Herrie op de Hoge Veluwe BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF Bouwvergunningen VAN DE RIJKSLANDBOUW- VOORLICHTINGSDIENST DEMONSTRATIE HOOIBOUWWERK TUIGEN De vereniging voor Bedrijfsvoorlich ting op Texel organiseerde in samen werking met de streekontwikkeling Texel een graslanddag op zaterdag 15 juni op de bedrijven van de heren KI. Eelman, Het Noorden, en G. Bakker, Het Noorden De heer Th. Rutten, Den Burg, voor zitter van de streekontwikkelingscom- missie opende deze graslanddag. Hij memoreerde hierbij de noodzaak tot een goede keuze van werktuigen, wat voor iedere boer belangrijk is. Als opzet had de demonstratie een tweeërlei doel, n.l. 1. De werktuigen onder dezelfde om standigheden aan het werk te kun nen zien, zodat ieder zelf een oordeel over de prestaties kon vormen; 2. Demonstratie van enkele methoden van hooioogst en hooitransport. Er werden twee methoden gedemon streerd: 1. schudden - wiersen, transport van los hooi naar de schuur en venti leren. Bij deze methode kan vlot en met ge ringe kosten worden gewerkt, indien het land minder dan 1000 m. van huis ligt. De heer KI. Eelman demonstreerde hier het laden van uit de wiers met de ruiterdrager. Op deze wijze worden vaak ook de hopen naar huis gebracht. 2. Schudden - wiersen - persen en pakken op stapels zetten. De stapels kunnen nog wat nadrogen op het veld om eventueel op een gun stig moment naar huis te worden ge bracht. Het loonbedrijf Texel N.V. verzorgde dit onderdeel. Achter de pers was een verzamelslee bevestigd waarin 8-12 pakken worden meegenomen. Als de slee vol is kan vanaf de trekker de slee worden geopend en glijden de pak ken eruit. Deze kunnen dan worden ge stapeld of direkt worden geladen. Ook kan een bemande slee worden gebruikt. Hierop stapels iemand de pakken en schuift de stapels eraf. Bij de laatste methode zijn de pakken gestapeld als de pers klaar is, doch hierbij is de be nutting van de perscapaciteit mede afhankelijk van de capaciteit van de man die de pakken stapelt. Loonwerkers geven daarom meestal de voorkeur aan een verzamelslee boven de bemande en voor de boer maakt het niet veel uit, omdat het stapelen van bij elkaar liggende pakken snel gaat. Hola pakkenladcr. Met dit eenvou dige werktuig werd gedemonstreerd hoe pakken op een wagen gebracht kunnen worden. De Hola leverde goed werk, mede dank zij een ervaren be diening. Schudden Het doel van het schudden is om het gras vlug en regelmatig droog te krijgen, zodat het» na het maaien spoe dig ingeschuurd kan worden De hooiventilator is hierbij een be langrijk hulpmiddel. Direkt aan het begin van de demonstratie werden de schudders zwaar aan de tand gevoeld op een perceel zeer zwaar gras van de heer G. Bakker, dat enkele dagen tevo ren was gemaaid. Hier was wel heel duidelijk zichtbaar waartoe verschillende schudders in staat waren. Toch is deze zware test belangrijk, omdat dit echt praktijk is. Demonstratie alleen onder gunstige om standigheden verbergt de zwakke pun ten. Hierna werd geschud in minder zwaar gras en tenslotte in hooi. Hieronder volgen enige aantekenin gen van de gedemonstreerde werk tuigen: Trommelschudders voor paardetractie Gebr. Huisman, Bargen, De Waal, de monstreerden hun Prins trommelschud- der. Een zelfde type schudder is o.a. Eureka en Victoria. Het gras wordt over het haspel ge voerd, waarbij opvalt dat het opnemen en neerleggen van het gras regelmatig gebeurt, terwijl de verdeling goed tot zeer goed is. De schudders hebben geen hinder van wind. Als conclusie kan hieruit getrokken wórden; Eenvoudige goede werktuigen. Premier. Het zware gras op het perceel van de heer G. Bakker was een te grote op gave voor de Premier schudder. Deze schudder werkt onderdoor, en liet het