Het Texelse boerenbedrijf in 1960
Voor al uw drukwerk
Alle perken te buiten
'Jm
Opmerkingen bij de
„balans en verlies
en winstrekening"
Oudejaarsavondpuzzel
Drukkerij Texelse Courant
In de laatste dagen van het jaar, dat
vandaag eindigt, heb ik eens zitten neu
zen in de balans en verlies- en winstre
kening om te kijken of er nog posten zijn,
die misschien tot „lering en vermaak"
van de lezers van onze „Texelaar" kun
nen dienen. Ik vond de volgende.
a. In 1959 hebben we met het oog op de
enorme droogte meerdere malen horen
spreken over een „rampjaar". Dat een
nat jaar ook niet alles is hebben we in
1960 ondervonden. Vooral de akker
bouwers zullen geneigd zijn dit direct
te onderstrepen. Het bergen van de
oogst heeft veel gekost om van de zor
gen en narigheid nog niet eens te
spreken. Het zal misschien juist nog
gelukken om de suikerbieten vóór
nieuwjaar weg te krijgen, maar alle
aardappelen zijn vast nog niet uit de
grond. We hebben zo het gevoel, dat
er hier en daar ook op ons eiland
nog wel landbouwers zijn, die als ze
moeten kiezen tussen 1959 en 1960
geneigd zijn om het eerste jaar te
kiezen.
b. Toch vind ik het natte jaar 1960 ook
aan de creditzijde. De voederpositie op
de veehouderijbedrijven is „stukken'
beter dan in de winter van 1959/'60.
Er zijn op diverse bedrijven grote
voorraden hooi, kuilvoer en voeder
bieten. Het feit, dat tot nu toe vrijwel
geen nachtvorst is opgetreden, heeft
tot gevolg, dat op een aantal bedrijven
de eigenlijke wintervoorraden nog
maar nauwelijks behoeven te worden
aangesproken, omdat de koeien iedere
dag de bak gevuld vinden met herfst-
knollen, die het, dank zij de voor dit
gewas zeer geschikte herfst uitnemend
hebben gedaan.
c. Dat de grote voorraden ruwvoeder
niet uitsluitend winst betekenen leert
mij een post op de verlieskant, waar
vermeld wordt, dat de kwaliteit van
het ruwvoer aanmerkelijk minder is
dan in 1959. Op verschillende bedrij
ven komen we geperst hooi tegen, dat
bij het los maken van de pakken een
stofwolk te zien geeft of nog erger,
wit van de schimmel is. En ook het
hooi, dat op andere manieren gewon
nen is, heeft niet de blanke kleur en
frisse reuk van het hooi van 1959.
d. „De Texelse veehouders kunnen ma
chinaal kuilen" vond ik vet gedrukt
op de winstzijde. Inderdaad een be
langrijk winstpunt. Jammer, dat de
verlieszijde moest vermelden, dat nog
te weinig veehouders van deze nieuwe
mogelijkheid gebruik maken. Het aan
tal kuilen, dat gemaakt is met de
Vicon wringmachine en de maaikneu-
zer van de fa. Grisnigt is veel te klein,
e. Uit het pas verschenen jaarverslag
van de Rundveefokvereniging „Texel"
vermeld. Persoonlijk ben ik geneigd
deze post te laten staan op de plaats,
waar de opsteller hem plaatste. In
een toelichting wordt nl. vermeld, dat
een eerste gevolg zal zijn, dat de
Texelse landbouwers meer voorlich
ting zullen ontvangen. In dit verband
wordt gewezen op de oprichting van
een Veevoederkern, een gehouden
cursus Bedrijfsbeheer en diverse voor
lichtingsbijeenkomsten over voeder
winning en bedrijfseconomische vraag
stukken. Daarom is er m.i. reden om
dit „experiment" met vertrouwen te
aanvaarden.
„De Texelse landbouw werd in 1960
voor grote rampen bewaard". Ik ge
loof, dat alle Texelse boeren bereid
zijn deze creditpost te onderschrijven.
