Cjrotn '/tmrLsJexels in het harL,
Verkoudheid
ASPRO'
Oosterend gaat weer een
feest op touw zetten
Lange tenen
„Fabricage" van melk bij een
temperatuur van acht graden
onder nul
„T ocht naar de Schans" één der
hoogtepunten
Voorkom
Rillerig? Onprettig? Vlug
DINSDAG 12 FEBRUARI 1963
TEXELSE
76e JAARGANG No. 7734
COURANT
UltgaTe N.V. ?.b. Langeveld de RooQ
Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel
Handelsdrukkerij
Deo Borg, Texel - Postbox 11 - Tel. 2058
Verschijnt dinsdags en rrjjdags.
Bank: Rotterdamse Bank; Coöp. Boerenleev
bank. Postgiro 652. Abonn.pr. ƒ2,40 p. kwart,
25 ct. incasso. Advertenties: familieberichte!
12 ct p. mm.; andere advert 10 ct. p. mm,
Inhaken op landelijke
herdenking
Onder het motto „Oosterend wéér
present!" zal het tweede dorp van ons
eiland op 15, 16 en 17 augustus a.s. een
feest organiseren dat in vele opzichten
lijkt op het festijn van vier jaar ge
leden. Als we echter de organisatoren
mogen geloven zullen de Texelaars en
toeristen die op de genoemde dagen
naar Oosterend komen, getuige zijn van
j een aantal evenementen, aanmerkelijk
grootser en meer spectaculair dan die
welke in 1960 reeds zeer grote belang
stelling trokken.
De organiserende Oosterenders zijn
momenteel druk bezig met de voorbe
reidingen. Helaas kon de voorzitter van
het werkcomité op vele van onze vra
gen slechts geheimzinnig lachenDe
Strenders willen pas alle plannen in de
openbaarheid brengen als de zaak in
kannen en kruiken is dat houdt nogal
wat! Toch kunnen een aantal gebeurte
nissen die zéker doorgang zullen vinden
reeds worden aangekondigd.
Eén van de meest spectaculaire fees
telijkheden die zich in en om Oosterend
zullen afspelen, is ongetwijfeld 'n „tocht
naar de Schans". Bij die gelegenheid zal
verdrijving van de Franse bezetting uit
het fort de Schans bij Oudeschild in
scène worden gezet. Precies zoals het
in 1813 gebeurde, zullen de Oosteren
ders, wellicht geholpen door de Bur
gers het beleg slaan en later de strijd
aanbinden met de Fransen, die het in
de Schans tegen de woedende bevolking
zullen moeten afleggen, omdat hun ka
nonnen zullen worden gesaboteerd.
Een bezienswaardigheid wordt het
zeker, terwijl tevens wordt ingehaakt
op de landelijke herdenking „150 jaar
Huis Oranje" die eveneens de aandacht
vestigt op het feit, dat 150 jaar geleden
de Fransen de wijk moesten nemen.
De Oosterenders waren ook in die da
gen zeer Oranjegezind, en de geschiede
nis maakt gewag van hun gedragingen
die dat dubbel en dwars aantoonden.
Werkcomité
Het werkcomité, waarvan dokter
Renout ere-voorzitter en de heer Joh.
Roeper voorzitter is, bestaat uit verte
genwoordigers uit landbouw, visserij,
veeteelt, middenstand en onderwijs.
Met het secretariaat zijn de onderwij
zers, de heren Wieringa en Langelijk
belast, penningmeester is de heer G.
Kuyper, terwijl het comité verder be
staat uit de heren L. Boonman, J.
Daalder, S. Rentenaar, D. Trap en J.
v.d. Vis. De feestcommissie van Ooster
end heeft een werkzaam aandeel in de
samenstelling gehad.
