„Alle perken te buiten
Eerste ontwikkelingsavond te
Oudeschild
U KUNT SNELLER THUIS ZIJN!»
Vorige week is de Ontwikkelingsclub
Oudeschild gestart met en behoorlijk aan
tal belangstellenden.
De voorzitter, de heer v.d. Galiën,
sprak er zijn vreugde over uit dat zovelen
aanwezig waren. Een vereniging kan
slecht draaien zonder geld en daarom was
het verheugend, dat de meeste aanwezi
gen lid geworden zijn. Wanneer U ook
Uw buurman lid maakt, hebben we spoe
dig een bloeiende vereniging. Het doel
van onze vereniging is het verrijken van
de geestelijke horizon door het houden
van lezingen etc.
Voor de eerste keer was hiertoe bereid
gevonden mej. Veenstra, geassisteerd
door mej. Visser en de heer De Jong.
De inleiding van mej. Veenstra had
als onderwerp: ,,Rond de familietaf el".
Er wordt overal veel gepraat, op verga
deringen, in de Tweede Kamer, Europees
Parlement etc. Maar dit kan ook gebeu
ren rond de familietafel. En we moeten
dan niet alleen praten over verleden en
heden maar vooral over de toekomst. Er
is de laatste honderd jaar veel veranderd
in de wereld en het gaat steeds sneller.
In 1840 kwamen de stoomschepen, in
1900 de auto, in 1925 de radio, in 1950 de
televisie en al deze dingen maken de
wereld kleiner en brengen ons tevens op
de hoogte van het wereldgebeuren.
De medische verzorging is prima, het
onderwijs wordt steeds beter. Maar waar
de kinderen vroeger de opleiding in het
gezin kregen, gaan ze nu alle kanten uit
en hebben diverse instituten een groot
deel van die taak overgenomen. Voor de
ouders is overgebleven: de opvoeding en
het scheppen van een tehuis waar de kin
deren altijd terug kunnen komen. Voor
een gesprek aan de ronde tafel.
Op allerlei gebied verandert veel, denk
b.v. aan nylon, draion en enkalon kleren,
nylon netten, melkmachines etc. en het
onderhoud daarvan. Het is bijna niet om
bij te houden.
Daarvoor is de commissie voor streek -
ontwikkeling in het leven geroepen. Mo
menteel zijn er 52 van dergelijke gebie
den in ons land.
Op het agrarisch sociale terrein wordt
o.a. voorlichting gegeven omtrent be
roepskeuze en ook over omscholing,
waaraan grote behoefte bestaat.
In de commissie zijn alle groeperingen
vertegenwoordigd. Ze komt eens per
maand bijeen en bespreekt dan onder
delen van een plan dat voor een jaar is
vastgesteld. Er wordt gedacht aan een
bezoek aan de huishoudbeurs en voor de
bouwvakarbeiders aan het bouwcentrum
in Rotterdam.
Ook het huidige Oudeschild kan niet
blijven zo het is en zal veranderingen
ondergaan, waar we rekening mee heb
ben te houden. Een volk dat leeft, bouwt
aan zijn toekomst en dat zal ook in
Oudeschild zo moeten zijn.
Eerst samen zijn, dan samen leven
en samen werken. Wanneer we
hieraan vasthouden zal ook Oudeschild
zijn plaats weten te vinden in een snel
veranderende wereld.
Na de inleiding van mej. Veenstra, die
met grote aandacht werd beluisterd,
werden enige films vertoond. O.a. „Eigen
haard meer waard", waarin getoond
werd, welke verbeteringen de techniek
kan brengen, zowel voor de boer als de
boerin. En een film over het bereiden
van vis en visgerechten, waarbij de lief
hebbers het water over de tanden liep.
Besloten werd met een grappig kleuren-
filmpje.
De heer v.d. Galiën sprak stellig na
mens alle aanwezigen, toen hij mej.
