(jrocn 'ZwarL-J'exels in het
'ASI
>RO'
Huib cle Rijmelaar plaatst na
52 jaar, zijn duizendste
gedicht in de Tesselaar
Eerste indrukken van
André Hin in Brazilië
Bescherm
Rillerig? i
Vlug:
Onprettig?
DINSDAG 19 FEBRUARI 1963
TEXELSE
76e JAARGANG No. 7736
COURANT
Uitgave N.V. v.h. Langeveld de Rooty
Boek-, Kantoorboek- en Fotohandel
Handelsdrukkerij
Den Burg, Texel - Postbus 11 - Tel. 2058
Verschtynt dinsdags en vrtydags.
Bank: Rotterdamse Bank; Coöp. BoerenJeem
bank. Postgiro 652. Abonn.pr. ƒ2,40 p. kwart
25 et incasso. Advertenties: familieberichte!
12 et p. mm.; andere advert. 10 ct. p. mm,
Dichten is geen kunste, nee,
geen kunste,
Dichten is een gunste Gods,
een gunste.
Huib Fenijn anno 1963
Hoewel Huib de Rijmelaar, alias de
heer H. Fenijn, zelf beweert dat hij
zelfs niet in de schaduw van de grote
dichter Guido Gezelle kan staan, heeft
hij toch altijd deze regels van de vrome
priester-dichter voor ogen gehouden.
Zowel Gezelle als Rijmelaar hebben
altijd de drang gevoeld om datgene wat
zij hoorden, meemaakten of zagen in
rijmvorm aan anderen door te geven.
Eerste schreden
Waarschijnlijk is het die drang ge
weest, die hem 32 jaar geleden z'n eer
ste vers naar de Texelse Courant deed
versturen, toen bepaald niet vermoe
dend dat achter de één nog eens drie
nullen zouden komen! Heel prettig
heeft de heer Fenijn indertijd samen
gewerkt met de toenmalige redacteuren,
de heren Duinker, die hem bij de eerste
schreden op het dichterspad zeer be
hulpzaam waren.
't Was in de tijd van „tweemaal per
week de Tesselaar voor de prijs van
één sigaar". Toen woonde de Rijmelaar
op Texel, zat dus midden in het Texelse
leven en kon er, als hij even iets mee
maakte of hoorde, direct over schrijven
Soms was het wel eens gokken met be
paalde gebeurtenissen, zoals de ge
boorte van prinses Beatrix. Omdat een
vorstelijke ooievaar zich nooit tevoren
precies aankondigt, had de Rijmelaar
zijn gedicht ruim veertien dagen van
tevoren gereed liggen. Er kwam o.a. in
voor dat de schooljeugd als een bom
naar buiten viel. En laat het precies zo
uitkomen!
De ramp met de „Uiver" vernam hij,
toen hij eens in de Dennen was. Direct
maakte hij ter plaatse een vers, belde
het bij Helsloot, de boswachter, door
naar de krant en zo stond het eerder
in de Texelse krant dan het vers van
Clinge in de Telegraaf! De Rijmelaar
werkte mee aan radioprogramma's.
Toen hij voor het eerst de studio had
bezocht en weer huiswaarts keerde,
trof hij bij de deur van het gebouw
een meisje aan van ca. 18 jaar, die hem
om z'n handtekening vroeg, 't Was de
eerste maar ook de laatste keer, een
teenager-idool is hij nooit geworden.
Op toernec
Pretttige herinneringen bewaart hij
aan zijn optreden in een gevangenis,
wat hij meerdere malen heeft gedaan.
Dankbaar was ook het optreden voor
de militairen in de mobilisatietijd,
evenals voor zieken en ouden van da
gen. Het vorige jaar nog trok hij naar
de Wieringermeer. Daar dacht hij
hoogstens enkele minuten te moeten
verzorgen, maar het genodigde gezel
schap liet op het laatste moment ver
stek gaan en De Rijmelaar moest zien
dat hij de hele avond vulde. Het lukte
ook nog! En dan te bedenken dat hij
zijn hele tas met versen en gegevens
thuis had laten liggen.... Binnenkort
gaat hij naar Urk. Het is allemaal pro
deo, maar als hij ontdekt hoe hij de
mensen een plezier doet, acht hij de
moeite ruimschoots beloond. Soms
krijgt hij langs een omweg te horen
dat iemand door een of ander vers is
bemoedigd of getroost en dat geeft ook
weer moed om door te gaan.
Hoogtepunten waren voor hem de
opvoering van Thomasvaer en Pieter
nel. Dat was na de bevrijding. Het werd
op de planken gebracht door mevr.
