Opa heeft verkering
Texelse
familienamen
I
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 19 APRIL 1963
S.V. TEXEL
Programma:
A.s. zaterdag: 4e kl. KNVB: Helder-
Con Zelo, Hollandia T.-Flevo; VZV-
LSVV, Schagen-Vios.
Maandag, 2de paasdag: Helder-Hollan-
dia T.; BKC-VZV; Con Zelo-Schagen,
Flevo-ZAP; LSW-Texel.
Afd. N.H.: Texel 3-Callantsoog 2; Adsp.
DTS-Texel, 2 uur.
Texel 2 en andere adspiranten zijn vrij.
Pupillentoernooi ten bate van
Prinses Beatrix Poliofonds
Zaterdag wordt ten bate van het
Prinses Beatrix Poliofonds het pupillen-
toernooi gehouden. Alle deelnemers be
talen 25 cent. Iedere bezoeker betaalt
25 cent entree, kinderen 10 cent.
Aanvang zaterdag 10.30 uur en maan
dag 10.00 uur.
Onze vereniging krijgt voor deze ge
legenheid 4 elftallen plus geleiders te
logeren. Vrijdag komen ze en laten we
hopen dat het weer een prettige tijd
mag zijn met de Beverwij kers.
Alle pupillen van ons eiland nemen
deel, als gewoonlijk vindt onze jeugd
commissie dat bijzonder te waarderen
We hopen dat er prachtig partij
wordt gegeven en alle deelnemers weer
met genoegen op dit toernooi terug
zullen zien.
We verwachten een record aantal
kijkers. Het doel is prachtig: „De ge
zonden spelen voor hun gehandicapte
kameraadjes".
Aan allen prettige paasdagen.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 17 april a.s. worden de
moeders van de buitendorpen verwacht op de
volgende uren:
Den Hoorn: 13.0014.00 uur; Oosterend:
14.0015.00 uur; De Cocksdorp: 15.15
16.00 uur; De Koog: 16.0016.30 uur.
DE VOLLEYBALCOMPETITIE
VAN G.D.S.
De volleybalcompetities in de eerste
klas is eindelijk ook voor de GDS-
dames begonnen. De competitie was
eigenlijk al op 3 december gestart, maar
door de strenge winter was het onmo
gelijk teams naar Texel te laten komen
of zelf naar Den Helder te gaan. GDS
is op 18 maart met de competitie ge
start. De eerste wedstrijd werd binnen
15 minuten met 20 gewonnen van het
Helderse HCSC 2. Op 25 maart brach
ten de dames een bezoek aan LOS. Ook
deze wedstrijd werd gewonnen en wel
met 21. J.l. zaterdag bezochten LOS
en koploper Lyceum de GDS-dames in
de Jac. P. Thijsseschool. De eerste wed
strijd tegen LOS leverde het met twee
reserves spelende GDS geen moeilijk
heden op, maar wel twee kostbare
punten!
In de wedstrijd tegen het zeer ster
ke Lyceum leek GDS op een gemakke
lijke overwinning aan te stevenen, maar
in de tweede set wist Lyceum een klei
ne voorsprong te nemen. Door goed sa
menspel van ons team wisten we de
voorsprong van Lyceum in een kleine
voorsprong om te zetten. Deze voor
sprong wisten we te consolideren en we
eindigden onbedreigd met 159.
Proficiat jongens!
Set-standen: GDS-LOS 157 en
158; GDS-Lyceum 156 en 159.
De standen in de competitie zijn nu
als volgt:
Lyceum 12 9 3 18 20— 7
RHBS 9 7 2 14 15— 5
L.O.S. 12 7 5 14 15—15
G.D.S. 4 4 0 8 8—1
H.K.V.* 11 5 6 8 11—12
H.A.V. 10 2 8 4 4—21
H.C.S.C. 2 11 1 10 2 4—21
twee verliespunten wegens niet op
komen.
FEUILLETON:
VAN DE LANDBOUW-
VOORLICHTIN G SDIENST
Wij vragen Uw aandacht voor:
Het demonstraticbedrijf
Toen wij onlangs enkele artikelen
schreven over één van de demonstratie-
bedrijven van de Streekontwikkeling is
diverse malen de opmerking gemaakt,
dat de grondsoort op het bedoelde be
drijf veel beter was dan o.g. wilde doen
geloven.