zware gras niet vlug genoeg weer los, zodat soms verstoppingen optraden. Onder de gunstige omstandigheden op het bedrijf van de heer K. Eelman werkte deze schudder goed, hoewel de windgevoeligheid toch wel zichtbaar was. Trekkerschudder Melotte. Deze trommelschudder is voorzien van rubbertanden en brengt het gewas over de haspel. Met dit werktuig werd goed werk geleverd. Het gras werd goed opgenomen en goed verdeeld weer op het veld gebracht. Onder de zware omstandigheden werd iets hinder van verstoppingen ondervonden. De werk- breedte is 2 meter. Victoria trommelschudder. De Victoria trommelschudder werkt ook „bovenover" en is voorzien van stugge verende tanden Evenals de Me lotte wordt hij bevestigd aan de hef- mrichting van de trekker. Ook onder de zware omstandigheden leverde deze schudder goed werk. De werkbreedte is 2,25 meter. Vicon Speeder. In het zware gewas had deze schud der aanvankelijk veel last van verstop pingen, doch nadat de aandrijfsnaar wat strakker was gesteld, leverde deze schudder goed werk. Het toerental was vrij hoog, zodat het gras vrij hoog opge worpen werd. In het hooi was dit door een juiste combinatie van toerental en rijsnelheid veel minder. De werkbreedte bedraagt maximaal 2,60 meter. Rotex In het zware gras werkte deze schud der goed in gekeerd gras, doch ook kwamen verstoppingen voor. Goed werk werd geleverd in het lichtere ge was Het nadeel van dit type schudders is, dat er nogal wat draaiende delen aan voorkomen. Daar staat als voordeel tegenover de geringe windgevoeligheid, vlot werken en geringe breedte tijdens het transport. Gecombineerde werktuigen De Mc. Cormick hardschudder. Zelfs bij het werken met deze ma chine in zwaar gras kwamen geen ver stoppingen voor. De regelmatige ver deling over het veld was hierbij onvol doende. In hooi bestond dit bezwaar niet. Het wiersen gaat met dit type werktuig zeer goed, terwijl een voor deel van dit gecombineerde werktuig is, dat slechts één werktuig nodig is voor twee bewerkingen, doch dan moet met matig schudden genoegen worden ge nomen. P Z snelhooier. Dit werktuig werkt het materiaal over dwars weg. Het hooi werd daarbij redelijk goed verdeeld, doch in het gras viel dit niet mee. Doordat het materiaal overdwars wordt weggewerkt, moet terdege rekening gehouden worden met de wind, vooral indien er greppels in het perceel voorkomen. Stapelen van hogedrukpakken Enkele demonstraties vonden plaats van het stapelen van pakken bestemd om na te drogen op het veld en voor stapeling in de schuur. De heer A. Dros Bzn., Eierland, voor zitter van de Ver. voor Bedrijfsvoor lichting sloot deze graslanddag, die volgens de voorzitter geslaagd mag worden genoemd, en sprak zijn waar dering uit voor de grote belangstelling die bestond voor deze demonstratie. Rijkslandbouwconsulentschap te Schagen. VOGELS ZIJN BESCHERMD Enkele weken geleden stond er een berichtje in de Texelse Courant dat de politie een eierenverzameling in beslag had genomen en de bezitter daarvan een bekeuring had gegeven. Deze verzame laar had nota bene zijn verzameling door middel van een advertentie te koop aangeboden Zijn commentaar, dat hij niet wist, dat het bezitten en ver kopen van een eierenverzameling ver boden was (anders had hij natuurlijk geen advertentie geplaatst) hielp hem niets, want iedereen wordt geacht de wet te kennen, zoals dat dan heet. Dat maar zeer weinigen de „Vogelwet" ken nen is een droevig feit, dat de zaak van de vogelbescherming zeker geen goed doet. Degenen, die tegen de wet zon digen en dientengevolge een bekeuring krijgen, worden eerder tegen de vogel bescherming in het harnas gejaagd dan ervoor gewonnen. Eigenlijk zou het de taak van de scholen moeten zijn de jeugd enige kennis van de wet