Vrijdag-Keijser en de heer G. Bakker.
Voorts het openluchtspel „Wel gebogen
maar niet gebroken", dat behalve op
DUIZENDPOOT
Zonder trots, qeachte lezer.
Maar toch wel met veel plezier.
Span ik voor de duizendst' maal nu
Voor de Tesselaar mijn lier.
En wanneer ik bij deez' mijlpaal
Heel, héél eventjes blijf staan.
Kan ik dit alleen maar zeqqen:
'K HEB HET MET PLEZIER GEDAAN!
Met een beetje weemoed denk ik
Aan het allereerst beqin
Met de beide heren Duinker,
Nu noq slechts herinnerinq
Ook denk ik aan Gerrit Loqman,
Die mijn verzen lanqe tijd
Vaste vorm in het lood qaf.
Ook al weer verleden tijd
Als ik zo eens even blader
In mijn rijmenknipselboek.
Kijken beelden uit 't verleden
Plotselinq weer om de hoek:
Texels Jeuqdherberq qeopend,
Einde van de zomertijd.
Zeevaartschool wordt opqeheven,
Rijwielplaatjesnariqheid.
'n Kwarteeuw H.B.G. op Texel,
(Nu reeds meer dan vijftiq jaar
Een invasie van de Yo-Yo,
Huw'lijk van ons Vorst'lijk Paar.
K.L.M.-diensten op Texel,
Werkverschaffinqs-lief en leed,
Oorloqsjaren en bezettinq,
Koninq Faroek op dieet
Burqemeesters kwamen, qinqen,
Veel bekenden qinqen heen,
Droeve zaken, blijde dinqen,
'n Laatste preek, een eerste steen.
Branden, auto-onqevallen.
Jubilea hier en daar
En wat er noq meer qebeurde
In die tweeëndertiq jaar.
'k Vlei mij niet met de qedachte
Dat ik nóq eens duizend keer
Voor de Tesselaar zal schijven.
Dat beleef ik vast niet meer.
Maar toch hoop ik, beste lezer.
Dat 'k noq meniq, menig jaar
Voor ons blad maq blijven schrijven
Als Uw
Huib de Rijmelaar
Texel ook in Schagen en Amsterdam
werd opgevoerd en vier maal in Alk
maar. Ook de jongste Excelsior-revue,
die vier avonden achtereen draaide,
bleek een succes te zijn.
Niet voor bruiloften
Vroeger kreeg hij nog al eens ver
zoeken om voor bruiloften verzen te
maken. Hij is er mee opgehouden.
Tijdens de oorlog kreeg hij eens een
briefkaart met het dringende verzoek
om een vers te maken op een zilveren
bruidspaar. Hij schreef terug om wat
gegevens, waarop weer een briefkaart
volgde met „Ze zijn gelukkig en op de
wijs van Ouwe Taaie".
Het prettigst vindt hij het directe.
Soms gebeurde het dat hij 's morgens
om tien uur werd opgebeld, dat er iets
was gebeurd en of hij wilde zorgen dat
het vers om half 12 klaar was, dan
zouden ze terugbellen. Meerdere bladen
heeft de Rijmelaar met zijn verzen ver
lucht, maar met het klimmen der jaren
heeft hij de meeste kranten laten
schieten. Alleen het Tesselaartje kan
hij niet loslaten.
Het gaf hem ook voldoening dat en
kele van zijn verzen in taalboekjes voor
de lagere school verschenen. Verder
produceerde hij een stel voordrachts
bundels en een tiental jongensboeken.
Vijf maal deed hij bij V D te Alk
maar in de St. Nicolaastijd dienst als
sneldichter. Het was zwaar maar pret
tig werk.
Na de heren Duinker werden de he
ren Van der Vlis en Van Nie redacteur,
waarna de heer Fenijn zelf enige tijd
de redactiescepter van de Texelse Cou
rant heeft gezwaaid. Na hem kwam de
Huib Fenün anno 1930
ZAL OP T.E.S.O.-DAG (22 FEBRUARI)
RECHT WORDEN GEDAAN?
(Ingezonden)
In grote spanning, zorg en onrust
volgt men op Texel en via de grote
pers in heel Nederland de ontwikke
ling van zaken.
Er is een directeur geschorst en daar
mee al groot persoonlijk leed toege
bracht aan de hoofdpersoon in wat een
drama kan worden.
Maar, reeds niet meer naar hèm,
maar naar de aandeelhouders gaat nu
de gespannen aandacht in Nederland
uit. De aandeelhouders, volgens wet en
statuten: de hoogste macht in de TESO
de mensen die twee jaar geleden een
directeur benoemden op basis van diens
uiterst eervolle staat van dienst, en een
reputatie van energieke, kundige, be
trouwbare persoonlijkheid.
