De positie der Waddeneilanden in het buitenlandse toeristenbezoek st reekomwikkeling Het ontstaan van de Waddenfederatie „Rwa oan de wei spykert, scil de earen suuzjë TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT DINSDAG 8 NOVEMBER 1960 In de laatste jaren is het bezoek van buitenlanders aan ons land sterk toege nomen. Tet is interessant na te gaan hoe in het bijzonder het bezoek van buiten landers aan hotels in de diverse delen van ons land zich heeft ontwikkeld. Omstreeks 1954 komt 54% van het to tale hotelbezoek van buitenlanders in de maanden mei t/m september op rekening te staan van de steden Amsterdam, Rot terdam, Den Haag en Utrecht. Vijf jaar later, dus in 1959, is het aandeel van de grote steden aanmerkelijk lager, nl. 46% Deze relatieve daling ging overigens ge paard met een absolute toeneming van het aantal overnachtingen van 170.000 926.300, hetgeen op zichzelf een stijging is van 22%. De grote steden vormen nog steeds de grote trekpleister van de bui tenlandse toeristen in ons land. Het aandeel van de Noordzeebadplaat sen (exclusief de Waddeneilanden) neemt toe van 21% in 1954 tot 25% in 1959. Er vond dus een duidelijke verschuiving plaats van de grote steden naar de Noordzeebadplaatsen. Beziet men echter de cijfers van de Waddeneilanden dan blijken deze nog sterker in de aandacht gekomen te zijn dan hiervoor genoemde Noordzeebadplaatsen. In 1954 bedroeg het aandeel van de Waddeneilanden nau welijks 1%, tegen in 1959 5%, waarmede zij ten aanzien van het buitenlandse toe risme toeristengebieden als de Veluwe en Veluwerand, Utrechtse heuvelrug, 't Gooi en Zuid-Limburg, ver achter zich hebben gelaten en hun aandeel in de Ne derlandse badplaatsen vergroot hebben van 6% in 1954 tot bijna 18% in 1959. Er is alle reden om aan te nemen, dat het percentage van 18 in 1960 aanmerkelijk overtroffen is. Behalve dat er sprake is van een ver schuiving van voorkeur van de grote steden naar de badplaatsen en binnen de badplaatsen naar de Waddeneilanden, Overnachtingen van buitenlanders in hotels, mei-september, 1954-1959: heeft zich ook binnen de Waddeneilan den een opmerkelijke verschuiving voor gedaan. In 1954 telde Texel bijna 11.000 of ruim 60% van de. in totaal 18.000 overnachtin gen van buitenlanders in hotels op de Waddeneilanden doorgebracht. In 1959 is dit percentage gedaald tot 23%. Tezelf dertijd is het aandeel van Terschelling toegenomen van ternauwernood 5% in 1954 tot bijna 40% in 1959. De verklaring voor het feit dat Terschelling in deze jaren in het buitenlandse toerisme als een raket omhoog geschoten is, is voor de hand liggend: In 1958 opende het Victoria hotel zijn deuren. Of het Victoria hotel nu wel een echt hotel is kan hier buiten beschouwing blijven. Een feit is, dat, zoals in Misset's Horeca van 28 oktober jl. werd opge merkt, het Victoria hotel een groot suc ces is. In het buitenlandse toerisme heeft Terschelling de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en de bad plaatsen Scheveningen, Noordwijk, Zandvoort nog vóór zich, maar laat alle andere plaatsen in den lande achter zich. De aanstaande bouw van een tweede zelfbedieningshotel op Terschelling waar 488 gasten kunnen logeren, zal het aan tal overnachtingen van buitenlanders in hotels verder sterk doen stijgen. Indien slechts de helft van de toekomstige gas ten van dit hotel uit het buitenland komt, zal het aantal overnachtingen van buitenlanders al met plm. 22.000 toene men. Dat is dus bijna het aantal van Texel in 1959. Waddeneilanden 1954 1955 1956 1957 1958 1959 Texel 10.900 11.700 14.100 14.800 21.000 24.400 Vlieland 1.500 3.300 5.600 6.900 5.600 6.800 Terschelling 800 1.400 1.100 1.800 20.000 39.300 Ameland 4.900 6.600 7.100 7.900 13.600 21.800 Schiermonnikoog 4.600 6.500 6.300 10.400 16 000 Totaal 18.100 27.600 34.400 37.700 70.600 108.300 Overnachtingen