Het was voor hen, die deze kritiek
leverden wel goed geweest om zaterdag
j.l. eens een kijkje op het bedrijf te
nemen. Of eigenlijk kan in dit geval
van geen „kijkje" worden gesproken.
De harde noordoosten wind maakte het
kijken nl. onmogelijk. Grote stofwolken
verduisterden de lucht. En alleen door
met man en macht aan het werk te
gaan en stalmest op het land te bren
gen kon voorkomen worden, dat de
sloten aan de avond van die dag vol
met zand zaten. Het maakte de boer
van dit bedrijf wat „kregelig". En dan
praten ze nog van goede grond", merk
te hij op.
Plastic als „onderstalling"
Plastic artikelen veroveren de we
reld. Het wordt ook op de boerderij al
voor diverse zaken gebruikt. Een nieu
we toepassing van het goedkope plastic
vonden wij vermeld in één van de ver
slagen van de landbouwconsulenten.
Dit plastic kan nl. uitstekend dienen
als „onderstalling" in het hooivak of
onder hooischelven. Zoals bekend
wordt hiervoor veelal stro en ruigte
gebruikt. Ook takkenbossen gebruikt
men er wel voor. Het laatstgenoemde
materiaal is speciaal bij ventilatie van
het hooi niet te gebruiken, omdat via
deze takkenbossen veel lucht ontwijkt.
Volgens de mededelingen in bedoeld
verslag voldoet het gebruik van plastic
uitstekend, omdat het „optrekken" van
vocht hiermee wordt voorkomen. Het
is genoeg bekend, dat het onderste hooi
meestal van mindere kwaliteit is door
het optrekken van water. Als dit te
vermijden is door plastic en volgens
de proeven is dit het geval dan zijn
wij van mening, dat deze methode de
volle aandacht verdient.
Randverlies bij graskuilen
In hetzelfde verslag wordt ook aan
dacht besteed aan het rand- of kant-
verlies bij graskuilen. Dat dit verlies
belangrijk is, is ook op ons eiland op dit
moment duidelijk te zien. Op diverse
plaatsen ziet men resten van graskui
len, die als „rest" in ieder geval veel te
groot zijn. Vooral in een winterperiode
als we nu achter de rug hebben, waar
bij de ruwvoedervoorraden aan de
krappe kant zijn, spreken deze verlie
zen je aan.
De verliezen komen vooral voor bij
kuilen op de grond, waarbij de zijkan
ten niet met grond zijn bedekt. In be
paalde gevallen gaat van voordroog-
kuilen op deze wijze wel een rand van
40 - 50 cm. verloren. Bij gebruik van
een silo zijn deze verliezen belangrijk
kleiner, al durven we niet te zeggen,
dat er in dit geval nooit geen verliezen
zijn. Het komt nog al eens voor, dat
tussen gras en de wand van de silo
ruimte ontstaat en vooral als hier re
genwater kan binnendringen kunnen
de verliezen ook vrij groot zijn. We
kunnen wel zeggen, dat water zowel
het water, dat van beneden als van bo
ven komt de grootste vijand van
kuilgras is.
Daarom zijn wij van mening, dat ook
hier het gebruik van plastic nog meer
de aandacht verdient. Dit geldt zowel
voor veehouders, die een silo hebben als
voor hen, die kuilen zonder silo. We
stellen ons voor op dit onderwerp bin
nenkort nog eens terug te komen, om
dat wij de gedachte hebben, dat ook het
kuilen met een zgn. plastic hoes, waar
bij dus in het geheel geen grond op de
kuil wordt gebracht meer in de belang
stelling komt. Vooral in een vorst
periode als we deze winter hebben
meegemaakt komt naar voren, dat een
grondbedekking bezwaren heeft.