De een is wat gelukkiger geweest dan
de ander, maar als we even willen
denken aan allerlei rampen, die de
wereld in 1960 hebben getroffen en
waarvan ook veel collega-landbou
wers het slachtoffer zijn geworden,
dan kunnen we niet anders dan dank
baar zijn voor al het goede, dat we
op ons „gouden boltje" hebben onder
vonden.
C. v. Gr.
De oplossingen van de kerstpuzzel ko
men bij tientallen binnen. Woensdag
plaatsen wij hiérvan de uitslag met de
winnaars. Het is ons gebleken dat het
persbureau praktisch de zelfde woorden
in de puzzel heeft verwelkt, daarom nog
even een oudejaarsavondpuzzel.
De oplossing kan ingezonden worden
tot en met woensdag 4 januari. De uit
slag plaatsen wij dan zaterdag 7 januari
a.s. Drie prijzen zijn weer beschikbaar:
1 boekenbon van ƒ10,1 boekenbon
van 7,50 en een van ƒ5,
De puzzelredactie wenst U veel ge
noegen!
blijkt, dat ook bij de gedurige uit
breiding van de rundveestapel op ons
eiland het zeer goede productiepeil
gehandhaafd blijft. Het is werkelijk
de moeite waard om alle zorg te be-_
steden aan onze Texelse melkkoeien.
Zo bezien moest het toch eigenlijk niet
voorkomen, dat we met de kwaliteit
van ons hooi en kuilgras nog altijd
aan het ondereind zitten. Bij vergelij
king met andere rayons blijkt dat we
vooral, wat de kwaliteit van het hooi
betreft een slecht figuur slaan.
f. Uit het verslag van het bedrijfseco
nomisch onderzoek op 23 bedrijven op
Texel over het productiejaar 1 mei
1959 - 1 mei 1960 blijkt, dat het ge
middelde van deze bedrijven een ver
lies laat zien. Dat betekent, dat de
„gemiddelde" boer onderbetaald is en
voor zijn arbeid niet het loon van een
landarbeider heeft ontvangen. Als
oorzaken worden genoemd de droogte
van 1959 en de slechte uitkomsten van
de schapenhouderij.
g. De Texelse schapen vind ik zowel aan
de credit- als aan de debetzijde ver
meld. Aan de creditzijde vind ik nl.
ook nu weer, dat ze „gouden voetjes
hebben en daardoor de weiden goed in
orde houden. Ook het feit, dat ze zo
goed passen in het Texelse droogte-
klimaat, weinig arbeid vragen en op
ons eiland het echte type behouden
wordt onder de aktiva vermeld.
Maar ook aan de debetzijde ont
breken onze „Texelaars" niet. On
danks de betere prijzen van lammeren
en oude schapen brachten ze ook in
1960 te weinig geld in het laadje. Als
een nieuwe, nog wat twijfelachtige
debetpost vond ik vermeld, dat ze
door het voorweiden van de meeste
voor hooiland bestemde percelen mo
gelijk ook wel de schuld zijn van de
mindere kwaliteit hooi.
h. De opsteller van de balans en ver
lies- en winstrekening heeft zowel on
der de aktiva op de balans als op de
winstzijde van de verlies- en winst
rekening vermeldt: „Texel wordt
streekontwikkelingsgebied". Ik hoorde
dat niet alle Texelaars het er mee eens
zijn, dat deze post onder de aktiva is
LAPP1E KNIJN
EN HET
VERDWENEN
STANDBEELD
54. „De mars!" riep hij uit. „De mars
natuurlijk, dat ik daar niet eerder aan
gedacht heb!" Lappie zette de mars op
de plaats van het beeld, legde toen de
lap er weer netjes overheen en bekeek
daarna zijn werk eens nauwkeurig. „Tja,
zo ziet het er weer netjes uit. Een rare
gschiedenis. Ik steel een gestolen beeld
om het weer terug te gaan brengen aan
de eigenaar tja, leuk". Hij nam het beeld
je onder zijn arm en liep zingend het
plein af. „Ziezo, we zullen eens zien wie
het laatst lacht", mompelde hij, „de
dieven, ofnouja, hihihihi, ik moet
er niet aan denken wat voor gezichten
ze morgen zullen zetten, hihihihi". Maar
Lappie zou dat vlugger dan hem lief was
merken
HORIZONTAAL: 1. bc 3
oudejaarsavondlekkernij; 9. zangnoot; 10.