van buitenlanders in hotels per toeristengebied, in procenten, mei-september, 1954-1959. Bron: C.B.S. Toeristengebieden Grote steden Noordzeebadplaatsen (1) Waddeneilanden Veluwe en Veluwerand Utrechtse heuvelrug 't Gooi Zuid-Limburg Overig Nederland Totaal (1) exclusief Waddeneilanden 1954 1955 1956 1957 1958 1959 54 52 52 52 48 46 21 21 21 22 22 25 1 2 2 2 4 5 3 3 4 3 3 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 1 2 2 17 18 17 18 19 17 100 100 100 100 100 100 Miss Blanche herkent u aan de goudgele tabak CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 9 november (heden) worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende uren: Den Hoorn 1.15 uur; Oosterend 2.00 uur; De Cocksdorp 3.00 uur, De Koog 4.00 uur. VONDEN EN VERLOREN tot en met 5 november 1960 Gevonden te Den Burg: paar gebroken witlederen dameshandschoenen, rode hondehalsriem; witte plastic regenjas; kinderzakdoekje; alpinomuts (zwart); be zem met steel; sleutelring met metalen plaatje, waarop o.a. afbeelding van paus Pius XII; paar zwartlederen motor wanten. Verloren te Den Burg: donkerrood meisjesgymnastiekpak; roodlederen por temonnee met ruim 36 gulden; linker want '(geel-blauw-wit); grijze Parker ballpointpen met witte dop; wit sjaaltje,; herenbril met bruin montuur, blauw jack met gele rits; armband, vervaardigd van kerkboekschakels; oude rode dames portemonnee met plm. ƒ0,75 en recept; groenlederen portemonnee met ƒ1,40 en 4 postzegels; groot dekzeil van vracht auto; lichtbruine rechter herenhand schoen. Gevonden te De Koog: rubber pop met haar; regenbroek. RONDKOMEN ZONDER ZORGEN Ja, dat is de wens van iedere huis vrouw: Rondkomen zonder zorgen. In de nieuwe brochure van het Gezins Begro- tings Instituut, „Modern Financieren" wordt een schat van praktische ervaring in prettig verteerbare vorm opgediend. De prijs bedraagt 15 cent. De brochure is, zoals alle uitgaven van het Gezins- Begrotings-Instituut, verkrijgbaar bij de plaatselijke Spaarbanken; op de post kantoren zijn kaarten verkrijgbaar waar op men de uitgaven kan bestellen door bijplakking van de prijs in postzegels. Men krijgt het bestelde dan per post toe gezonden. DIENSTREGELING T.E.S.O. Op werkdagen: Van Texel: 5.20 7.40 10.30 13.00 15.30 18.00 VanDenHelder: 6.30 9.15 11.40 14.20 16.40 19.35 Op zon- en alg. erk. chr. feestdagen: Van Texel: 7.40 11.00 16.00 18.25 VanDenHelder: 9.15 12.10 17.15 19.35 LAPPIE KNIJN EN HET VERDWENEN STANDBEELD 47. Lappie luisterde aandachtig maar het geluid hield aan. „Wat vreemd is dat midden in de nacht", vroeg hij zich af. Nieuwsgierig boog hij zich voorover en keek naar beneden. Toen schrok hij ont zettend. Een donkere figuur liep, behoed zaam om zich heen kijkend, de voordeur uit. „Hemeltje!", mompelde Lappie. „Dat is ónze voordeur!'1 De figuur op straat HET TEXELSE HOOI VALT WEER TEGEN! Wij stellen ons voor, dat niet iedere Texelse veehouder bereid zal zijn de „kop" van dit artikel te onderschrijven. Mogelijk hebben ze wel in de mond om te zeggen: „Dan moet je bij mij maar eens komen kijken. Mijn hooi is prachtig blank, de geur is prima en de koeien zijn er wild op. Wat moet je dan nog meer". We zijn dadelijk bereid de bewering van deze veehouder aan te nemen. Er is inderdaad op Texel heel wat hooi, dat de bovengenoemde goede eigenschappen bezit. En we zouden ook niet graag wil len zeggen, dat deze dingen niet van be lang zijn. Het is veel waard als het hooi een goede kleur en reuk heeft en de die ren het graag opnemen. Als we maar niet gaan denken, dat hier alles mee ge zegd is. Er zijn eigenschappen, die veel belangrijker zijn. Het is waarschijnlijk onnodig om te zeggen, dat het bij ons hooi uiteindelijk gaat om de voedings waarde. En wanneer we spreken over het tegenvallen van het Texelse hooi, dan hebben wij het oog op de voedingswaarde van het voor onze Texelse