Vlootshow
Omdat de organisatoren na afloop
van het feest in 1960 na hun inspanning
zich ook eens ontspannen wilden, kwa
men zij op het aantrekkelijke idee om
met de kotter van de heer J. v.d. Vis
een pleziertochtje naar het eiland Ter
schelling te ondernemen. Toen de kot
ter over de Waddenzee koerste en op
een gegeven moment Oosterend en de
Kaap passeerde, kwam v.d. Vis op een
luisterrijk idee. „We doen 't nog eens!"
moet hij uitgeroepen hebben, „En hier
organiseren we over vier jaar een
vlootshow!" Op dat moment wisten de
actieve Oosterenders dat er weer een
feest moest komen, een feest mèt een
vlootshow van alle Oosterender kotters.
Een en ander is intussen ongeveer in
kannen en kruiken. Alle Oosterender
kottervissers en waarschijnlijk zul
len zich bij hen enkele Oudeschilder
collega's voegen zullen een week
thuis blijven om hun bijdrage aan de
festiviteiten te kunnen leveren. Fraai
gepavoiseerd zullen ze op 15 augustus
vanaf de dijk gezien een feëriek
schouwspel leveren. Bij die gelegenheid
komen nog meer geweldige dingen,
doch hierover wordt het stilzwijgen nog
angstvallig bewaard!
Twee tenten
In een grote vijfmasttent zal de
plaatselijke middenstand de gelegen
heid krijgen om haar producten ten
toon te stellen, waarbij ze meer dan
voldoende ruimte ter beschikking zal
krijgen; want er komt n.l. nóg een
tent, van wat kleiner formaat, die
wordt voorzien van een podium waar
op strakt de vele artiesten van
de overkant en van eigen bodem hun
best zullen doen. Zoals in 1960 zal ook
Radio Holland met haar radio- en ge
luidsapparatuur naar Oosterend komen.
Bovendien zal naast de midden
standstentoonstelling een visserijten
toonstelling worden opgezet, terwijl ook
de boeren gaan exposeren.
Intussen hebben ook de meeste
Texelse muziekkorpsen hun medewer
king toegezegd. Het ligt in de bedoeling
dat de korpsen, tezamen met de drum
band „Margaretha Sinclair" het dorp op
de avond van de ..Schans-bestorming"
van vier kanten zullen binnentrek
ken
't Gaat heel wat kosten.
Natuurlijk zullen heel wat centen met
dit alles gemoeid gaan. Toch denkt het
comité straks op een batig saldo te
kunnen rekenen. Een saldo, dat o.a. ten
goede kan komen aan de bejaarden-
tochten en de aankoop van eigen ban
ken bij de muzieknis. De Oosterenders
denken ver vooruit!
„En als het feest achter de rug
is", zegt een der leden van het
werkcomité, het raadslid de heer
J. Daalder, „kunnen we met onze
opgedane ervaringen de organisa
toren van de Stadsrechtfeesten in
Den Burg van dienst zijn, 't vol
gende grote feest dus!"
In de nabijheid van de feest- en ten
toonstellingstenten zal een Lunapark
worden gebouwd. Op hetzelfde terrein
zullen de laatste dag 's morgens kinder
spelen en 's middags volksspelen wor
den gehouden. Die slotavond gaat iets
gebeuren, waarvan de zeer geheime
plannen reeds geheel zijn uitgewerkt,
't klapstuk. Over dit klapstuk kan men
ons niets anders vertellen dan dat het al
het voorgaande zal overtreffen
Brandend van ongeduld wachten we
daarom de 15e, 16e en 17e augustus af,
want dan is Oosterend wéér present!
MOEDERS OPGELET!
WOENSDAG EN DONDERDAG
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Daar door de weersomstandigheden
verschillende keren het bureau is uit
gesteld, wordt nu 2 dagen bureau ge
houden:
Woensdag 13 februari buitendorpen:
Van 13.0017.00 uur: 13.00 uur Den
Hoorn; 14.00 uur Oosterend en De Waal;
15.00 uur De Cocksdorp; 16.00 uur De
Koog.
Donderdag 14 februari Den Burg en
Oudeschild van 9.30 - 12.30 uur.
GEMASKERD BAL S.V.T.
