„Alle perker te buiten MAILLOTS MOERBEEK Omnibus Internationale Spaardag Spaarweek voor iedereen Raiff eisen-week HERSCHOUW A. M. de Jong f 3,95 GEEF EEN PLATENB0N! Neem een Raiffeisen-spaarbeekje in de H. KUIP «p- RAIFFEISEMBAKKEN ,ts,isi"stn Bietenrooitangen Kopschoffels 20 oktober 1960 DUIJNKER Zaterdag 22 oktober 1960 Café-restaurant „FORMOSA" luangeveld De Rooij n.v. ELECTROHUIS BAKKER Voor al Uw FOTO-ARTIKELEN LANGEVELD DE ROOIJ N.V. ONTWIKKELEN EN AFDRUKKEN Ruim 700 800 Bakker's Ijzerhandel 'e ^ondstoHi de "Wdmarkt Ver"erkt in de ^dveekoefc. FEUILLETON door HAN 15. „Hoe is het mogelijk?" kreunde hij. Zijn voeten raakten de kist, die hij ge bruikt had om zich tegen de schutting op te hijsen. Het herinnerde hem eraan dat de kist weer op zijn plaats gebracht moest worden, maar hij had zich nog r.iet voldoende in bedwang. Nog steeds kon hij niet normaal denken en evenmin de wil opbrengen om weer in actie te komen. Het hoofd in de handen en diepe rimpels in het voorhoofd, bleef hi] voor zich uit mompelen. Tenslotte slaakte hij een zucht, die alle zorgen van de wereld scheen uit te moeten drukken en met een van verdriet doortrokken gezicht fluis terde hij, „ik had het kunnen weten". Met lome gebaren werd de kist op zijn plaats teruggebracht. Dan rechtte hij zijn rug. Met een wrang lachje bedacht hij, dat een politieman niet met hangend hoofd over de weg mocht gaan. Een po litieagent vertegenwoordigde de wet. Recht en stram moest je dat tot uiting brengen. Menselijkheid mocht je hoog stens tegenover kinderen tonen. Verder was alleen gestrengheid en vormelijk op treden op zijn plaats. Tegenwoordigheid van geest werd in alle omstandigheden geëist, maar vooral geen gemoedstem mingen, hoeveel strijd je ook te verwer ken kreeg. Hoe het noodlot ook kon toe slaan, het hoofd moest omhoog, de rug recht en de ogen alles zien. Nu dat laat ste was geschieden hoe Nu moest hij voor zichzelf zijn houding DL SPOOR. bepalen. Met schrik constateerde hij, dat hij juffrouw Vrenken nog niet wenste op te geven. Wat dan? Haar door dik en dun blijven beschermen, terwijl hij wist dat het dorp dagelijks door haar bedro gen werd? Hoe moest hij zich in vredes naam uit deze penibele toestand redden? Polten was politie in hart en nieren en ondanks dat hij in alle gemoedelijkheid tot nu toe zijn functie had uitgevoerd, zou hij toch nooit een onrechtvaardigheid van wie dan ook geduld hebben. Vanavond nog had hij zelfs Bob Wevels niet willen ontzien. Nu er voor zijn ogen dingen gebeurden, waarover de hele we reld zou spreken, nu wilde hij net doen, alsof er niets aan de hand was. Dat ging regelrecht tegen zijn principe in en Pol ten had het met zichzelf dan ook niet gemakkelijk. Om beurten voelde hij zich heet en koud worden, als hij zich voor de geest haalde, hoe het dorp zou reageren wan neer men te weten kwam, wat er zich vlak in hun nabijheid afspeelde. Toch was het zijn plicht juffrouw Vrenken te ontmaskeren. Nu pas wist hij, hoe groot het aandeel was, dat zijn hart in deze zaak had. In elk ander geval zou hij op de bewuste personen zijn toegestormd en hen rekenschap gevraagd hebben van hun daden. Nu liep hij hier, door de donkere stra ten van het dorp, dubbend en rekenend, hoe deze zaak aan te pakken, zonder al te veel opschudding te verwekken. De regen kletterde nu in volle hevig heid tegen de straatstenen, maar Polten merkte het nauwelijks. Doelloos slente rend maakte hij automatisch zijn ronde door het dorp. Tegen beter weten in hoopte hij, dat dit rondlopen hem nog-een oplossing aan de hand zou doen. Onbe wust wilde hij, door in actie te blijven, iets goed maken van wat hij nu al in stilte plichtverzaking noemde. De avond was zo vol goede moed be gonnen. Het overleg bij de burgemeester op zijn kamer in het gemeentehuis, was in de uren gebeurd, waarop hij eigenlijk vrij had moeten zijn. Polten maakte daartegen nooit bezwaren. Er waren zo veel dagen dat er in het dorp niets ge beurde, dat hij wat extra uurtjes dienst, meer als een afwisseling zag. Daarna die diefstal en zijn voornemen, orn deze nacht tenminste iets te ontdek ken. Een teken van het verdwenen gezin, of een spoor, dat enig licht in de duistere zaak van de diefstal zou brengen. Met de ontdekking welke hij zoeven gedaan had, wist hij nog steeds geen raad. Nee, het liefst zou hij maar net willen doen alsof hij gedroomd had, al leek het dan meer op een nachtmerrie. Plotseling hield hij zijn pas in. Met zijn zakdoek veegde hij zijn natte gezicht af. Hij had een gevoel of behalve de stro mende regen, ook de transpiratie in dikke druppels op zijn gezicht lag. Als een bliksemflits was het door hem heengegaan