Herrie op de
Hoge Veluwe
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF
Bouwvergunningen
VAN DE RIJKSLANDBOUW-
VOORLICHTINGSDIENST
DEMONSTRATIE
HOOIBOUWWERK TUIGEN
De vereniging voor Bedrijfsvoorlich
ting op Texel organiseerde in samen
werking met de streekontwikkeling
Texel een graslanddag op zaterdag 15
juni op de bedrijven van de heren KI.
Eelman, Het Noorden, en G. Bakker,
Het Noorden
De heer Th. Rutten, Den Burg, voor
zitter van de streekontwikkelingscom-
missie opende deze graslanddag. Hij
memoreerde hierbij de noodzaak tot een
goede keuze van werktuigen, wat voor
iedere boer belangrijk is. Als opzet had
de demonstratie een tweeërlei doel, n.l.
1. De werktuigen onder dezelfde om
standigheden aan het werk te kun
nen zien, zodat ieder zelf een oordeel
over de prestaties kon vormen;
2. Demonstratie van enkele methoden
van hooioogst en hooitransport.
Er werden twee methoden gedemon
streerd:
1. schudden - wiersen, transport van
los hooi naar de schuur en venti
leren.
Bij deze methode kan vlot en met ge
ringe kosten worden gewerkt, indien
het land minder dan 1000 m. van huis
ligt.
De heer KI. Eelman demonstreerde
hier het laden van uit de wiers met de
ruiterdrager. Op deze wijze worden
vaak ook de hopen naar huis gebracht.
2. Schudden - wiersen - persen en
pakken op stapels zetten.
De stapels kunnen nog wat nadrogen
op het veld om eventueel op een gun
stig moment naar huis te worden ge
bracht.
Het loonbedrijf Texel N.V. verzorgde
dit onderdeel. Achter de pers was een
verzamelslee bevestigd waarin 8-12
pakken worden meegenomen. Als de
slee vol is kan vanaf de trekker de
slee worden geopend en glijden de pak
ken eruit. Deze kunnen dan worden ge
stapeld of direkt worden geladen. Ook
kan een bemande slee worden gebruikt.
Hierop stapels iemand de pakken en
schuift de stapels eraf. Bij de laatste
methode zijn de pakken gestapeld als
de pers klaar is, doch hierbij is de be
nutting van de perscapaciteit mede
afhankelijk van de capaciteit van de
man die de pakken stapelt.
Loonwerkers geven daarom meestal
de voorkeur aan een verzamelslee boven
de bemande en voor de boer maakt het
niet veel uit, omdat het stapelen van
bij elkaar liggende pakken snel gaat.
Hola pakkenladcr. Met dit eenvou
dige werktuig werd gedemonstreerd
hoe pakken op een wagen gebracht
kunnen worden. De Hola leverde goed
werk, mede dank zij een ervaren be
diening.
Schudden
Het doel van het schudden is om het
gras vlug en regelmatig droog te
krijgen, zodat het» na het maaien spoe
dig ingeschuurd kan worden
De hooiventilator is hierbij een be
langrijk hulpmiddel. Direkt aan het
begin van de demonstratie werden de
schudders zwaar aan de tand gevoeld
op een perceel zeer zwaar gras van de
heer G. Bakker, dat enkele dagen tevo
ren was gemaaid.
Hier was wel heel duidelijk zichtbaar
waartoe verschillende schudders in
staat waren. Toch is deze zware test
belangrijk, omdat dit echt praktijk is.
Demonstratie alleen onder gunstige om
standigheden verbergt de zwakke pun
ten. Hierna werd geschud in minder
zwaar gras en tenslotte in hooi.
Hieronder volgen enige aantekenin
gen van de gedemonstreerde werk
tuigen:
Trommelschudders voor paardetractie
Gebr. Huisman, Bargen, De Waal, de
monstreerden hun Prins trommelschud-
der. Een zelfde type schudder is o.a.