Aangemoedigd door het donderende
succes van de vorige keer hebben de
organisatoren van S.V. Texel besloten
op zaterdag 23 februari a.s. wederom
een gemaskerd bal te houden. Het feest
gaat plaats vinden in hotel „De Linde-
boom-Texel". Door deze zeer tijdige be
kendmaking heeft iedere belangstellen
de voldoende gelegenheid om met een
originele grimage voor de dag te ko
men. Als de opkomst even groot is als
de vorige keer hebben de heren van
S.V T, in ieder geval geen klagen.
TWEEHONDERDSTE LID TRAD TOE
GESLAAGDE
GEZELLIGHEIDSAVOND
VAN PAARDENVRIENDEN
Een goedgevulde zaal kon de heer
Joh. Roeper, voorzitter van de vereni
ging voor vrienden van het paard, wel
kom heten op de vrijdag j.l. gehouden
gezelligheidsavond. Aan de avond werd
extra luistert bijgezet door het gezel
schap Max van Praag, bestaande uit
Max van Praag, Willy Rex en Tineke
van Lier. Alvorens dit gezelschap aan
het woord kwam werden de prijzen
van het laatstgehouden concours-hip-
pique aan de verschillende winnaars en
winnaressen uitgereikt. Ook de prijzen
die voor de prijswinnaars van de on
langs gehouden arresleewedstrijd ter
beschikking waren gesteld kwamen in
de juiste handen.
Het gezelschap van Praag heeft de
aanwezigen enkele genoeglijke uren
bezorgd. De conférence van de heer
Rex en de voordracht van mej. Van
Lier waren zeer de moeite waard. De
heer Van Praag zong enkele liedjes,
niet alleen uit zijn eigen repertoire,
maar ook van Dirk Witte en Louis
Davids. De vereniging voor vrienden
van het paard groeit nog steeds: op de
avond kon het 200ste lid worden ge
huldigd, mevr. E. Eelman-Wuis! De uit
tweehonderd leden bestaand vereniging
mag rustig een der meest actieve clubs
van ons eiland worden genoemd.
Natuurlijk is er vrijdagavond druk
geboomd over de paarden, die ook dit
jaar weer zoveel mogelijk in het mid
delpunt der belangstelling zullen wor
den gezet.
De tenen van diaken Ross zijn lang,
zeer lang.
Maar die van ouderling de Rode zijn
nog langer.
Haast even lang als van de kerkelijk'
ontvanger
Als die voor 't raam zit staan zijn
tenen op de gang.
Nu treft men elders ook wel lange
tenen aan
Die zijn niet aan een kerk of een
partij gebonden
Maar 'k wou weldat ze al die tenen
amputeren konden.
Dan zou het in 't verkeer misschien
wat beter gaan.
Want het lastige van al die lange
tenen is,
Dat je zo drommels gauw erop kunt
trappen,
Wanneer je denkt er overheen
te stappen
Is het juist raak en dan is het
meestal mis.
Misschien zou het ook een remedie
kunnen zijn.
Die mogelijk de moeite zou belonen,
Als men die lui hun tenen eens
kon tonen,
Maar veelal is de grootste spiegel
nog te klein.
Zo ben ik even ver als in 't begin:
Er zullen steeds wel lange tenen
blijven.
Zo had 't ook weinig zin om hierover
te schrijven.
Maar soms heeft onzin toch nog wel
een béétje zin.
Huib de Rijmelaar.
MISLEID DOOR DE MIST:
AUTO RIJDT OP GEPARKEERDE
VRACHTWAGEN
Gelukkig was alleen materiële schade
te betreuren toen zaterdagochtend op
de Schildervveg in de flauwe bocht voor
de Coöp. Zuivelfabriek „De Eendracht'
een botsing plaats vond waarbij drie
vrachtwagens waren betrokken. Vlak
voor „De Eendracht" stond een vracht
wagen van de V.T.B. geparkeerd, op de
zelfde hoogte aan de andere zijde van
de weg wachtte een met gevulde melk
bussen beladen vrachtwagen van de
zuivelfabriek. Uit de richting Oude
schild naderde de met petroleum en
smeerolie geladen wagen van de fa. P.