rij; 12. keurtroep; 14. drank; 15. nul; 16.
rivier (Spaans); 18. jongensnaam; 20
plek; 22. muziekteken; 24. vrouwelijk
zoogdier; 25. klein mens; 27. Frans lid
woord; 28. deel v.d. bijbel; 29. getij; 31.
voorzetsel; 32. rivier in Brabant; 33.
Duits pers. voornaamw.; 35. maanstand
(afk); 37. ambtshalve (Lat. afk.); 39. kerf,
wond; 41. ik (Lat.); 43. levenslucht; 45.
harige huid; 46. slag; 47. zwijn; 49. ge
sloten; 51. woede; 53. Romeins Imperium
(afk.); 54. vervoersmaatschappij (afk.);
56. briefaanhef (afk.); 57. meisjesnaam;
58. titel (afk.); 60. te zijner plaatse (afk.);
62. uitroep; 63. gewicht (afk.); 64. zit
plaats; 66. vlaktemaat; 67. toestand v.
rust; 69. wapen; 71. vulkanische stof; 73.
op de wijze van; 75. roofdier; 76. vaar
tuig; 78. verdieping; 80. niets; 82. her
kauwer; 83. Aziaat; 84. inhoudsmaat (afk.)
V-lR'iTCAAL: 2. leeftijd (Eng.); 3.
geografische aanduiding (afk.); 4. smalle
strook stof; 5. gek, dwaas; 6. meisjes*
naam; 7. plaats in Overijsel: 8. Chinese
maat; 9. maand; 11. school (Fr.); 13. ver
voermiddel; 14. sluis; 17. op leeftijd; 19
kindergroet; 21. maanstand (afk.); 23.
geestdrift; 26. onaangename; 28. op dit
moment; 30. welwillende lezer (Lat. afk.);
32. bloem; 33. meisje; 34. natuurkunde-
term (afk.); 36. verlichtingsartikel; 38.
plaats in Overijsel; 40. plaats in Gelder
land; 41. Europeaan) 42. in orde; 44.
graafwerktuig; 48. telwoord; 50. voeg
woord; 52. loon; 55. soort schip (afk.); 56.
bergplaats; 59. kleurling; 61. achterklap;
62. meisjesnaam; 63. vogel; 64. militaire
opleidingsschool (afk.); 65 ligplaats vooi
schepen; 67. vice versa (afk.); 68. ieder;
70. taaie lekkernij; 72. zangstuk; 74. on
derricht; 77. alpenweide; 79. Engels voor
zetsel; 81. heer (afk.).
FEUILLETON
i Ti. iu «om oMutinupn upHarhl
32 Maar nee, als een zwevende zonne
straal kroop nu de lach over zijn hele
gezicht en hij breidde wijd zijn armen
voor haar uit. Linda vloog erin en in
wilde snikken kwam de spanning van de
laatste uren los. Eric was een model
trooster. Hij liet haar even rustig uit
huilen. Dan fluisterde hij lieve troost-
woordjes. Ze was tegen hem aan gekro
pen en nestelde zich veilig in zijn armen.
Linda voelde zich onuitsprekelijk ge
lukkig. Uit dit moment zou ze heel wat
kracht putten om tegenslagen en tegen
werking te dragen. Ze streelde zijn ge
bronsde wangen en de lachrimpeltjes
naast zijn ogen. Hoe lief had ze iedere
lijn in dat vertrouwde gelaat.
