Ideale zwemgelegenheid aan
de Hornt
Herrie op de
Hoge Veluwe
istes,;-v:-
Bouwvergunningen
Op minder dan een kilometer afstand van de haven van Oudeschild, ligt
ongeveer ter hoogte van Dijkmanshuizen langs de dijk een klein strand, dat
bekend staat als De Hornt. Wij durven beweren dat dit stukje dijk in de zo
mermaanden een belangrijk recreatiepunt in die omgeving vormt. We zien er
namelijk niet slechts hengelaars hun hobby beoefenen, maar vooral baders en
zwemmers. Gezegd moet worden, dat de omstandigheden zoals De Hornt die
biedt, werkelijk ideaal zijn te noemen voor het beoefenen van deze gezonde
vrijetijdsbesteding. De Hornt is enkele jaren geleden door de jeugd „ontdekt"
en het is nog steeds de jeugd, die daar voornamelijk van de optimale moge
lijkheden profiteert. In de zomermaanden is de drukte aan de Hornt soms bij
zonder groot, vooral tijdens de weekenden. Maar ook op de door-de-weekse
dagen kan de automobilist of fietser, die langs de landzijde van de dijk rijdt,
op die plaats een groot aantal achteloos neergesmeten rijwielen aantreffen die
het bewijs vormen dat de Hornt in trek blijft, zelfs bij minder goed weer. Elke
middag omstreeks vier uur kunt U ze zien arriveren, de scholieren uit Den
Burg, Oudeschild en De Waal. Het is in die dorpen tegenwoordig een bekend
recept: Na schooltijd naar De Hornt!
Ook de ouders zijn er vóór dat hun
kinderen baden aan dat stukje dijk bi]
Dijkmanshuizen. Heel begrijpelijk, want
het is duidelijk dat het daar veilig
zwemmen en baden is. Er zijn geen
verraderlijke kuilen en zandbanken, er,
is geen branding en het is fijn dicht in
de buurt. Vooral Oudeschild spreekt al
over ,,ons strand" en ze hebben gelijk.
Er zijn nog meer voordelen, die overi
gens in het algemeen gelden voor het
baden en zwemmen aan de oostkust van
ons eiland Wist U b.v dat het water
van de Waddenzee aanmerkelijk war
mer is dan het Noordzeewater aan de
Westzijde van het eiland? Het is een
voudig verklaarbaar. Vooral op warme
re dagen komt de betrekkelijk ondiepe
Waddenzee snel op temperatuur Vooral
wanneer de wind een beetje meewerkt,
gaat het bovenste relatief water a.h.w.
tegen de dijk aanstaan en vormt daar
een heerlijk bassin. Verder geeft de
zeedijk beschutting tegen de vaak kou-
westelijke richtingen waait, zit men aan
de zeekant luw. Bij zonnig weer kan
men na het baden uitstekend zonnen
in het gras van de dijk. Des morgens
aan de zeezijde en 's middags aan de
landzijde.
„Je wordt hier lekker gauw bruin!"
hoorden we een jonge enthousiaste bad-
gaste beweren. Dat leek ons wat over
dreven en we waren aanvankelijk ge
neigd deze stelling als blijk van Oude
schilder chauvinisme te beschouwen.
Bij enig nadenken bleek de kleine
schone toch gelijk te hebben. Zonne
stralen hebben immers het meeste
effekt als ze onder een loodrechte hoek
het lichaam bereiken? En aangezien de
zon in onze streken nooit in het zenit
staat, is het duidelijk dat men om snel
bruin te worden in een schuin vlak
moet gaan liggen, het schuine vlak van
de dijk! „En je hebt gien lóst fön
't stuuve...." vertelde ons een vader
uit De Waal, die keurig hoog op de
de wind. Omdat de wind doorgaans uit kruin van de dijk gezeten, zijn kroost
v v
Dit is bet strandje van De Hornt, achter de Waddendijk niet ver van Oudeschild. Deze
veilige zwemgelegenheid is voor baders uil de naburige dorpen binnen enkele minuten per
fiets te bereiken. Dat je er ook fjjn luw in het zonnetje kunt zitten, bewijzen deze knapen,
die het zwemmen even hebben onderbroken om hun huid gelegenheid te geven een zomers
tintje aan te nemen.