bij te brengen, doch het aantal onderwijzers dat zelf die wet kent, is al te klein. In de bovengenoemde zaak heb ik aanleiding gevonden eens iets over de „Vogelwet 1936" te schrijven. Texel is toch nog altijd „het vogeleiland", en willen wij „onze" vogels houden, dan is het zaak dat in de allereerste plaats het eieren verzamelen als „hobby" ver dwijnt. Van Vondel stamt het gezegde „de liefde tot zijn lant is ieder aan- gheboren". Dit is, dacht ik, toch zeker van toepassing op Texel en de Texe laars. In die „liefde" moeten de vogels delen, want zij zijn onverbrekelijk ver bonden met het Texelse land. De vogel beschermingswet, die wij geacht worden te kennen, is de zg. „Vogelwet 1936". Het jaartal 1936 duidt er niet op, dat er vóór 1936 geen vogelbescherming bestond. In 1936 werd de wet echter belangrijk uitge breid. Later werden trouwens nog her haaldelijk wijzigingen aangebracht. In kort bestek volgen hieronder de voornaamste bepalingen, waarbij ik zo veel mogelijke de vormelijke en vaak niet te volgen taal zal trachten te ver mijden. Algemene bepalingen: 1. Beschermd zijn alle vogelsoorten vdic in Europa in het wild voorkomen, met uitzondering van het pluimvee en de in artikel 1 van de „Jachtwet 1923" genoemde vogels. Er zijn dus een aantal vogels, die onder de Jachtwet vallen, wat overi gens niet altijd wil zeggen, dat ze vol komen onbeschermd zijn. Hiertoe be horen o.a. eenden, duiven, snippen, kraaiachtigen, meerkoeten. 2. Det wet verstaat onder vogels ook dode vogels, opgezette vogels en huiden of delen van huiden van vogels. 3. De wet verstaat onder eieren ook lege schalen van eieren, waaruit de inhoud is verwijderd door één of meer geringe openingen (dus uitge blazen eieren). Verboden is: 1. Het (proberen te) vangen en/of do den van beschermde vogels; 2. Het in bezit hebben van beschermde vogels of ze te kopen, te verkopen of te vervoeren. 3. Het zoeken, rapen of uithalen van eieren van beschermde vogels of het pogen de nesten te verstoren. Dit geldt overal, ook indien men zich op eigen terrein bevindt! 4. Het bezitten, kopen, verkopen, ver voeren enz. van eieren of nesten van beschermde vogels. Dit zijn de belangrijkste punten van de „Vogelwet 1936", waarap echter nog allerlei uitzonderingen mogelijk zijn. Zo is het bijv. in een bepaalde tijd van het jaar toegestaan kievitseieren te ra pen, en wel in Friesland van 1 februari tot en met 19 april, in de rest van het land Jot 12 april, echter alléén als men zich daarbij niet laat vergezellen van een hond en uitsluitend in gezelschap van de eigenaar of gebruiker van het land (óf met diens schriftelijke, geze gelde toestemming). Na 14 april is het vervoeren en verhandelen van kievits eieren verboden, evenals het in bezit hebben van uitgeblazen eieren (volle eieren mag wel). Voorts bestaat de mogelijkheid dat sommige vogels (bijv. zilvermeeuwen en blauwe reigers) gedurende een bepaalde tijd van het jaar onbeschermd worden verklaard door de Minister. Maar voor het zoeken van meeuweneieren heeft men dan in ieder geval toestemming van de grondeigenaar nodig. Nesten die zich in of tegen gebouwen bevinden, mogen worden verstoord (let wel „ver stoord", vogels en eieren blijven be schermd). Slecht één vogelsoort is vol ledig onbeschermd, nl. de huismus. Aangezien, als de wet strikt toege past zou worden, allerlei daden die géén misdaden zijn, gestraft zouden moeten worden, bestaan er een aantal uitwijkmogelijkheden. Zo zou het bijv. niet mogelijk zijn een vogel, die men dood vindt, mee te nemen om hem door een preparateur te laten opzetten. Een boer, die de nesten op zijn land met maaien o.l. wil sparen, zou officieel deze niet mogen zoeken als hij ze d.m v. een paaltje wil aanduiden. Juist ter vermijding