Opa heeft verkering Texelse familienamen I TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 19 APRIL 1963 S.V. TEXEL Programma: A.s. zaterdag: 4e kl. KNVB: Helder- Con Zelo, Hollandia T.-Flevo; VZV- LSVV, Schagen-Vios. Maandag, 2de paasdag: Helder-Hollan- dia T.; BKC-VZV; Con Zelo-Schagen, Flevo-ZAP; LSW-Texel. Afd. N.H.: Texel 3-Callantsoog 2; Adsp. DTS-Texel, 2 uur. Texel 2 en andere adspiranten zijn vrij. Pupillentoernooi ten bate van Prinses Beatrix Poliofonds Zaterdag wordt ten bate van het Prinses Beatrix Poliofonds het pupillen- toernooi gehouden. Alle deelnemers be talen 25 cent. Iedere bezoeker betaalt 25 cent entree, kinderen 10 cent. Aanvang zaterdag 10.30 uur en maan dag 10.00 uur. Onze vereniging krijgt voor deze ge legenheid 4 elftallen plus geleiders te logeren. Vrijdag komen ze en laten we hopen dat het weer een prettige tijd mag zijn met de Beverwij kers. Alle pupillen van ons eiland nemen deel, als gewoonlijk vindt onze jeugd commissie dat bijzonder te waarderen We hopen dat er prachtig partij wordt gegeven en alle deelnemers weer met genoegen op dit toernooi terug zullen zien. We verwachten een record aantal kijkers. Het doel is prachtig: „De ge zonden spelen voor hun gehandicapte kameraadjes". Aan allen prettige paasdagen. CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 17 april a.s. worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende uren: Den Hoorn: 13.0014.00 uur; Oosterend: 14.0015.00 uur; De Cocksdorp: 15.15 16.00 uur; De Koog: 16.0016.30 uur. DE VOLLEYBALCOMPETITIE VAN G.D.S. De volleybalcompetities in de eerste klas is eindelijk ook voor de GDS- dames begonnen. De competitie was eigenlijk al op 3 december gestart, maar door de strenge winter was het onmo gelijk teams naar Texel te laten komen of zelf naar Den Helder te gaan. GDS is op 18 maart met de competitie ge start. De eerste wedstrijd werd binnen 15 minuten met 20 gewonnen van het Helderse HCSC 2. Op 25 maart brach ten de dames een bezoek aan LOS. Ook deze wedstrijd werd gewonnen en wel met 21. J.l. zaterdag bezochten LOS en koploper Lyceum de GDS-dames in de Jac. P. Thijsseschool. De eerste wed strijd tegen LOS leverde het met twee reserves spelende GDS geen moeilijk heden op, maar wel twee kostbare punten! In de wedstrijd tegen het zeer ster ke Lyceum leek GDS op een gemakke lijke overwinning aan te stevenen, maar in de tweede set wist Lyceum een klei ne voorsprong te nemen. Door goed sa menspel van ons team wisten we de voorsprong van Lyceum in een kleine voorsprong om te zetten. Deze voor sprong wisten we te consolideren en we eindigden onbedreigd met 159. Proficiat jongens! Set-standen: GDS-LOS 157 en 158; GDS-Lyceum 156 en 159. De standen in de competitie zijn nu als volgt: Lyceum 12 9 3 18 20— 7 RHBS 9 7 2 14 15— 5 L.O.S. 12 7 5 14 15—15 G.D.S. 4 4 0 8 8—1 H.K.V.