Cjroen '/trnrL-Jéxels in het
De Waddenzee levert 411.274
ton mosselen per seizoen
DE BESTE
DOE HET ZELF
VERF HEET
sr
Volgend jaar Texelse vlootshow
Te Den Oever de grootste aanvoer
van garnalen in Nederland
Stram an Rheumatlscht
n
ATERDAG 2 SEPTEMBER 1961
TEXELSE
Jitcjave N.V. v.h. Lcmqeveld <S de Rooij
Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel
Hand elsdmkkeri j
m Burg, Texel - Postbus 11 - Tel. 2058
'OS
74e JAARGANG No. 7588
COURANT
Verschijnt woensdags en xaterdaga
Bank: R'damse Bank, Coop. BoerenL
Bank. Postgiro 652. Abonn.pr. ƒ2,25 p.
kwart. 25 ct incasso. Adv. 10 ct p. mm
In ons vorig nummer hebben wij reeds geschreven dat Wieringen veel ge
meen heeft met Texel, vooral als het gaat om de visserij. De beide vissers
vloten trekken regelmatig ter vangst. Toch is er ook een verschil. Had Texel
voorheen een eigen visafslag, jammergenoeg ligt deze thans reeds enige jaren
verlaten aan de haven. Af en toe zien wij daar enkele oudere vissers voorstaan
en ongetwijfeld zullen zij denken aan die tijd toen daar aan het eind van de
week de vloot kwam en de afslag in volle glorie was Die tijd is voor Texel
voorbij. De Texelse vloot trekt met de vangst verder op het land in.
Op Wieringen ligt de zaak anders. In
de haven van Den Oever komen dage-
ijks de schepen binnen en lossen daar
le vangst van een of meerdere dagen.
Toen wij maandag, op uitnodiging van
iet gemeentebestuur van Wieringen en
le vereniging D.E.T.V. aldaar, een be
zoek brachten aan deze havenplaats, op
de scheiding van Waddenzee en IJssel
meer, hebben wij in volle bedrijvigheid
de vissers hun „banket" zien binnen
brengen en de afslag gadegeslagen.
Tijdens de conferentie, maandag in
liotel „Wiron", heeft de voorzitter van
D.E.T.V., de heer J. Bakker het een en
ander verteld over zijn vloot, de haven
en de plannen.
Vinden wij Texelaars de haven van
Oudeschild veel te klein, ook op Wie
ringen kampt men met een te kleine
haven. Men is daar thans zelfs bezig de
haven te verkleinen, inplaats van te
vergroten. In verband met de Delta
werken wordt van de bestaande haven
8 meter afgenomen om de dijk te kun
nen verhogen. Dat dit door de vissers
zeer wordt betreurd is voor een ieder te
begrijpen.
Wieringen
Wieringen bestond, de naam zegt het
reeds, in vroeger jaren voor een groot
deel van het wier. Bij het oogsten van
-—Ide wier was een groot deel van de be-
yjj volking ingeschakeld. De boeren b.v.
"hadden ieder een eigen visser waar
zij het wier met wagens voor vervoer
den en land en sloten voor beschikbaar
stelden om het wier te bewerken. De
wierwaarden waren tevens goede vis
gronden voor de visserij op paling, geep
)em enz.
Wieringen had in het verleden twee
new vissershavens, één te De Haukes en één
aan Den Oever en twee behoorlijke vis-
iersvloten. Door hel afsluiten van de
itans Zuiderzee is er voor de Wieringer vis
sers veel veranderd. Door het afdam
men van het Amsteldiep werd Wierin-
jen met de vastewal verbonden en door
het droogmaken van de Wieringermeer
werd de haven van De Haukes afge
sloten voor de vissersschepen waardoor
de vissers gedwongen werden om hun
vloot over te plaatsen naar Den Oever.