van onredelijke toepassing van de wet, en om hun kennis van de vogels, worden door de minister van O., K. en W. zg. „controleurs vogelwet" aangewezen. Deze hebben de bevoegd heid overtréder van de wet te bekeu ren. Maar, omdat zij in de allereerste plaats vogelliefhebbers en -beschermers zijn, zullen ze de bovengenoemde boer eerder prijzen dan bekeuren. Zij kunnen voorts de zg. „vergunning C" üfgeven, waarmee zij toestemming verlenen een vogel (of dode vogel) te vervoeren, maar zullen iemand, die hun als betrouwbaar voorkomt, voor het bij zich hebben van een vogel niet zomaar zonder meer bekeuren. Een preparateur is voorts verplicht een merkplaatje aan de opgezette vogels te bevestigen met o.a. het nummer van zijn vergunning. Zodanig gemerkte vogels mogen vrij verhandeld worden. In de praktijk is het zo, dat vele „controleurs vogelwet" het in eerste instantie bij een waarschuwing laten, en iemand die zij nesten zoekend aan treffen niet zonder meer bekeuren. Ik hoop, dat dit stukje aan zijn doel beantwoordt en niet zo droog is ge worden dat het tot het eind toe lezen ervan een „opgaaf" is. Met alle soorten van genoegen zal ik iedereen die meer van de vogels en de vogelwet wil weten van repliek dienen. Andri Binsbergen, De Koog. Burgemeester en wethouders ver leenden aan de navolgende personen, ondernemingen en instellingen de daar bij omschreven bouwvergunningen: De heer S. Daalder te Oosterend, voor de verandering van een woning aan de Koetebuurt; de Gebr. Witte, Gerritsland, voor de bouw van bollenschuur; de heer P. Swartjiof te Den Burg, voor de bouw van een ga rage; de Coöp. Ver. „Vogeleiland Texel" te Amsterdam, voor de bouw van 24 kamphuisjes aan de Californiëweg; de Gem. Polders te Den Burg, voor de bouw van een werkplaats aan de Lang- waalderweg; de heer L. Goënga te Den Hoorn, voor de uitbreiding van een be staand pand aan de Dorpsstraat; de heer J. van Miltenburg te De Koog, voor de verandering van een woning aan de Pijpersdijk; de Woningbouwver. Texel, voor de bouw van vier woning wetwoningen aan de Boogerd te Den Burg; de heer G. Bosma te Den Burg, voor de verandering van een gevel aan de Kogerstraat; de heer B. v.d. Vis te Oosterend, voor de verandering van een woonhuis aan de Peperstraat; de heer J. Daalder te Oosterend voor de ver andering van een woning aan de Koe tebuurt; de heer H. Wuis te De Koog, voor de verandering van een Cafetaria aan de Dorpsstraat; de heer A. Bakker te De Koog, voor de bouw van een woonhuis aan de Plevierstraat; de heer C. W. Kok te Den Hoorn, voor de bouw van een bollenschuur; de heer C. H. Roeper te Den Burg, voor een veran dering aan de boerderij in Spang; de heer P. Hoogenbosch, Den Burg, voor een verandering aan zijn woning aan de Duinweg en de heer C. Goënga te Den Burg, voor de bouw van een garage aan de Duinweg. BOOTDIENSTREGELING T.E.SO. Werkdagen: Van Texel: 5.50 6.50 8.00 9.30 10.30 12.30 14.30 15.30 16.30 18.30 20.30 v. Den Helder: 6.40 8.00 9.30 10.30 11.30 13.30 15.30 16.30 17.30 19.30 21.15 Zon- en feestdagen: Van Texel: 8.00 9.00 10.30 11.30 14.30 16.30 17.30 18.30 20.30 v. Den Helder: 9.00 10.30 11.30 12.30 15.30 17.30 18.30 19.30 21.15 10. Brigadier Piet liep nu zo snel hij kon de heer K. Klcuntjes achterna. Doch hoe hij ook keek, deze was nergens meer te bekennen. „Sapperdekriek!' mompelde Piet. „Waar kan hij zijn heengegaan? Nu is mij bekend, dat hij vanmiddag moest voetballen. Dat feest vindt plaats in het stadion. Daaruit leid ik af, dat hij naar het stadion is. Dan ik ook naar het stadion". Dat de kundige brigadier goed geredeneerd had moge nu wel blijken uit het feit, dat de verdwenen Karei Klcuntjes op dit ogenblik juist een taxi nam. „Hela, koetsier", zei hij, „breng mien 's naar het