Bruin, die de beide geparkeerde auto's
niet tijdig opmerkte door de tamelijk
dichte mist (het zicht bedroeg slechts
enkele tientallen meters). Ondanks rem
men misschien speelde ook de glad
heid een rol botste de wagen van de
fa. P. Bruin met een flinke klap op de
achterkant van de melkauto. Vooral de
wagen van de fa Bruin was ernstig be
schadigd en moest door de fa. Kaczor
worden afgevoerd. De politie maakte
proces verbaal op.
INGEZONDEN STUKKEN
Nogmaals vestigen wij er de aandacht
op, dat niet tot plaatsing van een inge
zonden stuk kan worden overgegaan,
wanneer de afzender bij ons niet be
kend is. Bij plaatsing kan de naam des
noods vervangen Worden door een pseu
doniem. Wanneer echter in een stuk
kritiek wordt uitgeoefend op het doen
en laten van personen, is het gebruike
lijk dat in de krant naam en adres wor
den vermeld. Redactie T.C.
VERGADERING T.E.S.O.
(Ingezonden)
Den Burg, 9 februari 1963.
Mijnheer de Redacteur,
Daar volgens de advertentie van de
N.V. T.E.S.O. betreffende de buitenge
wone algemene vergadering van 22
februari a.s. het punt „rondvraag"
blijkt te ontbreken, maak ik hieruit op,
dat de aandeelhouders op deze vergade
ring dus niet in de gelegenheid worden
gesteld om vragen te stellen. Daar ten
kantore niet de te behandelen punten,
doch alleen de agenda der vergadering,
zoals in de advertentie genoemd, ter
inzage ligt, zou ik gaarne van Uw blad
gebruik maken om de volgende vragen
te stellen:
le. Hoe moet de heer P. Sibinga Mulder
zijn weerwoord voorbereiden als hij
geen toelichting krijgt omtrent de
redenen van zijn schorsing?
2e. Ik lees in Uw blad, dat bij verwer
ping van het besluit der Raad van
Commissarissen de oude toestand
zou worden hersteld. Wordt daar
dan ook mee bedoeld, dat de Raad
zijn oude samenstelling behoudt? Of
aanvaardt de Raad van Commissa
rissen dan de consequentie om af te
treden, een consequentie, die zij op
14 februari 1961 al had moeten aan
vaarden, toen tegen het advies van
de commissarissen werd gestemd.
D. Krijnen Czn.,
Met dank voor plaatsing,
Den Burg.
VAN DE LANDBOUWVOORLICHTINGSDIENST
Enkele veehouders hebben het
mij gevraagd en vele anderen heb
ben mogelijk de vraag wel op de
lippen gehad: „Hoe gaat het nu in
zo'n winter met het vee in de loop
stal bij Rutten". Op gevaar af, dat
een dergelijk artikel weer stof
geeft tot verwijten aan de redactie
van de Texelse Courant, dat ze te
veel „landbouwkrant" wordt, waag
ik het U hierover iets te vertellen.
Het lokt niet aan
Toen ik één dezer dagen het bedrijf
bezocht, heb ik de opmerking gemaakt,
dat ik me heel goed zou kunnen voor
stellen, dat veehouders, die in deze tijd
voor het eerst een bezoek aan de loop
stal brengen, vertrekken zouden met
het gezegde: „Mij niet gezien".
Ik stel me voor, dat die veehouders
zich rijk voelen met hun eigen al of niet
moderne stal, waar temperaturen
heersen van 13 tot 15 graden boven het
vriespunt. En laten we het maar eer
lijk zeggen; De hele .sfeer" in en om
de loopstal is op het moment zo, dat
het de veehouders eerder afschrikt dan
aanlokt.
Zeer lage temperaturen
Dat het in de loopstal vriest zal
niemand verwonderen. We hebben hier
te maken met een gebouw, dat niet ge
maakt is om de vorst er uit te houden
en de afsluiting is zeker ook niet zo
danig, dat er alles op gezet wordt om
de kou te weren. Zowel overdag als
's nachts hebben de dieren volop gele
genheid naar buiten te gaan en dit be
tekent, dat er altijd deuren open staan.
