Heeft het kapitalistische
stelsel niet te goed
gewerkt
Opa heeft verkering
Vergelijking van bedrijven
Aspecten van de stijgende welvaart
(Slot)
Dit leidt bij mij tot de vraag of het
huidige systeem van de vrije onderne
mingsgewijze produktie, dat gebaseerd
is op de 19e eeuwse begrippen niet te
goed gewerkt heeft. Heeft het zijn taak
niet volbracht, leidt het nog wel tot een
maximale welvaart? Waar gaan wij
heen als ook nog automation doorzet?
In 15 jaar zal de koopkracht 50% om
hoog moeten gaan (Amerika), anders
kunnen de goederen niet worden afge
nomen. Maar wat is er nog te vervol
maken aan een stofzuiger, fiets, karpet,
telefoontoestel, vulpen of zelfs aan een
auto? De mens is de verwekker van het
produktieproces. Het behoort in zijn
dienst te staan, om hemzelf, om de be-
hoeftenbevrediging is het begonnen. Hij
is het doel, maar hij dreigt het hoofd
van Jut te worden. President Kennedy
heeft onlangs gezegd dat een dier in
Amerika beter beschermd is dan de
Amerikaanse consument. Men moet
deskundigen eens horen over de voe
dingsmiddelenindustrie. Het wittebrood
in Amerika is hagelwit, het heeft een
egaal bruin korstje etc., maar de Hemel
zegge ons wat er chemisch mee ge
beurd is. Als je het tussen de handen
neemt, kun je 't als spons in elkaar
drukken, het schimmelt niet eens, geen
bacterie kan er meer op leven. Men zou
verwachten dat de Amerikaanse jeugd
de best gevoede ter wereld is. Een test
die hiervoor maatgevend is viel bedroe
vend slecht uit en werd glansrijk ge
wonnen door.de arme macarom-
etertjes uit Z.-Italië. Dit resultaat is als
een bom ingeslagen. Maar er is geen
krant in Amerika die ten nadele van
een bepaalde firma of van de wijze van
bereiding van voedingsmiddelen iets
durft te schrijven. De hele branche is-
een ,,gang"; verschijnt er schadelijke
publiciteit dan krijgt de krant geen
advertenties meer en ligt plat.
Nu dreigt dit produktie-apparaat
d.m.v. behoeftenschepping en slechter
worden van kwaliteiten de produktie-
factoren aan te wenden in een richting
die men geen maximale welvaart meer
kan noemen. Maar er bestaan collec
tieve behoeften die reëel zijn en die niet
opgewekt behoeven te worden: scholen,
ziekenhuizen, parken, speeltuinen, re
creatiegebieden, wegennet, zorg voor
gebrekkigen, opruiming van krotbuur
ten etc. en hiervoor is onvoldoende geld.
De particuliere consumptie moet door
miljarden opgekrikt worden (ik kijk nu
vooral naar Amerika, maar over 10
15 jaar hebben wij dezelfde situatie in
eigen huis), maar dringende behoeften
in de publieke sector blijven relatief
achter. Deze moeten uit belastingen ge
financierd worden, de regering moet
afwachten wat de individuen ten slotte
bereid zijn hiervoor af te staan. Per
saldo zijn de produktiemiddelen pri
mair gereserveerd voor de particuliere
sector. Als wij, zoals thans in Amerika,
straks opgevoed worden tot het „smijt
maar weg" systeem is de vraag die ik
zoëven stelde: leidt het huidige stelsel
in een periode van hoge welvaart nog
wel tot een maximale welvaart? m.i.
voor de hand liggend. De situatie thans
in Amerika, en straks hier is zo, dat de
goederen die wij afdanken een grotere
verbruikswaarde hebben dan hetgeen
wij eraan verbruikten vanaf de koop
tot aan het afdanken. Kleren en schoei
sel worden niet meer versleten maar
afgedankt. Tal van artikelen die niet
aan verandering onderhevig zijn, zoals
koelkast, radio, typemachine e.d. zouden
met geringe kosten veel langer mee
kunnen, maar in Amerika mikt men op
termijnen die niet veel langer zijn dan
de afbetalingstermijn en het gaat hier
dezelfde kant uit. Dat is één grandioze
verspilling.
