„Alle perken te buiten Eerste ontwikkelingsavond te Oudeschild U KUNT SNELLER THUIS ZIJN!» Vorige week is de Ontwikkelingsclub Oudeschild gestart met en behoorlijk aan tal belangstellenden. De voorzitter, de heer v.d. Galiën, sprak er zijn vreugde over uit dat zovelen aanwezig waren. Een vereniging kan slecht draaien zonder geld en daarom was het verheugend, dat de meeste aanwezi gen lid geworden zijn. Wanneer U ook Uw buurman lid maakt, hebben we spoe dig een bloeiende vereniging. Het doel van onze vereniging is het verrijken van de geestelijke horizon door het houden van lezingen etc. Voor de eerste keer was hiertoe bereid gevonden mej. Veenstra, geassisteerd door mej. Visser en de heer De Jong. De inleiding van mej. Veenstra had als onderwerp: ,,Rond de familietaf el". Er wordt overal veel gepraat, op verga deringen, in de Tweede Kamer, Europees Parlement etc. Maar dit kan ook gebeu ren rond de familietafel. En we moeten dan niet alleen praten over verleden en heden maar vooral over de toekomst. Er is de laatste honderd jaar veel veranderd in de wereld en het gaat steeds sneller. In 1840 kwamen de stoomschepen, in 1900 de auto, in 1925 de radio, in 1950 de televisie en al deze dingen maken de wereld kleiner en brengen ons tevens op de hoogte van het wereldgebeuren. De medische verzorging is prima, het onderwijs wordt steeds beter. Maar waar de kinderen vroeger de opleiding in het gezin kregen, gaan ze nu alle kanten uit en hebben diverse instituten een groot deel van die taak overgenomen. Voor de ouders is overgebleven: de opvoeding en het scheppen van een tehuis waar de kin deren altijd terug kunnen komen. Voor een gesprek aan de ronde tafel. Op allerlei gebied verandert veel, denk b.v. aan nylon, draion en enkalon kleren, nylon netten, melkmachines etc. en het onderhoud daarvan. Het is bijna niet om bij te houden. Daarvoor is de commissie voor streek - ontwikkeling in het leven geroepen. Mo menteel zijn er 52 van dergelijke gebie den in ons land. Op het agrarisch sociale terrein wordt o.a. voorlichting gegeven omtrent be roepskeuze en ook over omscholing, waaraan grote behoefte bestaat. In de commissie zijn alle groeperingen vertegenwoordigd. Ze komt eens per maand bijeen en bespreekt dan onder delen van een plan dat voor een jaar is vastgesteld. Er wordt gedacht aan een bezoek aan de huishoudbeurs en voor de bouwvakarbeiders aan het bouwcentrum in Rotterdam. Ook het huidige Oudeschild kan niet blijven zo het is en zal veranderingen ondergaan, waar we rekening mee heb ben te houden. Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst en dat zal ook in Oudeschild zo moeten zijn. Eerst samen zijn, dan samen leven en samen werken. Wanneer we hieraan vasthouden zal ook Oudeschild zijn plaats weten te vinden in een snel veranderende wereld. Na de inleiding van mej. Veenstra, die met grote aandacht werd beluisterd, werden enige films vertoond. O.a. „Eigen haard meer waard", waarin getoond werd, welke verbeteringen de techniek kan brengen, zowel voor de boer als de boerin. En een film over het bereiden van vis en visgerechten, waarbij de lief hebbers het water over de tanden liep. Besloten werd met een grappig kleuren- filmpje. De heer v.d. Galiën sprak stellig na mens alle aanwezigen, toen hij mej. Veenstra en haar staf dankte voor de prettige en leerzame avond. Hij wekte alle aanwezigen op om dins dag 7 februari weer present te zijn als Dokter Renout films vertoont over Spanje. VERTROKKEN PERSONEN Jan Zuidema (en gezin) van E 126 naar Zaandam, Hondemanstraat 18; Nely A. Sok, van Den Burg, Parkstraat 8 naar Hummelo en Keppel, Huize „De Bron"; Willemina J. Donker, van Den Burg, Schilderend 15 naar Zand voort, Kostver- lorenstraat 65; Wiebe J. Laan, van Den Burg, Kogerstraat 21 naar Amsterdam, Leidsestraat 17 I; Peter C. Bruin, van Den Burg, Kogerstraat 94 naar Amster dam, Joden Houttuinen 8; Cornelis A. de Waard, van Oudeschild, Heemskerckstr. 