Ideale zwemgelegenheid aan de Hornt Herrie op de Hoge Veluwe istes,;-v:- Bouwvergunningen Op minder dan een kilometer afstand van de haven van Oudeschild, ligt ongeveer ter hoogte van Dijkmanshuizen langs de dijk een klein strand, dat bekend staat als De Hornt. Wij durven beweren dat dit stukje dijk in de zo mermaanden een belangrijk recreatiepunt in die omgeving vormt. We zien er namelijk niet slechts hengelaars hun hobby beoefenen, maar vooral baders en zwemmers. Gezegd moet worden, dat de omstandigheden zoals De Hornt die biedt, werkelijk ideaal zijn te noemen voor het beoefenen van deze gezonde vrijetijdsbesteding. De Hornt is enkele jaren geleden door de jeugd „ontdekt" en het is nog steeds de jeugd, die daar voornamelijk van de optimale moge lijkheden profiteert. In de zomermaanden is de drukte aan de Hornt soms bij zonder groot, vooral tijdens de weekenden. Maar ook op de door-de-weekse dagen kan de automobilist of fietser, die langs de landzijde van de dijk rijdt, op die plaats een groot aantal achteloos neergesmeten rijwielen aantreffen die het bewijs vormen dat de Hornt in trek blijft, zelfs bij minder goed weer. Elke middag omstreeks vier uur kunt U ze zien arriveren, de scholieren uit Den Burg, Oudeschild en De Waal. Het is in die dorpen tegenwoordig een bekend recept: Na schooltijd naar De Hornt! Ook de ouders zijn er vóór dat hun kinderen baden aan dat stukje dijk bi] Dijkmanshuizen. Heel begrijpelijk, want het is duidelijk dat het daar veilig zwemmen en baden is. Er zijn geen verraderlijke kuilen en zandbanken, er, is geen branding en het is fijn dicht in de buurt. Vooral Oudeschild spreekt al over ,,ons strand" en ze hebben gelijk. Er zijn nog meer voordelen, die overi gens in het algemeen gelden voor het baden en zwemmen aan de oostkust van ons eiland Wist U b.v dat het water van de Waddenzee aanmerkelijk war mer is dan het Noordzeewater aan de Westzijde van het eiland? Het is een voudig verklaarbaar. Vooral op warme re dagen komt de betrekkelijk ondiepe Waddenzee snel op temperatuur Vooral wanneer de wind een beetje meewerkt, gaat het bovenste relatief water a.h.w. tegen de dijk aanstaan en vormt daar een heerlijk bassin. Verder geeft de zeedijk beschutting tegen de vaak kou- westelijke richtingen waait, zit men aan de zeekant luw. Bij zonnig weer kan men na het baden uitstekend zonnen in het gras van de dijk. Des morgens aan de zeezijde en 's middags aan de landzijde. „Je wordt hier lekker gauw bruin!" hoorden we een jonge enthousiaste bad- gaste beweren. Dat leek ons wat over dreven en we waren aanvankelijk ge neigd deze stelling als blijk van Oude schilder chauvinisme te beschouwen. Bij enig nadenken bleek de kleine schone toch gelijk te hebben. Zonne stralen hebben immers het meeste effekt als ze onder een loodrechte hoek het lichaam bereiken? En aangezien de zon in onze streken nooit in het zenit staat, is het duidelijk dat men om snel bruin te worden in een schuin vlak moet gaan liggen, het schuine vlak van de dijk! „En je hebt gien lóst fön 't stuuve...." vertelde ons een vader uit De Waal, die keurig hoog op de de wind. Omdat de wind doorgaans uit kruin van de dijk gezeten, zijn kroost v v Dit is bet strandje van De Hornt, achter de Waddendijk niet ver van Oudeschild. Deze veilige zwemgelegenheid is voor baders uil de naburige dorpen binnen enkele minuten per fiets te bereiken. Dat je er ook fjjn luw in het zonnetje kunt zitten, bewijzen deze knapen, die