Leidt „free enterprise" nog wel tot
•en juist prioriteitenschema? Terwijl
men in Amerika doende was met het
cultiveren van de „long-week-end pic
nic" en parkeerproblemen van scho
lieren, slingerde Rusland zijn Spoetnik
de lucht in. Zoals het nu is moeten wij
steeds weelderiger leven niet om ons
maar om de economie overeind te hou
den. Onze eeuw is de eeuw van de in
flatie. Indien de loop van de geschiede
nis onverhoopt een ongunstige wending
zou nemen zal de 20e eeuw ook het
predikaat krijgen van de eeuw van de
grootste verkwisting aller tijden.
De bekende econoom Schumpeter
ziet het kapitalisme langs een geheel
andere weg dan Marx langzaam aan
rijp worden voor socialistische plan
economie. Het sterft niet aan zijn fiasco
maar aan zijn welslagen.
Stoffelijke welvaart en
menselijk welzijn
Laat ik enkele gedachten tot slot sa
menvatten, liggend in het economische
vlak maar ook wat breder gesteld.
Goethe heeft alleen de stoommachine
en de weefstoel gekend. Toen de eerste
spoorlijn in 1835 in bedrijf werd geno
men, was hij al 3 jaar dood. Hij ver
wachtte van dat alles niet veel goeds,
hij zag het als een naderend onweer.
Toch is de bliksem niet ingeslagen en
heeft de mensheid wat daarna is geko
men aanvaard en beheerst.
Ondanks de critiek op het systeem
van geforceerde afzet wil ik voorop
stellen dat armoe voor een deel van de
wereld is uitgebannen en dat er een
tijdperk van overvloed voor een ieder
van on» voor de deur staat, waaronder
ik niet het minst versta de hogere
waarden van het leven. Dit betekent
onherroepelijk dat wij meer steun kun
nen en moeten geven aan de onderont
wikkelde gebieden. Dit wordt van ons
verwacht en de noodzaak is aangetoond.
Dat is een sociale hypotheek die op de
rijkdom rust.
Wij komen er niet door de samen
leving in de toekomst alleen maar weel
deriger te maken. Tot het uiterste opge
voerde gemakzucht is de dood in de pot.
De bewijzen zijn legio. Heel ernstig is
dit gebleken in het leger. Het teleur
stellend gedrag van de Amerikaanse
soldaat in Korea heeft geleid tot een
diepgaand onderzoek. Daar is de gerin
ge karaktervastheid als gevolg van ver
wend zijn, heel duidelijk naar voren
gekomen. Verwende mensen prefereren
een leven van comfort en plezier boven
een van plicht en zelfontzegging.
Een ander voorbeeld, er zijn er 13 in
een dozijn, betreft de Zweedse arbeider.
Een onderzoek van werkgevers, vak
beweging en overheid had tot doel na
te gaan waarom de Zweedse arbeider
niet tevreden is. En het resultaat is dit.
„Nooit had men de stoffelijke welvaart
van thans verwacht. En nu ze er is
geeft ze niet het geluk dat ervan ge
hoopt was. Er is een ondefinieerbare
leegte", aldus het rapport. Het gevoel
dat je wat ontbreekt omdat je teveel
hebt.
Door tal van studies is vastgesteld
dat de gang van zaken in Amerika des
integratie van het gezin betekent. Opti
misten zien daar geen ramp in, het is
de ontwikkeling tot een companion
ship-family". Ik weet niet wat dat zal
opleveren. Ik voor mij ben erg geneigd
het te houden op het oude en beproefde
en meer natuurlijke gezin.
Geen enkel mens zal de hoge levens
standaard die op komst is moreel aan
kunnen als hij tegelijkertijd niet werkt
aan een geestelijk-zedelijk tegenwicht.