9 naar Soest, Soesterberg, Amersfoortse- straat 29; Jan Witvliet, van Den Hoorn 157 naar Rolde, Papenvoort 15a; Eeltje Fennema, van De Koog, Kamerstraat 23 naar Heerenveen, Dracht 1; Jannie van den Berg (ev. Zomer) van Den Burg, Weverstraat 57a naar Velsen, Vlierstr. 2 INGEKOMEN PERSONEN Anna P. Agaart, van Bergen op Zoom, Zandstraat 16 naar Kogerstraat 38, Den Burg; Cornelis J. de Wolf (en echtgen.), van Breskens, Dorpsstraat 86 naar Mul derstraat 11, Oosterend. r V' Als U NIET rechts houdt,moet U veel meer uitwijken dan nodig is. Daardoor wordt Uw weg véél langer!1! HET (ON)JUISTE MIDDEN Er zijn hele scharen weggebruikers, die menen dat het op de weg een kwestie van „het juiste midden" is. Die er de voor keur aan geven om als het maar eventjes kan aan de weg-as te „kleven". U kent ze wel, de automobilisten, die doen alsof de witte middenstreep er is om zo netjes midden tussen de wielen te houden. Wel licht denkend op die manier sneller te kunnen opschieten. Daarbij vergetend, cat de wet hen verplicht om zich niet verder van de rechter kant van de rij baan te bevinden dan door de omstandig heden gerechtvaardigd wordt. Welnu, als die omstandigheden er niet zijn, dan zijn ze er niet. Dat ervoer ook de automobilist die op een uit twee gescheiden rijbanen be staande Rijksweg over een afstand van twee kilometer rustig links bleef rijden zonder dat er van inhalen sprake was. Een beroep op het „tóch sneller" of „tóch alleen op de rijbaan" gaat dan bepaald niet op. Evenmin als het excuus, dat men langs een heining rijdend bang is dat ichter die haag spelende kinderen er Houdt goed rechts. U hoeft dan veel mini der urt te wijken enU bent daardoor veel sneller thuis plotseling doorheen zullen komen. Ook dat is geen reden om op het midden van de weg te gaan rijden. Op een dergelijke gevaarsmogelijkheid moet je dan maar extra bedacht zijn door je snelheid er bij aan te passen, kreeg een scooterrijder ten antwoord toen hij voor de Rechtbank zijn zo lofwaardig klinkend excuus voor niet-rechtshouden liet horen. Een bewijs temeer, dat op de weg het juiste midden in vele gevallen een on juist midden blijkt te zijn. Publikatie van het Verbond voor Veilig Verkeer HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 25 jan. 2.04 en 14.27; 26 jan. 3.15 en 15.43; 27 jan. 4.29 en 17.00; 28 jan. 5.41 en 18.08. Aan het strand ongeveer een uur eer der hoog water. CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 25 januari (heden) worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende uren: Den Hoorn 1.15 uur; Oosterend 2.00 uur; De Cocksdorp 3.00 uur; De Koog 4.00 uur. j lappie knijn EN HET VERDWENEN STANDBEELD 57. Ondertussen liep Lappie, met het beeld, moeizaam over de landweg, terwijl de ochtendzon hem fel op zijn bolletje scheen. „Pfft, wat een hitte, 't zal een warme dag worden vandaagmom pelde hij. Ja, Lappie wist vast nog niet Aoe warm het voor hem zou worden. Ondertussen klopte Eduard Jonas op de schouder en zei vriendelijk: „Kom jong, ga eerst een hapje eten, je rammelt zeker van de honger...." „Heb je Lappie ook gezien?" vroeg Jonas, om zich heen kij kend, „Die is er zeker al op uit, Jonas", antwoordde Eduard. „Dat kan best", mompelde Jonas met zijn mond vol koek. „Hij heeft de mars meegenomen". Toen het ontbijt gedaan was, verlieten Eduard en Jonas het huis om zich naar het marktplein te begeven, waar die morgen het standbeeld onthuld zou wor