het zwemmen even hebben onderbroken om hun huid gelegenheid te geven een zomers tintje aan te nemen. VAN DE RIJKSLANDBOUW- VOORLICHTINGSDIENST WIJ BLIJVEN DE AANDACHT VRAGEN VOOR A. De stekels Vorig jaar kregen wij van een loon werker de voor ons vleiende opmerking te horen: „Als er over een bepaald on derwerp in de Texelse Courant wordt geschreven, kunnen wij het na een paar dagen in onze opdrachten bemerken. Vorig jaar was dat het geval met de bossige weiden en dit jaar met de stekels". Het is wel nodig, dat wij daarnaast van iemand, die ons zeer na staat telkens krijgen te horen, dat we ons niet moeten verbeelden, dat al dat geschrijf van ons iets uithaalt. „Want het zullen maar drie of vier boeren zijn, die deze epistels lezen". Intussen is de heer (mevrouw) K. uit de Texelaar van dinsdag j.l. één van degenen, die aan onze artikelen enige aandacht schenkt. Hartelijk dank! Er staan veel behartenswaardige din gen m zijn „ingezonden". De vele ste kels zullen inderdaad in deze jaren voor een deel wel op de debetzijde van de ruilverkaveling moeten worden ge zet. Op de schotwallen hebben wel eens wat stekels gestaan en de percelen, die de ruilverkaveling in beheer heeft ten behoeve van gedupeerde veehouders, laten ook wel eens wat veel van dit onkruid zien. Wel moeten we hierbij opmerken, dat dit in ieder geval ook geen pluim is voor de veehouders, die deze percelen tijdelijk in gebruik heb ben. En we kunnen het ook eens zijn met K., dat op plaatsen waar grond wordt verwerkt, vaak heel wat „ontuig" naar voren komt. Maar ik vrees, dat z'n voorstel om na toewijzing van de kavels de stekels nog enige tijd te laten be strijden door de ruilverkaveling geen kans maakt. De Plaatselijke Commissie en de instanties, die op de uitgaven van de Commissie toezien, zullen hier voor zeker niet te porren zijn. En ik stel me zo voor, dat er ook nog heel wat veehouders zijn, die dit hun eer te na zullen vinden. Deze taak ligt o.i. toch wel echt op de weg van de veehouders zelf. K. zegt ergens: „en dan zal je eens zien, hoevelen er genegen zijn om mee te helpen". Ik geloof K„ dat U hier het verkeerd stelt. Er moet hier geen sprake zijn van een meehelpen van de boeren, want het is in eerste instantie hun werk. Het helpen moet komen van de kant van de Voorlichtingsdienst door het geven van goede adviezen. De taak van de Voorlichtingsdienst wordt de laatste jaren vaak als volgt omschreven: „'De boeren helpen om zichzelf te hel pen". En m.i. zeer terecht. In dit ver band is Uw opmerking over „huisbe zoek" zeer belangrijk. Intussen nog maals dank voor de aandacht, die U aan dit onderwerp geeft. Tot slot nog dit. Na de regen van het weekend kunnen we een groeizame pe riode verwachten. D.w.z. uitgezocht weer voor het bestrijden van stekels met chemische middelen. Zorg er voor, dat het „vreselijk verwaarloosde ge zicht", waarvan K. spreekt spoedig verleden tijd is. We hebben er geen behoefte aan, dat „overkantse" boeren naast de rommeligheid van de be drijfsgebouwen en de boerenerven ook nog spreken over slecht grasland- gebruik. B. Groenbemesting. Terwijl de graslandboeren het advies krijgen om het „groen" te bestrijden, is er voor de akkerbouwers „de oproep" him best te doen om „groen" op het land te krijgen. Ondanks deze tegen stelling is er toch ook een duidelijk verband. Het gaat n.l. in beide gevallen om de verwaarlozing van het land te gen te gaan. De meesten zullen eerder genegen zijn dit toe te