VAN DE RIJKSLANDBOUW-
VOORLICHTINGSDIENST
WIJ BLIJVEN DE AANDACHT
VRAGEN VOOR
A. De stekels
Vorig jaar kregen wij van een loon
werker de voor ons vleiende opmerking
te horen: „Als er over een bepaald on
derwerp in de Texelse Courant wordt
geschreven, kunnen wij het na een paar
dagen in onze opdrachten bemerken.
Vorig jaar was dat het geval met de
bossige weiden en dit jaar met de
stekels". Het is wel nodig, dat wij
daarnaast van iemand, die ons zeer na
staat telkens krijgen te horen, dat we
ons niet moeten verbeelden, dat al dat
geschrijf van ons iets uithaalt. „Want
het zullen maar drie of vier boeren
zijn, die deze epistels lezen".
Intussen is de heer (mevrouw) K. uit
de Texelaar van dinsdag j.l. één van
degenen, die aan onze artikelen enige
aandacht schenkt. Hartelijk dank!
Er staan veel behartenswaardige din
gen m zijn „ingezonden". De vele ste
kels zullen inderdaad in deze jaren
voor een deel wel op de debetzijde van
de ruilverkaveling moeten worden ge
zet. Op de schotwallen hebben wel eens
wat stekels gestaan en de percelen, die
de ruilverkaveling in beheer heeft ten
behoeve van gedupeerde veehouders,
laten ook wel eens wat veel van dit
onkruid zien. Wel moeten we hierbij
opmerken, dat dit in ieder geval ook
geen pluim is voor de veehouders, die
deze percelen tijdelijk in gebruik heb
ben.
En we kunnen het ook eens zijn met
K., dat op plaatsen waar grond wordt
verwerkt, vaak heel wat „ontuig" naar
voren komt. Maar ik vrees, dat z'n
voorstel om na toewijzing van de kavels
de stekels nog enige tijd te laten be
strijden door de ruilverkaveling geen
kans maakt. De Plaatselijke Commissie
en de instanties, die op de uitgaven
van de Commissie toezien, zullen hier
voor zeker niet te porren zijn. En ik
stel me zo voor, dat er ook nog heel wat
veehouders zijn, die dit hun eer te na
zullen vinden. Deze taak ligt o.i. toch
wel echt op de weg van de veehouders
zelf.
K. zegt ergens: „en dan zal je eens
zien, hoevelen er genegen zijn om mee
te helpen". Ik geloof K„ dat U hier het
verkeerd stelt. Er moet hier geen sprake
zijn van een meehelpen van de boeren,
want het is in eerste instantie hun
werk. Het helpen moet komen van de
kant van de Voorlichtingsdienst door
het geven van goede adviezen. De taak
van de Voorlichtingsdienst wordt de
laatste jaren vaak als volgt omschreven:
„'De boeren helpen om zichzelf te hel
pen". En m.i. zeer terecht. In dit ver
band is Uw opmerking over „huisbe
zoek" zeer belangrijk. Intussen nog
maals dank voor de aandacht, die U aan
dit onderwerp geeft.
Tot slot nog dit. Na de regen van het
weekend kunnen we een groeizame pe
riode verwachten. D.w.z. uitgezocht
weer voor het bestrijden van stekels
met chemische middelen. Zorg er voor,
dat het „vreselijk verwaarloosde ge
zicht", waarvan K. spreekt spoedig
verleden tijd is. We hebben er geen
behoefte aan, dat „overkantse" boeren
naast de rommeligheid van de be
drijfsgebouwen en de boerenerven ook
nog spreken over slecht grasland-
gebruik.
B. Groenbemesting.
Terwijl de graslandboeren het advies
krijgen om het „groen" te bestrijden, is
er voor de akkerbouwers „de oproep"
him best te doen om „groen" op het
land te krijgen. Ondanks deze tegen
stelling is er toch ook een duidelijk
verband. Het gaat n.l. in beide gevallen
om de verwaarlozing van het land te
gen te gaan.
De meesten zullen eerder genegen zijn
dit toe te geven voor het geval van de
stekels dan voor de groenbemesting.
Toch meen ik dat het nalaten van het
telen van groenbemestingsgewassen in
gevallen, waarin dit mogelijk is een
vorm van verwaarlozing is. De oude
consulent Ir. Cleveringa heeft dit in-
24. „Omdat ik de eerste dagen toch nog
niet de deur uit mag. Neem 'm maar.
Als we getrouwd zijn, is de wagen toch
ook van jou".
Ze keek hem meewarig aan. „Ik heb
zo het idee, jongeman, dat ze je schedel
lelijk geraakt hebben".