den. FEUILLETON TEXELAAR IN WAPENROK (Vervolg van pagina 1) maar stratemaker van. Een sergeant kwam de kamer op en verzamelde de manschappen rond een der tafels, waarop hij demonstreerde, hoe je je beddedekens diende op te vouwen iedere morgen. Dit maken van het „wolletje" bleek geen grote moeilijkheden op te leveren maar was zeer tijdrovend en ons inziens vol komen nutteloos. We informeerden dan ook, waarom die onzin in 's hemelsnaam nodig was, waarop de sergeant ons pein zend aankeek en zei, dat je in dienst nooit naar het „waarom" van iets moest vragen, maar alles zonder meer doet, om dat'het nou eenmaal bevel is. Mooi, dat wisten we dus. „Befehl ist befehl dacht ik. Langzamerhand werd het avond en na de eerste maaltijd in de eetzaal kon je naar de cantine gaan. Het bleek een gezellige ruimte te zijn waar je voor bijna geen geld, allerlei versnaperingen kon krijgen. Ieder kocht dan ook prompt zijn eerste „koffie met koek". Het was een gebaar, dat later nog heel wat keren herhaald is. Het valt mee Om tien uur stond ieder voor z'n bed aangetreden en vertelde een sergeant majoor hoe de dagelijkse gang van zaken in de dienst was. Het bleek, dat er heel wat tijd ging zitten in vegen, afstoffen wapenonder- houd, inspecties en appèl houden. Alle maal handelingen waar we geen van allen het nut van inzagen, maar die we toch braaf uitvoerden gedurende de verdere dagen. Hoe langer hoe meer kwam naar voren, dat de verhalen waar mee wij ons een voorstelling van de dienst hadden gevormd, behoorlijk over dreven waren. Het bleek allemaal best dragelijk, hoewel we aan allerlei dingen moesten wennen die we in ons burger leven niet gekend hadden. Zeer gesteld bleek men op de reinheid des kamers te zijn. De kamerwacht, die bij toerbeurt wordt aangewezen heeft de taak, de boel schoon te houden. Vooral de eerste tijd is men daar pijnlijk precies op. Toevallig trof mij het ongeluk, dat ik op een der eerste dagen kamerwacht speelde. Mijn taak was helaas niet naar behoren ver vuld, want op de tafel lag een enkel klein stukje hagelslag, overgebleven van de broodmaaltijd. Het werd ontdekt door een sergeant-majoor, die in felle woede ontstak. De ontstelde kamerwacht werd uitgescholden voor „vuile goorling", maar toen hij wat gekalmeerd was, legde hij de reden van zijn verstoordheid uit. „Kijk eens", sprak hij, „hier ligt een stukje voedsel. Het gaat rotten en trekt bacte riën aan. Ziektekiemen. De kiemen ver meerderen zich snel en jullie worden ziek. Met het weekend gaat iedereen naar huis en over heel Nederland wordt het leger besmet. Na het weekend is de hele Nederlandse strijdmacht ziek en daarmee een makkelijke prooi voor de Russen. En dat is dan te wijten aan jou, aan jou alleen!!" Het gesmoorde gegrin nik bewees wel, dat het betoog niet ge heel serieus werd genomen. Maar het werd ons hoogst kwalijk genomen, dat we hadden durven lachen en met de be lofte, dat we na een paar weken strenge tucht nog wel eens anders zouden pra ten, verdween de sergeant-majoor. Dit laatste is nooit bewaarheid, want nie mand heeft de ernst van de dienst leren inzien, want juist door die strenge tucht ontstonden zoveel lachwekkende situa ties, die 's avonds aanleiding gaven tot de grootste vrolijkheid, dat eigenlijk ieder een genoot van eikaars fouten. Er is één ding in de militaire dienst, dat steeds weer als een bittere kwelling ondergaan wordt: de dagelijkse reveille om 6 uur 's morgens. Vooral als het koud is, is het geen genoegen zo vroeg naast je bed te moeten staan. Het wassen is de tweede fase van de dagtaak. Brrr met koud water en ontbloot bovenlijf Tijdens de eerste tien weken van de dienst, blijken sommige jongens zich tot uitstekende