De geografische ligging van Wierin-
iei gen bracht vervolgens voor de vissers
mee dat de Afsluitdijk naar Friesland
ït "erd gelegd vanaf Den Oever. Deze dijk
itaai welke in 1932 gereed kwam, verdeelde
het viswater der Wieringers in twee
delen n.l. IJsselmeer en Waddenzee ter
wijl de vissershaven van Den Oever
juist op deze scheiding kwam te liggen.
dadj^e structuur der Wieringer visserij ver-
)rj anderde door het leggen der Afsluitdijk
jjj geheel daar de wierwaarden verzanden
en de wier door deze verzanding dood
ging. Voor de Wieringers ging er een
behoorlijke bron van bestaan verloren.
De vissers probeerden toen om over te
schakelen op andere visserijen en wel de
vangst van schieraal in het IJsselmeer
langs de Zuidzijde der Afsluitdijk en de
vangst op Waddenzeeharing aan de
Noordzijde der Afsluitdijk.
Voor deze omschakeling moest echter
veel worden geïnvesteerd, werd op de
schieraal eerst met kleine fuiken gevist,
zo moest na een paar jaar weer worden
omgeschakeld op grote fuiken daar an
ders deze palingvisserij niet rendabel
bleek te zijn.
De visserij op de haring in de Wad
denzee gaf gedurende de eerste jaren na
de afsluiting behoorlijke vangsten maar
terwijl er voor het uitoefenen van deze
visserij veel viswant moest worden aan
geschaft (in 1939 werden nog veel nieu
we haringkommen aangeschaft), liet in
1940 de haring verstek gaan en ver
dween voorgoed uit de Waddenzee. Dit
was voor de vissers een geduchte tegen
valler daar nu alle investeringen voor
niets waren geweest. Het haringseizoen
liep van februari tot juli en de paling
visserij van juli tot november, terwijl
dan gedurende de wintermaanden al het
viswant weer werd klaargemaakt voor
de komende seizoenen. Nu moest echter,
daar de haring niet meer kwam, voor
deze periode een andere visserij worden
gevonden en goede raad was duur.
De Wieringers bleven echter niet bij
de pakken neerzitten en verschillende
vissers schakelden nu over op de garna
lenvisserij en kleine kustvisserij. De
garnalenvisserij gaf gedurende de eerste
jaren povere resultaten te zien, eerst
drogerijgarnalen en later voor con
sumptie.
De kleine kustvisserij welke geduren
de de oorlogsjaren niet kon worden uit
geoefend was na de oorlog door een
goede visstand bij de kust goed lonend
maar begon na een paar jaar door een
verminderde visstand bij de kust steeds
meer achteruit te gaan en voor de
vissers minder lonend te worden.
De garnalenvisserij welke gedurende
deze tijd door de vissers meer als win-
tervisserij werd uitgeoefend werd door
de betere exportmogelijkheden steeds
meer beoefend en toen in 1954 voor de
uitoefening der garnalenvisserij werd
overgeschakeld van de visserij met de
bordenkuil naar de visserij met de
boomkuilen dus van 1 net naar 2 netten,
door welke overschakeling betere
vangstresultaten werden verkregen,
werd mede door de grote achteruitgang
der schieraalvangsten de garnalenvis
serij voor velen van de Wieringer vis
sers het hoofdmiddel van bestaan.
Er werden steeds meer nieuwe sche
pen aan de Wieringer vloot toegevoegd.
Deze schepen waren groter, hadden
meer motor-vermogen en ook werden
verscheidene van deze schepen met een
koelruim uitgerust waardoor verdere
visgronden konden worden opgezocht.
Mede door deze goed uitgeruste sche
pen werd in 1960 een derde deel van
het in Nederland aangevoerde kwantum
exportgarnalen aangevoerd in Den
Oever door de Wieringer vloot, terwijl
Den Oever met een opbrengst van
ƒ1.905.139,aan consumptiegarnalen
de grootste opbrengst had van alle aan-
voerhavens van garnalen in Nederland.
Ook gingen in de zomermaanden de
vissers nu de Kustvisserij met 2 netten
beoefenen en verkregen hiermede goede
resultaten, zodat ook verscheidene
grote kotters met deze boomkorren, ook
wel bokken genoemd, gaan vissen.