* 11 5 6 8 11—12 H.A.V. 10 2 8 4 4—21 H.C.S.C. 2 11 1 10 2 4—21 twee verliespunten wegens niet op komen. FEUILLETON: VAN DE LANDBOUW- VOORLICHTIN G SDIENST Wij vragen Uw aandacht voor: Het demonstraticbedrijf Toen wij onlangs enkele artikelen schreven over één van de demonstratie- bedrijven van de Streekontwikkeling is diverse malen de opmerking gemaakt, dat de grondsoort op het bedoelde be drijf veel beter was dan o.g. wilde doen geloven. Het was voor hen, die deze kritiek leverden wel goed geweest om zaterdag j.l. eens een kijkje op het bedrijf te nemen. Of eigenlijk kan in dit geval van geen „kijkje" worden gesproken. De harde noordoosten wind maakte het kijken nl. onmogelijk. Grote stofwolken verduisterden de lucht. En alleen door met man en macht aan het werk te gaan en stalmest op het land te bren gen kon voorkomen worden, dat de sloten aan de avond van die dag vol met zand zaten. Het maakte de boer van dit bedrijf wat „kregelig". En dan praten ze nog van goede grond", merk te hij op. Plastic als „onderstalling" Plastic artikelen veroveren de we reld. Het wordt ook op de boerderij al voor diverse zaken gebruikt. Een nieu we toepassing van het goedkope plastic vonden wij vermeld in één van de ver slagen van de landbouwconsulenten. Dit plastic kan nl. uitstekend dienen als „onderstalling" in het hooivak of onder hooischelven. Zoals bekend wordt hiervoor veelal stro en ruigte gebruikt. Ook takkenbossen gebruikt men er wel voor. Het laatstgenoemde materiaal is speciaal bij ventilatie van het hooi niet te gebruiken, omdat via deze takkenbossen veel lucht ontwijkt. Volgens de mededelingen in bedoeld verslag voldoet het gebruik van plastic uitstekend, omdat het „optrekken" van vocht hiermee wordt voorkomen. Het is genoeg bekend, dat het onderste hooi meestal van mindere kwaliteit is door het optrekken van water. Als dit te vermijden is door plastic en volgens de proeven is dit het geval dan zijn wij van mening, dat deze methode de volle aandacht verdient. Randverlies bij graskuilen In hetzelfde verslag wordt ook aan dacht besteed aan het rand- of kant- verlies bij graskuilen. Dat dit verlies belangrijk is, is ook op ons eiland op dit moment duidelijk te zien. Op diverse plaatsen ziet men resten van graskui len, die als „rest" in ieder geval veel te groot zijn. Vooral in een winterperiode als we nu achter de rug hebben, waar bij de ruwvoedervoorraden aan de krappe kant zijn, spreken deze verlie zen je aan. De verliezen komen vooral voor bij kuilen op de grond, waarbij de zijkan ten niet met grond zijn bedekt. In be paalde gevallen gaat van voordroog- kuilen op deze wijze wel een rand van 40 - 50 cm. verloren. Bij gebruik van een silo zijn deze verliezen belangrijk kleiner, al durven we niet te zeggen, dat er in dit geval nooit geen verliezen zijn. Het komt nog al eens voor, dat tussen gras en de wand van de silo ruimte ontstaat en vooral als hier re genwater kan binnendringen kunnen de verliezen ook vrij groot zijn. We kunnen wel zeggen, dat water zowel het water, dat van beneden als van bo ven komt de grootste vijand van kuilgras is. Daarom zijn wij van mening, dat ook hier het gebruik van plastic nog meer de aandacht verdient. Dit geldt zowel voor veehouders, die een silo hebben als voor hen, die kuilen zonder silo. We stellen ons voor op dit onderwerp bin nenkort nog eens terug te komen, om dat wij de gedachte hebben, dat ook het kuilen met een zgn. plastic hoes, waar bij dus in het geheel geen grond op de kuil wordt gebracht meer in de belang stelling komt. Vooral in een vorst periode als we deze winter hebben meegemaakt komt naar voren, dat een grondbedekking bezwaren heeft. Kopziektc bij rundvee Hoewel we zeker niet kunnen zeg gen, dat ons eiland berucht is om de kopziekte, is het beslist ook niet zo, dat er