Eureka en Victoria.
Het gras wordt over het haspel ge
voerd, waarbij opvalt dat het opnemen
en neerleggen van het gras regelmatig
gebeurt, terwijl de verdeling goed tot
zeer goed is. De schudders hebben geen
hinder van wind. Als conclusie kan
hieruit getrokken wórden; Eenvoudige
goede werktuigen.
Premier.
Het zware gras op het perceel van de
heer G. Bakker was een te grote op
gave voor de Premier schudder. Deze
schudder werkt onderdoor, en liet het
zware gras niet vlug genoeg weer los,
zodat soms verstoppingen optraden.
Onder de gunstige omstandigheden
op het bedrijf van de heer K. Eelman
werkte deze schudder goed, hoewel de
windgevoeligheid toch wel zichtbaar
was.
Trekkerschudder
Melotte.
Deze trommelschudder is voorzien
van rubbertanden en brengt het gewas
over de haspel. Met dit werktuig werd
goed werk geleverd. Het gras werd
goed opgenomen en goed verdeeld weer
op het veld gebracht. Onder de zware
omstandigheden werd iets hinder van
verstoppingen ondervonden. De werk-
breedte is 2 meter.
Victoria trommelschudder.
De Victoria trommelschudder werkt
ook „bovenover" en is voorzien van
stugge verende tanden Evenals de Me
lotte wordt hij bevestigd aan de hef-
mrichting van de trekker. Ook onder
de zware omstandigheden leverde deze
schudder goed werk. De werkbreedte is
2,25 meter.
Vicon Speeder.
In het zware gewas had deze schud
der aanvankelijk veel last van verstop
pingen, doch nadat de aandrijfsnaar
wat strakker was gesteld, leverde deze
schudder goed werk. Het toerental was
vrij hoog, zodat het gras vrij hoog opge
worpen werd. In het hooi was dit door
een juiste combinatie van toerental en
rijsnelheid veel minder. De werkbreedte
bedraagt maximaal 2,60 meter.
Rotex
In het zware gras werkte deze schud
der goed in gekeerd gras, doch ook
kwamen verstoppingen voor. Goed
werk werd geleverd in het lichtere ge
was Het nadeel van dit type schudders
is, dat er nogal wat draaiende delen
aan voorkomen. Daar staat als voordeel
tegenover de geringe windgevoeligheid,
vlot werken en geringe breedte tijdens
het transport.
Gecombineerde werktuigen
De Mc. Cormick hardschudder.
Zelfs bij het werken met deze ma
chine in zwaar gras kwamen geen ver
stoppingen voor. De regelmatige ver
deling over het veld was hierbij onvol
doende. In hooi bestond dit bezwaar
niet. Het wiersen gaat met dit type
werktuig zeer goed, terwijl een voor
deel van dit gecombineerde werktuig is,
dat slechts één werktuig nodig is voor
twee bewerkingen, doch dan moet met
matig schudden genoegen worden ge
nomen.
P Z snelhooier.
Dit werktuig werkt het materiaal
over dwars weg. Het hooi werd daarbij
redelijk goed verdeeld, doch in het gras
viel dit niet mee. Doordat het materiaal
overdwars wordt weggewerkt, moet
terdege rekening gehouden worden met
de wind, vooral indien er greppels in
het perceel voorkomen.
Stapelen van hogedrukpakken
Enkele demonstraties vonden plaats
van het stapelen van pakken bestemd
om na te drogen op het veld en voor
stapeling in de schuur.
De heer A. Dros Bzn., Eierland, voor
zitter van de Ver. voor Bedrijfsvoor
lichting sloot deze graslanddag, die
volgens de voorzitter geslaagd mag
worden genoemd, en sprak zijn waar
dering uit voor de grote belangstelling
die bestond voor deze demonstratie.
Rijkslandbouwconsulentschap
te Schagen.