dat hij op het moment nog wel de enige was, die op de hoogte was van de zaken die achter de hoge schutting gebeurden, maar hij was daar terecht ge komen omdat hij in alle stilte Bob en Marrigje gevolgd was. Hij had hen druk met elkaar horen spreken en zijn intuïtie had hem gezegd dat hij hen moest volgen. Desondanks was hij sterk verwonderd geweest, toen hij merkte dat ze poogden om achter de huizen door te dringen. Even had hij zijn pas versneld om hen rekenschap te vragen van hun vreemde handelswijze. Toen hij hen, bij het horen van zijn voetstappen, angstig zag weg duiken, begreep hij dat hun doel minder onschuldig moest zijn, dan op het eerste gezicht leek. Daarom had hij zich ook stilgehouden en was hen daarna weer gevolgd. Tenslotte stelde hij vast dat hij dit spioneren bij de Vrenkens zo maar niet kon laten doorgaan en zijn grote verontwaardiging deed hem toen extra bars uitvallen. Na zijn eigen ontdekking begreep hij, dat zij al ergens een vermoe den van hadden. Het optreden van Bob en Marrigje was beslist niet alleen te wijten aan het noemen van die naam door de burgemeester, nee, ze zouden waarschijnlijk wel iets meer weten. Maar hoeveel....? In ieder geval nog niet genoeg om zonder nader onderzoek maatregelen te treffen, vandaar die sluip tocht van hen door dat tuinpioortje. Hoe moest hij die wetenschap van Bob en Marrigje onschadelijk maken? Kon hij hun achterdocht in andere banen leiden? Weer schokte hij op. Waren dit ge dachten een politieman waardig? Zijn denken ging volledig tegen zijn eigen karakter in. Moedeloos vervolgde Polten zijn weg, hij voelde zich rampzalig. Voor het eerst verwenste hij zijn loopbaan. Een normaal burger zou zonder meer de zijde van zijn beminde kunnen kiezen. Maar ook als hij, zij het met moeite, zijn carrière vaarwel zei, dan nog zou zijn geweten hem zeg gen dat hij tegen alle eergevoel in gehan deld had. Hier liep hij nu, zijn ronde uit, als een plichtsgetrouw politieman zoals er dui zenden in den lande zijn, maar in werke lijkheid beroerde hem een drama, dal hem persoonlijke zo raakte, dat zijn heer cn weer slingerende gedachten hem tel kens andere en wanhopige besluiten deec nemen. Zijn eindeloos gepieker bracht hem oj een nieuw idee. Als hij eens naar juf frouw Vrenken ging en haar meedeeldi welk gevaar ze liep. Daarna zou hij haai zijn liefde verklaren en haar voorstellen met hem te vluchten. In het buitenlan< zouden zij dan een geheel nieuwe toe komst opbouwen. Even deed dit vooruit zicht hem het hoofd hoger heffen. Zij] verbeelding ijlde hem vooruit. „Juffrouw Vrenken" zou hij zeggen, of neeineens haar voornaam HildeLangzaam herhaalde hij d naamHildeZoetvloeiend was di naam, van een zachtheid, die tegelijk pij deed. HildeDan balde hij de vuister Het mocht nietHet recht moest zij loop hebben, maar desondanks zou h haar toch niet in de steek laten en haa onder alle omstandigheden zijn liefd durven bekennen. Bij deze conclusie, die hem ondanV alle bezwaren toch opluchtte, was hij t< voor het gemeentehuis gekomen. De ri gen was opgehouden en nu Polten zij gedachten weer in enigszins normale b< ren trachtte te leiden, merkte hij h< koud en rillerig hij was geworden. (Wordt vervolgd) Voor miljoenen mensen, overal ter wereld is F. W. Raitfeisen een lichtend voorbeeld. Hij is de man, die 111 /aar geleden de eerste onderlmge spaar- en leenbank stichtte. Het belangeloos dienen van anderen was het doel van zijn bank. Welvaart voor allen was zijn ideaal. Het Dagelijks Bestuur van de polder Eijerland op Texel brengt ter kennis van de ingelanden van die polder, dat de Herschouw op het maaien en uithalen van de wateringen en sloten zal plaats hebben op Tevens zal dan ook de eventueel op de wegber- men geworpen slootruigte moeten zijn verwijderd Het verbranden van genoemde ruigte op de weg bermen is niet toegestaan. De nalatigen verbeuren een boete van max. f 50,— Texel, 8 oktober 1960 Het Dagelijks Bestuur voornoemd KI. Kalis, voorzitter A. van Hoorn, secretaris Broodje kroket f 0,50 Gehakt m. brood f 1,50 Koffie per kop f 0,35 Hele uitsmijter f 2,— Huzarensalade met brood f 1,75 Koningstraat - Den Helder Nu een Voorhanden bij Als verjaarscadeau - bij een examen - i aan de vrouw die u mint aan een goede i vriend. Geef een platenbon voor muziek precies naar zijn of haar hart. FOTO LANGEVELD DE ROOIJ N.V. FIRMA G A. VAN KLOOSTER DELHA WEDERVERKOPER IOOTLAAN IA DE KOOG (TEXEL) TH- 225 ngesloten bij de Coöperatieve Cenlrale Raiileisen-Bank le Utrecht ü-Ji-flA'Mlimkni.imW OOSTSLOOTSTRAAT 4-6 OEN HELDER TEL 3733 Handig, licht en sterk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1960 | | pagina 3