bedrijven be langrijkste ruw voeder. Het feit, dat we steeds gesproken heb ben van het „Texelse" hooi kan U al het vermoeden geven, dat wij de kwaliteit van „ons" hooi vergeleken hebben met het hooi van de vaste wal. Dat is inder daad het geval. „De vaste wal" is in dit geval het consulentschap Schagen. Wij beschikken nl. over een aantal cij fers, die de gemiddelde kwaliteit van de tot nu toe onderzochte hooimonsters aangeven. Daarbij hebben we de cijfers van het hele consulentschap Schagen vergeleken met de cijfers van Texel. Het zou te ver voeren om een vergelijking te maken tussen alle „soorten" hooi. We willen het alleen doen voor hooi, dat vanaf het land geperst is, omdat dit de methode is, die in 1960 op Texel het meeste werd toegepast. De vergelijking laat het volgende zien: Herkomst hooi, resp. grammen voeder- norm ruw eiwit per kg. hooi en grammen zetmeelwaarde per kg. hooi: Texels pershooi 42 gr. 300 gr. Pershooi cons. Schagen 60 gr. 310 gr. We zouden bijna zeggen: Het is weer het oude liedje. Vooral met het eiwit laat ons hooi het zitten. De zetmeelwaarde is ook wel iets lager, maar dit betekent niet zo veel. Daarbij komt nog, dat onze Texelse bedrijven over het algemeen veel zetmeelrijke producten ter beschikking hebben, zoals voederbieten, aardappelen en koppen van suikerbieten. Naast deze producten past hooi met een flink eiwit gehalte en het bovenstaande laat U zien, dat het hieraan juist mankeert. Of dat zo erg is? Wij kunnen U dit zelf laten beoordelen wanneer we U de sa menstelling van een eenvoudig rantsoen, dat op de Texelse bedrijven nog al eens gevoerd wordt, laten zien. Rantsoen voor koe met 10 kg. melk of Voedermiddel, resp. droge stof; voedern. 10 kg Texels hooi 8200 gr. 20 kg. voederbieten 3100 gr. i kg C-voer 900 gr. Voederwaarde 12200 gr. Deze koe moet hebben 12 - 13 kg. U ziet het wel, het loopt vast op het eiwit. Weliswaar mag de hoeveelheid eiwit 10% beneden de norm liggen, masr het verschil tussen 1000 gr. en 800 gr. is te groot. Nu hetzelfde rantsoen, maar met 10 kg. hooi, dat de kwaliteit heeft van het gemiddelde hooi uit het consulentschap Schagen. Voedermiddel; resp. droge stof; voedern. rum eiwit en zetmeelwaarde: 10 kg. hooi 8200 gr. 600 gr. 3100 gr. 20 kg. voederbieten 3100 gr. 140 gr. 1900 gr. 1 kg C-voer 900 gr. 240 gr. 650 gr. Voederwaarde 12200 gr. 980 gr. 5650 gr. Als U de voederwaarde van dit rant soen vergelijkt met de behoefte, dan zult U zien, dat de zaak in orde is. In het eerste geval zou in ieder geval een V* kg. C-voer nodig zijn om de koe in staat te stellen een productie van 10 kg. melk te blijven geven. „Maar", zult U waarschijnlijk zeggen, „hoe komen we nu op het peil van het hooi van de vaste wal?" Als wij de ge gevens bekijken, dan menen we, dat daarvoor in de eerste plaats nodig is, dat het gras, dat voor hooiwinning wordt ge bruikt vroeger wordt gemaaid. Het blijkt nl. dat het gehalte ruwe celstof in het Texelse hooi in bijna alle gevallen te hoog is. Dit is een duidelijke aanwijzing, dat het gras te lang op stengel staat. Na tuurlijk krijgt U in dit geval een grotere hoeveelheid hooi, maar dit voordeel weegt o.i. niet op tegen de mindere kwa liteit. Het bovenstaande toont nl. aan, dat die grotere hoeveelheid vrijwel altijd betekent, dat U de krachtvoerhandelaar meer nodig hebt. En verder moeten we niet vergeten, dat dit late maaien een zeer nadelige invloed heeft op de grasmat. Dit nadeel komt vooral tot uiting in de nagroei. Hoewel het nog geruime tijd duurt voordat we weer aan de hooiwinning toe zijn, meenden wij U toch op het boven staande te moeten wijzen. C. v. Gr. Bij punt „rondvraag" op de najaars ledenvergadering van de V.V.V. op Schiermonnikoog in 1945 werd door een zeker iemand de vraag gesteld, of het niet wenselijk was, gezien de veranderde omstandigheden, na de bevrijding van ons