op ons eiland geen kopziekte voorkomt. Ieder voorjaar vallen er slachtoffers. Het is zo langzamerhand wel bekend, dat er middelen zijn om het gevaar kleiner te maken. Eén van de middelen is het gebruik van anti- kopziektekoek. Wil men hier het volle profijt van hebben, dan moet U al op stal beginnen met het voeren van deze koek. Voor de wijze van voeren moet U de aanwijzingen van de betreffende firma volgen. Een algemeen advies is nl. niet te geven. Maar als U eerder last van kopziekte hebt gehad, of wanneer er omstandig heden op Uw bedrijf zijn, die kans op kopziekte geven en denkt U hier over niet te licht dan adviseren wij U in ieder geval nu zo spoedig mogelijk over te gaan tot het gebruik van deze anti-kopziekte- of magnesiumkoek. HEITJE VOOR EEN KARWEITJE 1963 Op donderdag en vrijdag, 18 en 19 april zullen welpen, kabouters, pad vinders en padvindsters weer bij U aan kloppen om te vragen of ze geen heitje kunnen verdienen. Hebt U al een karweitje in het vooruitzicht. Zoals be kend mag het heitje een kwartje niet zómaar worden gegeven. Er moet echt iets voor worden gedaan. Graag willen de enthousiaste volgelingen van Lord Baden Powell de tuin voor U har ken, de stoep schrobben, de ramen ze men, schoenen poetsen, boodschappen doen, de hond uitlaten enz. enz. Een speciaal team gaat op pad, bewapend met verf en kwast. De leden van dit groepje kunt U verzoeken het achter spatbord van Uw fiets wit te maken. Als het karweitje beloond is met een heitje, krijgt U een zegeltje uitgereiKt, dat U op de deur aanbrengt, waardoor U van verder gevraag af bent. Bij. voorbaat dank! De padvinders van Texel XIII De Rooms-Katholieken Op een enkele uitzondering na heb ben de pastoors uit vroeger eeuwen de administratie van de hun toevertrouw de zielen goed bijgehouden. Daarom is het meestal mogelijk de Texelse r.k. families tot in de 17de eeuw na te speuren, zij het niet zonder moeite en volharding. Het is niet verwonderlijk, dat de leden van zo'n kleine geïsoleerde gemeenschap onder elkaar trouwden, met het gevolg, dat al gauw iedereen van iedereen familie was. Vooral toen het kerkelijk huwelijksverbod zich nog uitstrekte tot de vierde graad van bloedverwantschap (dat is 8ste graad naar burgeriijke rekening) moest voor veel huwelijken dispensatie worden verleend. De meeste boerenfamilies zijn op zoveel manieren en vaak zo na bij verwant, dat zij zich bij uitstek le nen voor onderzoekingen op het gebied van de erfelijkheidsleer. Natuurlijk kwamen er ook veel gemengde huwe lijken voor. De kinderen werden dan meestal toch katholiek gedoopt; in de oude doopboeken vinden we dan bij de ouders aantekeningen als „sij is men- nist", „hij is calvinist" of „vader a- catholiek". Veel rooms-katholieken zouden zich verbazen over hun grote aantal protestantse voorouders. Boersen Over de naam Boersen is al het een en ander opgemerkt in verband met de eigenaardige naamsovergangen in de 17de eeuw. Deze familie was in de 17de eeuw zeer uitgebreid en tamelijk gefor tuneerd. Het waren gezeten boeren in de buurt van Oosterend. In de acht tiende eeuw nam hun aantal sterk af; het voortbestaan van de naam, die oor spronkelijk Boerse, Boers of Boersz. was, hing vele generaties lang af van het leven van telkens één man. Riet dekker was een beroep, dat men later veel in de familie