Zou hij wel beseffen, hoe dierbaar hij
haar was? Ergens in haar onderbewust
zijn bleef het onvoldane gevoel dat haar
liefde bij hem geen diepere weerklank
vond. Zou hij nog steeds zijn vrijheid
boven alles stellen? Ze zou zich toch niet
voor niets hebben vernederd?
Na enige ogenblikken maakte zij zich
los uit zijn armen en richtte zich op. Ze
nam zijn gezicht tussen haar handen en
blikte hem recht in de ogen. „Moet ik
nog meer zeggen Eric?" smeekte ze met
een klein stemmetje, „begrijp je dat ik je
eigenlijk ten huwelijk vraag?"
Hij trok haar met een plagende bewe
ging naar zich toe. „Morgen heb je na
tuurlijk al weer spijt. Mijn kleine Linda
heeft weer eens niet haar zin kunnen
doordrijven en denkt nu met een derge
lijk optreden haar ouders iets af te dwin
gen, nietwaar?"
„Ik heb niet aan afdwingen gedacht, ik
wilde alleen maar gelukkig zijn. Mijn
ouders moeten weten dat onze verhou
ding eerlijk gemeend is en dat niemand
mij een andere richting kan insturen. Ik
wil je vrouw zijn, wat er ook van komen
zal".
Zijn ogen vernauwden zich tot smalle
spleetjes, maar zijn stem bleef zacht
vleiend. Heb je je wel gerealiseerd, dat
ik nog niet in staat ben twee personen te
onderhouden. Wanneer je ouders hun
handen van je aftrekken, zou je honger
moeten lijden.
„Alles liever, dan nog langer dat lege
doelloze leventje en die schaarse geheime
ontmoetingen met jou. Bovendien, ik heb
geld en sieraden meegebracht en dus
kunnen we daar voorlopig van leven.
Wanneer we getrouwd zijn en er is
enige tijd over mijn vlucht heengegaan,
dan komt er wel een verzoening tot
stand. Ze moeten je dan wel accepteren
en ze geven je dan wel een goede plaats
in de besturing van onze fabriek."
„Ja, daar heb ik ook wel eens aan ge
dacht", liet Eric zich ontvallen.
Linda hief juichend de armen omhoog.
„O, zie je nu wel, waarom laat je me
toch 'zo lang in onzekerheid? Je zegt nu
zelf dat je er wel eens over heb gedacht.
Waarom sprak je daar niet over? Was je
bang dat mijn ouders mij niet meer als
hun dochter zouden willen erkennen?
Maak je daar maar geen zorgen over", zei
Linda met een zelfverzekerde air, waarin
haar verwenning tot uiting kwam.
Babbelend en plannen beramend, afge
wisseld door een speelse kus verliepen
enige uren. Nu Linda zich midden in het
avontuur gestort had voelde zij zich in
haar element.
Eric beantwoordde precies aan haar
verwachtingen welke zij zich van hem,
als vurig minnaar gedroomd had. Hij was
een en al voorkomendheid en nu ze be
sloten, dat ze zich naar het buitenland
zouden begeven, om daar hun huwelijk te
laten voltrekken, werd zijn stem donker
van emotie. Zijn omhelzingen deden haar
alles, wat zij achter liet, totaal vergeten.
Het leven was heerlijk en ze zou zijn
laatste zorgen verdrijven door hem te
tonen, over hoeveel geld ze wel kon be
schikken. Hij hoefde geen vrees te heb
ben om haar te kort te doen.
Met een sprong was ze bij haar koffer
en liet zich op de knieën vallen om deze
te openen. Hij wilde haar helpen, maar
ze duwde hem opzij. Hij zou eens zien
hoe zelfstandig ze zijn kon. Hij hoefde
haar heus niet voortdurend als een
grande dame te behandelen, dat zou te
vermoeiend worden.
Terwijl ze rommelde in haar koffer en
enige paren schoenen terzijde zette, bleef
haar blik aan iets, dat onder tafel lag,
hangen. Haar bewegingen werden steeds
langzamer. Daar lagen schilderijen, half
opgerold en niet helemaal zichtbaar.