Veenstra en haar staf dankte voor de
prettige en leerzame avond.
Hij wekte alle aanwezigen op om dins
dag 7 februari weer present te zijn als
Dokter Renout films vertoont over
Spanje.
VERTROKKEN PERSONEN
Jan Zuidema (en gezin) van E 126 naar
Zaandam, Hondemanstraat 18; Nely A.
Sok, van Den Burg, Parkstraat 8 naar
Hummelo en Keppel, Huize „De Bron";
Willemina J. Donker, van Den Burg,
Schilderend 15 naar Zand voort, Kostver-
lorenstraat 65; Wiebe J. Laan, van Den
Burg, Kogerstraat 21 naar Amsterdam,
Leidsestraat 17 I; Peter C. Bruin, van
Den Burg, Kogerstraat 94 naar Amster
dam, Joden Houttuinen 8; Cornelis A. de
Waard, van Oudeschild, Heemskerckstr. 9
naar Soest, Soesterberg, Amersfoortse-
straat 29; Jan Witvliet, van Den Hoorn
157 naar Rolde, Papenvoort 15a; Eeltje
Fennema, van De Koog, Kamerstraat 23
naar Heerenveen, Dracht 1; Jannie van
den Berg (ev. Zomer) van Den Burg,
Weverstraat 57a naar Velsen, Vlierstr. 2
INGEKOMEN PERSONEN
Anna P. Agaart, van Bergen op Zoom,
Zandstraat 16 naar Kogerstraat 38, Den
Burg; Cornelis J. de Wolf (en echtgen.),
van Breskens, Dorpsstraat 86 naar Mul
derstraat 11, Oosterend.
r V'
Als U NIET rechts houdt,moet U veel
meer uitwijken dan nodig is.
Daardoor wordt Uw weg véél langer!1!
HET (ON)JUISTE MIDDEN
Er zijn hele scharen weggebruikers, die
menen dat het op de weg een kwestie van
„het juiste midden" is. Die er de voor
keur aan geven om als het maar eventjes
kan aan de weg-as te „kleven". U kent
ze wel, de automobilisten, die doen alsof
de witte middenstreep er is om zo netjes
midden tussen de wielen te houden. Wel
licht denkend op die manier sneller te
kunnen opschieten. Daarbij vergetend,
cat de wet hen verplicht om zich niet
verder van de rechter kant van de rij
baan te bevinden dan door de omstandig
heden gerechtvaardigd wordt. Welnu, als
die omstandigheden er niet zijn, dan zijn
ze er niet.
Dat ervoer ook de automobilist die op
een uit twee gescheiden rijbanen be
staande Rijksweg over een afstand van
twee kilometer rustig links bleef rijden
zonder dat er van inhalen sprake was.
Een beroep op het „tóch sneller" of „tóch
alleen op de rijbaan" gaat dan bepaald
niet op.
Evenmin als het excuus, dat men
langs een heining rijdend bang is dat
ichter die haag spelende kinderen er
Houdt goed rechts. U hoeft dan veel mini
der urt te wijken enU bent daardoor
veel sneller thuis
plotseling doorheen zullen komen. Ook
dat is geen reden om op het midden van
de weg te gaan rijden. Op een dergelijke
gevaarsmogelijkheid moet je dan maar
extra bedacht zijn door je snelheid er bij
aan te passen, kreeg een scooterrijder ten
antwoord toen hij voor de Rechtbank
zijn zo lofwaardig klinkend excuus
voor niet-rechtshouden liet horen.
Een bewijs temeer, dat op de weg het
juiste midden in vele gevallen een on
juist midden blijkt te zijn.
Publikatie van het
Verbond voor Veilig Verkeer
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
25 jan. 2.04 en 14.27; 26 jan. 3.15 en 15.43;
27 jan. 4.29 en 17.00; 28 jan. 5.41 en 18.08.
