Heeft het kapitalistische stelsel niet te goed gewerkt Opa heeft verkering Vergelijking van bedrijven Aspecten van de stijgende welvaart (Slot) Dit leidt bij mij tot de vraag of het huidige systeem van de vrije onderne mingsgewijze produktie, dat gebaseerd is op de 19e eeuwse begrippen niet te goed gewerkt heeft. Heeft het zijn taak niet volbracht, leidt het nog wel tot een maximale welvaart? Waar gaan wij heen als ook nog automation doorzet? In 15 jaar zal de koopkracht 50% om hoog moeten gaan (Amerika), anders kunnen de goederen niet worden afge nomen. Maar wat is er nog te vervol maken aan een stofzuiger, fiets, karpet, telefoontoestel, vulpen of zelfs aan een auto? De mens is de verwekker van het produktieproces. Het behoort in zijn dienst te staan, om hemzelf, om de be- hoeftenbevrediging is het begonnen. Hij is het doel, maar hij dreigt het hoofd van Jut te worden. President Kennedy heeft onlangs gezegd dat een dier in Amerika beter beschermd is dan de Amerikaanse consument. Men moet deskundigen eens horen over de voe dingsmiddelenindustrie. Het wittebrood in Amerika is hagelwit, het heeft een egaal bruin korstje etc., maar de Hemel zegge ons wat er chemisch mee ge beurd is. Als je het tussen de handen neemt, kun je 't als spons in elkaar drukken, het schimmelt niet eens, geen bacterie kan er meer op leven. Men zou verwachten dat de Amerikaanse jeugd de best gevoede ter wereld is. Een test die hiervoor maatgevend is viel bedroe vend slecht uit en werd glansrijk ge wonnen door.de arme macarom- etertjes uit Z.-Italië. Dit resultaat is als een bom ingeslagen. Maar er is geen krant in Amerika die ten nadele van een bepaalde firma of van de wijze van bereiding van voedingsmiddelen iets durft te schrijven. De hele branche is- een ,,gang"; verschijnt er schadelijke publiciteit dan krijgt de krant geen advertenties meer en ligt plat. Nu dreigt dit produktie-apparaat d.m.v. behoeftenschepping en slechter worden van kwaliteiten de produktie- factoren aan te wenden in een richting die men geen maximale welvaart meer kan noemen. Maar er bestaan collec tieve behoeften die reëel zijn en die niet opgewekt behoeven te worden: scholen, ziekenhuizen, parken, speeltuinen, re creatiegebieden, wegennet, zorg voor gebrekkigen, opruiming van krotbuur ten etc. en hiervoor is onvoldoende geld. De particuliere consumptie moet door miljarden opgekrikt worden (ik kijk nu vooral naar Amerika, maar over 10 15 jaar hebben wij dezelfde situatie in eigen huis), maar dringende behoeften in de publieke sector blijven relatief achter. Deze moeten uit belastingen ge financierd worden, de regering moet afwachten wat de individuen ten slotte bereid zijn hiervoor af te staan. Per saldo zijn de produktiemiddelen pri mair gereserveerd voor de particuliere sector. Als wij, zoals thans in Amerika, straks opgevoed worden tot het „smijt maar weg" systeem is de vraag die ik zoëven stelde: leidt het huidige stelsel in een periode van hoge welvaart nog wel tot een maximale welvaart? m.i. voor de hand liggend. De situatie thans in Amerika, en straks hier is zo, dat de goederen die wij afdanken een grotere verbruikswaarde hebben dan hetgeen wij eraan verbruikten vanaf de koop tot aan het afdanken. Kleren en schoei sel worden niet meer versleten maar afgedankt. Tal van artikelen die niet aan verandering onderhevig zijn, zoals koelkast, radio, typemachine e.d. zouden met geringe kosten veel langer mee kunnen, maar in Amerika mikt men op termijnen die niet veel langer zijn dan de afbetalingstermijn en het gaat hier dezelfde kant uit. Dat is één grandioze verspilling. Leidt „free enterprise" nog wel tot •en juist prioriteitenschema? Terwijl men in Amerika doende was met het cultiveren van de „long-week-end pic nic" en parkeerproblemen van scho lieren, slingerde Rusland zijn Spoetnik de lucht in. Zoals het nu is moeten wij steeds weelderiger leven niet om ons maar om de economie overeind te hou den. Onze eeuw is de eeuw van