VOGELS ZIJN BESCHERMD
Enkele weken geleden stond er een
berichtje in de Texelse Courant dat de
politie een eierenverzameling in beslag
had genomen en de bezitter daarvan een
bekeuring had gegeven. Deze verzame
laar had nota bene zijn verzameling
door middel van een advertentie te
koop aangeboden Zijn commentaar, dat
hij niet wist, dat het bezitten en ver
kopen van een eierenverzameling ver
boden was (anders had hij natuurlijk
geen advertentie geplaatst) hielp hem
niets, want iedereen wordt geacht de
wet te kennen, zoals dat dan heet. Dat
maar zeer weinigen de „Vogelwet" ken
nen is een droevig feit, dat de zaak van
de vogelbescherming zeker geen goed
doet. Degenen, die tegen de wet zon
digen en dientengevolge een bekeuring
krijgen, worden eerder tegen de vogel
bescherming in het harnas gejaagd dan
ervoor gewonnen. Eigenlijk zou het de
taak van de scholen moeten zijn de
jeugd enige kennis van de wet bij te
brengen, doch het aantal onderwijzers
dat zelf die wet kent, is al te klein.
In de bovengenoemde zaak heb ik
aanleiding gevonden eens iets over de
„Vogelwet 1936" te schrijven. Texel is
toch nog altijd „het vogeleiland", en
willen wij „onze" vogels houden, dan
is het zaak dat in de allereerste plaats
het eieren verzamelen als „hobby" ver
dwijnt. Van Vondel stamt het gezegde
„de liefde tot zijn lant is ieder aan-
gheboren". Dit is, dacht ik, toch zeker
van toepassing op Texel en de Texe
laars. In die „liefde" moeten de vogels
delen, want zij zijn onverbrekelijk ver
bonden met het Texelse land.
De vogel beschermingswet, die wij
geacht worden te kennen, is de zg.
„Vogelwet 1936". Het jaartal 1936
duidt er niet op, dat er vóór 1936 geen
vogelbescherming bestond. In 1936
werd de wet echter belangrijk uitge
breid. Later werden trouwens nog her
haaldelijk wijzigingen aangebracht.
In kort bestek volgen hieronder de
voornaamste bepalingen, waarbij ik zo
veel mogelijke de vormelijke en vaak
niet te volgen taal zal trachten te ver
mijden.
Algemene bepalingen:
1. Beschermd zijn alle vogelsoorten vdic
in Europa in het wild voorkomen,
met uitzondering van het pluimvee
en de in artikel 1 van de „Jachtwet
1923" genoemde vogels.
Er zijn dus een aantal vogels, die
onder de Jachtwet vallen, wat overi
gens niet altijd wil zeggen, dat ze vol
komen onbeschermd zijn. Hiertoe be
horen o.a. eenden, duiven, snippen,
kraaiachtigen, meerkoeten.
2. Det wet verstaat onder vogels ook
dode vogels, opgezette vogels en
huiden of delen van huiden van
vogels.
3. De wet verstaat onder eieren ook
lege schalen van eieren, waaruit de
inhoud is verwijderd door één of
meer geringe openingen (dus uitge
blazen eieren).
Verboden is:
1. Het (proberen te) vangen en/of do
den van beschermde vogels;
2. Het in bezit hebben van beschermde
vogels of ze te kopen, te verkopen of
te vervoeren.
3. Het zoeken, rapen of uithalen van
eieren van beschermde vogels of het
pogen de nesten te verstoren. Dit
geldt overal, ook indien men zich op
eigen terrein bevindt!
4. Het bezitten, kopen, verkopen, ver
voeren enz. van eieren of nesten van
beschermde vogels.
Dit zijn de belangrijkste punten van
de „Vogelwet 1936", waarap echter nog
allerlei uitzonderingen mogelijk zijn.