Aan het strand ongeveer een uur eer
der hoog water.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 25 januari (heden) worden de
moeders van de buitendorpen verwacht
op de volgende uren:
Den Hoorn 1.15 uur; Oosterend 2.00 uur;
De Cocksdorp 3.00 uur; De Koog 4.00 uur.
j
lappie knijn
EN HET
VERDWENEN
STANDBEELD
57. Ondertussen liep Lappie, met het
beeld, moeizaam over de landweg, terwijl
de ochtendzon hem fel op zijn bolletje
scheen. „Pfft, wat een hitte, 't zal een
warme dag worden vandaagmom
pelde hij. Ja, Lappie wist vast nog niet
Aoe warm het voor hem zou worden.
Ondertussen klopte Eduard Jonas op de
schouder en zei vriendelijk: „Kom jong,
ga eerst een hapje eten, je rammelt zeker
van de honger...." „Heb je Lappie ook
gezien?" vroeg Jonas, om zich heen kij
kend, „Die is er zeker al op uit, Jonas",
antwoordde Eduard. „Dat kan best",
mompelde Jonas met zijn mond vol
koek. „Hij heeft de mars meegenomen".
Toen het ontbijt gedaan was, verlieten
Eduard en Jonas het huis om zich naar
het marktplein te begeven, waar die
morgen het standbeeld onthuld zou wor
den.
FEUILLETON
TEXELAAR IN WAPENROK
(Vervolg van pagina 1)
maar stratemaker van. Een sergeant
kwam de kamer op en verzamelde de
manschappen rond een der tafels, waarop
hij demonstreerde, hoe je je beddedekens
diende op te vouwen iedere morgen. Dit
maken van het „wolletje" bleek geen
grote moeilijkheden op te leveren maar
was zeer tijdrovend en ons inziens vol
komen nutteloos. We informeerden dan
ook, waarom die onzin in 's hemelsnaam
nodig was, waarop de sergeant ons pein
zend aankeek en zei, dat je in dienst
nooit naar het „waarom" van iets moest
vragen, maar alles zonder meer doet, om
dat'het nou eenmaal bevel is. Mooi, dat
wisten we dus. „Befehl ist befehl
dacht ik. Langzamerhand werd het avond
en na de eerste maaltijd in de eetzaal
kon je naar de cantine gaan. Het bleek
een gezellige ruimte te zijn waar je voor
bijna geen geld, allerlei versnaperingen
kon krijgen. Ieder kocht dan ook prompt
zijn eerste „koffie met koek". Het was
een gebaar, dat later nog heel wat keren
herhaald is.
Het valt mee
Om tien uur stond ieder voor z'n bed
aangetreden en vertelde een sergeant
majoor hoe de dagelijkse gang van zaken
in de dienst was.