de in flatie. Indien de loop van de geschiede nis onverhoopt een ongunstige wending zou nemen zal de 20e eeuw ook het predikaat krijgen van de eeuw van de grootste verkwisting aller tijden. De bekende econoom Schumpeter ziet het kapitalisme langs een geheel andere weg dan Marx langzaam aan rijp worden voor socialistische plan economie. Het sterft niet aan zijn fiasco maar aan zijn welslagen. Stoffelijke welvaart en menselijk welzijn Laat ik enkele gedachten tot slot sa menvatten, liggend in het economische vlak maar ook wat breder gesteld. Goethe heeft alleen de stoommachine en de weefstoel gekend. Toen de eerste spoorlijn in 1835 in bedrijf werd geno men, was hij al 3 jaar dood. Hij ver wachtte van dat alles niet veel goeds, hij zag het als een naderend onweer. Toch is de bliksem niet ingeslagen en heeft de mensheid wat daarna is geko men aanvaard en beheerst. Ondanks de critiek op het systeem van geforceerde afzet wil ik voorop stellen dat armoe voor een deel van de wereld is uitgebannen en dat er een tijdperk van overvloed voor een ieder van on» voor de deur staat, waaronder ik niet het minst versta de hogere waarden van het leven. Dit betekent onherroepelijk dat wij meer steun kun nen en moeten geven aan de onderont wikkelde gebieden. Dit wordt van ons verwacht en de noodzaak is aangetoond. Dat is een sociale hypotheek die op de rijkdom rust. Wij komen er niet door de samen leving in de toekomst alleen maar weel deriger te maken. Tot het uiterste opge voerde gemakzucht is de dood in de pot. De bewijzen zijn legio. Heel ernstig is dit gebleken in het leger. Het teleur stellend gedrag van de Amerikaanse soldaat in Korea heeft geleid tot een diepgaand onderzoek. Daar is de gerin ge karaktervastheid als gevolg van ver wend zijn, heel duidelijk naar voren gekomen. Verwende mensen prefereren een leven van comfort en plezier boven een van plicht en zelfontzegging. Een ander voorbeeld, er zijn er 13 in een dozijn, betreft de Zweedse arbeider. Een onderzoek van werkgevers, vak beweging en overheid had tot doel na te gaan waarom de Zweedse arbeider niet tevreden is. En het resultaat is dit. „Nooit had men de stoffelijke welvaart van thans verwacht. En nu ze er is geeft ze niet het geluk dat ervan ge hoopt was. Er is een ondefinieerbare leegte", aldus het rapport. Het gevoel dat je wat ontbreekt omdat je teveel hebt. Door tal van studies is vastgesteld dat de gang van zaken in Amerika des integratie van het gezin betekent. Opti misten zien daar geen ramp in, het is de ontwikkeling tot een companion ship-family". Ik weet niet wat dat zal opleveren. Ik voor mij ben erg geneigd het te houden op het oude en beproefde en meer natuurlijke gezin. Geen enkel mens zal de hoge levens standaard die op komst is moreel aan kunnen als hij tegelijkertijd niet werkt aan een geestelijk-zedelijk tegenwicht. Culturen zijn ondergegaan omdat de bovenste lagen een weelderig leven leidden. In Amerika ziet het ernaar uit dat alle lagen zichzelf kunnen gaan verwennen. Ik ben ervan overtuigd dat men uit zelfbehoud het in Rusland zo ver nooit zal laten komen. De goede dingen, zingenot incluis, naar hartelust genieten, maar matiging kunnen be trachten te midden van overvloed, dat is de kunst die nodig is en waarvan zal afhangen of hoge welvaart ons tot zegen of vloek zal worden. Van jongs af aan leren sparen bete kent zich iets ontzeggen, dat is leren de hand op de portemonnee te kunnen houden. Het leert van jongs af aan het zelf kunnen ordenen van behoeften, vrijwillig afstand doen van consumptie, de patates-friteskraam voorbijgaan of 'n snuisterij niet kopen. Dat is karakter vorming en wilstraining, dat is het hoofd in het hart hebben, want de be geerte om te kopen is er altijd. Een jongeman die ƒ500,of ƒ1.000,op zijn spaarbankboekje heeft staan, heeft eigenlijk steeds de beschikking over al les wat hij met dat geld zou kunnen en willen kopen, maar hij doet het niet en daarom heeft hij het eigenlijk toch in