Doch toen de tien minuten om waren,
besliste het meisje, dat ze nu toch wer
kelijk vertrok. Ze boog zich over de
divan en drukte een zoen op zijn lippen.
„Ik ben een erg nette jongen", fluis
terde hij haar in het oor, „want ik heb
m'n ogen dicht".
„Apekop", fluisterde ze terug, „daar
mag je niet eens aan denken".
Hij hield haar even vast en keek haar
in de lachende ogen. „Kan ik het hel
pen, dat ik zo dol op je ben?"
Ze kwam overeind en streek over
haar haar. „Dat gaat wel over, jonge
man. Dat is maar een bevlieging.
„Kom je vanavond nog?"
„Zeg.... ik ben geen machine! Ik
heb tot tien uur dienst. Voor ik weg
ben, is het half elf. Je moeder zal me
om kwart voor elf zien aankomen. Nee,
jongeman, jij moet rust hebben en die
krijg je het beste, als ik niet in de
buurt ben. Als je heel zoet bent, kom
ik morgenavond een uurtje".
„Als ]e het niet doet, kom ik je
halen".
dertij d op zeer felle wijze naar voren
gebracht. Het niet voldoende verzorgen
van de grond met organische stoffen,
noemde hij „roofbouw". Op deze wijze
biedt men n.l. aan de gewassen een
„onbewoonbaar verklaarde woning"
aan.
De eerste gewassen ruimen het veld
en voor deze eerste vrije percelen is er
zeker de mogelijldieid om een nagewas
te verbouwen. Als U dit leest kunt U
nog kiezen uit een paar groenbemes-
ters. We denken aan Alexandrijnse
klaver, Siletta, stoppelknollen en Wes-
terwolds raaigras. Maar met een paar
dagen vallen er al gewassen af, omdat
het daarvoor te laat is. Dit is met name
het geval voor Alexandrijnse klaver.
Maar ook voor W.W. raaigras is het vrij
gauw te laat.
Het is wel zeker, dat ook stoppel
knollen en Siletta (bladramanas) bij
vroege zaai meer opbrengst geven, maar
wij menen dat U deze gewassen het
grootste deel van augustus kunt blijven
zaaien. En dan moet U in geen geval
redeneren, dat bij late zaai de opbrengst
te klein is om rendabel te kunnen ge
bruiken voor veevoer, want daar gaat
het ons in dit geval nu juist niet om.
Het gaat om „voer" voor Uw grond en
dan is een licht ge was je stoppelknollen
of Siletta nog zeer veel waard.
Of voor ieder bedrijf en ieder perceel
het advies om groenbemestingsgewas
sen te verbouwen geldt? Neen, dat be
slist niet. Het is ons n.l. niet ontgaan,
dat op heel wat bedrijven de bezetting
met wortelonkruiden (kweek) zodanig
is, dat van het verbouwen van groen
bemestingsgewassen geen sprake kan
zijn.
Deze verwaarlozing is minstens zo
erg als die van een tekort aan organi
sche stof en is een goede stoppelbewer
king meer op z'n plaats dan het ver
bouwen van groenbemestingsbewassen,
waardoor de onkruidbezetting nog toe
neemt.
C. v. Gr.
PLOEG WEDSTRIJDEN
IN NOORDHOLLAND
De Commissie voor Land- en Tuin-
arbeidersvoorlichting in Noordholland
heeft in de maand januari van dit jaar
een tentoonstelling georganiseerd onder
het motto: „6x1 1". Dit motto
werd gekozen, om daarmede tot uit
drukking te brengen, dat in samenwer
king tussen de zes organisaties uit de
Landbouw veel bereikt kan worden.
Met dezelfde gedachte bezield, heeft
de commissie het plan om in ver
schillende gebieden, dit najaar ploeg-
wedstrijden te organiseren. Deze ge
bieden zullen zijn: Haarlemmermeer,
Texel en de Wieringermeer. De organi
satie op Texel zal echter in handen
blijven van de Bond van Oud-Leerlin
gen, die dit reeds meerdere jaren met
succes heeft gedaan.
De wedstrijden zijn bedoeld voor de
leden van de ondernemers- en de ar
beidersorganisaties in de Landbouw. De
voorbereidingen zijn reeds in een ver
gevorderd stadium, zodat binnenkort de
leden schriftelijk het verzoek zullen
ontvangen zich voor deze wedstrijden
op te geven. Dag en plaats zullen dan
tegelijk bekend worden gemaakt.