Culturen zijn ondergegaan omdat de
bovenste lagen een weelderig leven
leidden. In Amerika ziet het ernaar uit
dat alle lagen zichzelf kunnen gaan
verwennen. Ik ben ervan overtuigd dat
men uit zelfbehoud het in Rusland zo
ver nooit zal laten komen. De goede
dingen, zingenot incluis, naar hartelust
genieten, maar matiging kunnen be
trachten te midden van overvloed, dat
is de kunst die nodig is en waarvan zal
afhangen of hoge welvaart ons tot zegen
of vloek zal worden.
Van jongs af aan leren sparen bete
kent zich iets ontzeggen, dat is leren de
hand op de portemonnee te kunnen
houden. Het leert van jongs af aan het
zelf kunnen ordenen van behoeften,
vrijwillig afstand doen van consumptie,
de patates-friteskraam voorbijgaan of
'n snuisterij niet kopen. Dat is karakter
vorming en wilstraining, dat is het
hoofd in het hart hebben, want de be
geerte om te kopen is er altijd. Een
jongeman die ƒ500,of ƒ1.000,op
zijn spaarbankboekje heeft staan, heeft
eigenlijk steeds de beschikking over al
les wat hij met dat geld zou kunnen
en willen kopen, maar hij doet het niet
en daarom heeft hij het eigenlijk toch
in handen en beheerst hij zijn positie.
Voor wat hier aan de orde is geloof ik
dat er niet een pedagogische factor aan
te wijzen is die zo universeel is en zo'n
hoge morele waarde bezit als het
sparen
Waar het om gaat dat is een waar
denhiërarchie: vrijheid, zingenot, zede
lijke gaafheid, kennis, ontwikkeling,
sport, gezinsleven, hobbies, het zijn
even zovele gekleurde steentjes die wij
zlef tot een mozaïek moeten leggen
met de zuivere menselijke liefde als
bindend cement wil het panorama van
onze wereld mét welvaart mooi en goed
zijn.
Drs. H. L. P. E. Biesaart.
WEEKAGENDA VAN DE
STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL
Dinsdag 19 ra aart
Den Burg, De Zwaan, 20.00 uur, lodenverg*-
dering Coöp. Boerenleenbank
Woensdag 20 maart
Den Burg, De Zwaan, 20.00 uur, bijeenkomst
R.K. Vrouwenbond 't Gilde.
Donderdag 21 maart
De Cocksdorp, De Hoop, 20.00 uur, bijeen
komst Plattelandsvrouwen m.m.v. fam. Boee
man (ballonvaarders).
Vrijdag 22 maart
De Koog, Hobby-show.
Den Burg, Casino, 20.00 uur, toneelvooretel-
ling R.H.B.S. „Le Bal des Voleurs".n
„POOL"-FOTO IN
ZUID-AFRIKAANSE KRANT
Dat de afgelopen winter op ons eiland
de aandacht van de wereldpers heeft
gterokken is intussen duidelijk gewor
den. Na een foto-met-artikel in een
Amerikaanse krant over de tijdelijke
luchtverbinding met de vaste wal
(daarvan maakten we al eerder mel
ding), kregen we onlangs van mevr. De
Jong („Torenhuis") het dagblad „The
Star", dat in Zuid-Afrika verschijnt, ter
inzage in het nummer van 26 januari
stond een grote, over vier kolommen
afgedrukte foto, voorstellende de Texel
se kottervloot die zich door het ijs een
weg baant naar de haven van Oude-
schild. „Just like the Arctic" luidt het
kopje, en met recht.
VAN DE LANDBOUWVOORLICHTINGSDIENST
(Slot)
In de voorgaande artikelen bespra
ken wij een aantal factoren (kengetal
len zegt men bij het bedrijfseconomisch
onderzoek), die geen duidelijk aanwijs
bare of betrekkelijk zwakke rol speel
den bij de winstgevenheid van de be
drijven. Het bleek, dat de hoeveelheid
stikstof per ha. en de kilogrammen vet
per koe practisch geen lijn te zien ga
ven en dat deze bij het aantal stuks
grootvee per ha. en de verhouding tus
sen melkkoeien en jongvee in wat dui
delijker vorm aanwezig was. Meer
grootvee per ha. en een naar verhou
ding niet te zware bezetting met jong
vee waren factoren, die gunstig bleken
te zijn.