Het bleek, dat er heel wat tijd ging
zitten in vegen, afstoffen wapenonder-
houd, inspecties en appèl houden. Alle
maal handelingen waar we geen van
allen het nut van inzagen, maar die we
toch braaf uitvoerden gedurende de
verdere dagen. Hoe langer hoe meer
kwam naar voren, dat de verhalen waar
mee wij ons een voorstelling van de
dienst hadden gevormd, behoorlijk over
dreven waren. Het bleek allemaal best
dragelijk, hoewel we aan allerlei dingen
moesten wennen die we in ons burger
leven niet gekend hadden. Zeer gesteld
bleek men op de reinheid des kamers te
zijn. De kamerwacht, die bij toerbeurt
wordt aangewezen heeft de taak, de boel
schoon te houden. Vooral de eerste tijd is
men daar pijnlijk precies op. Toevallig
trof mij het ongeluk, dat ik op een der
eerste dagen kamerwacht speelde. Mijn
taak was helaas niet naar behoren ver
vuld, want op de tafel lag een enkel klein
stukje hagelslag, overgebleven van de
broodmaaltijd. Het werd ontdekt door
een sergeant-majoor, die in felle woede
ontstak. De ontstelde kamerwacht werd
uitgescholden voor „vuile goorling", maar
toen hij wat gekalmeerd was, legde hij
de reden van zijn verstoordheid uit. „Kijk
eens", sprak hij, „hier ligt een stukje
voedsel. Het gaat rotten en trekt bacte
riën aan. Ziektekiemen. De kiemen ver
meerderen zich snel en jullie worden
ziek. Met het weekend gaat iedereen
naar huis en over heel Nederland wordt
het leger besmet. Na het weekend is de
hele Nederlandse strijdmacht ziek en
daarmee een makkelijke prooi voor de
Russen. En dat is dan te wijten aan jou,
aan jou alleen!!" Het gesmoorde gegrin
nik bewees wel, dat het betoog niet ge
heel serieus werd genomen. Maar het
werd ons hoogst kwalijk genomen, dat
we hadden durven lachen en met de be
lofte, dat we na een paar weken strenge
tucht nog wel eens anders zouden pra
ten, verdween de sergeant-majoor. Dit
laatste is nooit bewaarheid, want nie
mand heeft de ernst van de dienst leren
inzien, want juist door die strenge tucht
ontstonden zoveel lachwekkende situa
ties, die 's avonds aanleiding gaven tot de
grootste vrolijkheid, dat eigenlijk ieder
een genoot van eikaars fouten.
Er is één ding in de militaire dienst,
dat steeds weer als een bittere kwelling
ondergaan wordt: de dagelijkse reveille
om 6 uur 's morgens. Vooral als het koud
is, is het geen genoegen zo vroeg naast
je bed te moeten staan. Het wassen is de
tweede fase van de dagtaak. Brrr
met koud water en ontbloot bovenlijf
Tijdens de eerste tien weken van de
dienst, blijken sommige jongens zich tot
uitstekende soldaten te ontwikkelen,
vooral wanneer ze enige spierkracht en
handigheid weten te betonen. Zij slaan
zich er makkelijk doorheen en ondervin
den geen grote moeilijkheden. Maar een
ander deel en het is wel duidelijk ge
bleken, dat ook ik tot die categorie be
hoor brengt vooral van bepaalde les
sen bitter weinig terecht. Bij een vak als
Hindernisbaan b.v. hield ik de organi
satie zo lang op, dat ze me er op 't
gewoon afschopten! Overigens kwa
vaker voor dat ik heus per ongel
voor situaties zorgde, die beslist sty
zijn geweest met de militaire waa>
heid en tucht. Op een dag werd er
oefening voor een erewacht op Schi;
squadronexercitie gehouden. De lat
personen werden in de voorste geleö
geplaatst en de „Texelaar" liep voo:
Er werd voorwaarts mars geconu H
deerd, gevolgd door allerlei bewegi
als links uit de flank, rechts uit de fL:
reohtsomkeerts enz. enz. Alles werdF
rig opgevolgd en het ging een hele*06
prima. Tot op een zeker moment „Re
omkeerts.mars" werd geschree
De Texelaar had op dat moment z'ra
dachten ergens op de Wadden zitte^
bleef keurig rechtdoorlopen. Toen de1*
gissing bemerkt werd, was het al ve/"
laat en het hele squadron was gelijlj
wanorde. Sinds die gebeurtenis dras
de veelzeggende naam „Tinus Tussen;
Ook halen de soldaten onder el
„aardigheden" uit, waar je je niet te
van moet aantrekken, omdat je ar;
steeds de „pineut" bent. Een zekere
Both uit Soestdijk dacht een aardighij
met me uit te halen door m'n helm|i(
boven op de kast staat, vol water ten
ten. Toen ik hem nodig had, en hem<
de kast wilde pakken, kreeg ik een
of wat ijskoud water tussen mijn kit
Maar de wraak was zoet, want toenii
's avonds sliep, kroop ik m'n krib ujvi
goot zijn schoenen vol water. Toen h
de volgende ochtend wilde aantrek®
spoot het water hem z'n broekspijpen d
Onder de manschappen wordt ookL^
een soort strafrecht gebezigd. Wan.^V
iemand zich b.v. wat te „fanatiek'Woi
draagt, moet hij er op rekenen, data-,
dat duur komt te staan. Meestal luidP
vonnis: „Wasbak!!" wat betekent dp°e€
ongelukkige met man en macht naaraid
waslokaal wordt gesleept en in een»-
grote waskuipen gegooid. Een an-
„straf" is het op „scherp" stellen varf
bed van de betrokkene. Wanneer ;v£
argeloze jongen te bed wil gaan, bezis
het prompt en de hele santekraam
in elkaar. ]p>e:
ier
•ge
he
Geen gevangenen.