Mede door deze resultaten bedroeg de
jaaromzet van de visafslag te Den
Oever in 1960 ƒ2.750.000,In deze
omzet zijn niet de aanvoeren begrepen
van de grote kotters van Wieringen wel
ke hun vangsten te IJmuiden aanvoeren
en van de mosselkwekers. De Wieringer
mosselkwekers welke hun bedrijf op de
Waddenzee uitoefenen visten ook vóór
1951 (het jaar van uitgifte van de eerste
mosselpercelen in de Waddenzee) ook
altijd al mosselen. Deze mosselen wer
den gebruikt voor eendenvoer en voor
export naar Engeland z.g.n. wilde mos
selen en werden gevist op de natuur-
banken. Door het optreden van de mos
selparasiet in Zeeland waardoor een
zekere overplaatsing ontstond van de
Zeeuwse mosselcultuur naar de Wad
denzee kon het vissen op mosselen van
de natuurbanken niet worden gehand
haafd en moesten de Wieringer mossel
vissers overgaan tot het kweken van
mosselen. Het kweken der mosselen in
de Waddenzee geeft echter nog veel
risico voor de kwekers waardoor de
verkregen bedrijfsresultaten nog zeer
wisselvallig zijn, mede door het eerst
moeten beproeven van verschillende
gronden om aan goede kweekgronden te
komen, aldus de heer Bakker.
De wisselvalligheid blijkt wel uit
de aanvoercijfers, want bedroeg de
mosselaanvoer der Waddenzee in
het seizoen 1960-1961 653.557 ton,
zo was deze in het seizoen 1959-1960
slechts 350.486 ton. De aanvoer van
de 10 seizoenen dat er in de Wad
denzee mosselen gekweekt werden
was in totaal 4.112.742 ton dus een
gemiddelde van 411.274 ton per
seizoen.
Uit dit alles blijkt dus wel dat door
de vele omschakelingen naar andere
visserijen en vismethoden, de Wieringer
vissers steeds veel moesten investeren
om zich staande te houden en zij veel
doorzettingsvermogen moesten hebben
om dit steeds weer te volbrengen (zon
der overheidssteun of subsidies). Maar
door hun grote doorzettingsvermogen
wisten de Wieringer vissers zich toch
steeds behoorlijk te handhaven. Hier
van getuigt de mooie vloot en de be
haalde jaaromzet aan de visafslag.
Wat de vooruitzichten van de visserij
betreft blijven er steeds zorgen.
De voorzitter van de vereniging
D.E.T.V. te Wieringen, de heer Bakker,
betreurde het dat van het rapport Zaal
niets terecht was gekomen. De vissers
hadden verwacht een verruimde steun
regeling te ontvangen, maar niets daar
van. Terwijl er vissers zijn die hun
IJsselmeervergunning hebben ingele
verd. Zij zitten echter nog steeds op een
ondersteuning te wachten en de over
heid schijnt zich hier weinig van aan
te trekken.
Ondanks dat er vissers zijn die hun
vergunning weg hebben gedaan wordt
de visserij op het IJsselmeer steeds
minder.
Dit werd zeer betreurt door burge
meester J. Voetelink, van Steenwijk,
voorzitter van de Coöp. vereniging van
IJsselmeervissers. Ook de waterveront
reiniging op het IJsselmeer werd door
hem naar voren gebracht.
Niet alleen de visserij op het IJssel
meer geeft zorgen, ook die op de Wad
denzee is niet rooskleurig.