Kopziektc bij rundvee
Hoewel we zeker niet kunnen zeg
gen, dat ons eiland berucht is om de
kopziekte, is het beslist ook niet zo,
dat er op ons eiland geen kopziekte
voorkomt. Ieder voorjaar vallen er
slachtoffers. Het is zo langzamerhand
wel bekend, dat er middelen zijn om
het gevaar kleiner te maken. Eén van
de middelen is het gebruik van anti-
kopziektekoek. Wil men hier het volle
profijt van hebben, dan moet U al op
stal beginnen met het voeren van deze
koek. Voor de wijze van voeren moet
U de aanwijzingen van de betreffende
firma volgen. Een algemeen advies is
nl. niet te geven.
Maar als U eerder last van kopziekte
hebt gehad, of wanneer er omstandig
heden op Uw bedrijf zijn, die kans op
kopziekte geven en denkt U hier
over niet te licht dan adviseren wij
U in ieder geval nu zo spoedig mogelijk
over te gaan tot het gebruik van deze
anti-kopziekte- of magnesiumkoek.
HEITJE VOOR EEN KARWEITJE 1963
Op donderdag en vrijdag, 18 en 19
april zullen welpen, kabouters, pad
vinders en padvindsters weer bij U aan
kloppen om te vragen of ze geen
heitje kunnen verdienen. Hebt U al een
karweitje in het vooruitzicht. Zoals be
kend mag het heitje een kwartje
niet zómaar worden gegeven. Er moet
echt iets voor worden gedaan. Graag
willen de enthousiaste volgelingen van
Lord Baden Powell de tuin voor U har
ken, de stoep schrobben, de ramen ze
men, schoenen poetsen, boodschappen
doen, de hond uitlaten enz. enz. Een
speciaal team gaat op pad, bewapend
met verf en kwast. De leden van dit
groepje kunt U verzoeken het achter
spatbord van Uw fiets wit te maken.
Als het karweitje beloond is met een
heitje, krijgt U een zegeltje uitgereiKt,
dat U op de deur aanbrengt, waardoor
U van verder gevraag af bent. Bij.
voorbaat dank!
De padvinders van Texel
XIII
De Rooms-Katholieken
Op een enkele uitzondering na heb
ben de pastoors uit vroeger eeuwen de
administratie van de hun toevertrouw
de zielen goed bijgehouden. Daarom is
het meestal mogelijk de Texelse r.k.
families tot in de 17de eeuw na te
speuren, zij het niet zonder moeite en
volharding. Het is niet verwonderlijk,
dat de leden van zo'n kleine geïsoleerde
gemeenschap onder elkaar trouwden,
met het gevolg, dat al gauw iedereen
van iedereen familie was. Vooral toen
het kerkelijk huwelijksverbod zich nog
uitstrekte tot de vierde graad van
bloedverwantschap (dat is 8ste graad
naar burgeriijke rekening) moest voor
veel huwelijken dispensatie worden
verleend. De meeste boerenfamilies
zijn op zoveel manieren en vaak zo na
bij verwant, dat zij zich bij uitstek le
nen voor onderzoekingen op het gebied
van de erfelijkheidsleer. Natuurlijk
kwamen er ook veel gemengde huwe
lijken voor. De kinderen werden dan
meestal toch katholiek gedoopt; in de
oude doopboeken vinden we dan bij de
ouders aantekeningen als „sij is men-
nist", „hij is calvinist" of „vader a-
catholiek". Veel rooms-katholieken
zouden zich verbazen over hun grote
aantal protestantse voorouders.
Boersen
Over de naam Boersen is al het een
en ander opgemerkt in verband met de
eigenaardige naamsovergangen in de
17de eeuw. Deze familie was in de 17de
eeuw zeer uitgebreid en tamelijk gefor
tuneerd. Het waren gezeten boeren in
de buurt van Oosterend. In de acht
tiende eeuw nam hun aantal sterk af;
het voortbestaan van de naam, die oor
spronkelijk Boerse, Boers of Boersz.
was, hing vele generaties lang af van
het leven van telkens één man. Riet
dekker was een beroep, dat men later
veel in de familie Boersen aantrof. De
naam komt ook veel voor op Wieringen.