soldaten te ontwikkelen, vooral wanneer ze enige spierkracht en handigheid weten te betonen. Zij slaan zich er makkelijk doorheen en ondervin den geen grote moeilijkheden. Maar een ander deel en het is wel duidelijk ge bleken, dat ook ik tot die categorie be hoor brengt vooral van bepaalde les sen bitter weinig terecht. Bij een vak als Hindernisbaan b.v. hield ik de organi satie zo lang op, dat ze me er op 't gewoon afschopten! Overigens kwa vaker voor dat ik heus per ongel voor situaties zorgde, die beslist sty zijn geweest met de militaire waa> heid en tucht. Op een dag werd er oefening voor een erewacht op Schi; squadronexercitie gehouden. De lat personen werden in de voorste geleö geplaatst en de „Texelaar" liep voo: Er werd voorwaarts mars geconu H deerd, gevolgd door allerlei bewegi als links uit de flank, rechts uit de fL: reohtsomkeerts enz. enz. Alles werdF rig opgevolgd en het ging een hele*06 prima. Tot op een zeker moment „Re omkeerts.mars" werd geschree De Texelaar had op dat moment z'ra dachten ergens op de Wadden zitte^ bleef keurig rechtdoorlopen. Toen de1* gissing bemerkt werd, was het al ve/" laat en het hele squadron was gelijlj wanorde. Sinds die gebeurtenis dras de veelzeggende naam „Tinus Tussen; Ook halen de soldaten onder el „aardigheden" uit, waar je je niet te van moet aantrekken, omdat je ar; steeds de „pineut" bent. Een zekere Both uit Soestdijk dacht een aardighij met me uit te halen door m'n helm|i( boven op de kast staat, vol water ten ten. Toen ik hem nodig had, en hem< de kast wilde pakken, kreeg ik een of wat ijskoud water tussen mijn kit Maar de wraak was zoet, want toenii 's avonds sliep, kroop ik m'n krib ujvi goot zijn schoenen vol water. Toen h de volgende ochtend wilde aantrek® spoot het water hem z'n broekspijpen d Onder de manschappen wordt ookL^ een soort strafrecht gebezigd. Wan.^V iemand zich b.v. wat te „fanatiek'Woi draagt, moet hij er op rekenen, data-, dat duur komt te staan. Meestal luidP vonnis: „Wasbak!!" wat betekent dp°e€ ongelukkige met man en macht naaraid waslokaal wordt gesleept en in een»- grote waskuipen gegooid. Een an- „straf" is het op „scherp" stellen varf bed van de betrokkene. Wanneer ;v£ argeloze jongen te bed wil gaan, bezis het prompt en de hele santekraam in elkaar. ]p>e: ier •ge he Geen gevangenen. 38. In de grote auto van de heer Wevels werd even later voor ieder een plaatsje gevonden. Zelfs voor Eric, die met een verbeten gezicht alles langs zich heen liet gaan en wiens rusteloze ogen ver raadde dat hij nog op een ontsnapping broedde. Voor hem werd een zitplaats naast Polten ingeruimd en deze ontging geen enkel gebaar van zijn arrestant. Terwijl Eric beneden in de cel werd ondergebracht, verzamelden zich boven in het gemeentehuis de verdere leden van het gezelschap. Het was nodig dat ver schillende gegevens even op schrift wer den gesteld. Linda voelde zich door de onverwachte goede gang van zaken zo opgemonterd, dat ze alle medewerking kon geven. Ze was in de ene nacht vol bittere tegen slagen, van een mooi, maar ijdel meisje tot een gevoelige vrouw gegroeid. Haar gezicht, nu helemaal ontspannen, bleef diep ernstig bij al de onderzoekende vragen van Polten. Haar liefde was in rook vervlogen, maar nu reeds voelde ze medelijden met Eric. Ondanks de harde les die hij haar had toegebracht, had ze al weer moed om het leven aan te kijken, maar hij zou een tijdlang uit de maat schappij verwijderd worden. Dat bete kende voor iemand, die het vrije leven zo gewend was, een dubbele straf. Ze spaarde, bij het verstrekken van gegevens zichzelf niet en meende dat ze door haar gedrag wel enige aanleiding tot zijn op- treden had gegeven. Haar