Zal de inpoldering van de Balg-
zandpolder doorgang vinden dan
zal er voor de waddenzeevisserij een
belangrijk gebied voor de mossel-
BURGERLIJKE STAND VAN TEXEL
van 24 tot en met 31 augustus 1961
Geboren: Marcel Roland, zv. Johannes
J. de Beurs en Catharina Wielinga;
Janneke, dv. Arend Dijker en Margje
C. de Bruijn; Arnold Martin, zv. Arnoud
M. Langeveld en Gusta M. Keijser;
Gerard, zv. Gerard Rijk en Jannetje
Oele; Cornelis, zv. Martinus Joosse en
Lizabeth E. I. Hortensius; Jan Cornells,
zvr. Willem Wiering en Anna Smit;
Carolina Catharina Maria, dv. Francis-
cus A. P. Brozius en Jannie Tol; Hen-
drica Cornelia Anna, dv. Johannes M.
J. Rutten en Agatha C. Veeger.
Ondertrouwd: Pieter Vlaming en
Trijntje Tuinema.
DE BOERENLEENBANK OPENT
HAAR DEUREN
De komende week, woensdag 6 sep
tember, zal de huidige boerenleenbank
gesloten zijn. Het materiaal zal worden
overgebracht naar het nieuwe gebouw
op de Groeneplaats.
Donderdag 7 september kunnen de
Texelaars hun zaken gaan doen in het
nieuwe bankgebouw. De officiële ope
ning is, zo lezen wij in het maandblad
„Ons Contact", een uitgave van de ge
zamenlijke coöperaties, gesteld op za
terdag 23 september.
In het nieuwe kantoor is een nacht
kluis gebouwd. Leden kunnen nu ook
na sluitingstijd van de bank hun geld
en waardepapieren bij de bank depo
neren. Ze zijn dan brandvrij opgeborgen
Het gaat allemaal heel gemakkelijk in
zijn werk. In de gevel van het gebouw
bevindt zich een afgesloten inwerp-
opening, waarvan de cliënten een sleu
tel kunnen verkrijgen. Deze inwerp-
opening is door een gepantserd kanaal
met de nachtkluis verbonden. U bergt
Uw geld of wat U ook maar in de kluis
wilt opbergen, in een cassette, die de
bank beschikbaar stelt en werpt deze in
cylinder-inwerp. U haalt een handle
over en dat is alles. De cassette met
inhoud glijdt vanzelf de nachtkluis in.
Doe dan toch eens
een bloedzuiverende knor.
Met Kruschen Salts.
Al tientallen jaren was Kruschen over
de hele wereld redder in de nood, in
duizenden gevallen van Rheumatische
Pijn. Dat komt omdat 't principe waar
op Kruschen werkt, de oorzaak van de
kwaal aantast en verdrijft.
Rheumatische Pijnen vinden veelal hun
oorzaak in de vertraagde werking van
de bloedzuiverende organen. Juist die
komen door Kruschens zes minerale
zouten weer op gang. 't Bloed gaat weer
sneller stromen en wordt gezuiverd van
alles wat nu de pijn verwekt. Probeer
't eens met Kruschen!
OVERDENKING:
DE HEER IS MIJN HERDER
Psalm 23 vers 1
De herder was in vroeger tijden in
Israël gewapend met een knots, waar
mee hij de kudde tegen wilde dieren
beschermde. Van David is bekend dat
hij een beer en een leeuw versloeg. Een
herder moest dus voor geen kleintje
vervaard zijn.
In Israël had men waarschijnlijk geen
herdershonden. De herder moest er zelf
voor zorgen dat de schapen bij elkaar
bleven. Hij droeg kiezelsteentjes bij
zich, waarmee hij slingerde, wanneer
een schaap te ver van de kudde was.
Miste de herder een schaap, dan ging
hij zoeken. De herder kent zijn schapen
stuk voor stuk. Hij zorgt voor hen en
leidt hen. Nu zegt David in zijn lied
dit; zoals ik de herder ben voor mijn
schapen, zo is de Heer mijn Herder. Hij
zorgt voor mij. Hij schenkt mij rust en
vrede. Hij richt mij op, wanneer ik
moedeloos ben. Hij maakt mij zo, dat ik
het leven aandurf en aankan. Hij ver
kwikt mij telkens weer opnieuw. Hij
kent mij en houdt van mij.