Zo is het bijv. in een bepaalde tijd van
het jaar toegestaan kievitseieren te ra
pen, en wel in Friesland van 1 februari
tot en met 19 april, in de rest van het
land Jot 12 april, echter alléén als men
zich daarbij niet laat vergezellen van
een hond en uitsluitend in gezelschap
van de eigenaar of gebruiker van het
land (óf met diens schriftelijke, geze
gelde toestemming). Na 14 april is het
vervoeren en verhandelen van kievits
eieren verboden, evenals het in bezit
hebben van uitgeblazen eieren (volle
eieren mag wel).
Voorts bestaat de mogelijkheid dat
sommige vogels (bijv. zilvermeeuwen en
blauwe reigers) gedurende een bepaalde
tijd van het jaar onbeschermd worden
verklaard door de Minister. Maar voor
het zoeken van meeuweneieren heeft
men dan in ieder geval toestemming
van de grondeigenaar nodig. Nesten die
zich in of tegen gebouwen bevinden,
mogen worden verstoord (let wel „ver
stoord", vogels en eieren blijven be
schermd). Slecht één vogelsoort is vol
ledig onbeschermd, nl. de huismus.
Aangezien, als de wet strikt toege
past zou worden, allerlei daden die
géén misdaden zijn, gestraft zouden
moeten worden, bestaan er een aantal
uitwijkmogelijkheden. Zo zou het bijv.
niet mogelijk zijn een vogel, die men
dood vindt, mee te nemen om hem door
een preparateur te laten opzetten. Een
boer, die de nesten op zijn land met
maaien o.l. wil sparen, zou officieel
deze niet mogen zoeken als hij ze d.m v.
een paaltje wil aanduiden. Juist ter
vermijding van onredelijke toepassing
van de wet, en om hun kennis van de
vogels, worden door de minister van
O., K. en W. zg. „controleurs vogelwet"
aangewezen. Deze hebben de bevoegd
heid overtréder van de wet te bekeu
ren. Maar, omdat zij in de allereerste
plaats vogelliefhebbers en -beschermers
zijn, zullen ze de bovengenoemde boer
eerder prijzen dan bekeuren.
Zij kunnen voorts de zg. „vergunning
C" üfgeven, waarmee zij toestemming
verlenen een vogel (of dode vogel) te
vervoeren, maar zullen iemand, die hun
als betrouwbaar voorkomt, voor het bij
zich hebben van een vogel niet zomaar
zonder meer bekeuren. Een preparateur
is voorts verplicht een merkplaatje aan
de opgezette vogels te bevestigen met
o.a. het nummer van zijn vergunning.
Zodanig gemerkte vogels mogen vrij
verhandeld worden.
In de praktijk is het zo, dat vele
„controleurs vogelwet" het in eerste
instantie bij een waarschuwing laten,
en iemand die zij nesten zoekend aan
treffen niet zonder meer bekeuren.
Ik hoop, dat dit stukje aan zijn doel
beantwoordt en niet zo droog is ge
worden dat het tot het eind toe lezen
ervan een „opgaaf" is. Met alle soorten
van genoegen zal ik iedereen die meer
van de vogels en de vogelwet wil weten
van repliek dienen.
Andri Binsbergen, De Koog.
Burgemeester en wethouders ver
leenden aan de navolgende personen,
ondernemingen en instellingen de daar
bij omschreven bouwvergunningen:
De heer S. Daalder te
Oosterend, voor de verandering van een
woning aan de Koetebuurt; de Gebr.
Witte, Gerritsland, voor de bouw van
bollenschuur; de heer P. Swartjiof te
Den Burg, voor de bouw van een ga
rage; de Coöp. Ver. „Vogeleiland Texel"
te Amsterdam, voor de bouw van 24
kamphuisjes aan de Californiëweg; de
Gem. Polders te Den Burg, voor de
bouw van een werkplaats aan de Lang-
waalderweg; de heer L. Goënga te Den
Hoorn, voor de uitbreiding van een be
staand pand aan de Dorpsstraat; de
heer J. van Miltenburg te De Koog,
voor de verandering van een woning
aan de Pijpersdijk; de Woningbouwver.