In dit laatste artikel willen wij een
paar kengetallen bespreken, waar naar
onze mening wel duidelijk een lijn te
zien is. Het betreft de opbrengst per
hectare grasland, kunstweiden en voe
dergewassen van rundvee en schapen
en de besteding van de arbeid.
Ook nu bedoelen wij met de 10 hoog
ste weer het gemiddelde van de tien
bedrijven met de beste uitkomst en met
10 laagste het gemiddelde van de be
drijven aan het ondereind. Met de cij
fers I - V worden de jaren 1957 - 1961
aangeduid.
Opbrengst rundvee en schapen
per ha.
De totale geldelijke opbrengst van
rundvee '(verkoop melk en vlees) en die
van de schapen (lammeren, wol, oude
schapen) van het hele bedrijf wordt op
geteld. Dit bedrag wordt verminderd
met alle kosten voor aangekocht voer
(krachtvoer en eventueel ruwvoer) en
ook het eigen krachtvoer (bijv. graan).
Het bedrag, dat we dan overhouden is
dus de opbrengst van rundvee en scha
pen verminderd met de voerkosten.
Gaan we dit laatste bedrag delen door
het aantal hectaren grasland plus voe
dergewassen dan krijgen we de op
brengst aan rundvee en schapen per
bunder verminderd met de voerkosten.
We menen, dat die een zeer belang
rijk kengetal is. Het is bijv. geen kunst
om een hoge opbrengst aan rundvee en
schapen per ha. te krijgen als daarnaast
een hele massa voer aangekocht wordt.
Daarom gaat men in dit geval de op
brengst verminderen met de voerkos
ten, omdat we op die manier de zuivere
opbrengst van het eigen grasland krij
gen.
Thans de vergelijking waarom het
gaat.
Opbrengst rundvee en schapen
per ha. min de voerkosten
Jaaraanduiding 10 hoogste 10 laagste
I 1352,— ƒ1155,—
11 ƒ1363,— ƒ1120,—
Hl 1220,— ƒ1008,—
IV 1348,— ƒ1146,—
V ƒ1490,— ƒ1133,—
Opmerkingen:
a. Er zit in deze cijfers wel een zeer
duidelijke lijn. De opbrengst min
voerkosten per ha. van de 10 hoogste
bedrijven is vrijwel ieder jaar
ƒ200,hoger dan van de 10 laagste
bedrijven. Op grond hiervan menen
we te mogen zeggen, dat een hoge
opbrengst per ha. blijkbaar gunstig
is. We onderstrepen nog eens, dat
dit de opbrengst na afttrek van het
aangekochte en eigen krachtvoer is.
b. Ook nu komt het droge jaar 1959 er
weer uit als een jaar, waarin de
opbrengsten per ha. laag waren.
Naast minder opbrengst van het
eigen bedrijf hoger voerkosten.
c. Als we zeggen, dat een hoge op
brengst per ha. gunstig is denken we
hier uiteraard aan het individuele
bedrijf. We verwachten nl. dat som
migen zullen opmerken, dat de steeds
maar wassende melkstroom nationaal
gezien helemaal niet gunstig is. De
mensen van de landbouwvoorlich-
tingsdienst hebben echter speciaal
het belang van de aparte bedrijven
voor ogen.
De besteding van de arbeid
We hebben al vaak ondervonden, dat
dit een kwetsbaar punt is. Als land-
bouwvoorlichters hierover spreken,
krijgen ze heel gemakkelijk het verwijt
te horen, dat ze de boeren willen „op
jagen". Laat ik het nog eens zeggen,
dat dit beslist de bedoeling niet is.
Iedereen weet, dat de prestaties van
twee mensen zeer kunnen verschillen
zonder dat men kan zeggen, dat de een
veel harder werkt dan de ander. Dit is
vaak een kwestie van handigheid en
een goede organisatie van het werk.
Er blijken ook op het boerenbedrijf
in dit opzicht grote verschillen voor te
komen, die men in de bedrijfseconomi
sche boekhouding probeert vast te leg
gen.