Deze man is mij praktisch onbekend.
Voor hèm zal men hieronder geen plei-
looi lezen. Wat wel? Een pleidooi voor
het overeind houden van het Recht.
Wellicht wil men mij daarom (èn we
gens mijn ambt, dat van Vice-President
van het Haagse Gerechtshof) een ogen
blik volgen. Het gaat uiteindelijk ook
om de reputatie van Texel in Neder
land.
Hier te lande pleegt men niet een
man een groot persoonlijk leed aan te
doen dan na deugdelijke berechting.
Dat is: na een grondig vooronderzoek
en na rustig en volledig hoor-en-weder-
hoor van partijen.
Daarom zou het land verbijsterd
staan als men op Texel een directeur
kundig, energiek, onbesproken
met oneer het eiland zou af jagen, op
basis van een ongetwijfeld heethoofdige
en onoverzichtelijke discussie in de
Oranjeboom, waar het Recht geen kans
kan krijgen.
Bekrachtiging aldaar van een
schorsing zou reeds daarom betekenen:
vertrapping van het Recht.
Maar er is meer.
Ik denk even aan de tienduizenden
guldens schade die de aandeelhouders
door een op ontslag gerichte maatregel
aan hun maatschappij reeds aanstonds
zouden bezorgen. Een rauwelijks ont
slagen directeur kan van zijn werkge
ver een hoge schadeloosstelling eisen.
Men denke aan gevallen onlangs te De
venter, te Den Haag. Dat loopt dan aan
stonds in de tienduizenden.
Maar er is nóg meer.
De TESO leeft niet meer in de ge
moedelijke jaren van 1907. Heeft zij
niet een schip van zes miljoen in be
stelling. Staat zij niet aan het begin
van een forse, nieuwe ontwikkeling, die
om „vaart" en om een ruime blik
vraagt? Wie durft zich veroorloven hier
en nu de leiding heen te zenden?
Maar, geld en „zaken" zijn hier niet
het belangrijkste. Het gaat er om dat
men in rustige sfeer, na degelijk en
grondig vooronderzoek de standpunten
van beide partijen overweegt, beider
houding, kunde en vooral „fat
soen" beoordeelt en dan, als aandeel
houders, zijn wil bepaalt. Opdat met
binnenkort de golf van verbazing en
onrust in Nederland als golf van ver
ontwaardiging de reputatie van Texel
in Nederland overspoelt.
In een n.v. heeft de directeur de da
gelijkse leiding; de commissarissen heb
ben het toezicht op die leiding: Maar:
de aandeelhouders hebben de hoogste
macht. Aldus wet en statuten, ook de
statuten van de TESO. Bij aandeel
houders berust het recht tot benoeming
en ontslag, zowel van directeur als
van commissarissen.
Grote macht geeft grote verantwoor
delijkheid. Men kan aanstaande vrijdag
maar op één wijze verantwoord han
delen; door opheffing van de schorsing,
gevolgd door grondig onderzoek. Niet
door 600 man ter vergadering, maar
dan bijv. via benoeming van een onaf
hankelijk en kundig driemanschap uit
de aandeelhouders, met opdracht tot
onderzoek op zodanige wijze, dat na
weinige maanden een rapport ter tafel
ligt dat dan de aandeelhouders in staat
stelt tot een verantwoord oordeel.
Opdat Recht, en geen onrecht, zal ge
schieden
De Koog, Vogelmient,
Leidschendam, 14 februari 1963.
prof. mr. H. Schuttevaer,
Vice-President Gerechtshof,
Hoogleraar Rechtsgeleerdheid.
Als „miljonair" naar bestemming!
Voor de derde maal deed de
oud-Texelaar André Hin, die op
het ogenblik zijn toekomst in
Brazilië aan het opbouwen is, ons
een brief toekomen waarin hij
verhaalt van de aankomst in
Santos en de reis via Sao Paulo
naar het gebied waar hij onlangs
aan de slag is gegaan.