Texel, voor de bouw van vier woning
wetwoningen aan de Boogerd te Den
Burg; de heer G. Bosma te Den Burg,
voor de verandering van een gevel aan
de Kogerstraat; de heer B. v.d. Vis te
Oosterend, voor de verandering van een
woonhuis aan de Peperstraat; de heer
J. Daalder te Oosterend voor de ver
andering van een woning aan de Koe
tebuurt; de heer H. Wuis te De Koog,
voor de verandering van een Cafetaria
aan de Dorpsstraat; de heer A. Bakker
te De Koog, voor de bouw van een
woonhuis aan de Plevierstraat; de heer
C. W. Kok te Den Hoorn, voor de bouw
van een bollenschuur; de heer C. H.
Roeper te Den Burg, voor een veran
dering aan de boerderij in Spang; de
heer P. Hoogenbosch, Den Burg, voor
een verandering aan zijn woning aan
de Duinweg en de heer C. Goënga te
Den Burg, voor de bouw van een garage
aan de Duinweg.
BOOTDIENSTREGELING T.E.SO.
Werkdagen:
Van Texel: 5.50 6.50 8.00 9.30
10.30 12.30 14.30 15.30 16.30
18.30 20.30
v. Den Helder: 6.40 8.00 9.30 10.30
11.30 13.30 15.30 16.30 17.30
19.30 21.15
Zon- en feestdagen:
Van Texel: 8.00 9.00 10.30 11.30
14.30 16.30 17.30 18.30 20.30
v. Den Helder: 9.00 10.30 11.30 12.30
15.30 17.30 18.30 19.30 21.15
10. Brigadier Piet liep nu zo snel hij kon de
heer K. Klcuntjes achterna. Doch hoe hij ook
keek, deze was nergens meer te bekennen.
„Sapperdekriek!' mompelde Piet. „Waar kan
hij zijn heengegaan? Nu is mij bekend, dat hij
vanmiddag moest voetballen. Dat feest vindt
plaats in het stadion. Daaruit leid ik af, dat
hij naar het stadion is. Dan ik ook naar het
stadion".
Dat de kundige brigadier goed geredeneerd
had moge nu wel blijken uit het feit, dat de
verdwenen Karei Klcuntjes op dit ogenblik
juist een taxi nam. „Hela, koetsier", zei hij,
„breng mien 's naar het stadion. En denk er
om. hè, geen cent teveul rekenen voor dit
malle ritje* want ik ben Kleuntjes. Vooruit
rijden maar!"
Zo gebeurde het, dat Karei Kleuntjes al
lang in het grote stadion was, toen brigadier
Piet daar eindelijk ook aankwam. Duizenden
„voctbalkenners" stroomden door de grote
deuren naar binnen en die hadden natuurlijk
praats voor tien. Temidden van al die „ken
ners" liep brigadier Piet en hij mompelde
tevreden: „Zo dat noem ik het nuttige
met het aangename verenigen. Ik zie een
mooie voetbalwedstrijd en houd tegelijk een
oogje op dc^ brave Karei Kleuntjes. Het zou
immers best eens kunnen gebeuren, dat er
ernstige dingen plaats vonden
(Wordt vervolgd)
FEUILLETON
door Henk van Heeswijk
16. Ze hief haar hoofd met een ruk op
en terwijl er twee vurige plekken op
haar wangen kwamen en haar ogen
fonkelden, antwoordde ze nijdig: „Dan
zult u verdraaid lang moeten wachten.
Het ligt niet in m'n aard om te vallen
en zeker niet in andermans armen, ver
staat u?"
Hij knikte. „Ik ben niet doof. Maar
toch vind ik je lief. En ik heb een
zeldzaam geduld. Wat denk je van een
verloving na het vakantieseizoen?"