Burgemeester en wethouders ver
leenden aan de navolgende personen,
ondernemingen en instellingen de daar
bij ómschreven bouwvergunningen:
De heer J. S. van Leeuwen, 't Horntje
H 45, voor de verbouwing vap een
landbouwschuur; het R.K. Kerkbestuur
te Oudeschild voor de verandering van
de R.K. Kerk aan de De Ruyterstraat;
de heer A. J. van Beek te Oudeschild
voor de verandering van een gevel (De
Ruyterstraat 56); het Prov. Waterlei
dingbedrijf Noord-Holland te Bloemen-
daal voor de bouw van een betonkelder
aan de Vuurtorenweg nabij De Cocks-
dorp; de heer J. Roorda te De Cocks-
dorp voor de verandering van een wo
ning aan de Langveldstraat;* en aan de
heer D. Koorn, voor de verbouwing
van een boerderij aan de Hemmerweg
bij Den Hoorn.
Half augustus was Karei Welsenaar
weer vrijwel de oude en toen hij op
een zonnige morgen voor het eerst na
die bewuste avond weer achter het
stuur van zijn wagen zat. voelde hij zich
prettig en tevreden. Hij reed linea
recta naar de Hoge Veluwe en toen hij
het restaurant betrad, zag hij plotse
ling twee blijde gezichten.
Het tafeltje bij het raam was nog
vrij. Nauwelijks zat hij of de beide
meisjes stonden al voor z'n tafel.
Karei lachte geamuseerd. „Kijk, kijk,
wat een belangstelling. En Jopie komt
zeker kijken, of de mazelen al over zijn,
niet?"
Het meisje bekeek hem •kritisch en
knikte voldaan. „Een beetje dikker ge
worden, denk ik. Nu ja, eerst natuurlijk
enkele dagen door lieve verpleegster
tjes vertroeteld en daarna nog eens
door onze Stien. En dat litteken op uw
voorhoofd misstaat niet eens".
Karei lachte komisch. „Dank je,
Joop".
Een klant riep en Stien gaf haar col
lega een duw. „Schiet op, 't is jouw
beurt".
Jopie knipoogde nog even naar hem
en zei bij het weggaan: „Wanneer ko
men de nylons, meneer?"
Stien keek verstoord. „Wat betekent
dat? Van die nylons?"
„Vertel ik je een andere keer wel
eens. Zoudt u me misschien een kopje
koffie kunnen brengen, juffrouw?"
„Moe'k nou lachen?"
„Alsjeblieft. Kijk niet zo verstoord.
Hier ben je weer echt de dienster".
Haar blik werd zachter. „Hoe gaat
het nu met je?"
„Heerlijk. Ik voel me een herboren
mens. Fijn, dat ik hier weer zit".
Ze keek hem onderzoekend aan.
„Toch geen hoofdpijn, he?"
„Ben je mal. Pijn in m'n hart. Maar
dat is jouw schuld".
„Ik hoor het al. Je bent weer beter.
Heb je al plannen?"
„Allicht. Morgen ga ik naar Amster
dam. Deze eerste dag is voor jou. Hoe
laat ben je klaar?"
„Vijf uur. Ik zal eerst je koffie halen"
Jopie boog zich in het voorbijgaan
nog even over zijn tafel heen en fluis
terde: „De aanhouder wint, he? Ze is
weg van u. Heb ik even pech".
„Waarom?" Hij lachte geamuseerd.
„Kan ik niet meer met u afrekenen,
als ze nijdig is. Nu wordt ze natuurlijk
niet meer kwaad op u".
„Smeer 'm. Daar komt ze al met de
koffie. Anders wordt ze jaloers".
„Is ze al lang. Doeg!"
„Wat heb je toch met Joop te smoe
zen?" vroeg Stien nieuwsgierig, terwijl
ze de koffie en een schotel met een plak
cake neerzette.
„Niet bijzonders, moppie. Ik vertel
het je op onze trouwdag. Waar heb ik
die cake aan te danken?"
„Een attentie van de zaak. Daarmede
drukken wij onze vreugde uit over je
terugkeer in de Koperen Pot".
„Geweldig, zus. Breng mijn dank
over aan je baas".
„Weet hij niets van. Privé van Joop
en mij".
„Dan stel ik het driedubbel op prijs.
Stien, meid, je ziet er weer uü- om te
zoenen".