In psalm 23 vinden wij een heenwij
zing naar Christus. In het Oude Testa
ment is de Herder God, in het Nieuwe
Testament is de Herder Christus. Hij is
de goede Herder, die zijn leven inzet
voor de schapen. Hij is bereid tot het
volkomen offer.
Voor ons komt het er op aan de goed»
Herder te volgen.
Als kind bad ik in mijn avondgebedje:
„Laat mij van uw grote kudde ook een
heel klein schaapje zijn". In het geloof
blijven wij altijd kinderen. Kinderen
van één Vader. Hem volgen betekent,
dat wij afhankelijk willen zijn en geleid
willen worden. Het houdt ook in dat
wij Hem volkomen vertrouwen en dat
wij geloven, dat Hij het goede met ons
voorheeft.
De Herder brengt ons soms op won
derlijke wegen. Zijn leiding is vaak on
begrijpelijk. Wij kunnen er niet bij,
waarom de één zoveel meemaakt en
lijdt, terwijl de ander altijd geluk heeft.
De levensomstandigheden zijn echter
niet het belangrijkste. Belangrijker is
hoe wij op deze omstandigheden rea
geren. Hoe verwerkt iemand een ziekte,
ramp of ongeluk? Kan hij het aanvaar
den of niet? Kan hij ondanks alles dan
ken en zijn houvast vinden in het ge
loof? Dan pas is hij waar hij wezen
moet.
Wij hebben allen de goede Herder
nodig, maar wij hebben ook de kudde,
d.w.z. de gemeenschap nodig.
Wij kunnen niet op ons eentje chris
ten zijn. De kerk is de gemeenschap,
waarin wij samen eensgezind Hem kun
nen ontmoeten. Daar zingen wij Hem in
voor- en tegenspoed een loflied toe.
Kun je nog zingen, zing dan mee!
J. G. B.
RIP0LIN snelverf 500: o, zo gemakkelijk en dubbeldekkend
zaadwinning en garnalenbroed-
plaatsen verloren gaan.
De visafslag
Maandag hebben wij tijdens een rond
rit door Wieringen genoten van het
landschap. Texel is mooi, ook Wieringen
(Zie vervolg pagina 4)
Vlootshow Den Oever. Zal
Texel het volgend Jaar ook
een vlootshow houden? Van
daag en de komende dagen is
de Wieringer vloot in volle
actie en kan het publiek ge
nieten van het beste wat „De
Waddenzee" biedt.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 6 september a.g. worden de
moeders van de buitendorpen verwacht
op de volgende uren:
Den Hoorn 1.15 uur; Oosterend 2.00 uur;
De Cocksdorp 3.00 uur; De Koog 4.00 u.
VERTROKKEN PERSONEN
Wilhelmus Th. van Sambeek, van Den
Burg, Schilderend 1 naar Alkmaar,
Iepenlaan 6; Robert J. Blok, van B 91
naar Vlaardingen, Westhavenkade 86;
Frederik J. Scholten, van Oosterend,
Peperstraat 53 naar IJsselstein, Hoge-
biezen 32 (en gezin); Matheus M. Bak
ker van Oudeschild, Haven 6 naar
Haarlem, Jansweg 34; Johanna M. Com
mandeur van B 189 naar Haarlem,
Kamperlaan 4; Jacobus C. Suidgeest,
van Den Burg, Molenstraat 18 naar
Amsterdam, J. v. Lennepkade 211.
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt 3 september op om 5.54
uur en gaat onder om 19.24 uur; 6 sep
tember op om 5.59 uur en onder om
19.15 uur.
Maan: 2 sept L.K.; 10 sept. N.M.
Hoog water ter rede van Oudeschild:
2 sept. 0.15 en 12.45; 3 sept. 0.48 en
13.21; 4 sept. 2.30 en 15.28, 5 sept. 3.53
en 16.55; 6 sept. 5.16 en 18.15; 7 sept.
6.28 en 19.17, 8 sept. 7.26 en 20.11; 9
8.14 en 20.56.
Aan het strand ongeveer een uur eer
der hoog water.