Een paar graden vorst behoeft dus hele
maal geen verwondering te wekken.
Maar de heer Rutten geeft wel eerlijk
toe, dat hij toch wel geschrokken is
van de temperaturen, die de thermo
meter in de koudste nachten aanwees,
nl. 8 graden Celcius.
Een eerste en mogelijk wel grootste
bezwaar hiervan is de watervoorzie
ning. In de loopstal zijn een aantal
automatische drinkbakken aanwezig,
maar U begrijpt, dat deze hun werk
staken bij deze iage temperaturen. Bij
ons laatste bezoek werkten de drink
bakken weer, maar een zoon van de
heer Rutten vertelde ons, dat hij 's
morgens een uur nodig had gehad om
bevroren leidingen te ontdooien.
Bevroren mest geeft moeilijkheden
Een ander bezwaar is het handhaven
van „de zindelijkheid". Dit betreft niet
de loopstal zelf, maar de uitloop in de
buitenlucht, waar de dieren, mede met
het oog op de voeding, vrij veel ver
blijven. De mest, die hier wordt gede
poneerd bevriest onmiddellijk en het
kost vrij veel moeite deze te verwijde
ren. Voor een veehouder, die gewend is
om iedere „hoop", die op een verkeer
de plaats komt direct te verwijderen,
is dit uiteraard geen aantrekkelijke
aanblik.
De voedervoorziening geen
bijzondere moeilijkheden
Hiervoor werd reeds opgemerkt, dat
de dieren de buitenlucht ook opzoeken
om zich van het nodige te voorzien.
Evenals vorige jaren bestaat de voe
ding uit kuilgras en hooi met daar
naast uiteraard een gift krachtvoer. Het
is niet zonder reden, dat we het kuil
gras eerst noemen. Het ruwvoer be
staat nl. voor verreweg het grootste
gedeelte uit kuilgras. Naast een opname
van 30 - 35 kg. kuilgras per dag staat
een hoeveelheid van slechts een paar
kilo hooi. Dit is voor een groot deel een
kwestie van keuze van de dieren. Op
dit bedrijf blijkt wel heel duidelijk, dat
wareneer aan koeien de keus gelaten
wordt tussen goed hooi en goed kuil
gras het laatste beslist wordt geprefe
reerd. Hieruit blijkt dus, dat op de
meeste bedrijven niet volgens „de
keuze" van de dieren wordt gevoerd,
want meestal vormt hooi het hoofdbe
standdeel van het ruwvoer. Een ge
deelte van de dieren kan nog kiezen
tussen het opnemen van hooi in de
loopstal en dat van kuilgras in de
buitenlucht. Ook dit wijzigt de keuze
van de dieren niet, want ook deze groep
handhaaft dezelfde verhouding tussen
hooi en kuilgras. Toen o.g. diep in de
jas gedoken een en ander bekeek, heeft
hij de opmerking gemaakt: „Als ik een
koe was, bleef ik binnen en nam alleen
hooi".
Hoe gaat dat met het kuilgras?
Ik stel me voor, dat een aantal vee
houders die vraag in de mond heeft.
Ook wij hebben de laatste weken to
neeltjes gezien, die je de indruk geven,
dat we in de poolstreek terecht waren
gekomen. Met man en macht, geholpen
door tractoren en houwelen, moest er
uren worden gewerkt om de grond van
kuilen en silo's te verwijderen. Dit is
op het bedrijf van Rutten niet anders.
Het bloot maken van de silo's vraagt
ook hier veel tijd. Voor een goed be
grip zij nog opgemerkt, dat we hier
niet de kleine ronde silo's hebben, maar
zgn. sleufsilo's. Dit zijn als het ware
brede laden, die aan de vóór- en ach
terzijde open zijn. Naar verhouding
vraagt het verwijderen van de grond
hier wat minder tijd, dan op kleinere
kuilen.
Zelfvocdering en voorraadvoedering
van kuilgras
Aan de open zijde van deze silo's is
een voerhek geplaatst, waardoor de die
ren bij het kuilgras kunnen komen.