Hin
De korte drieletterige naam doet al
dadelijk vermoeden, dat we hier met
een oud Texels geslacht te doen heb
ben. Allen, die de naam Hin dragen,
zijn terug te voeren op een zekere Cor
nells Lammertsz. geb. ca. 1645, gehuwd
met Trijn Pieters Kopjes. Hij werd
echter nooit Hin genoemd, en zijn zoon
Pieter werd gewoonlijk aangeduid als
Pieter Cornells Lammertsz. Bij diens
zoons wijkt de stamboom in twee tak
ken uiteen. Het nageslacht van Lam
mert Pietersz Hin geb. 1702 trok naar
Oudeschild en kwam door het verloop
van de zeevaart in Den Helder terecht.
Vandaar verbreidden zij zich over het
hele land, o.a. naar Haarlem, waar een
familie Hin een bloeiende kousenfa-
briek drijft.
Cornelis Pietersz Hin geb. 1709 bleef
het boerenbedrijf trouw. Zijn afstam
melingen woonden in de 18de en de
19de eeuw in de omgeving van de Hoge
Berg. Alle tegenwoordige Texelse Hin-
nen stammen af van zijn kleinzoon
Jacob Pietersz Hin geb. 1773 en diens
vrouw Antje Arisd. Bakker. Merkwaar
dig is, dat er vroeger op Texel ook nog
een protestantse familie Hin leefde, die
de naam al vroeg in de 17de eeuw voer
de. Hoewel ook hier voornamen als
Pieter en Cornelis in zwang waren, is
er toch geen verbinding met de r.k.
stam te vinden.
Ran
Herkomst, ontstaan en betekenis van
deze naam blijven in het duister ge
huld. Het eerste echtpaar, Jan Corne-
lisz Ran en Isele Jacobs (gehuwd in
1655) leefde in Oudeschild. Dit zou kun
nen wijzen op import, maar deze Jan
Ran had ook enig grondbezit in de pol
der de Waddel, wat weer aan een lan
ger verblijf op het eiland doet denken.
Het nageslacht van dit eerste echtpaar
is enorm; vooral hun zoon Jan, die
twaalf kinderen had, zorgde er voor,
dat de naam niet zo gauw zou uitster
ven. Diens vrouw. Trijntje Dirks Qua-
boer, was een boeredochter uit Zuid-
haffel. De afstammelingen van hun
zoon Simon, die ik gemakshalve maar
land-Rannen zal noemen, werden daar
door boeren. Tot deze land-Rannen be
hoort o.a Jan Simonsz Ran geb. 1753,
die een belangrijke rol speelde in de
dagen van de Franse revolutie (v.d. Vlis
blz. 175 e.v.). Hij was een zeer gefor
tuneerd man; zijn zoon Jan woonde op
Plas en Daal in Waalenburg. Deze tak
nam in de 19de eeuw in aantal af, de
laatste nazaten trokken naar de Haar
lemmermeer, war de naam nu nog
voorkomt.
Veel talrijker waren de zee-Rannen,
afstammelingen van Cornelis en Jacob
Jansz Ran, broers van de genoemde
Simon. Dit waren bijna allemaal lood
sen, met het gevolg dat zij, hun beroep
volgend, omstreeks 1830 van Oude
schild naar Den Helder trokken. Daar
door kwam de naam Ran in de tweede
helft van de vorige eeuw niet meer op
Texel voor, totdat Andreas Jansz Ran,
een nazaat van de zee-Rannen, naar de
bakermat terugkeerde om er een sla-
gersbedrijf te beginnen Een derde, in
middels uitgestorven tak van de familie
Ran woonde in de 18de eeuw in de
buurt van Oosterend en ging over tot
het protestantse geloof.
Rijk
Ook al een naam, die lang op Texel
voorkomt; de eerste, een zekere Marcus
Rijck of Rijcksz, geboren ca. 1645, had
drie zoons: Teunis, Matthijs en Gerrit.
De voornamen Marcus en Matthijs
(Texelaars heetten bij voorkeur niet
Matthijs maar Tijs) doen herkomst van
elders vermoeden, waarbij ik aan Zuid-
Nederland denk, maar dat is maar een
slag in de lucht. We hebben hier te doen
met een familie van winkeliers en am
bachtslieden. De eerste generaties
woonden allen in Den Burg, maar een
deel trok naar Oudeschild, de spring
plank voor emigratie. De meeste Rijk's
stammen af van Jacob Cornelisz Rijk
(geb. 1794), die getrouwd was met
Ariaantje Dirks Hoogheid, een vrouw
uit een oud protestants Texels geslacht.