38. In de grote auto van de heer Wevels
werd even later voor ieder een plaatsje
gevonden. Zelfs voor Eric, die met een
verbeten gezicht alles langs zich heen
liet gaan en wiens rusteloze ogen ver
raadde dat hij nog op een ontsnapping
broedde. Voor hem werd een zitplaats
naast Polten ingeruimd en deze ontging
geen enkel gebaar van zijn arrestant.
Terwijl Eric beneden in de cel werd
ondergebracht, verzamelden zich boven
in het gemeentehuis de verdere leden van
het gezelschap. Het was nodig dat ver
schillende gegevens even op schrift wer
den gesteld.
Linda voelde zich door de onverwachte
goede gang van zaken zo opgemonterd,
dat ze alle medewerking kon geven. Ze
was in de ene nacht vol bittere tegen
slagen, van een mooi, maar ijdel meisje
tot een gevoelige vrouw gegroeid.
Haar gezicht, nu helemaal ontspannen,
bleef diep ernstig bij al de onderzoekende
vragen van Polten. Haar liefde was in
rook vervlogen, maar nu reeds voelde ze
medelijden met Eric. Ondanks de harde
les die hij haar had toegebracht, had ze
al weer moed om het leven aan te kijken,
maar hij zou een tijdlang uit de maat
schappij verwijderd worden. Dat bete
kende voor iemand, die het vrije leven
zo gewend was, een dubbele straf. Ze
spaarde, bij het verstrekken van gegevens
zichzelf niet en meende dat ze door haar
gedrag wel enige aanleiding tot zijn op-
treden had gegeven.
Haar nuchtere woorden maakten wel
duidelijk, dat hier geen liefde meer in
het spel was, maar rijpe gedachten, waar
aan de benauwde uren onder in de wagen
niet geheel vreemd waren.
Tijdens de ernstige gesprekken zorgde
rechercheur Hermans voor enige vrolijke
momenten. De telefoon rinkelde en Pol
ten pakte de hoorn.
Opgewonden vertelde Hermans dat de
grenzen hermetisch gesloten waren, maai
dat was de hoofdzaak niet. Bij het na
gaan van de aantekeningen was het hem
opgevallen dat Eric, die zij verdachten
van de ontvoering van Linda, ook best
die schilderijendiefstal gepleegd kon
hebben. Hij had immers dat zwarte krul
haar waar telkens sprake van was.
„Houdt u in ieder geval de grenzen
secuur dicht", zei Polten op een gemoe
delijke toon, „je kunt nooit weten of hij
soms nog hier uit de cel zal ontsnappen.
Ja, wat de diefstal van de schilderstuk
ken aangaat, dat is ook opgelost en wan
neer je nog afscheid wilt nemen van
mijnheer Wevels en zijn dochter, zij zijn
momenteel hier op het gemeentehuis".
Een harde klik bewees dat Hermans
nijdig de verbinding verbrak.