nuchtere woorden maakten wel duidelijk, dat hier geen liefde meer in het spel was, maar rijpe gedachten, waar aan de benauwde uren onder in de wagen niet geheel vreemd waren. Tijdens de ernstige gesprekken zorgde rechercheur Hermans voor enige vrolijke momenten. De telefoon rinkelde en Pol ten pakte de hoorn. Opgewonden vertelde Hermans dat de grenzen hermetisch gesloten waren, maai dat was de hoofdzaak niet. Bij het na gaan van de aantekeningen was het hem opgevallen dat Eric, die zij verdachten van de ontvoering van Linda, ook best die schilderijendiefstal gepleegd kon hebben. Hij had immers dat zwarte krul haar waar telkens sprake van was. „Houdt u in ieder geval de grenzen secuur dicht", zei Polten op een gemoe delijke toon, „je kunt nooit weten of hij soms nog hier uit de cel zal ontsnappen. Ja, wat de diefstal van de schilderstuk ken aangaat, dat is ook opgelost en wan neer je nog afscheid wilt nemen van mijnheer Wevels en zijn dochter, zij zijn momenteel hier op het gemeentehuis". Een harde klik bewees dat Hermans nijdig de verbinding verbrak. HOOFDSTUK XII Besluit Drommen mensen verdrongen zich om het gemeentehuis. Een allerliefst bruidje en een aan alle meisjesidealen beant woordende bruidegom stapten uit een leuk ouderwets koetsje. Meerdere koets jes waren voorgereden en het was een groot gezelschap dat het tegelpad van het gemeentehuis betrad. Toch fluisterde de bruidegom ondeugend tegen het bruidje, of ze niet liever achter het gemeentehuis wilde schuilen voor de regen? „Maar het regent helemaal niet", zei Marrigje, terwijl ze Bob met stralende cgen van achter haar bruidsluier aan keek. Natuurlijk begreep ze zijn toespe ling wel, op de avond, die nu zo lang geleden en zo ver weg leek, maar die hen bijna noodlottig werd. Wat was er in die tussentijd veel ten goede gekeerd. Terwijl nu de ene feeste lijke gebeurtenis na de andere stond te wachten, was het toen een tijd van mis verstanden, misdadigheid en tranen. Na alle emotionele zaken had Bob zijn veroverde plaats in het huis van burge meester Zwiersma kunnen behouden. Haar vader had zich helemaal met de familie Wevels en hun industrie kunnen verzoenen. Het gezin Dintel had hun nieuwe huis betrokken. Hilde Vrenken had zich blo zend verontschuldigd dat ze nu weer haar huis nodig had, daar ze zelf een huisgezin ging vormen. Wie opperwacht meester Polten met een stralend humeur en een overgelukkig gezicht door de ge meente zag paraderen hoefde niet te twijfelen, wie de uitverkoren bruidegom van Hilde was. Op het ogenblik was echter alle aan dacht voor Marrigje en Bob. Zij, die geen plaatsje meer vonden in de trouwzaal, bleven geduldig buiten wachten. Na een blik op zo'n gelukkig paartje viel het dagelijks werk weer lichter. Het deed de wachtende vrouwen weer besef fen, dat de vreugde van deze dag meege dragen moest worden om later te mengen met de dagelijkse plichten van sokken stoppen, bedden opmaken en vaten was sen. Tussen de bruiloftsgasten stapte met opgewekt gezicht ook burgemeester Zwiersma naar binnen. „Had je dat ooit kunnen denken buur vrouw?" vroeg de een aan de ander. „Nee mijn lieve mens, hij behandelde die Wevels vroeger of ze lucht voor hem waren". „En zo als het aangepapt is met die Voorhout". „Geen wonder zeg. Die Hilko heeft maar wat een dappere rol in die zaak gespeeld. Hij ontdekte de vermiste Linda en vond gelijk de schilderijen". „Dat was me anders een schrik, zo'n boef in ons midden". „Laat ik je nou vertellen buurvrouw, dat ik daar helemaal niet vreemd van stond te kijken. Dat overdreven lange haar, die bakkebaardjes en dat tanden- borsteltje onder zijn neus. Ik zeg maar zo, als er werkelijk waarde in een mens zit, dan hoeft de buitenkant niet zo over dadig opgesmukt te worden". „Dat is een waarheid als een koe. Die Eric heeft nu een geduchte straf uit te Natuurlijk zit je niet continu in dij1 d Tijdens de avonduren ben je vrij tcjfrJ uur en het is mogelijk „A.P." (Ar*ai Permissie) te krijgen tot 12 uur. Bel®0 rijker nog zijn de weekenden. Je ?e dan volledige bewegingsvrijheid en P dus naar huis gaan, wat door de mee?