Dit gebeurt deze winter op twee ma
nieren. Voor een deel van de dieren
wordt regelmatig een moot van de kuil
afgestoken en dit kuilgras wordt ach
ter het voerhek gedeponeerd. De die
ren behoeven zich in dit geval niet in
te spannen om bij het kuilgras te ko
men. Daarnaast wordt dit jaar een
proef genomen, waarbij de dieren het
kuilgras zelf uit de kuil moeten „trek
ken". We hebben ons er werkelijk over
verwonderd hoe goed of de dieren
daarin slagen, zonder dat er kuilgras
van betekenis verloren gaat. En nog
meer hoe deze dieren het klaar krijgen
om plm. 35 kg van dit kuilgras per dag
naar binnen te werken. Volledigheids
halve kunnen we nog vertellen, dat het
begrip „buitenlucht" iets kan worden
afgezwakt door het feit, dat aan het
voerhek een dak is geconstrueerd, zo
dat de dieren tegen regen beschermd
zijn.
Ook op andere momenten vaak
in de buitenlucht
Het is zeker niet zo, dat de koeien,
wanneer ze hun buik vol hebben ge
geten „op een holletje" weer naar bin
nen gaan. Zelfs op de koudste dagen
ziet men dieren buiten staan, die rustig
staan te herkauwen. We geven toe, dat
we een dergelijke levenswijze niet best
kunnen volgen, maar dat komt waar
schijnlijk omdat wij geen koeien zijn.
Maar nu de melk
Maar wordt er nu in deze omstandig
heden ook voldoende melk gewonnen?
Kan de „fabricage" van melk in deze
omstandigheden normaal doorgaan?
Preciese gegevens hierover zijn nog niet
bekend, maar het is in ieder geval zo,
dat van een ernstige val in de melkgift
geen sprake is. De heer Rutten en zijn
zoons hebben de indruk, dat er bij de
meeste dieren geen productieverlies is.
Het is niet onmogelijk, dat dit enigszins
het geval is bij de groep, die het kuil-
voer zelf uit de hoop moet „plukken".
Vooral tijdens strenge vorst vraagt dit
veel moeite en het zou niet onmogelijk
zijn, dat de productie hierdoor iets
lijdt. Maar van een ernstig verlies in de
melkgift kan ook hier niet worden ge
sproken. Vorig jaar werd de indruk
verkregen, dat tijdens een vorstperiode
de voederopname iets groter was. Dit
laat zich wel verklaren. Ook de hoe
veelheid „brandstof", die onze kachels
in zo'n periode vragen is belangrijk
groter dan normaal.
Het melken geeft geen bijzondere
moeilijkheden
Hoewel de temperatuur in de door-
loopmelkstal zeker ook wel enkele gra
den lager ligt dan in de normale koe
stallen is het beslist niet zo, dat het
hier onaangenaam werken is. Deze
ruimte is tamelijk beperkt en als gevolg
van het feit, dat hier tijdens de melk
tijd regelmatig 4 koeien verblijven
stijgt de temperatuur in deze periode
wel iets. Iedere keer, dat ik het werk
in de doorloopmelkstal bekijk, moet ik
vaststellen, dat hier plezierig, rustig en
zonder grote inspanning wordt ge
werkt.
Eindconclusie toch niet ongunstig
O.g. is begonnen met te zeggen, dat
de eerste aanblik op het moment niet
aanlokkelijk is. Natuurlijk zijn er wel
enkele bezwaren, maar deze zijn beslist
niet zo, dat we na een vorstperiode als
we nu hebben meegemaakt moeten
vaststellen: Een loopstal is voor onze
omstandigheden niet aantrekkelijk. In
tegendeel! Als ik de dieren op hun
dikke stro-bed zie liggen, dan kom ik
telkens weer tot de conclusie, dat deze
wijze van rundvee houden veel „na
tuurlijker" is dan die, waarbij de dieren
een half jaar lang op hun zelfde plaats
je op een betonnen of stenen vloer
staan.
C. v. Gr.