Ze fronste haar wenkbrauwen. „Me
neer Welsenaar, wilt u zich hier als
tublieft behoorlijk gedragen?"
I
„Doe ik dat dan niet? Zeg maar tegen
je baas, dat ik z'n smaak bewonder.
Jullie zijn een reclame voor de zaak.
Dat is vast".
„Als dat een compliment is, zeg ik:
dank ik wel. En drink je koffie warm
op, anders is er niets aan".
„Waar zie ik je vanavond?"
Ze aarzelde en speelde met haar ser
vet. „Zou je het de eerste dagen nu
niet wat kalmpjes aan doen?"
„Allicht. Maar daarom kunnen we
samen toch wel een toertje maken?"
„Ach, jij met je toertjes. Ik ben 's
avonds doodop, kun je dat begrijpen?"
Hij knikte rustig. „Natuurlijk, mop
pie. Daarom wil ik vanavond met je
toeren. Hoef je alleen maar dicht tegen
me aan te zitten".
„En jij met één arm om me heen en
dan tegen een boom. Lig je vanavond
weer in het ziekenhuis. Merci. Ik kan
niet weer iedeie dag een paar uurtje
vrij krijgen".
„En als ik dan met twee handen het
stuur vasthoudt en recht voor me uit
blijf kijken als ik rijd?"
„Je bent vasthoudend als een terrier.
Ik ben eigenlijk helemaal niet van plan
om het spelletje opnieuw te beginnen".
„We spelen geen spelletje, zus. Die
leeftijd hebben we gehad. We gaan sa
men heel veel van elkaar houden en
gelukkig worden. Of lijkt je dat niet?"
De dienster aarzelde. „Deze gelegen
heid lijkt me niet de geschikte plaats,
om daarover te discussiëren".
„Dat ben ik met je eens. Goed, half
zeven vanavond bij de kerk in Otterlo?"
Ze schudde beslist haar hoofd. „Nee,
want dan weet morgen het hele dorp
het. Rijd om kwart voor zeven de weg
in de gaten kon houden. Hij voegde er
aan toe, dat hij nooit naar het „ge
wone" strand ging, omdat je je daar
doodmoe liep in het mulle zand en je
hoofdpijn kreeg van de zon op de witte
bodem.
Een nadeel van vele strandjes aan
de oostkust is, dat ze bij laag water
vaak onafzienbaar uitgestrekt zijn. Hon
derden meters naar het water te moe
ten lopen is geen pretje. De vieze
modderige bodem vol griezelige „pie-
renhoopjes" trekt weinigen aan. Dat
nadeel had b.v. „Ceres", dat knusse
strandje, dat nu door een heuse inpol
dering van Rijkswaterstaat is verdwe
nen. De Hornt heeft echter altijd vol
doende water om te kunnen zwemmen.
Jammer is het, dat bij de hoogste wa
terstand nog slechts weinig is overge
bleven van het strandje. Anderen vin
den dat juist prettig. Je kunt dan zó
van de fraaie betonnen trap, die enkele
jaren geleden tegen de bazaltstenen van
de dijk is aangebouwd, in het water
springen. Die betonnen strap is overi
gens het enige wat De Hornt aan ac
commodatie rijk is. Tevergeefs zoekt
men er een gelegenheid waar men iets
kan eten of drinken. Een fietsenstalling
is er niet en een behoorlijke gelegen
heid voor de jonge zwemmers om zich
te verkleden evenmin. Dat laatste is,
vrezen wij, de voornaamste reden waar
om de ouderen zich minder vaak laten
zien aan de Waddendijk, althans niet
om zelf eens een duik te nemen. „Puur
natuur..." zal de argeloze toerist
denken als hij met zijn voertuig langs
de Waddendijk rijdt en links de bedrij
vigheid der kluten, scholeksters en kap-
meeuwen waarneemt met rechts grote
scharen kinderen in allerlei stadia van
ontkleding!
Nu zijn kinderen makkelijk :n dat
opzicht, maar ten behoeve van de oude
ren zou het prettig zijn als aan de land
zijde van de dijk een eenvoudige om-
kleedgelegenheid bestond, gebouwd
van rietmatten of iets dergelijks. Om
dat we weten dat Oudeschild momen
teel uitziet naar aantrekkelijke recrea
tiemogelijkheden in de naaste omge
ving, is wellicht van die kant een initia
tief te verwachten!