® b dan ook gedaan wordt. Alleen als je^de ver weg woont, is dat te kostbaar. £en ga je eens per veertien dagen. Diep wordt dan geheel vergoed. De iPn schappen worden naar de treinen aat marcheerd en meestal gebeurt datage avonds om zes uur. Om dan als Texe aii de laatste boot nog te kunnen halen* je een verzoek om vroeger vertrek rrur ten indienen. Wordt het toegestaan, twc vertrek je op eigen gelegenheid 's i in dags al. De eerste keer was dat rm( spannende gebeurtenis. Om op een be 111 redelijke tijd thuis te zijn, had ik01".1 laatste boot 16.40 uur opgegeven iiy hoop dat men dat zou geloven. Maa.J' r heren keken het na en soldaat De Gn s moest op rapport verschijnen bij*61, squadroncommandant. Het liep gelu?6el goed af, want ik vertelde hem, dat niet verstandig is, om op de laatste W n te rekenen omdat er vooral in de wiel 2 een kans is, dat er een Oostenwind wjjei gevolgd door een lage waterstand, v/pfai door de verbinding verbreekt. Dat a „kans" maar heel erg klein is, verlff ik natuurlijk niet! Enfin, het verP?er werd toegestaan en iedere veertien dP1^ arriveerde ik op Texel met de boot-^6 16.40 uur. («ig a de Mijn militaire basisopleiding is^P sinds enige weken achter de rug. een speciale vakopleiding ben ik ovejjf'dt plaatst. ^ir En ondanks alle nare dingen, die j zet die tijd hebt beleefd, kun je toch tewe zien op een leuke onvergetelijke aa# want één ding heb ik geleerd: hoezee® v je ook het vuur aan de schenen leggeP* d hoe erg je ook wordt uitgescholden ^el afgemarteld, zolang je maar samen met een aantal kameraden, waar je c-, mee ap kunt schieten en die de milit dienst ook niet él te serieus nemen, 'ei,1 het best mee. s."e Soldaat Harry de Graa^ve Der renc ens. zitten. Het is te hopen dat hij intut zijn leven betert en daar in de gevai nis een fatsoenlijk vak leert". ,eï „Ja, alles is op zijn pootjes terecht* komen. Als je ziet hoe die Linda veQ derd is. Heb je het laatste nieuws gehoord?" „Nee, zeg het me vlug mens, wat aan de hand? Als je de verloving Hilko en Ineke bedoeld, dat weet iedereen hoor". ïXvl Moet je denken. Nee, het gaat cBev Linda Wevels. Ze bezoekt immers oo:irï zieken in de ziekenhuizen. Daarom sPS£ ze ook steeds naar Theo Vrenken, 'n 11 weet wel, die plotseling wegens bra®ur wonden naar het ziekenhuis moest. e ee heb dat, tussen haakjes, nooit helen!t goed begrepen, want ik heb van br*1 s nooit iets gemerkt. Maar nuja, je niet voor je lol in het ziekenhuis ligf"1^ Hij moet nu enorm vooruit gaan, Linda gaat steeds meer naar hem toë#d zit uren aan zijn bed. Een mens srin.n niet wat er allemaal zo te smoesen zijn. Enfin, het schijnt beiden zo te!F' lallen, dat er na zijn terugkomst ron<^ verloving van komt". ■an( „Toe maar, chut mens, dan korai"11 voorlopig geen einde aan de pret hieaar het dorp. Maar ik mag het welp je t?n k er jong bij Beter zo, dan die ak£,lUer akkevietjes die we destijds dagelijks r01™-' maakten. Een beetje sensatie mag ik maar het moet niet alle perken te buS? gaan, o zo, buurvrouw". Boven in de trouwzaal klonk De schuchtere „ja" van Marrigje en de s3a' i van geluk, die er van Bob en Marre De uitging, deelde zich mede aan alle ian n' wezigen in de zaal. Er EINDE. r»or<i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1961 | | pagina 4