HOOFDSTUK XII
Besluit
Drommen mensen verdrongen zich om
het gemeentehuis. Een allerliefst bruidje
en een aan alle meisjesidealen beant
woordende bruidegom stapten uit een
leuk ouderwets koetsje. Meerdere koets
jes waren voorgereden en het was een
groot gezelschap dat het tegelpad van het
gemeentehuis betrad. Toch fluisterde de
bruidegom ondeugend tegen het bruidje,
of ze niet liever achter het gemeentehuis
wilde schuilen voor de regen?
„Maar het regent helemaal niet", zei
Marrigje, terwijl ze Bob met stralende
cgen van achter haar bruidsluier aan
keek. Natuurlijk begreep ze zijn toespe
ling wel, op de avond, die nu zo lang
geleden en zo ver weg leek, maar die hen
bijna noodlottig werd.
Wat was er in die tussentijd veel ten
goede gekeerd. Terwijl nu de ene feeste
lijke gebeurtenis na de andere stond te
wachten, was het toen een tijd van mis
verstanden, misdadigheid en tranen.
Na alle emotionele zaken had Bob zijn
veroverde plaats in het huis van burge
meester Zwiersma kunnen behouden.
Haar vader had zich helemaal met de
familie Wevels en hun industrie kunnen
verzoenen.
Het gezin Dintel had hun nieuwe huis
betrokken. Hilde Vrenken had zich blo
zend verontschuldigd dat ze nu weer
haar huis nodig had, daar ze zelf een
huisgezin ging vormen. Wie opperwacht
meester Polten met een stralend humeur
en een overgelukkig gezicht door de ge
meente zag paraderen hoefde niet te
twijfelen, wie de uitverkoren bruidegom
van Hilde was.
Op het ogenblik was echter alle aan
dacht voor Marrigje en Bob. Zij, die geen
plaatsje meer vonden in de trouwzaal,
bleven geduldig buiten wachten.
Na een blik op zo'n gelukkig paartje
viel het dagelijks werk weer lichter. Het
deed de wachtende vrouwen weer besef
fen, dat de vreugde van deze dag meege
dragen moest worden om later te mengen
met de dagelijkse plichten van sokken
stoppen, bedden opmaken en vaten was
sen.
Tussen de bruiloftsgasten stapte met
opgewekt gezicht ook burgemeester
Zwiersma naar binnen.
„Had je dat ooit kunnen denken buur
vrouw?" vroeg de een aan de ander.
„Nee mijn lieve mens, hij behandelde
die Wevels vroeger of ze lucht voor hem
waren".
„En zo als het aangepapt is met die
Voorhout".
„Geen wonder zeg. Die Hilko heeft
maar wat een dappere rol in die zaak
gespeeld. Hij ontdekte de vermiste Linda
en vond gelijk de schilderijen".
„Dat was me anders een schrik, zo'n
boef in ons midden".
„Laat ik je nou vertellen buurvrouw,
dat ik daar helemaal niet vreemd van
stond te kijken. Dat overdreven lange
haar, die bakkebaardjes en dat tanden-
borsteltje onder zijn neus. Ik zeg maar
zo, als er werkelijk waarde in een mens
zit, dan hoeft de buitenkant niet zo over
dadig opgesmukt te worden".