Standaarduren en
bewerkingseenheden
Aanvankelijk deed men dit door zgn.
standaarduren. Door tijdschrijving op
een flink aantal bedrijven was vastge
legd hoeveel uren er nodig waren voor
de verzorging van een melkkoe, het
hooien van één ha. grasland, de gehele
verzorging van bieten, aardappelen,
graan, enz. Men noemde dit het aantal
standaard-uren per koe, per bunder
hooiland enz.. Als men dus een inven
tarisatie ging maken van alles, wat op
het bedrijf plaats had gevonden, kon
worden vastgesteld hoeveel standaard-
uren arbeid op een bepaald bedrijf
aanwMig was.
Als gevolg van betere werkmethoden,
mechanisatie, enz. bleek al spoedig, dat
een normale veehouder of arbeider
geen 100 werkuren nodig had voor een
karwei, dat volgens het onderzoek 100
standaard-uren arbeid zou vragen. Dit
bleek al spoedig niet meer dan 70 uur
te zijn. „Flinke kerels" konden per jaar
wel arbeid verrichten, waarvoor 5.000
standaard-uren waren berekend. Deze
hoeveelheid arbeid werd bijv. verricht
in 3.000 werk-uren. Bij het onderzoek
op de Texelse bedrijven kwamen zeer
grote verschillen aan het licht. Op be
paalde bedrijven werd per man per jaar
arbeid verricht, die op ruim 5.000 stan
daard-uren kon worden gesteld, terwijl
dit op andere bedrijven maar arbeid
voor 3.000 standaard-uren was. Toch
was de werkelijke arbeidstijd in beide
gevallen gelijk.
Sinds kort is men overgegaan op een
andere norm voor het aangeven van de
arbeidsproductiviteit. Men spreekt niet
meer van standaard-uren, maar van be
werkingseenheden. Dus ieder onderdeel
van het bedrijf (verzorging van een koe,
van een schaap, het hooien van één ha.
grasland, enz.) wordt gesteld op een
aantal bewerkingseenheden. Een land
bouwer of landarbeider, die er slag van
heeft komt dus tot een groot aantal be
werkingseenheden per jaar.
Wij hopen, dat de aandachtige lezers
deze wat moeilijke materie door heb
ben. We geven nu de vergelijking tus
sen de 10 gunstige en 10 minder gun
stige bedrijven. In de eerste 4 jaar be
treft het standaard-uren, in het laatste
jaar bewerkings-eenheden.
I
4592
3778
II
476]
3852
III
4490
4075
IV
5174
4657
V
1440
1245
Standaard-uren of
bewerkingseenheden per man
Opmerkingen
a. Er valt niet over te twisten, dat
hier een duidelijke lijn aanwezig is.
Op de eerste groep van bedrijven
ligt de arbeidsproductiviteit belang
rijk hoger.
b. Deze hogere productiviteit kan zijn
verkregen door goede werk-metho-
den, verantwoorde mechanisatie of
een verstandige inschakeling van
loonwerkers. Voor een gedeelte ook
door het tempo van werken, maar
wij menen, dat dit beslist de hoofd
zaak niet is.
c. Landbouwers op een goed verkaveld
bedrijf hebben de mogelijkheid om
tot een hoger aantal standaard-uren
per man te komen dan collega's, die
tien of soms vijftien kanten uit moe
ten.
d. Zowel bij de eerste groep als de
tweede groep van bedrijven is in
deze jaren een duidelijke toename
van de arbeidsproductiviteit waar te
nemen. Het aantal standaard-uren
per man wordt ieder jaar groter.
C. v. Gr.
IIOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
19 mrt. 0.44 en 13.19; 20 mrt. 1.46 en 14.36;
21 mrt. 3.11 en 16.12; 22 mrt. 4.51 en 17.46;
23 mrt. 6.22 en 19.09.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water
FEUILLETON:
37. Dat ze zelf af en toe op het kantoor
hielp met tikwerk en dat voor de rest
alles reilde en zeilde zoals het moest.