handen en beheerst hij zijn positie. Voor wat hier aan de orde is geloof ik dat er niet een pedagogische factor aan te wijzen is die zo universeel is en zo'n hoge morele waarde bezit als het sparen Waar het om gaat dat is een waar denhiërarchie: vrijheid, zingenot, zede lijke gaafheid, kennis, ontwikkeling, sport, gezinsleven, hobbies, het zijn even zovele gekleurde steentjes die wij zlef tot een mozaïek moeten leggen met de zuivere menselijke liefde als bindend cement wil het panorama van onze wereld mét welvaart mooi en goed zijn. Drs. H. L. P. E. Biesaart. WEEKAGENDA VAN DE STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL Dinsdag 19 ra aart Den Burg, De Zwaan, 20.00 uur, lodenverg*- dering Coöp. Boerenleenbank Woensdag 20 maart Den Burg, De Zwaan, 20.00 uur, bijeenkomst R.K. Vrouwenbond 't Gilde. Donderdag 21 maart De Cocksdorp, De Hoop, 20.00 uur, bijeen komst Plattelandsvrouwen m.m.v. fam. Boee man (ballonvaarders). Vrijdag 22 maart De Koog, Hobby-show. Den Burg, Casino, 20.00 uur, toneelvooretel- ling R.H.B.S. „Le Bal des Voleurs".n „POOL"-FOTO IN ZUID-AFRIKAANSE KRANT Dat de afgelopen winter op ons eiland de aandacht van de wereldpers heeft gterokken is intussen duidelijk gewor den. Na een foto-met-artikel in een Amerikaanse krant over de tijdelijke luchtverbinding met de vaste wal (daarvan maakten we al eerder mel ding), kregen we onlangs van mevr. De Jong („Torenhuis") het dagblad „The Star", dat in Zuid-Afrika verschijnt, ter inzage in het nummer van 26 januari stond een grote, over vier kolommen afgedrukte foto, voorstellende de Texel se kottervloot die zich door het ijs een weg baant naar de haven van Oude- schild. „Just like the Arctic" luidt het kopje, en met recht. VAN DE LANDBOUWVOORLICHTINGSDIENST (Slot) In de voorgaande artikelen bespra ken wij een aantal factoren (kengetal len zegt men bij het bedrijfseconomisch onderzoek), die geen duidelijk aanwijs bare of betrekkelijk zwakke rol speel den bij de winstgevenheid van de be drijven. Het bleek, dat de hoeveelheid stikstof per ha. en de kilogrammen vet per koe practisch geen lijn te zien ga ven en dat deze bij het aantal stuks grootvee per ha. en de verhouding tus sen melkkoeien en jongvee in wat dui delijker vorm aanwezig was. Meer grootvee per ha. en een naar verhou ding niet te zware bezetting met jong vee waren factoren, die gunstig bleken te zijn. In dit laatste artikel willen wij een paar kengetallen bespreken, waar naar onze mening wel duidelijk een lijn te zien is. Het betreft de opbrengst per hectare grasland, kunstweiden en voe dergewassen van rundvee en schapen en de besteding van de arbeid. Ook nu bedoelen wij met de 10 hoog ste weer het gemiddelde van de tien bedrijven met de beste uitkomst en met 10 laagste het gemiddelde van de be drijven aan het ondereind. Met de cij fers I - V worden de jaren 1957 - 1961 aangeduid. Opbrengst rundvee en schapen per ha. De totale geldelijke opbrengst van rundvee '(verkoop melk en vlees) en die van de schapen (lammeren, wol, oude schapen) van het hele bedrijf wordt op geteld. Dit bedrag wordt verminderd met alle kosten voor aangekocht voer (krachtvoer en eventueel ruwvoer) en ook het eigen krachtvoer (bijv. graan). Het bedrag, dat we dan overhouden is dus de opbrengst van rundvee en scha pen verminderd met de voerkosten. Gaan we dit laatste bedrag delen door het aantal hectaren grasland plus voe dergewassen dan krijgen we de op brengst aan rundvee en schapen per bunder verminderd met de voerkosten. We menen, dat die een zeer belang rijk kengetal is. Het is bijv. geen kunst om een hoge opbrengst aan rundvee en schapen per ha. te krijgen als daarnaast een hele massa voer aangekocht wordt. Daarom gaat men in dit geval de op brengst verminderen met de voerkos ten, omdat we op die manier de zuivere opbrengst van het eigen grasland krij gen. Thans de vergelijking waarom het gaat. Opbrengst rundvee en schapen per ha. min de voerkosten Jaaraanduiding 10 hoogste 