzocht, werd ik van
achteren aangevallen en neergeslagen.
Toen ik bijkwam stond er een legertje
politiemannen om mijn bed en wist ik
werkelijk niet waar ik terecht was geko
men. Ze konden echter uitstekend met de
verbandkist overweg en ziedaar wat er
van mij geworden is. Het verhaal over
de gestolen sieraden hoorde ik later en de
boeven hebben klaarblijkelijk gedacht,
dat ik op zoek was naar hun buit".
Helemaal beduusd stamelde Christa
enige woorden van dank. Het was over
duidelijk, dat Helsingen, om haar een
dienst te bewijzen, zich in de donkere
duinen had gewaagd. Ook nu dwaalden
zijn blikken telkens naar haar en de
politiemannen wisselden veelbetekenen
de knipoogjes met elkaar. Ze verkeerden
in een buitengewoon goede stemming en
uit de verhalen bleek, dat ook zij bijzon
der geslaagd waren in hun opzet. Nadat
de twee boeven met het kistje de vlucht
hadden genomen, besloot de comman
dant hen te laten gaan, daar de mogelijk
heid bestond, dat ze reeds door collega's
in het vizier werden gehouden. Ze von
den het bovendien belangrijker om
Christa te beschermen en daarbij hadden
ze het gevoel, dat ze met de man, die
Christa gelaagde, ook de hoofdpersoon
van het dievengespuis volgden. Zoals de
commandant al had verwacht, waren er
verschillende agenten op het geluid van
de stemmen afgekomen en toen de twee
mannen het hazenpad kozen, waren ze
vlug genoeg omsingeld. De vreemde rich
ting die de mannen insloegen, deed het
vermoeden wekken, dat ze poogden een
verborgen schuilplaats te bereiken. Men
stelde daarom de arrestatie nog even uit.
Rekenend op de vele manschappen die er
op de been waren geroepen, beperkte
men zich voorlopig tot een stille achter
volging. Dit gebeurde uiterst omzichtig
en ze hadden het geluk, dat de vluchte
lingen al gauw tot de conclusie kwamen,
dat voor hen het gevaar geweken was.
Zonder voorzorgmaatregelen vervolgden
ze daarna hun weg en drongen steeds
dieper de duinen in. Hoewel ook het
maanlicht een trouwe bondgenoot was
van de politiemannen, verloren ze toch
plotseling de vluchtelingen uit het oog.
Ze waren als door de aardbodem ver
zwolgen. De speurders voelden hun haren
te berge rijzen bij het idee, dat de vogels
nu toch nog gevlogen waren. Men besloot
niet van de plaats te wijken, alvorens
alles tot op de millimeter was doorzocht.
Dit bleek een moeilijke opgave, want on
der de onschuldig lijkende duinbegroei
ing ging nog menige bunker schuil. Een
van de politiemannen kwam te vallen
over een uitstekend stuk beton en met de
pijnlijke kreet nog op zijn lippen, zakte
hij plotseling dieper weg. In grote schrik
voelde hij zich bij de benen gegrepen en
had nog juist de tegenwoordigheid van
geest, alarm te blazen. Als een bijen
zwerm was de ronddolende politiemacht
op die ene plek aangevallen. Voor de
twee mannen, die zich daar schuil hiel
den, was er geen ontkomen meer aan en
ze hadden zich dan ook rustig overgege
ven. Hun verblijfplaats was een keurig
ingerichte, kleine bunker, waarin een
paar slaapbanken en kooktoestellen
stonden. Hoe goed ze hun schuilplaats
hadden gekozen, bleek wel uit de moge
lijkheid, om door een bovenraam in de
dikke bunkermuur het daglicht te be
nutten, terwijl bij kunstlicht een zwaar
ijzeren plaat naar voren geschoven kon
worden, zodat men zelfs in het duister
geen gevaar liep, door uitstralend licht
ontdekt te worden. In de bunker werd
een flinke voorraad levensmiddelen en
voorwerpen, die van diefstal afkomstig
waren, aangetroffen. De gevangenen wa
ren bij de massale overval door schrik
bevangen en het bleek niet moeilijk om
hen aan het praten te krijgen. Ook over
de activiteiten van Vonst was men heel
wat te weten gekomen. Met valse getuig
schriften had hij zich een baantje op Ro
zenburg weten te veroveren, met geen
ander doel, dan in de toekomst op grote
schaal zijn slag te slaan. Het ontevreden
karakter van de twee jonge arbeiders
had hij in zijn eigen voordeel benut en
hen langzaam maar zeker onder zijn in
vloed gebracht.
(Wordt vervolgd)