Zolang Texel nog niet kan beschik
ken over een overdekt zwembad met
instructiemogelijkheid, is het zaak dat
vooral de jeugd probeert zo snel mo
gelijk de zwemkunst meester te worden
in zee. Leren zwemmen aan de .west
kust is vrijwel onmogelijk. Branding en
stroming zijn belemmerend en zelfs
gevaarlijk. Tijdens de zomermaanden
zou het geven van zwemonderricht aan
D.3 Hornt zeker tot de mogelijkheden
beheren, vooropgesteld dat personen
beschikbaar zijn, die in staat en ge
machtigd zijn zwemles te geven. Op
school zou het zwemmen gedurende
een aantal maanden inplaats van gym
nastiek op het lesrooster kunnen wor
den gezet. Vóór de oorlog bestond op
Texel een zwemvereniging, die zich ook
heeft beijverd om de jeugd het zwem
men bij te brengen. Heel succesvol wer
den instructies gegeven aan de dijk bij
de Schans.
naar Oud-Reemst maar op. Zie je me
vanzelf wel".
„Ik verheug me er op, Stien", ant
woordde hij blij en dankbaar.
Terwijl ze andere klanten bediende,
dacht ze: Wat ziet hij toch in mij? En
houd ik wel van 'm? Ik weet het wer
kelijk niet.
Om kwart voor zeven pikte hij haar
op bij de weg naar de Zanding. Ze
reden zwijgend het dorp verder uit en
hij vroeg: „Heb je een bepaalde voor
keur?"
„Als het maar ergens is, waar weinig
mensen zijn. Ik heb er vandaag al ge
noeg gezien".
„Dat kan ik me voorstellen".
Voorbij Oud-Reemst reed hij recht
door en Stien riep verschrikt: „Hé! Die
weg loopt dood! Je rijdt verkeerd!"
Hij keek haar spotlachend aan.
„Weet ik. Je wilde toch ergens heen,
waar weinig mensen zijn? Nou, in dit
doodlopende weggetje zullen we rustig
kunnen babbelen".
Ze schoof instinctmatig een eindje bij
hem vandaan. „En dan zeker zoenen en
zo, he? Je bent al net als de rest".
(Wordt vervolgd)
WEEKAGENDA VAN DE
STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL
Dinsdag 13 augustus
De Koog, 10.00 uur Strandfeest
Oudeschild, 19.30 uur, demonstratie pony
club „De Kleppertjcs" en paardensportver. „De
Waddenruiters"
Woensdag 14 augustus
Den Burg, De Zwaan, 20 uur, klaverjasdrive
Donderdag 15 tot en met zaterdag 17 augustus:
„Oosterend wéér present" (zie voor program
ma feestkrant).
COI-'SCHI STuCpO
15. Amper waren de eivolle tribunes bekomen
van de schok, of ze kregen een nieuwe sen
satie te verwerken. Wéér pikte Karei Kleuntjes
de bal op en wéér passeerde hij de hele Engel
se achterhoede, die daar niet van terug had
en op wcergeloos knappe wijze uiteengerafeld
werd tot een zielig hoopje vodden van wat
eens een ondoordringbaar afgrendelingssysteem
had geleken. Wc hoeven daar werkelijk niets
aan toe te voegen. Het Engelse elftal zakte
als een kaartenhuis in elkaar, want het ging
nu achter elkaar van dribbel-schot-boem-goal!
De laatste minuten van de wedstrijd werden
door Karei Kleuntjes goed gebruikt en het
bleek al gauw, dat hij met dne ene goal zijn
kruit niet verscholen had. Karei maakte er
nog vijf goals bij, doch zijn zevende doelpunt
moest jammer genoeg worden afgekeurd, om
dat de scheidsrechter niet in staat was te con
stateren, of de bal nu wel of niet in het net
was geweest. Dit schot was vermoedelijk wel
het hardste schot uit Karcl's hele voetballoop
baan, want het ging als een kanonskogel
dwars door het net. Dan zit-ie, zal nu een
ieder geneigd zijn op te merken Jawel ge
hebt gemakkelijk praten! Constateer dat maar
eens als scheidsrechter, als de bal niet meer
teruggezien wordt!
Maar goed, het eind van het liedje was dus,
dat de voorlopige bondsploeg met zes tegen
vier won en dat alle goals gemaakt waren
door Karei Kleuntjes. Het publick op de
tribunes ging te keer als gekken, doch de twee
Italianen weenden dikke tranen van sportgeluk
en voetbalontroering.
FEUILLETON
door Henk van Heeswij k