Boersen aantrof. De naam komt ook veel voor op Wieringen. Hin De korte drieletterige naam doet al dadelijk vermoeden, dat we hier met een oud Texels geslacht te doen heb ben. Allen, die de naam Hin dragen, zijn terug te voeren op een zekere Cor nells Lammertsz. geb. ca. 1645, gehuwd met Trijn Pieters Kopjes. Hij werd echter nooit Hin genoemd, en zijn zoon Pieter werd gewoonlijk aangeduid als Pieter Cornells Lammertsz. Bij diens zoons wijkt de stamboom in twee tak ken uiteen. Het nageslacht van Lam mert Pietersz Hin geb. 1702 trok naar Oudeschild en kwam door het verloop van de zeevaart in Den Helder terecht. Vandaar verbreidden zij zich over het hele land, o.a. naar Haarlem, waar een familie Hin een bloeiende kousenfa- briek drijft. Cornelis Pietersz Hin geb. 1709 bleef het boerenbedrijf trouw. Zijn afstam melingen woonden in de 18de en de 19de eeuw in de omgeving van de Hoge Berg. Alle tegenwoordige Texelse Hin- nen stammen af van zijn kleinzoon Jacob Pietersz Hin geb. 1773 en diens vrouw Antje Arisd. Bakker. Merkwaar dig is, dat er vroeger op Texel ook nog een protestantse familie Hin leefde, die de naam al vroeg in de 17de eeuw voer de. Hoewel ook hier voornamen als Pieter en Cornelis in zwang waren, is er toch geen verbinding met de r.k. stam te vinden. Ran Herkomst, ontstaan en betekenis van deze naam blijven in het duister ge huld. Het eerste echtpaar, Jan Corne- lisz Ran en Isele Jacobs (gehuwd in 1655) leefde in Oudeschild. Dit zou kun nen wijzen op import, maar deze Jan Ran had ook enig grondbezit in de pol der de Waddel, wat weer aan een lan ger verblijf op het eiland doet denken. Het nageslacht van dit eerste echtpaar is enorm; vooral hun zoon Jan, die twaalf kinderen had, zorgde er voor, dat de naam niet zo gauw zou uitster ven. Diens vrouw. Trijntje Dirks Qua- boer, was een boeredochter uit Zuid- haffel. De afstammelingen van hun zoon Simon, die ik gemakshalve maar land-Rannen zal noemen, werden daar door boeren. Tot deze land-Rannen be hoort o.a Jan Simonsz Ran geb. 1753, die een belangrijke rol speelde in de dagen van de Franse revolutie (v.d. Vlis blz. 175 e.v.). Hij was een zeer gefor tuneerd man; zijn zoon Jan woonde op Plas en Daal in Waalenburg. Deze tak nam in de 19de eeuw in aantal af, de laatste nazaten trokken naar de Haar lemmermeer, war de naam nu nog voorkomt. Veel talrijker waren de zee-Rannen, afstammelingen van Cornelis en Jacob Jansz Ran, broers van de genoemde Simon. Dit waren bijna allemaal lood sen, met het gevolg dat zij, hun beroep volgend, omstreeks 1830 van Oude schild naar Den Helder trokken. Daar door kwam de naam Ran in de tweede helft van de vorige eeuw niet meer op Texel voor, totdat Andreas Jansz Ran, een nazaat van de zee-Rannen, naar de bakermat terugkeerde om er een sla- gersbedrijf te beginnen Een derde, in middels uitgestorven tak van de familie Ran woonde in de 18de eeuw in de buurt van Oosterend en ging over tot het protestantse geloof. Rijk Ook al een naam, die lang op Texel voorkomt; de eerste, een zekere Marcus Rijck of Rijcksz, geboren ca. 1645, had drie zoons: Teunis, Matthijs en Gerrit. De voornamen Marcus en Matthijs (Texelaars heetten bij voorkeur niet Matthijs maar Tijs) doen herkomst van elders vermoeden, waarbij ik aan Zuid- Nederland denk, maar dat is maar een slag in de lucht. We