Ze hijgde naar adem. „U bent zwaar
getikt. Zie ik er werkelijk zo gek uit?"
„Integendeel. Om te aanbidden. Nou
denk maar eens na over m'n aanzoek.
Ik meen het serieus. Ik kan je een goed
bestaan verschaffen en ik kan je rijden
leren, zodat je af en toe ook kunt toe
ren. Misschien koop ik dan wel een
tweede wagen. En een huisje.och,
ik heb wel enkele goede relatie, met
wie wel wat te versieren valt. Praat me
niet van woningnood, want als je con
necties hebt, zit je zo in een nieuw-
bouwflatje. Laat dat maar aan mij over.
Is het aanlokkelijk of niet?"
„U bent werkelijk roerend. Ik kan
m'n tranen haast niet terugdringen
over zoveel dnbaatzuchtigheid. Zodra
de minister weer eens op de Hoge Ve
luwe komt, zal ik u voordragen voor
een lintje".
„Ik heb liever wat anders. Wat zou
je denken van een zoen?"
Ze pakte haar schoentje van de voet,
nam die bij de neus vast en zwaaide
ermee boven haar hoofd. „Best. Kom
maar, dan zal ik u zoenen, zoals u nog
nooit gezoend bent".
Hij schaterde het uit, doch bleef wij
selijk, waar hij was. „Jeetje, Stien, wat
ben jij een type. Ik krijg steeds meer
schik in je".
„En ik krijg steeds meer een hekel
aan u, verstaat u dat? Waarom jaagt
u me altijd de duvel in? Dacht u op die
manier wat te bereiken? Precies het
tegenovergestelde. Een volgende keer
neem ik een zweep mee. Om u eens
goed af te danselen. Zo, nu weet u,
welk risico u een volgende keer hier
op de Hoefweg loopt". Ze deed haar
schoentje weer aan en zette die op de
trapper. Ze keek hem nog eens aan en
blies haar wangen even op. „Ik zal de
dag zegenen, waarop ik u voor het
laatst zie".
„Je meent er allemaal niks van", ant
woordde hij gemoedelijk.
„U denkt maar, wat u wilt. Nou,
succes met uw schriften. Ik ga naar
huis; anders zouden ze er wat van
denken".
Hij stak zijn hand uit. „Tot ziens,
Stien".
Ze negeerde die en stapte op. „Het
zal wel weinig geven, maar ik hoop
vurig van nooit meer". En weg was ze.
Karei keek haar na en hooj?te, dat ze
in de bocht nog even zou omkijken.
Maar ditmaal reed ze zonder meer
door en weldra was ze uit het oog ver
dwenen. Hij lachte nog eens en zocht
naar een sigaret. Langzaam kwam hij
overeind en rekte zich uit. „Ze meent
er geen snars van", zei hij zacht tot
zichzelf. „Het is allemaal pose. 't Komt
wel in orde".
Hij stak zijn sigaret aan en opende
het portier van zijn wagen. Meteen zag
hij drie jongens uit het struikgewas ko
men, die hem onafgebroken aankeken.
Hij aarzelde even, maar de nieuws
gierigheid won het, dus bleef hij bij de
half geopende portier staan.
De jongens hielden vlak voor hem
stil en keken elkander even aan. „Dat
is 'm dus. Ik herken 'm nog van de
vorige keer", zei een van hen.
Karei keek het drietal geringschat
tend aan. „Zoekt u iemand?" vroeg hij
op korte toon.
De oudste van het drietal schudde
zijn hoofd. „Niet meer. We hebben hem
al gevonden".
„Zo?"
„Ja, jou".
„U bedoelt?"
„Spreek ik niet duidelijk genoeg? Ze
stonden nu vlak voor hem met de han
den in de zakken en de blikken in hun
ogen voorspelden niet veel goeds. Plot
seling zag hij dezelfde trekken in hun
gezichten als die van Stien. Haar
broers! flitste het door hem heen. On
getwijfeld hadden ze het gesprek tus
sen hem en Stien gehoord en daaruit
hun conclusies getrokken.