Jacob was schoenmaker, een van zijn
zoons was stuurman bij de koopvaardij.
Schraag
De stamboom van het geslacht
Schraag vertoont het beeld van een
lange dunne stam met een grote kroon,
terwijl de wortels verborgen blijven.
Met het laatste bedoel ik, dat het spoor
doodloopt bij Harmen Schraag, geboren
ca. 1690, wiens doop op Texel niet is te
vinden, zodat verondersteld moet wor
den, dat hij van elders afkomstig was.
Omdat het hier een lange tijd zeer be
perkte familie betreft, zal ik bij wijze
van uitzondering de hele stamreeks
neerschrijven:
I. Harmen Schraag, geb. ca. 1690, ge
huwd met Antje Hendriks Deij;
II. Gerrit Harmensz Schraag, geb. 1719,
slager, gehuwd met Neeltje Dirks Dijt;
III. Jacob Gerritsz Schraag, geb. 1763,
gehuwd met Aafje Jansd. Dekker;
IV. Gerrit Jacobsz Schraag, geb. 1797,
boer, gehuwd met Neeltje Cornelis
Kuiper;
V. Jan Gerritsz Schraag, geb. 1828, boer,
achtereenvolgens gehuwd met Corne
lia Maartens Zijm (6 kinderen), Keetje
Jacobs Huisman (7 kinderen) en Anna
Cornelisd. van Heerwaarden (4 kinde
ren).
Zoetelief
Al in 1644 woonde een zekere Pieter
Jansz Soetelieff bij de Hoge Berg. Hij
is waarschijnlijk de stamvader van dit
gehele Texelse geslacht, dat met zijn
zoons Siman en Cornelis direct in twee
takken uiteenvalt. De afstammelingen
van Simon zijn het talrijkst; hiervan
komen de meesten voor rekening van de
gebroeders Jan en Simon Gerbrandsz
Zoetelief (geb. resp. 1763 en 1766), die
met twee zusters trouwden, Mart je en
Hilletje Hendriks Dijt, dochters van
een smid uit Den Burg. Bij hen treft
men bij voorkeur ambachtelijke beroe
pen aan, zoals schoenmaker, metselaar,
timmerman en smid. Over de beroepen,
die de Zoetelief's in de 17de en 18de
eeuw uitoefenden hebben wij niet veel
gegevens, maar gezien de woonplaats
(omgeving Hogeberg, Westergeest, de
Noordkaap), zal het wel met de land
bouw te maken hebben gehad. Het na
geslacht van de eerstgenoemde Cornelis
in tenminste altijd in het boerenbedrijf
gebleven. Merkwaardig is, dat de beide
takken in de 19de eeuw weer bij elkaar
zijn gekomen: Hendrik Pietersz Zoete
lief (uit de tak Cornelis) trouwde in
1856 met Gerrit je Zoetelief, dochter van
de smid Jan Simonsz Zoetelief; hun
zoon Pieter trouwde in 1882 ook weer
met een Zoetelief, Cornelia, dochter van
Jan Gerbrandsz Zoetelief (geb. 1826, uit
de tak Simon). Ondanks dezelfde ach
ternamen was de verwantschap in alle
gevallen nog vrij ver.
J. S. M. D.
42. De Haan lachte. „Ik kijk alleen naar
jou en verwonder me, dat je zo laat op
de avond nog zo'n frisse verschijning
bent".
Ellie kleurde bij die lof. „Maar papa,
je zoudt me verlegen maken. U flirt
alsof U twintig bent".
„Ik voel me bijna zo".
Toen ze tegenover elkaar zaten, ver
volgde De Haan: „Cobie en ik zijn
vandaag in ondertrouw gegaan. Morgen
ontvangen jullie de aankondiging. Wij
wij houden van elkaar. Ze is op
het ogenblik hier, in Lochem. Bij Flip
en Joke logeert ze. Zij hebben ons ge
luk _ewenst. Mag ik weten, hoe jullie
mijn voorgenomen huwelijk zullen op
vatten?"