Ze zorgde iedere dag voor verse bloe
men en fruit en een enkele maal kwam
ook Bobbie mee. 's Avonds verscheen
Dick een half uurtje en werd er over
de zaak en het werk gesproken. In de
weekeinden reed Flip naar Deventer en
Lien nam om de andere dag Ellie of
Joke mee, al naar gelang het uitkwam,
zodat De Haan niet over gebrek aan
belangstelling te klagen had.
Het probleem Cobie Verleun werd
nooit aangeboord. Haar naam werd in
de ziekenkamer angstvallig verzwegen
en Lien kon aannemen, dat ze nooit
op bezoek kwam, want dan zou ze dit
op de een of andere manier wel ge
merkt hebben. Overigens, ze sloeg toch
zelf geen bezoekuur over?
Toen De Haan tien dagen in het zie
kenhuis lag, nam hij de hoofdzuster in
vertrouwen en liet haar een briefje
schrijven voor Cobie Verleun, die de
zuster persoonlijk postte. Doch de brief
kwam na twee dagen terug met de aan
tekening: „Door geadresseerde gewei
gerd". De Haan knikte gelaten. Cobie
had dus doelbewust de banden doorge
sneden. Haar karakter kennende, ver
onderstelde hij wel haar beweegrede
nen. Ze was in hem teleurgesteld en
inplaats van te schrijven, had hij die
zondagmiddag meteen naar Utrecht
moeten rijden om met haar te praten.
Enfin, hij had geduld. Ze ging de we
reld niet uit en zodra hij weer geheel
gezond was, zou hij haar wel eens op
een rustige zaterdagmorgen opzoeken.
Of op een andere dag. Hij had nog een
stille hoop gehad, dat het afzenders-
adres; ziekenhuis te Deventer, haar
nieuwsgierig zou maken, zodat ze de
brief zou lezen. Wat De Haan niet wist
was, dat Cobie haar hospita opdracht
had gegeven om iedere brief, die af
komstig was van De Haan, zonder meer
aan de brievenbesteller terug te geven,
wat de vrouw dan ook prompt had ge
daan. „U hoeft het me niet te vertellen,
als er een brief geweest is; ik wil er
niets meer over horen", had Cobie ge
zegd en de hospita had overeenkomstig
gehandeld, zonder zelf gezien te hebben,
dat de brief uit een ziekenhuis kwam.
De genezing van De Haan vorderde
langzaam. Begin november was hij in
zoverre hersteld, dat hij naar huis kon
gaan. Een particuliere verpleegster zou
hem thuis nog gedurende enige tijd
verzorgen en verder zou men het wel
kunnen toevertrouwen aan de huis
houdster en de dochter.
Thuis werd het wat gemakkelijker
om de zaken met vader te bespreken.
Hij kreeg voortaan 's morgens weer de
post, die hij in zijn bed nakeek en gaf
vandaar uit instructies voor eventuele
beantwoording. De chef kwam eens per
dag de orders halen en deed verslag
van de werkzaamehden in het bedrijf.
Geleidelijk aan knapte De Haan op
Na enkele weken mocht hij voor het
eerst weer op en deed hij de eerste pas
sen beneden, geholpen door de ver
pleegster. De dokter kwam nog eens
voor de laatste keer hem onderzoeken
en constateerde, dat alle breuken en
kneuzingen genezen waren. Hij felici
teerde hem en zei. „Doe nog een
maandje kalmpjes aan. Iedere dag een
half uurtje langer op. Vroeg naar bed
en 's middags een rustuurtje houden.
Dan ben je begin volgend jaar weer
helemaal de oude".
December kwam met het Sinterklaas
feest, dat ditmaal gevierd werd door
alle kinderen in de ouderlijke woning.
Ogenschijnlijk was de oude harmonie
weer hersteld, want over de lerares
werd met geen woord meer gerept. De
kinderen waren van mening, dat vader
zijn dwaasheid had ingezien en er dus
liever niet meer aan herinnerd wenste
te worden. Doch De Haan had zijn plan
om Cobie te heroveren al lang gereed.