hebben hier te doen met een familie van winkeliers en am bachtslieden. De eerste generaties woonden allen in Den Burg, maar een deel trok naar Oudeschild, de spring plank voor emigratie. De meeste Rijk's stammen af van Jacob Cornelisz Rijk (geb. 1794), die getrouwd was met Ariaantje Dirks Hoogheid, een vrouw uit een oud protestants Texels geslacht. Jacob was schoenmaker, een van zijn zoons was stuurman bij de koopvaardij. Schraag De stamboom van het geslacht Schraag vertoont het beeld van een lange dunne stam met een grote kroon, terwijl de wortels verborgen blijven. Met het laatste bedoel ik, dat het spoor doodloopt bij Harmen Schraag, geboren ca. 1690, wiens doop op Texel niet is te vinden, zodat verondersteld moet wor den, dat hij van elders afkomstig was. Omdat het hier een lange tijd zeer be perkte familie betreft, zal ik bij wijze van uitzondering de hele stamreeks neerschrijven: I. Harmen Schraag, geb. ca. 1690, ge huwd met Antje Hendriks Deij; II. Gerrit Harmensz Schraag, geb. 1719, slager, gehuwd met Neeltje Dirks Dijt; III. Jacob Gerritsz Schraag, geb. 1763, gehuwd met Aafje Jansd. Dekker; IV. Gerrit Jacobsz Schraag, geb. 1797, boer, gehuwd met Neeltje Cornelis Kuiper; V. Jan Gerritsz Schraag, geb. 1828, boer, achtereenvolgens gehuwd met Corne lia Maartens Zijm (6 kinderen), Keetje Jacobs Huisman (7 kinderen) en Anna Cornelisd. van Heerwaarden (4 kinde ren). Zoetelief Al in 1644 woonde een zekere Pieter Jansz Soetelieff bij de Hoge Berg. Hij is waarschijnlijk de stamvader van dit gehele Texelse geslacht, dat met zijn zoons Siman en Cornelis direct in twee takken uiteenvalt. De afstammelingen van Simon zijn het talrijkst; hiervan komen de meesten voor rekening van de gebroeders Jan en Simon Gerbrandsz Zoetelief (geb. resp. 1763 en 1766), die met twee zusters trouwden, Mart je en Hilletje Hendriks Dijt, dochters van een smid uit Den Burg. Bij hen treft men bij voorkeur ambachtelijke beroe pen aan, zoals schoenmaker, metselaar, timmerman en smid. Over de beroepen, die de Zoetelief's in de 17de en 18de eeuw uitoefenden hebben wij niet veel gegevens, maar gezien de woonplaats (omgeving Hogeberg, Westergeest, de Noordkaap), zal het wel met de land bouw te maken hebben gehad. Het na geslacht van de eerstgenoemde Cornelis in tenminste altijd in het boerenbedrijf gebleven. Merkwaardig is, dat de beide takken in de 19de eeuw weer bij elkaar zijn gekomen: Hendrik Pietersz Zoete lief (uit de tak Cornelis) trouwde in 1856 met Gerrit je Zoetelief, dochter van de smid Jan Simonsz Zoetelief; hun zoon Pieter trouwde in 1882 ook weer met een Zoetelief, Cornelia, dochter van Jan Gerbrandsz Zoetelief (geb. 1826, uit de tak Simon). Ondanks dezelfde ach ternamen was de verwantschap in alle gevallen nog vrij ver. J. S. M. D. 42. De Haan lachte. „Ik kijk alleen naar jou en verwonder me, dat je zo laat op de avond nog zo'n frisse verschijning bent". Ellie kleurde bij die lof. „Maar papa, je zoudt me verlegen maken. U flirt alsof U twintig bent". „Ik voel me bijna zo". Toen ze tegenover elkaar zaten, ver volgde De Haan: „Cobie en ik zijn vandaag in ondertrouw gegaan. Morgen ontvangen jullie de aankondiging. Wij wij houden van elkaar. Ze is op het ogenblik hier, in Lochem. Bij Flip en Joke logeert ze. Zij hebben ons ge luk _ewenst. Mag ik weten, hoe jullie mijn