land en een te verwachten toene mend toerisme contact op te nemen met onze naaste collega-buurman „Ameland". Bedoeld werd: uitwisseling van ge dachten, zo mogelijk gezamenlijk optrek ken naar de Provinciale V.V.V. en res pectievelijk gemeentelijke autoriteiten. Het strekt de toenmalige secretaris, de heer R. Teenstra, tot eer, dat hij nog verder zag en meerdere eilanden-V.V.V 's inschakelde. Gevolg was, dat in 1946 de eerste Waddenconferentie op Terschel ling werd gehouden. Natuurlijk eerst op bescheiden schaal; daaruit is gevolgd, dat deze Waddenconferentie met onderbre king van een jaar tot op heden ieder jaar (najaar) volgens toerbeurt is gehouden. Aldoende leert men, want elk jaar werd de deelname aan de Waddenconfe rentie groter. Toch wierp het in de begin jaren niet dat effect af, wat belangheb benden ervan verwachtten. Elke eilan- den-V.V.V. heeft allereerst met zijn leden van doen. Hun belang is aller belang en de Waddenconferenties begonnen inder daad iets op shows te gelijken, waarbij de een al beter voor de dag trachtte te komen dan de ander. Het was niet ver wonderlijk, dat men de uitdrukkingen hoorde van „uitje" en „potverteren". Desniettegenstaande werd bereikt, dat er meerdere instanties zoals Kampeerraad, Horeca en dergelijke zich hoe langer hoe meer interesseerden voor het eilanden- toerisme en evenmin liet dit de respec tieve Gemeentebesturen onberoerd. De bakens werden hoe langer hoe meer ver zet. Nu weet ik wel, dat er met praten het meeste verdiend wordt, maar een Waddenconferentie is per slot van reke ning geen kraamvisite met de kans, dat, wanneer men buiten zich nog eens de suiker van de mond likt, men mogelijk kan horen: „hast wol sjoen hoe'n rare kop erop siet?" Gezelligheid onderbroken Het was op de Waddenconferentie 1951 te Terschelling, waar de gezelligheid on derbroken werd door een kletsduel tus sen twee belangrijke instanties, waar niemand bij gebaat was. Ondergeteken de stelde toen staande de vergadering voor van ieder eiland één persoon aan te wijzen en deze vijf heren de andere mor gen in een comité bijeen te brengen. Hij, ondergetekende, gaf de verzekering, dat er dan in een half uur meer tot stand kon komen, vooral practische zaken, dan in de conferentie van vier uur vergade ren. Dit voorstel werd direct ondersteund door burgemeester J. Anker en verder door allen aangenomen. Vermeld zij nog, dat al heel spoedig na 1946 ook Texel op eigen verzoek ging meespelen in het Wadden-Quintet. Dus Holland trok niet naar Frieslands Zuidwesthoek, maar naar de Noordelijke reddinggordel van Fries land. De tweede conferentiedag in 1951 op droogstaande koe: rum eiwit en zetmeelwaarde: 420 gr. 3000 gr. 140 gr. 1900 gr. 240 gr. 650 gr. 800 gr. 5550 gr. 1000 gr. 5510 gr. PRACHTIGE PLOEGPRESTATIES VAN KLAAS EELMAN Reeds eerder werd vermeld, dat Klaas Eelman, 't Noorden, kampioen ploeger van Texel was geworden. Nadien heeft Klaas bij de wedstrijden van de Jongeren van de Christelijke Boeren- en Tuinders- bond het provinciaal kampioenschap in de wacht gesleept. Bij het landelijk kam pioenschap te Hoogeveen plm. 10 dagen geleden, verkreeg Klaas weer een 1ste prijs. Morgen (woensdag) zal de Texelse ploeger in de Wilhelmina-polder te Goes de strijd aanbinden om het Kampioen schap van Nederland. De 1ste en 2de prijswinnaar zullen Nederland in het buitenland gaan vertegenwoordigen. Veel succes, Klaas! maakte gebaren naar binnen. „Er zijn er meer.... Kom, daar moet ik het mijne van weten...." en hij liep de kamer weer in en schoot zijn kleren aan. F. Kooistra Terschelling werd tegelijk de geboorte dag van de z.g. Werkcommissie. De ziel van de zaak, alsmede de regisseur, werd de heer Oskamp, een man met vele hoe danigheden, die met een lach en een traan steeds weer het gewenste doel wist te bereiken. Over het algemeen werd er te Leeu warden