stadion. En denk er om. hè, geen cent teveul rekenen voor dit malle ritje* want ik ben Kleuntjes. Vooruit rijden maar!" Zo gebeurde het, dat Karei Kleuntjes al lang in het grote stadion was, toen brigadier Piet daar eindelijk ook aankwam. Duizenden „voctbalkenners" stroomden door de grote deuren naar binnen en die hadden natuurlijk praats voor tien. Temidden van al die „ken ners" liep brigadier Piet en hij mompelde tevreden: „Zo dat noem ik het nuttige met het aangename verenigen. Ik zie een mooie voetbalwedstrijd en houd tegelijk een oogje op dc^ brave Karei Kleuntjes. Het zou immers best eens kunnen gebeuren, dat er ernstige dingen plaats vonden (Wordt vervolgd) FEUILLETON door Henk van Heeswijk 16. Ze hief haar hoofd met een ruk op en terwijl er twee vurige plekken op haar wangen kwamen en haar ogen fonkelden, antwoordde ze nijdig: „Dan zult u verdraaid lang moeten wachten. Het ligt niet in m'n aard om te vallen en zeker niet in andermans armen, ver staat u?" Hij knikte. „Ik ben niet doof. Maar toch vind ik je lief. En ik heb een zeldzaam geduld. Wat denk je van een verloving na het vakantieseizoen?" Ze hijgde naar adem. „U bent zwaar getikt. Zie ik er werkelijk zo gek uit?" „Integendeel. Om te aanbidden. Nou denk maar eens na over m'n aanzoek. Ik meen het serieus. Ik kan je een goed bestaan verschaffen en ik kan je rijden leren, zodat je af en toe ook kunt toe ren. Misschien koop ik dan wel een tweede wagen. En een huisje.och, ik heb wel enkele goede relatie, met wie wel wat te versieren valt. Praat me niet van woningnood, want als je con necties hebt, zit je zo in een nieuw- bouwflatje. Laat dat maar aan mij over. Is het aanlokkelijk of niet?" „U bent werkelijk roerend. Ik kan m'n tranen haast niet terugdringen over zoveel dnbaatzuchtigheid. Zodra de minister weer eens op de Hoge Ve luwe komt, zal ik u voordragen voor een lintje". „Ik heb liever wat anders. Wat zou je denken van een zoen?" Ze pakte haar schoentje van de voet, nam die bij de neus vast en zwaaide ermee boven haar hoofd. „Best. Kom maar, dan zal ik u zoenen, zoals u nog nooit gezoend bent". Hij schaterde het uit, doch bleef wij selijk, waar hij was. „Jeetje, Stien, wat ben jij een type. Ik krijg steeds meer schik in je". „En ik krijg steeds meer een hekel aan u, verstaat u dat? Waarom jaagt u me altijd de duvel in? Dacht u op die manier wat te bereiken? Precies het tegenovergestelde. Een volgende keer neem ik een zweep mee. Om u eens goed af te danselen. Zo, nu weet u, welk risico u een volgende keer hier op de Hoefweg loopt". Ze deed haar schoentje weer aan en zette die op de trapper. Ze keek hem nog eens aan en blies haar wangen even op. „Ik zal de dag zegenen, waarop ik u voor het laatst zie". „Je meent er allemaal niks van", ant woordde hij gemoedelijk. „U denkt maar, wat u wilt. Nou, succes met uw schriften. Ik ga naar huis; anders zouden ze er wat van denken". Hij stak zijn hand uit. „Tot ziens, Stien". Ze negeerde die en stapte op. „Het zal wel weinig geven, maar ik hoop vurig van nooit meer". En weg was ze. Karei keek haar na en hooj?te, dat ze in de bocht nog even zou omkijken. Maar ditmaal reed ze zonder meer door en weldra was ze uit het oog ver dwenen. Hij lachte nog eens en zocht naar een sigaret. Langzaam kwam hij overeind en rekte zich uit. „Ze meent er geen snars van", zei hij zacht tot zichzelf. „Het is allemaal pose. 