Hij keek naar zijn zoon, die in ge
dachten voor zich uit tuurde. En van
hem naar Ellie, die rood geworden was.
Dick schoof een doos sigaren naar
zijn vader en antwoordde, voorzichtig
zijn woorden kiezend; „Wij, Flip en ik,
hebben er onlangs nog over gesproken.
We hebben eerder u weet wel wan
neer met Lien en Bob een heel ge
sprek over dit onderwerp gehad. We
dachten, dat het juffrouw Verleun om
laten we het zo stellen: we dachten
toen, dat ze geen zuivere bedoelingen
had. Ze is toen weggegaan, onverwacht.
Natuurlijk kwamen we toen tot de
conclusie, dat er andere argumenten
waren, die we niet geteld hadden. Bob
en ik hebben er over gesproken, met
als resultaat, dat Bob ook eens ging
informeren over juffrouw Verleun. Hij
kreeg andere berichten dan Lien. Maar
dit alles doet nu niet meer terzake. Ik
heb er een paar weken geleden nog
met Ellie over gesproken. We hadden
toen al zo het idee, dat u vandaag of
morgen toch wel weer naar haar toe
zou gaan. Ellie en ik hebben toen ge
zegd: wij hebben het recht niet, om ons
ermee te bemoeien. Misschien hebben
we ons teveel laten beïnvloeden door
Lien. Het spijt me, vader. Wat Ellie en
mij betreft, we zullen juffrouw Verleun
hartelijk ontvangen, als ze hier wil
komen. Met andere woorden: ze wordt
geaccepteerd. Voor de rest.... gene
genheid moet groeien. Als u van haar
houdt en zij van u dan is dat vol
doende. De tijd zal moeten uitmaken,
of u al dan niet goed gehandeld hebt".
De Haan had belangstellend geluis
terd. Erg enthousiast klonk de stem van
zijn zoon niet. Maar was er misschien
ook sprake van jaloezie, omdat hij
Cobie naar Flip en Joke gebracht had,
inplaats van naar hier?
Hij keek naar zijn schoondochter, die
achteraf zat, de armen over elkaar. „Is
dat ook jouw mening, Ellie?"
Ze haalde haar schouders op. „Ik heb
hierin geen oordeel, vader. Per slot van
rekening ben ik maar aangetrouwd".
„Ellie, alsjeblieftbegon Dick,
maar De Haan viel haar in de rede:
„Dat is geen motief, Ellie. Je bent met
mijn zoon getrouwd en als zodanig ben
je mijn dochter geworden. Vandaar, dat
ik evenveel waarde hecht aan jouw
oordeel als aan dat van Dick".
Ze dacht even na, voor ze antwoord
de: „Vrouwen reageren op zulke dingen
anders dan mannen. Ik ken juffrouw
Verleun niet. Wat ik van haar weet, is
van horen zeggen. Wilt u dan, dat ik
haar morgen om de hals vlieg en zeg:
hartelijk welkom, aanstaande stief
moeder?"
De Haan zuchtte. „Dat is allemaal
onzin, kinderen. Het is helemaal niet
nodig, dat jullie Cobie als een soort
stiefmoeder gaan beschouwen. Ze is
I niet zoveel ouder dan jullie. Het enige
i wat ik vraag is: wees vriendelijk voor
1 haar. Ze is het waard, dat zullen
1 jullie spoedig genoeg merken. Zeg ge-
j woon Cobie en laat het Cobie blijven.
Ze is zoveel liefde tekort gekomen in
haar leven. En.... gun je oude vader
ook wat".
Ellie's trekken verzachtten en ze
kwam overeind. Langzaam liep ze op
de man toe en legde een arm om zijn
hals. „Misschien is het wel uit liefde
voor jou, vader, dat Dick en ik een
beetje bezorgd zijn. Want wij houden
heel veel van je, zie je? En als je van
iemand houdt, probeer je hem instinct
matig te beschermen".