Eindelijk krijgt onze boot het sein om
voor de wal te komen. Dat betekent het
einde van een lange tijd van wachten
en tevens het einde van het zeemans-
bestaan. Ik heb werkelijk enige tijd als
zeeman geleefd en geen wonder. Als
enige passagier wordt je automatisch
in de kring opgenomen. Op een dag
bleek tot ieders genoegen dat het ketel
pak me uitstekend paste en zodoende
zat er weinig anders op dan daadwer
kelijk in de machinekamer af te dalen
en me bezig te houden met allerhande
klusjes. Op een dag hebben we de mo
torsloep op deugdelijkheid gecontro
leerd. We zijn er mee naar de wal ge
tuft en hebben een heel stuk de rivier
verkend. Het was interessant te zien
hoe de oevers van de rivier, naarmate
we verder landinwaarts voeren, steeds
meer veranderden, zodat op het laatst
geen enkele invloed van mensenhanden
meer viel waar te nemen en we te
midden van een maagdelijke jungle te
recht kwamen. Ook zijn we eens wezen
varen met een motor-loze sloep. Roeien
geblazen dus. De kok, de hofbedienden
en ik moesten dat maar doen onder lei
ding van de bootsman. Wat een kunst.
De ervaren zeelieden aan boord van
ons schip hebben een lollige middag be
leefd. En dan te weten dat ik al jong
jochie menigmaal ongevraagd de boot
van Visman heb geleend en dus op een
„rijke" ervaring kon bogen.
Santos
Uiteindelijk lag ons schip gemeerd
langs de kade. Direct begaven zich al
lerlei mensen aan boord. Onder hen
was een Braziliaan die de taak had om
mij uit te schepen. Als ik deel zou heb
ben uitgemaakt van een grote groep
emigranten, zou waarschijnlijk een
Hollander aan boord zijn gekomen om
me te helpen maar voor eentje was dat
kennelijk niet de moeite waard. Ik viel
dus midden in het Braziliaanse leven.
Het kostte enorm veel tijd voor we
door de douane heen waren, niet om
dat men bijzonder streng is, maar om
dat ieder voor zichzelf een extraatje
wilde verdienen. Door Jan en alleman
wordt je aangeklampt en worden je de
meest uiteenlopende diensten aar.gebo-
boden, maar dat kost dan zo en zoveel
Echt Zuid-Amerika!
Op weg het binnenland in gaat het
al gauw steil tegen een bergrug op tot
ca. 1000 meter hoogte daarna daalt het
heuvelige land weer. Zuid-Amerika is
te vergelijken met een reusachtige kom.
Aan de Westkust hoog (Chili en Peru),
aan de Oostkant hoog en in het midden
een laagvlakte waarin de rivieren zich
verzamelen tot enorme wateren.
Massa's water die slechts een uitweg
kunnen vinden op twee plaatsen aan de
kust t.w. bij Buenos Aires en via het
Amazonebekken.
Sao Paulo
Nog lang zien we vanuit onze auto
Santos in de diepte liggen en na niet
te lange tijd reizen doemen voor ons
de wolkenkrabbers op van 's werelds
snelst groeiende stad; Sao Paulo. De
stad heeft een oppervlakte evengroot
als de provincie Utrecht en ze telt
5.000.000 inwoners. Dit getal is overi
gens niet precies bekend. Het is niet
op 100.000 te zeggen. Misschien omdat
het niet is bij te houden.
Men zegt hier. de staat Sao Paulo,
MOEDERS OPGELET!
WOENSDAG GEEN CONSULTATIE
BUREAU VOOR ZUIGELINGEN
Men deelt ons mede, dat er woensdag
geen consultatiebureau voor zuigelingen
wordt gehouden.
geeft het leven aan Brazilië en de stad
Sao Paulo is het hart van de staat. Men
dient dus te onderscheiden, de stad en
de staat Sao Paulo. Brazilië telt 23 der
gelijke staten maar Sao Paulo is verre
weg de welvarendste, want zij brengt
70% van de belastinggelden op. Zou de
staat zelfstandig zijn, dan zou het een
der rijkste landen ter wereld zijn. Het
huidige streven is er op gericht de
rijkdom van dit gedeelte wat gelijk
matiger over de rest van het reus
achtige Brazilië te verspreiden, want
het verschil tussen arm en rijk is nog
enorm. Dat Sao Paulo zo welvarend is,
is te danken aan het juiste economische
beleid. De kansen voor de andere staten
liggen minstens even gunstig, want de
natuurlijke rijkdommen zijn overal aan
wezig.