voorgenomen huwelijk zullen op vatten?" Hij keek naar zijn zoon, die in ge dachten voor zich uit tuurde. En van hem naar Ellie, die rood geworden was. Dick schoof een doos sigaren naar zijn vader en antwoordde, voorzichtig zijn woorden kiezend; „Wij, Flip en ik, hebben er onlangs nog over gesproken. We hebben eerder u weet wel wan neer met Lien en Bob een heel ge sprek over dit onderwerp gehad. We dachten, dat het juffrouw Verleun om laten we het zo stellen: we dachten toen, dat ze geen zuivere bedoelingen had. Ze is toen weggegaan, onverwacht. Natuurlijk kwamen we toen tot de conclusie, dat er andere argumenten waren, die we niet geteld hadden. Bob en ik hebben er over gesproken, met als resultaat, dat Bob ook eens ging informeren over juffrouw Verleun. Hij kreeg andere berichten dan Lien. Maar dit alles doet nu niet meer terzake. Ik heb er een paar weken geleden nog met Ellie over gesproken. We hadden toen al zo het idee, dat u vandaag of morgen toch wel weer naar haar toe zou gaan. Ellie en ik hebben toen ge zegd: wij hebben het recht niet, om ons ermee te bemoeien. Misschien hebben we ons teveel laten beïnvloeden door Lien. Het spijt me, vader. Wat Ellie en mij betreft, we zullen juffrouw Verleun hartelijk ontvangen, als ze hier wil komen. Met andere woorden: ze wordt geaccepteerd. Voor de rest.... gene genheid moet groeien. Als u van haar houdt en zij van u dan is dat vol doende. De tijd zal moeten uitmaken, of u al dan niet goed gehandeld hebt". De Haan had belangstellend geluis terd. Erg enthousiast klonk de stem van zijn zoon niet. Maar was er misschien ook sprake van jaloezie, omdat hij Cobie naar Flip en Joke gebracht had, inplaats van naar hier? Hij keek naar zijn schoondochter, die achteraf zat, de armen over elkaar. „Is dat ook jouw mening, Ellie?" Ze haalde haar schouders op. „Ik heb hierin geen oordeel, vader. Per slot van rekening ben ik maar aangetrouwd". „Ellie, alsjeblieftbegon Dick, maar De Haan viel haar in de rede: „Dat is geen motief, Ellie. Je bent met mijn zoon getrouwd en als zodanig ben je mijn dochter geworden. Vandaar, dat ik evenveel waarde hecht aan jouw oordeel als aan dat van Dick". Ze dacht even na, voor ze antwoord de: „Vrouwen reageren op zulke dingen anders dan mannen. Ik ken juffrouw Verleun niet. Wat ik van haar weet, is van horen zeggen. Wilt u dan, dat ik haar morgen om de hals vlieg en zeg: hartelijk welkom, aanstaande stief moeder?" De Haan zuchtte. „Dat is allemaal onzin, kinderen. Het is helemaal niet nodig, dat jullie Cobie als een soort stiefmoeder gaan beschouwen. Ze is I niet zoveel ouder dan jullie. Het enige i wat ik vraag is: wees vriendelijk voor 1 haar. Ze is het waard, dat zullen 1 jullie spoedig genoeg merken. Zeg ge- j woon Cobie en laat het Cobie blijven. Ze is zoveel liefde tekort gekomen in haar leven. En.... gun je oude vader ook wat". Ellie's trekken verzachtten en ze kwam overeind. Langzaam liep ze op de man toe en legde een arm om zijn hals. „Misschien is het wel uit liefde voor jou, vader, dat Dick en ik een beetje bezorgd zijn. Want wij houden heel veel van je, zie je? En als je van iemand houdt, probeer je hem instinct matig te beschermen". Hij drukte haar hand even. „Dank je Ellie, nu begrijp ik jullie beter. Er is heus geen enkele reden om wantrou wend te zijn jegens Cobie. Je