10 laagste I 1352,— ƒ1155,— 11 ƒ1363,— ƒ1120,— Hl 1220,— ƒ1008,— IV 1348,— ƒ1146,— V ƒ1490,— ƒ1133,— Opmerkingen: a. Er zit in deze cijfers wel een zeer duidelijke lijn. De opbrengst min voerkosten per ha. van de 10 hoogste bedrijven is vrijwel ieder jaar ƒ200,hoger dan van de 10 laagste bedrijven. Op grond hiervan menen we te mogen zeggen, dat een hoge opbrengst per ha. blijkbaar gunstig is. We onderstrepen nog eens, dat dit de opbrengst na afttrek van het aangekochte en eigen krachtvoer is. b. Ook nu komt het droge jaar 1959 er weer uit als een jaar, waarin de opbrengsten per ha. laag waren. Naast minder opbrengst van het eigen bedrijf hoger voerkosten. c. Als we zeggen, dat een hoge op brengst per ha. gunstig is denken we hier uiteraard aan het individuele bedrijf. We verwachten nl. dat som migen zullen opmerken, dat de steeds maar wassende melkstroom nationaal gezien helemaal niet gunstig is. De mensen van de landbouwvoorlich- tingsdienst hebben echter speciaal het belang van de aparte bedrijven voor ogen. De besteding van de arbeid We hebben al vaak ondervonden, dat dit een kwetsbaar punt is. Als land- bouwvoorlichters hierover spreken, krijgen ze heel gemakkelijk het verwijt te horen, dat ze de boeren willen „op jagen". Laat ik het nog eens zeggen, dat dit beslist de bedoeling niet is. Iedereen weet, dat de prestaties van twee mensen zeer kunnen verschillen zonder dat men kan zeggen, dat de een veel harder werkt dan de ander. Dit is vaak een kwestie van handigheid en een goede organisatie van het werk. Er blijken ook op het boerenbedrijf in dit opzicht grote verschillen voor te komen, die men in de bedrijfseconomi sche boekhouding probeert vast te leg gen. Standaarduren en bewerkingseenheden Aanvankelijk deed men dit door zgn. standaarduren. Door tijdschrijving op een flink aantal bedrijven was vastge legd hoeveel uren er nodig waren voor de verzorging van een melkkoe, het hooien van één ha. grasland, de gehele verzorging van bieten, aardappelen, graan, enz. Men noemde dit het aantal standaard-uren per koe, per bunder hooiland enz.. Als men dus een inven tarisatie ging maken van alles, wat op het bedrijf plaats had gevonden, kon worden vastgesteld hoeveel standaard- uren arbeid op een bepaald bedrijf aanwMig was. Als gevolg van betere werkmethoden, mechanisatie, enz. bleek al spoedig, dat een normale veehouder of arbeider geen 100 werkuren nodig had voor een karwei, dat volgens het onderzoek 100 standaard-uren arbeid zou vragen. Dit bleek al spoedig niet meer dan 70 uur te zijn. „Flinke kerels" konden per jaar wel arbeid verrichten, waarvoor 5.000 standaard-uren waren berekend. Deze hoeveelheid arbeid werd bijv. verricht in 3.000 werk-uren. Bij het onderzoek op de Texelse bedrijven kwamen zeer grote verschillen aan het licht. Op be paalde bedrijven werd per man per jaar arbeid verricht, die op ruim 5.000 stan daard-uren kon worden gesteld, terwijl dit op andere bedrijven maar arbeid voor 3.000 standaard-uren was. Toch was de werkelijke arbeidstijd in beide gevallen gelijk. Sinds kort is men overgegaan op een andere norm voor het aangeven van de arbeidsproductiviteit. Men spreekt niet meer van standaard-uren, maar van be werkingseenheden. Dus ieder onderdeel van het bedrijf (verzorging van een koe, van een schaap, het hooien van één ha. grasland, enz.) wordt gesteld op een aantal bewerkingseenheden. Een land bouwer of landarbeider, die er slag van heeft komt dus tot een groot aantal be werkingseenheden per jaar. Wij hopen, dat de aandachtige lezers deze wat moeilijke materie door heb ben. We geven nu de vergelijking tus sen de 10 gunstige en 10 minder gun stige bedrijven. In de eerste 4 jaar be treft het standaard-uren, in het laatste jaar bewerkings-eenheden. I 4592 3778 II 476] 3852 III 4490 4075 IV 5174 4657 V 1440 1245 Standaard-uren of bewerkingseenheden per man Opmerkingen a. Er valt niet over te twisten, dat hier een duidelijke lijn aanwezig is. Op de eerste groep