Hij drukte haar hand even. „Dank
je Ellie, nu begrijp ik jullie beter. Er is
heus geen enkele reden om wantrou
wend te zijn jegens Cobie. Je zult dat
spoedig genoeg merken. Willen jullie
morgenochtend komen koffie drinken?"
Ze boog zich over de man en drukte
een kus op zijn grijzende slaap. Toen
kwam ze weer overeind. „Natuurlijk
komen we, vader, wat jij Dick? En we
zullen vriendelijk zijn tegen de bruid".
De Haan stond op en glimlachte.
„Dat is verbazend sportief. Dank je,
kinderen. Laten we hopen, dat Lien er
ook zo over zal denken".
Dick zuchtte. „Tja, Lien
HOOFDSTUK 19
En iedereen is zo vriendelijk
Cobie Verleun knipperde even met
haar ogen en keek toen tegen een grijze
zoldering aan. Even moest ze zich rea
liseren, waar ze zich bevond en toen
plooide haar gezicht zich in een glim
lach. Onder de dekens voelde ze naar
haar ringvinger en voelde het gouden
bandje. „Nu ben je de bruid, Cobie.
Tegen zoveel hardnekkigheid kon je
niet op".
Ze zuchtte en draaide zich half om.
Opzij van het gordijn kwam een bleke
streep licht. Ze tuurde op haar horloge
en constateerde, dat het bijna half ne
gen was. Ze kwam half overeind en
luisterde, maar van beneden kwam
nog geen enkel gerucht. Hoe laat zou
den Flip en Joke opstaan? Er was niets
afgesproken, ook niet met Theo, maar
ze nam aan, dat hij haar wel om een
uur of half tien met de wagen zou ko
men halen.
De jonge vrouw ging weer liggen en
strekte zich lang uit. Binnen vier en
twintig uur was haar leventje radicaal
veranderd. Van huishoudschooljuf naar
bruid en aanstaande vrouw van Theo
de Haan in souvenirs was maar
één gang naar het stadhuis. Hoe had ze
gedacht hem uit haar leven te kunnen
bannen. Met elke vezel van haar
lichaam hield ze van deze rustige fabri
kant, die, als het moest, behoorlijk zijn
wil kon doordrijven. Zoals hij haar gis
termorgen met bed en al opgetild had
Ze hield van hem. O, wat hield
ze ontzettend veel van hem.
Een onderdrukt gegiechel bracht
haar tot de werkelijkheid terug. Ze
glimlachte. Joke en Flip natuurlijk.
Misschien was hun slaapkamer wel
hiernaast. Die twee hielden even van
elkaar. Wat had Joke gisteravond toen
ze op haar kamer was, gezegd? Ik hoop,
dat jij en papa even gelukkig worden
als Flip en ik. Nou, dat die twee gek
op elkaar waren, hoefde je niet te
vragen. Het straalde him de ogen uit.
Ze draaide zich weer half om en trok
het overgordijn een eindje opzij. Met
een kwam ze met een ruk overeind.
Sneeuwop haar knieën keek ze
door de vitrage naar buiten. Lag me
daar al een pak.En het had er
gisteravond helemaal niet naar uitge
zien, dat het zou gaan sneeuwen.
Een doordringend belgerinkel deed
haar schrikken. Daar is Theo natuurlijk
al en zij lag nog in bedIn een wip
stond ze er naast en opende de kraan.
Iemand liep naar beneden en toen ze
even geluisterd had naar de stemmen,
slaakte ze een zucht van verlichting.
De melkboer. Wat kwam die hier vroeg
op zaterdag. Zou haar hospita in
Utrecht niet moeten. Die was voor half
tien zaterdags nooit bij de hand.
(Wordt vervolgd)
KLERCQ OOK UW TOPFORM-DEALER l
ƒ440.—
Het bergmeubel heeft 2ich In alle tijden
weten te handhaven. Toch kent het
vele vormen en uitvoeringen, dat blijkt
In de meer dan 100 toonkamers bij
Klercq's Woninginrichting. U vindt er
bergmeubelen naar ieders smaak en
draagkracht. Kom ook eens kijken
bij Klercq.u bent uitgenodigd I
DEK HELDER 'SPOORSTRAAT 30 K0NINGSTRAAT43 45