vergaderd. Aanvankelijk namen ook wel burgemeesters deel aan de be sprekingen van de Werkcommissie, maar geruisloos zijn ze van dat front verdwe nen. Hoe langer hoe meer werd er drang uitgeoefend om de vijf eilanden federa tief te bundelen en dit werd op de be kende eilander gemoedelijkheid ieder jaar weer onder de ogen gezien. Via de Werkcommissie schuilde er wel een ad dertje onder het gras. Maar bij herhaling was het op iedere Waddenconferentie: „ze dronken een glas, ze morsten een plas enhet bleef zo het was". Het kind kwam ter wereld Tot in 1956 op de heenreis naar de Waddenconferentie weer naar Terschel ling een zekere instantie er bij onderge tekende op aandrong om dezelfde avond de Wadden Federatie te doen geboren worden. Hij, ondergetekende, voelde er niet veel voor als kraamvader te funge ren, doch men gaf hem de verzekering óf leven óf sterven. De bekende knuppel voor het hoenderhok lag klaar en de meeste agressors waren stamboek- Friezen. Toch, het kind kwam te wereld, •en.werd als ontijdig beschouwd van daar dat op de volgende Waddenconfe rentie het ingeschreven kon worden in de Burgerlijke Stand der vijf Waddeneilan den. En toen? Was de Werkcommissie daar door niet overleden? Inmiddels hadden wij een andere formateur voor de Werk commissie gekregen en wel de heer Quint. Door zijn vasthoudendheid kon hij best een Fries geweest zijn, een diplo maat van de eerste orde, die heel snel het vertrouwen der andere leden van de Werkcommissie incasseerde. Wij konden en wilden hem niet missen, dus de Werk- commisise bleef en is er nog en bereidt de jaarlijkse Waddenconferentie voor, maar het werk is voor de heer Fortgens. Derde kabinet Inmiddels zit ondergetekende in het derde kabinet, want het presidium is overgenomen door de heer Schönfeld van Vlieland, als secretaris fungeert de heer Beemsterboer van Texel en de Minister van Financien is de heer Zaad- noordijk van Terschelling, een gewaar deerd trio. Ondergetekende hoopt, dat er zich vooreerst geen kabinetscrisis zal voordoen. Blikvanger En nu, wat is er van waar, zoals het Friese spreekwoord zegt- „Hwa net donget, hwa net ponget"? Waar gewerkt wordt, mag men resultaat verwachten. En wat is er bereikt? Allereerst is de Wadden-Federatie een grote blikvanger geworden, waardoor het toerisme naar de Waddeneilanden een ongekend cijfer heeft bereikt. Vergelijk maar 1950 en 1960. Het centrum en het zuiden hebben de eilanden ontdekt. Ook het etalagestuk en bioscoopreclame hebben zin gehad. Verder is er een zeer nauw contact ge legd met de A.N.V.V., maar vooral met de Prov. V.V.V., die subsidies heeft ver strekt ten behoeve van de Wadden folder. Er is een intensieve belangstel ling van de Provinciale Staten en de respectieve Gemeentebesturen, maar niet minder versteviging met de Overheid, getuige het waardevolle werk van de Studie-commissie. Bereikt is, dat de Rijksgelden veel vlotter naar de eilanden drijven, dienstig voor vele doeleinden ten bate van het toerisme. Daarom geconsta teerd, dat vele Rijksinstanties zich tot en met interesseren voor de recreatie op de Waddeneilanden en al het wel en wee, wat daarmede samenhangt Veel is er al tot stand gekomen. Denk aan de aanleg- dammen, rioleringen en waterleidingen. Maar er is nog meer te doen. En wat dacht U, zou het zo verwonderlijk zijn, dat te zijner tijd ook de geestelijke recreatie-voorzieningen onder de loep kunnen worden genomen? Op sommige eilanden vormt dit zowel voor de Protes tanten als de Rooms-Katholieken een probleem. Maar al met al, het is waar: „eendracht kweekt kracht". Hierbij heeft ondergetekende U het ontstaan van dit alles naar zijn vermogen medegedeeld. Hij is sedert de oprichting dan ook alleen overgebleven om het U aan te zeggen. F. KOOISTRA, Voorzitter V.V.V. Schiermonnikoog

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1960 | | pagina 4