't Komt wel in orde". Hij stak zijn sigaret aan en opende het portier van zijn wagen. Meteen zag hij drie jongens uit het struikgewas ko men, die hem onafgebroken aankeken. Hij aarzelde even, maar de nieuws gierigheid won het, dus bleef hij bij de half geopende portier staan. De jongens hielden vlak voor hem stil en keken elkander even aan. „Dat is 'm dus. Ik herken 'm nog van de vorige keer", zei een van hen. Karei keek het drietal geringschat tend aan. „Zoekt u iemand?" vroeg hij op korte toon. De oudste van het drietal schudde zijn hoofd. „Niet meer. We hebben hem al gevonden". „Zo?" „Ja, jou". „U bedoelt?" „Spreek ik niet duidelijk genoeg? Ze stonden nu vlak voor hem met de han den in de zakken en de blikken in hun ogen voorspelden niet veel goeds. Plot seling zag hij dezelfde trekken in hun gezichten als die van Stien. Haar broers! flitste het door hem heen. On getwijfeld hadden ze het gesprek tus sen hem en Stien gehoord en daaruit hun conclusies getrokken. „Misschien mag ik het even uitleg gen. begon hij, maar de oudste van het drietal schudde langzaam het hoofd. ^Helemaal niet nodig. Wij zijn niet achterlijk en begrijpen alles. Hier op de Veluwe zijn we gewend de dingen zui ver te zien, begrijp je? Wij zien bij voorbeeld dadelijk het verschil tussen een heer en een schooier. En een schooier is iemand, die bijvoorbeeld probeert nette meisjes lastig te vallen. Bij voorkeur in stille, verlaten laantjes, zoals hier. En daar gaan we even een eind aan maken. Dat doen wij zo op onze manier. Kijk, zo...." En voor Karei er op verdacht was, schoot een vuist uit en raakte hem midden in het gezicht. Zijn hoofd sloeg tegen de half geopende portierdeur en voor hij gelegenheid kreeg zich enigs zins te herstellen, raakte een tweede vuist hem, ditmaal in de maagstreek. Hij kreeg een misselijk gevoel en snakte naar adem, terwijl hij half en half in elkaar zakte. Instinctmatig hield hij zijn handen voor de maag om die te beschermen, maar een derde dreun, nu weer op zijn hoofd, deed hem een diepe zucht slaken. Toen werd alles zwart om hem heen. HOOFDSTUK 8 We dachtenje hebt Gerrit Op de Pothovenlaan nummer 16 zat Stien van Essen in een stoel bij het raam en rookte een sigaret. Ze bladerde in een tijdschrift en keek af en toe naar de tafel, die door de bedrijvige handen van haar moeder gereedgemaakt werd voor de avondboterham. „Zal ik helpen?" vroeg ze, doch de vrouw schudde haar hoofd. „Je zult vandaag wel genoeg gelopen hebben. Houd je gemak maar. Straks mag je helpen afwassen". Vader van Essen kwam binnen en hief zijn hand op ten groet, ,,'t Was zeker druk vandaag?" Stien knikte. „Het hoogseizoen is al in volle gang. Maar we kunnen het wel aan". Hij ging zitten en greep naar de krant. Enige minuten later kwamen drie jongens binnen en Stien kneep haar sigaret uit en schoof aan. Ze keek naar de drie lege stoelen en vroeg: „Waar zijn de anderen?" Wim, die tegenover haar zat, lachte verstolen en keek zijn beide broers aan. „Ze hadden nog een karweitje te doen. 't Wordt misschien een paar minuten later". „Nou, stilte", commandeerde vader. Toen ze zaten ze eten, kwam er een onbehaaglijk gevoel over haar. Ze keek nog eens naar de lege stoelen en daar na naar haar drie broers tegenover zich, maar ze schenen al hun aandacht nodig te hebben bij hun brood en deden net of hun zuster voorlopig niet be stond. De maaltijd was al gedeeltelijk ver lopen, tpen de andere jongens in het achterhuis binnenstapten. Stien keek gespannen naar de deur, terwijl de drie oudste broers achter elkaar binnen stapten. Ze bromden een groet en zo iets van „eet smakelijk" en namen hun plaatsen in naast hun zuster. Deze leg de haar vork en mes neer en keek naar de jongeman, die nu naast haar zat. „Waar komen jullie vandaan?" (Wordt vervolgd). WEEKAGENDA VAN DE STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL Dinsdag 9 juli Den Burg. 20.15 uur. Hotel „De Lindeboom- Tcxcl", bridge-drive. Woensdag 10 juli Den Burg. Groeneplaats, 15.00 uur. Folklo ristische evenementen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1963 | | pagina 4