zult dat spoedig genoeg merken. Willen jullie morgenochtend komen koffie drinken?" Ze boog zich over de man en drukte een kus op zijn grijzende slaap. Toen kwam ze weer overeind. „Natuurlijk komen we, vader, wat jij Dick? En we zullen vriendelijk zijn tegen de bruid". De Haan stond op en glimlachte. „Dat is verbazend sportief. Dank je, kinderen. Laten we hopen, dat Lien er ook zo over zal denken". Dick zuchtte. „Tja, Lien HOOFDSTUK 19 En iedereen is zo vriendelijk Cobie Verleun knipperde even met haar ogen en keek toen tegen een grijze zoldering aan. Even moest ze zich rea liseren, waar ze zich bevond en toen plooide haar gezicht zich in een glim lach. Onder de dekens voelde ze naar haar ringvinger en voelde het gouden bandje. „Nu ben je de bruid, Cobie. Tegen zoveel hardnekkigheid kon je niet op". Ze zuchtte en draaide zich half om. Opzij van het gordijn kwam een bleke streep licht. Ze tuurde op haar horloge en constateerde, dat het bijna half ne gen was. Ze kwam half overeind en luisterde, maar van beneden kwam nog geen enkel gerucht. Hoe laat zou den Flip en Joke opstaan? Er was niets afgesproken, ook niet met Theo, maar ze nam aan, dat hij haar wel om een uur of half tien met de wagen zou ko men halen. De jonge vrouw ging weer liggen en strekte zich lang uit. Binnen vier en twintig uur was haar leventje radicaal veranderd. Van huishoudschooljuf naar bruid en aanstaande vrouw van Theo de Haan in souvenirs was maar één gang naar het stadhuis. Hoe had ze gedacht hem uit haar leven te kunnen bannen. Met elke vezel van haar lichaam hield ze van deze rustige fabri kant, die, als het moest, behoorlijk zijn wil kon doordrijven. Zoals hij haar gis termorgen met bed en al opgetild had Ze hield van hem. O, wat hield ze ontzettend veel van hem. Een onderdrukt gegiechel bracht haar tot de werkelijkheid terug. Ze glimlachte. Joke en Flip natuurlijk. Misschien was hun slaapkamer wel hiernaast. Die twee hielden even van elkaar. Wat had Joke gisteravond toen ze op haar kamer was, gezegd? Ik hoop, dat jij en papa even gelukkig worden als Flip en ik. Nou, dat die twee gek op elkaar waren, hoefde je niet te vragen. Het straalde him de ogen uit. Ze draaide zich weer half om en trok het overgordijn een eindje opzij. Met een kwam ze met een ruk overeind. Sneeuwop haar knieën keek ze door de vitrage naar buiten. Lag me daar al een pak.En het had er gisteravond helemaal niet naar uitge zien, dat het zou gaan sneeuwen. Een doordringend belgerinkel deed haar schrikken. Daar is Theo natuurlijk al en zij lag nog in bedIn een wip stond ze er naast en opende de kraan. Iemand liep naar beneden en toen ze even geluisterd had naar de stemmen, slaakte ze een zucht van verlichting. De melkboer. Wat kwam die hier vroeg op zaterdag. Zou haar hospita in Utrecht niet moeten. Die was voor half tien zaterdags nooit bij de hand. (Wordt vervolgd) KLERCQ OOK UW TOPFORM-DEALER l ƒ440.— Het bergmeubel heeft 2ich In alle tijden weten te handhaven. Toch kent het vele vormen en uitvoeringen, dat blijkt In de meer dan 100 toonkamers bij Klercq's Woninginrichting. U vindt er bergmeubelen naar ieders smaak en draagkracht. Kom ook eens kijken bij Klercq.u bent uitgenodigd I DEK HELDER 'SPOORSTRAAT 30 K0NINGSTRAAT43 45

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1963 | | pagina 3