Doch daarover sprak hij natuurlijk
niet.
Half december belde hij de huishoud
school in Utrecht op en vroeg, wanneer
de kerstvakantie begon. Een statige
vrouwenstem deelde hem mede, dat dit
op de 22e inging, waarna hij vriendelijk
dankte voor deze mededeling en de
hoorn weer op de haak legde, vooraleer
de vrouw had kunnen vragen met wie
ze sprak. Dus de 22e december zou
Cobie thuis zijn. Dat was op vrijdag,
dus een normale werkdag overigens.
Wat hij dus van plan was, zou net nog
kunnen geschieden. Hij knikte tevreden
en ging verder met zijn werk. Tegen
die tijd zou hij wel weer voldoende fit
zijn om een reisje naar Utrecht te
maken.
Van de blauwe Ford was na de aan
rijding niet veel meer over geweest. De
verzekeringsmaatschappij had de scha
de uitbetaald, omdat hij all risk verze
kerd was, en intussen had hij een nieu
we wagen gekocht. De maatschappij
had hem meegedeeld, dat ze het geld
wel terugkreeg van de schuldige land
bouwer, die inmiddels al door de rech
ter was veroordeeld en tegen wie de
maatschappij nu een civiele vordering
had ingediend.
De avond voor de 22e december deel
de De Haan zijn zoon mee, dat hij de
volgende dag niet thuis zou zijn. „Het
is feitelijk de moeite niet meer, om
voor die éne dag op reis te gaan, dus
ik zou zeggen: blijf maar op kantoor".
En Dick was het daarmee eens. Het
kwam niet bij hem op te vragen, waar
heen zijn vader ging. Dat was nooit de
gewoonte geweest in huize De Haan.
De volgende morgen reed De Haan,
gedost in een keurig, nieuw costuum, in
zijn nieuwe wagen naar Utrecht. Het
had gevroren en de weg was glad, zo
dat hij het heel kalm aan deed, ge
dachtig aan zijn ervaring van het na
jaar. Gelukkig kwamen de zandstrooiers
tijdig op de rijkswegen, zodat hij voor
bij Deventer zijn snelheid iets kon ver
hogen. Daarom was hij later in Utrecht
als hij gepland had.
Iets over negenen zette hij zijn wa
gen neer voor de woning in de Pe-
trarcalaan en belde aan. De hospita, nog
in kimono, opende de deur op een kier
en keek de vroege bezoeker aan.
„Ik wil juffrouw Verleun graag
spreken".
Er flitste iets als een herkenning in
haar ogen. „U bent...." begon ze.
„De Haan uit Lochem", antwoordde
hij kalm.
„Het spijt me, meneer, maar juffrouw
Verleun heeft uitdrukkelijk orders ge
geven, om...."
Opnieuw viel hij de vrouw in de re
den. „Luistert U eens, mevrouw, ik kom
hier om een groot aantal misverstanden
uit de weg te ruimen. Ik heb een ern
stig auto-ongeluk gehad en daardoor
was ik niet in de gelegenheid eerder
te komen. Als u juffrouw Verleun een
goede dienst wilt bewijzen, laat u mij
dan binnen en laat u mij onaangediend
naar haar kamer gaan. Ik zeg u nog
maals, dat u haar daarmede een uitste
kende dienst bewijst".
De vrouw aarzelde even en opende
de deur geheel. „Komt u in ieder geval
even binnen. Het is zo koud vanmor
gen
Hij volgde haar naar de huiskamer
en op haar uitnodiging ging hij zitten.
Toen vertelde hij. Van zijn kennisma
king op de boot tijdens de vakantie. Van
hun verder samengaan en van hun
trouwplannen. Van het feit, dat zijn
getrouwde kinderen bezwaren hadden
en een van hen op een minder elegante
manier pogingen had gedaan om hen
weer van elkaar te verwijderen. Het
geen ook inderdaad gelukte. Van zijn
plannen om naar Utrecht te gaan om
met haar te spreken en dat hij toen een
ernstig ongeluk had gekregen, waarvan
hij nu pas hersteld was.
(Wordt vervolgd)