van bedrijven ligt de arbeidsproductiviteit belang rijk hoger. b. Deze hogere productiviteit kan zijn verkregen door goede werk-metho- den, verantwoorde mechanisatie of een verstandige inschakeling van loonwerkers. Voor een gedeelte ook door het tempo van werken, maar wij menen, dat dit beslist de hoofd zaak niet is. c. Landbouwers op een goed verkaveld bedrijf hebben de mogelijkheid om tot een hoger aantal standaard-uren per man te komen dan collega's, die tien of soms vijftien kanten uit moe ten. d. Zowel bij de eerste groep als de tweede groep van bedrijven is in deze jaren een duidelijke toename van de arbeidsproductiviteit waar te nemen. Het aantal standaard-uren per man wordt ieder jaar groter. C. v. Gr. IIOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 19 mrt. 0.44 en 13.19; 20 mrt. 1.46 en 14.36; 21 mrt. 3.11 en 16.12; 22 mrt. 4.51 en 17.46; 23 mrt. 6.22 en 19.09. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water FEUILLETON: 37. Dat ze zelf af en toe op het kantoor hielp met tikwerk en dat voor de rest alles reilde en zeilde zoals het moest. Ze zorgde iedere dag voor verse bloe men en fruit en een enkele maal kwam ook Bobbie mee. 's Avonds verscheen Dick een half uurtje en werd er over de zaak en het werk gesproken. In de weekeinden reed Flip naar Deventer en Lien nam om de andere dag Ellie of Joke mee, al naar gelang het uitkwam, zodat De Haan niet over gebrek aan belangstelling te klagen had. Het probleem Cobie Verleun werd nooit aangeboord. Haar naam werd in de ziekenkamer angstvallig verzwegen en Lien kon aannemen, dat ze nooit op bezoek kwam, want dan zou ze dit op de een of andere manier wel ge merkt hebben. Overigens, ze sloeg toch zelf geen bezoekuur over? Toen De Haan tien dagen in het zie kenhuis lag, nam hij de hoofdzuster in vertrouwen en liet haar een briefje schrijven voor Cobie Verleun, die de zuster persoonlijk postte. Doch de brief kwam na twee dagen terug met de aan tekening: „Door geadresseerde gewei gerd". De Haan knikte gelaten. Cobie had dus doelbewust de banden doorge sneden. Haar karakter kennende, ver onderstelde hij wel haar beweegrede nen. Ze was in hem teleurgesteld en inplaats van te schrijven, had hij die zondagmiddag meteen naar Utrecht moeten rijden om met haar te praten. Enfin, hij had geduld. Ze ging de we reld niet uit en zodra hij weer geheel gezond was, zou hij haar wel eens op een rustige zaterdagmorgen opzoeken. Of op een andere dag. Hij had nog een stille hoop gehad, dat het afzenders- adres; ziekenhuis te Deventer, haar nieuwsgierig zou maken, zodat ze de brief zou lezen. Wat De Haan niet wist was, dat Cobie haar hospita opdracht had gegeven om iedere brief, die af komstig was van De Haan, zonder meer aan de brievenbesteller terug te geven, wat de vrouw dan ook prompt had ge daan. „U hoeft het me niet te vertellen, als er een brief geweest is; ik wil er niets meer over horen", had Cobie ge zegd en de hospita had overeenkomstig gehandeld, zonder zelf gezien te hebben, dat de brief uit een ziekenhuis kwam. De genezing van De Haan vorderde langzaam. Begin november was hij in zoverre hersteld, dat hij naar huis kon gaan. Een particuliere verpleegster zou hem thuis nog gedurende enige tijd verzorgen en verder zou men het wel kunnen toevertrouwen aan de huis houdster en de dochter. Thuis werd het wat gemakkelijker om de zaken met vader te bespreken. Hij kreeg voortaan 's morgens weer de post, die hij in zijn bed nakeek en gaf vandaar uit instructies voor eventuele beantwoording. De chef kwam eens per dag de orders halen en deed verslag van de werkzaamehden in het bedrijf. Geleidelijk aan knapte De Haan op Na enkele weken mocht hij voor het eerst weer op en deed hij de eerste pas sen beneden, geholpen door de ver pleegster. De dokter kwam nog eens voor de laatste keer hem onderzoeken en constateerde, dat alle breuken en kneuzingen genezen waren. Hij felici teerde hem en zei. „Doe nog een maandje kalmpjes aan. Iedere dag