Maar ze kende ze. Waar had ze die schil
derijen ook meer gezien? Vreemd
Waarom begon haar hart zo te bonzen
Waarom zat Eric ineens zo ver
stard te wachtenalsof er een oor
deel over hem geveld moest worden
Langzaam gingen haar blikken naar
boven en ze zag, hoe Eric, nog onder zijn
gebronsde huid verbleekte.
Nog steeds zweeg Linda. Dat kramp
achtige gevoel van binnen bleef, ofschoon
ze niet kon verklaren waarom ze van die
schilderijen schrok. Het hoefde toch niets
te beduiden dat er hier bij Eric oude
schilderijen lagen. Hij verzamelde im
mers oude kunst.
Ze probeerde een lach op haar gezicht
te brengen, maar dat mislukte deerlijk.
Ze greep naar de doeken, om ze van
dichtbij te bekijken, maar Eric was haar
voor. Hij gaf een trap tegen de rol en
verklaarde met ruwe stem, waarin duide
lijk de spanning was te beluisteren, dat
die oude rommel haar waarschijnlijk niet
interesseren zou. Door zijn brute bewe
ging gleed de rol uit elkaar en Linda
staarde naar de ernstige gezichten van
de vroegere notabelen van het dorp.
Plotseling wist ze de herkomst van de
stukken. De doeken hadden in de raads
zaal gehangen. Je kon trouwens duidelijk
zien dat ze in haast waren afgesneden.
Grote genade, wat betekende dit? Haar
tong leek verlamd. Haar grote ogen ke
ken in wanhoop naar Eric. Hij had daar
natuurlijk wel een aannemelijke ver
klaring voor. Dat moestGroter en
ronder werden haar ogen want aan Eric
voltrok zich een vreemde verandering
Over zijn gezicht trok een wrede spot
tende grijns. Zijn, zo door haar bewon
derde regelmatige tanden, blikkerden nu
als van een roofdier. Uit zijn ogen straal
den haar nu geen vonkje liefde tegen,
maar grote onrust, als van iemand die
voortdurend op zijn hoede is.
Ze moest dit dromen, het was niet
waar, het moest een nachtmerrie zijn
Waarom zei Eric toch niets? Hij wist toch
dat ze voor hem door het vuur zou gaan.
Maar hoe kwam die onrust en gejaagd
heid in zijn ogen? Kwam er dan nooit
een einde aan die verstarring
Langzaam kwam ze overeind.
„Zijn deze schilderijen uit het gemeen
tehuis en hoe komen ze dan hier?
Inwendig bad ze dat Eric een gerede
verontschuldiging zou hebben voor de
aanwezigheid van de schilderijen. Als
zijn woorden maar even naar waarheid
zweemden, dan zou ze die zonder meer
aanvaarden. Ze wilde zo graag haar pas
verworven geluk vasthouden. Ze voelde
dat haar trots en rechtsgevoel te groot
waren om met een dief door het leven te
gaan.
Aan Eric, haar romanheld, had ze haar
liefde geschonken, maar liever een ge
broken hart, dan alles opofferen voor een
onwaardige.
Hoe kwam het, dat ze dadelijk aan een
misdrijf dacht? Ze had niets over de ver
missing gehoord.Ze keek naar
Eric's gezicht en ze wist zelf het ant
woord. Dit, eerst geliefde gelaat sprak
boekdelen. Hij had het masker laten val
len en ze zou zich nu niet meer met een
of ander mooi praatje een rad voor de
ogen laten draaien.
Linda liet zich met een smartelijke
zucht op een stoel vallen en streek met
een dodelijk vermoeid gebaar het haar
van haar voorhoofd weg. Dan probeerde
ze, door het uiterste van haar zelfbeheer
sing te vergen, de situatie meester te
worden.
„Dat is dat", zei ze met droge keel, „Ik
pak dan mijn koffer maar weer in, ik ge
loof dat ik me toch vergist heb'
(Wordt vervolgd)