„Misschien mag ik het even uitleg
gen. begon hij, maar de oudste van
het drietal schudde langzaam het hoofd.
^Helemaal niet nodig. Wij zijn niet
achterlijk en begrijpen alles. Hier op de
Veluwe zijn we gewend de dingen zui
ver te zien, begrijp je? Wij zien bij
voorbeeld dadelijk het verschil tussen
een heer en een schooier. En een
schooier is iemand, die bijvoorbeeld
probeert nette meisjes lastig te vallen.
Bij voorkeur in stille, verlaten laantjes,
zoals hier. En daar gaan we even een
eind aan maken. Dat doen wij zo op
onze manier. Kijk, zo...."
En voor Karei er op verdacht was,
schoot een vuist uit en raakte hem
midden in het gezicht. Zijn hoofd sloeg
tegen de half geopende portierdeur en
voor hij gelegenheid kreeg zich enigs
zins te herstellen, raakte een tweede
vuist hem, ditmaal in de maagstreek.
Hij kreeg een misselijk gevoel en
snakte naar adem, terwijl hij half en
half in elkaar zakte. Instinctmatig hield
hij zijn handen voor de maag om die te
beschermen, maar een derde dreun, nu
weer op zijn hoofd, deed hem een diepe
zucht slaken. Toen werd alles zwart
om hem heen.
HOOFDSTUK 8
We dachtenje hebt Gerrit
Op de Pothovenlaan nummer 16 zat
Stien van Essen in een stoel bij het
raam en rookte een sigaret. Ze bladerde
in een tijdschrift en keek af en toe naar
de tafel, die door de bedrijvige handen
van haar moeder gereedgemaakt werd
voor de avondboterham.
„Zal ik helpen?" vroeg ze, doch de
vrouw schudde haar hoofd. „Je zult
vandaag wel genoeg gelopen hebben.
Houd je gemak maar. Straks mag je
helpen afwassen".
Vader van Essen kwam binnen en
hief zijn hand op ten groet, ,,'t Was
zeker druk vandaag?"
Stien knikte. „Het hoogseizoen is al
in volle gang. Maar we kunnen het wel
aan".
Hij ging zitten en greep naar de
krant. Enige minuten later kwamen
drie jongens binnen en Stien kneep
haar sigaret uit en schoof aan. Ze keek
naar de drie lege stoelen en vroeg:
„Waar zijn de anderen?"
Wim, die tegenover haar zat, lachte
verstolen en keek zijn beide broers aan.
„Ze hadden nog een karweitje te doen.
't Wordt misschien een paar minuten
later".
„Nou, stilte", commandeerde vader.
Toen ze zaten ze eten, kwam er een
onbehaaglijk gevoel over haar. Ze keek
nog eens naar de lege stoelen en daar
na naar haar drie broers tegenover
zich, maar ze schenen al hun aandacht
nodig te hebben bij hun brood en deden
net of hun zuster voorlopig niet be
stond.
De maaltijd was al gedeeltelijk ver
lopen, tpen de andere jongens in het
achterhuis binnenstapten. Stien keek
gespannen naar de deur, terwijl de drie
oudste broers achter elkaar binnen
stapten. Ze bromden een groet en zo
iets van „eet smakelijk" en namen hun
plaatsen in naast hun zuster. Deze leg
de haar vork en mes neer en keek naar
de jongeman, die nu naast haar zat.
„Waar komen jullie vandaan?"
(Wordt vervolgd).
WEEKAGENDA VAN DE
STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL
Dinsdag 9 juli
Den Burg. 20.15 uur. Hotel „De Lindeboom-
Tcxcl", bridge-drive.
Woensdag 10 juli
Den Burg. Groeneplaats, 15.00 uur. Folklo
ristische evenementen.