Land met problemen
De problemen zijn het grootst in het
Noord-Oosten. Vroegei werd daar het
werk verricht door de slaven die nadat
het slavenhandelverbod van kracht
werd 70 jaar geleden een ge
makkelijk leventje zijn gaan lijden,
voortgezet door hun thans levende na
komelingen. Er zit geen pit in, zouden
wij zeggen en het schijnt moeilijk te
zijn de mensen enthousiast aan een taak
te zetten Zolang er nog niet wordt ge
werkt en de bevolking geen initiatieven
opbrengt zal het daar beroerd blijven
toegaan. Al heel wat geld is besteed
om deze streek met een bevolking van
25.000.000 mensen omhoog te helpen,
tot nu toe met weinig resultaat. Er zijn
pogingen ondernomen om de mensen
naar andere gebieden over te brengen,
teneinde daar aan de slag te gaan. De
pogingen om hen in de stad te krijgen
leden vaak schipbreuk omdat de men
sen na kortere of langere tijd heimwee
kregen en een vrij en arm bestaan pre
fereren boven een rijk maar gecontro
leerd leven als ondergeschikte.
Verder als „miljonair"
Door de stad rijdende ontwaren we
tussen de huizenzee een bijzonder grote
wolkenkrabber, Banco de Brasil ge
naamd. De bank dus. Hier moet ik even
zijn om mijn dollars om te wisselen in
Craseiro's. Met een lift wordt ik tot
ergens bovenin het gebouw gebracht,
maar daar krijg ik tot mijn schrik te
horen dat de officiële staatskoers veel
te optimistisch is voor dit landHet
lijkt me fantastisch en ik kijk nog even
verder. Bij een andere bank blijk ik
voor mijn dollars vijftig procent meer
te krijgen. De officieuse koers zeker!
Zou ik het geld op de zwarte markt
verhandelen, dan kreeg ik nóg veel
meer. Eindelijk stap ik de straat weer
op, nu als miljonair, al zegt dat hier
met veel, behalve dan, dat je meer moet
sjouwen. Een weekendtas geeft uit
komst Portefeuille en portemonnee zijn
hier belachelijke voorwerpen, want veel
geld kun je er niet in opbergen. Cru
zeiro's koop je dan ook niet eerder,
voor je zeker weet dat je er waarde
vast goed voor terug kunt kopen.
Na gedane zaken gaan we verder,
verlaten de stad en rijden in de rich
ting van onze uiteindelijke bestemming.
Van tijd tot tijd passeren we een dorpje.
Dan komen we weer in een stad. Cam
pinas. Niet zo enorm als Sao Paulo,
maar toch ook een plaats, die zich ge
durende de laatste 10 jaren in omvang
en bevolkingstal verdubbeld heeft. Deze
stad zal straks voor mij het aangewezen
oord zijn voor mijn inkopen etc. Het is
een gezellige metropool, waar van alles
te beleven valt. Overal in de straten
hoor je de Zuid-Amerikaanse muziek,
die je je echt in dit werelddeel doet
voelen. Mijn eerste indrukken zijn niet
siecht.
Hier laat André het voorlopig bij.
Wanneer hij een vervolg kan plaat
sen is nog niet bekend, want mo
menteel heeft hij het geweldig druk
met zijn werkzaamheden, zodat
zelfs een brief naar het ouderlijk
huis er ternauwernood af kan. Wij
wachten dus af. Red.
heer J. Zeeman, toen Jan de Waal en
Arie Breet en met de huidige redactie
staf zegt de Rijmelaar eveneens heel
prettig te kunnen samenwerken, even
als met het personeel van de drukkerij.
Hoewel het al weer jaren geleden is
dat de heer Huib Fenijn het eiland ver
liet huidige woonplaats Haarlem,
Prinses Beatrixpl. 14 is hij altijd
Texelaar in hart en nieren gebleven.
Uit zijn Texelse periode stamt ook de
anecdote, die hij ons onlangs vertelde.
„Jaren geleden werd ik door een
Texelaar aangesproken, die vroeg of ik
een gedicht wilde maken om daarin een
voorzitter van een vereniging toe te
spreken. Ik antwoordde dat ik daartoe
wel bereid was. maar dat ik dan enige
gegevens moest hebben en zo was mijn
eerste vraag wie die voorzitter dan was,
waarop ik tot mijn stomme verbazing
ten antwoord kreeg: „Dat ben ik zelf
Hij heeft z'n gedicht gehad.
Later hoorde ik dat hij zich zelf ook
nog een taart cadeau had gegeven
Kostelijk niet?"
Bij het plaatsen van z'n duizendste
gedicht zal Huib de Rijmelaar zichzelf
geen taart cadeau hoeven te geven. Die
heeft hij intussen zó al gehad, met een
grote 1Ö00 er op. Daarmee hopen wij
hem voldoende gunstig te hebben ge
stemd om voor de naaste toekomst op
zijn pennevruchten te kunnen blijven
rekenen. Wij hopen nog lang profijt te
mogen trekken van de heer Huib
Fenijn, één van onze meest gewaar
deerde medewerkers!
Gri