een half uurtje langer op. Vroeg naar bed en 's middags een rustuurtje houden. Dan ben je begin volgend jaar weer helemaal de oude". December kwam met het Sinterklaas feest, dat ditmaal gevierd werd door alle kinderen in de ouderlijke woning. Ogenschijnlijk was de oude harmonie weer hersteld, want over de lerares werd met geen woord meer gerept. De kinderen waren van mening, dat vader zijn dwaasheid had ingezien en er dus liever niet meer aan herinnerd wenste te worden. Doch De Haan had zijn plan om Cobie te heroveren al lang gereed. Doch daarover sprak hij natuurlijk niet. Half december belde hij de huishoud school in Utrecht op en vroeg, wanneer de kerstvakantie begon. Een statige vrouwenstem deelde hem mede, dat dit op de 22e inging, waarna hij vriendelijk dankte voor deze mededeling en de hoorn weer op de haak legde, vooraleer de vrouw had kunnen vragen met wie ze sprak. Dus de 22e december zou Cobie thuis zijn. Dat was op vrijdag, dus een normale werkdag overigens. Wat hij dus van plan was, zou net nog kunnen geschieden. Hij knikte tevreden en ging verder met zijn werk. Tegen die tijd zou hij wel weer voldoende fit zijn om een reisje naar Utrecht te maken. Van de blauwe Ford was na de aan rijding niet veel meer over geweest. De verzekeringsmaatschappij had de scha de uitbetaald, omdat hij all risk verze kerd was, en intussen had hij een nieu we wagen gekocht. De maatschappij had hem meegedeeld, dat ze het geld wel terugkreeg van de schuldige land bouwer, die inmiddels al door de rech ter was veroordeeld en tegen wie de maatschappij nu een civiele vordering had ingediend. De avond voor de 22e december deel de De Haan zijn zoon mee, dat hij de volgende dag niet thuis zou zijn. „Het is feitelijk de moeite niet meer, om voor die éne dag op reis te gaan, dus ik zou zeggen: blijf maar op kantoor". En Dick was het daarmee eens. Het kwam niet bij hem op te vragen, waar heen zijn vader ging. Dat was nooit de gewoonte geweest in huize De Haan. De volgende morgen reed De Haan, gedost in een keurig, nieuw costuum, in zijn nieuwe wagen naar Utrecht. Het had gevroren en de weg was glad, zo dat hij het heel kalm aan deed, ge dachtig aan zijn ervaring van het na jaar. Gelukkig kwamen de zandstrooiers tijdig op de rijkswegen, zodat hij voor bij Deventer zijn snelheid iets kon ver hogen. Daarom was hij later in Utrecht als hij gepland had. Iets over negenen zette hij zijn wa gen neer voor de woning in de Pe- trarcalaan en belde aan. De hospita, nog in kimono, opende de deur op een kier en keek de vroege bezoeker aan. „Ik wil juffrouw Verleun graag spreken". Er flitste iets als een herkenning in haar ogen. „U bent...." begon ze. „De Haan uit Lochem", antwoordde hij kalm. „Het spijt me, meneer, maar juffrouw Verleun heeft uitdrukkelijk orders ge geven, om...." Opnieuw viel hij de vrouw in de re den. „Luistert U eens, mevrouw, ik kom hier om een groot aantal misverstanden uit de weg te ruimen. Ik heb een ern stig auto-ongeluk gehad en daardoor was ik niet in de gelegenheid eerder te komen. Als u juffrouw Verleun een goede dienst wilt bewijzen, laat u mij dan binnen en laat u mij onaangediend naar haar kamer gaan. Ik zeg u nog maals, dat u haar daarmede een uitste kende dienst bewijst". De vrouw aarzelde even en opende de deur geheel. „Komt u in ieder geval even binnen. Het is zo koud vanmor gen Hij volgde haar naar de huiskamer en op haar uitnodiging ging hij zitten. Toen vertelde hij. Van zijn kennisma king op de boot tijdens de vakantie. Van hun verder samengaan en van hun trouwplannen. Van het feit, dat zijn getrouwde kinderen bezwaren hadden en een van hen op een minder elegante manier pogingen had gedaan om hen weer van elkaar te verwijderen. Het geen ook inderdaad gelukte. Van zijn plannen om naar Utrecht te gaan om met haar te spreken en dat hij toen een ernstig ongeluk had gekregen, waarvan hij nu pas hersteld was. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1963 | | pagina 4