„Dat is een waarheid als een koe. Die
Eric heeft nu een geduchte straf uit te
Natuurlijk zit je niet continu in dij1 d
Tijdens de avonduren ben je vrij tcjfrJ
uur en het is mogelijk „A.P." (Ar*ai
Permissie) te krijgen tot 12 uur. Bel®0
rijker nog zijn de weekenden. Je ?e
dan volledige bewegingsvrijheid en P
dus naar huis gaan, wat door de mee?® b
dan ook gedaan wordt. Alleen als je^de
ver weg woont, is dat te kostbaar. £en
ga je eens per veertien dagen. Diep
wordt dan geheel vergoed. De iPn
schappen worden naar de treinen aat
marcheerd en meestal gebeurt datage
avonds om zes uur. Om dan als Texe aii
de laatste boot nog te kunnen halen*
je een verzoek om vroeger vertrek rrur
ten indienen. Wordt het toegestaan, twc
vertrek je op eigen gelegenheid 's i in
dags al. De eerste keer was dat rm(
spannende gebeurtenis. Om op een be 111
redelijke tijd thuis te zijn, had ik01".1
laatste boot 16.40 uur opgegeven iiy
hoop dat men dat zou geloven. Maa.J' r
heren keken het na en soldaat De Gn s
moest op rapport verschijnen bij*61,
squadroncommandant. Het liep gelu?6el
goed af, want ik vertelde hem, dat
niet verstandig is, om op de laatste W n
te rekenen omdat er vooral in de wiel 2
een kans is, dat er een Oostenwind wjjei
gevolgd door een lage waterstand, v/pfai
door de verbinding verbreekt. Dat a
„kans" maar heel erg klein is, verlff
ik natuurlijk niet! Enfin, het verP?er
werd toegestaan en iedere veertien dP1^
arriveerde ik op Texel met de boot-^6
16.40 uur. («ig
a de
Mijn militaire basisopleiding is^P
sinds enige weken achter de rug.
een speciale vakopleiding ben ik ovejjf'dt
plaatst. ^ir
En ondanks alle nare dingen, die j zet
die tijd hebt beleefd, kun je toch tewe
zien op een leuke onvergetelijke aa#
want één ding heb ik geleerd: hoezee® v
je ook het vuur aan de schenen leggeP* d
hoe erg je ook wordt uitgescholden ^el
afgemarteld, zolang je maar samen
met een aantal kameraden, waar je c-,
mee ap kunt schieten en die de milit
dienst ook niet él te serieus nemen, 'ei,1
het best mee. s."e
Soldaat Harry de Graa^ve
Der
renc
ens.
zitten. Het is te hopen dat hij intut
zijn leven betert en daar in de gevai
nis een fatsoenlijk vak leert". ,eï
„Ja, alles is op zijn pootjes terecht*
komen. Als je ziet hoe die Linda veQ
derd is. Heb je het laatste nieuws
gehoord?"
„Nee, zeg het me vlug mens, wat
aan de hand? Als je de verloving
Hilko en Ineke bedoeld, dat weet
iedereen hoor". ïXvl
Moet je denken. Nee, het gaat cBev
Linda Wevels. Ze bezoekt immers oo:irï
zieken in de ziekenhuizen. Daarom sPS£
ze ook steeds naar Theo Vrenken, 'n 11
weet wel, die plotseling wegens bra®ur
wonden naar het ziekenhuis moest. e ee
heb dat, tussen haakjes, nooit helen!t
goed begrepen, want ik heb van br*1 s
nooit iets gemerkt. Maar nuja, je
niet voor je lol in het ziekenhuis ligf"1^
Hij moet nu enorm vooruit gaan,
Linda gaat steeds meer naar hem toë#d
zit uren aan zijn bed. Een mens srin.n
niet wat er allemaal zo te smoesen
zijn. Enfin, het schijnt beiden zo te!F'
lallen, dat er na zijn terugkomst ron<^
verloving van komt". ■an(
„Toe maar, chut mens, dan korai"11
voorlopig geen einde aan de pret hieaar
het dorp. Maar ik mag het welp je t?n k
er jong bij Beter zo, dan die ak£,lUer
akkevietjes die we destijds dagelijks r01™-'
maakten. Een beetje sensatie mag ik
maar het moet niet alle perken te buS?
gaan, o zo, buurvrouw".
Boven in de trouwzaal klonk De
schuchtere „ja" van Marrigje en de s3a' i
van geluk, die er van Bob en Marre De
uitging, deelde zich mede aan alle ian n'
wezigen in de zaal. Er
EINDE. r»or<i