geven voor het geval van de stekels dan voor de groenbemesting. Toch meen ik dat het nalaten van het telen van groenbemestingsgewassen in gevallen, waarin dit mogelijk is een vorm van verwaarlozing is. De oude consulent Ir. Cleveringa heeft dit in- 24. „Omdat ik de eerste dagen toch nog niet de deur uit mag. Neem 'm maar. Als we getrouwd zijn, is de wagen toch ook van jou". Ze keek hem meewarig aan. „Ik heb zo het idee, jongeman, dat ze je schedel lelijk geraakt hebben". Doch toen de tien minuten om waren, besliste het meisje, dat ze nu toch wer kelijk vertrok. Ze boog zich over de divan en drukte een zoen op zijn lippen. „Ik ben een erg nette jongen", fluis terde hij haar in het oor, „want ik heb m'n ogen dicht". „Apekop", fluisterde ze terug, „daar mag je niet eens aan denken". Hij hield haar even vast en keek haar in de lachende ogen. „Kan ik het hel pen, dat ik zo dol op je ben?" Ze kwam overeind en streek over haar haar. „Dat gaat wel over, jonge man. Dat is maar een bevlieging. „Kom je vanavond nog?" „Zeg.... ik ben geen machine! Ik heb tot tien uur dienst. Voor ik weg ben, is het half elf. Je moeder zal me om kwart voor elf zien aankomen. Nee, jongeman, jij moet rust hebben en die krijg je het beste, als ik niet in de buurt ben. Als je heel zoet bent, kom ik morgenavond een uurtje". „Als ]e het niet doet, kom ik je halen". dertij d op zeer felle wijze naar voren gebracht. Het niet voldoende verzorgen van de grond met organische stoffen, noemde hij „roofbouw". Op deze wijze biedt men n.l. aan de gewassen een „onbewoonbaar verklaarde woning" aan. De eerste gewassen ruimen het veld en voor deze eerste vrije percelen is er zeker de mogelijldieid om een nagewas te verbouwen. Als U dit leest kunt U nog kiezen uit een paar groenbemes- ters. We denken aan Alexandrijnse klaver, Siletta, stoppelknollen en Wes- terwolds raaigras. Maar met een paar dagen vallen er al gewassen af, omdat het daarvoor te laat is. Dit is met name het geval voor Alexandrijnse klaver. Maar ook voor W.W. raaigras is het vrij gauw te laat. Het is wel zeker, dat ook stoppel knollen en Siletta (bladramanas) bij vroege zaai meer opbrengst geven, maar wij menen dat U deze gewassen het grootste deel van augustus kunt blijven zaaien. En dan moet U in geen geval redeneren, dat bij late zaai de opbrengst te klein is om rendabel te kunnen ge bruiken voor veevoer, want daar gaat het ons in dit geval nu juist niet om. Het gaat om „voer" voor Uw grond en dan is een licht ge was je stoppelknollen of Siletta nog zeer veel waard. Of voor ieder bedrijf en ieder perceel het advies om groenbemestingsgewas sen te verbouwen geldt? Neen, dat be slist niet. Het is ons n.l. niet ontgaan, dat op heel wat bedrijven de bezetting met wortelonkruiden (kweek) zodanig is, dat van het verbouwen van groen bemestingsgewassen geen sprake kan zijn. Deze verwaarlozing is minstens zo erg als die van een tekort aan organi sche stof en is een goede stoppelbewer king meer op z'n plaats dan het ver bouwen van groenbemestingsbewassen, waardoor de onkruidbezetting nog toe neemt. C. v. Gr. PLOEG WEDSTRIJDEN IN NOORDHOLLAND De Commissie voor Land- en Tuin- arbeidersvoorlichting in Noordholland heeft in de maand januari van dit jaar een tentoonstelling georganiseerd onder het motto: „6x1 1". Dit motto werd gekozen, om daarmede tot uit drukking te brengen, dat in samenwer king tussen de zes organisaties uit de Landbouw veel bereikt kan worden. Met dezelfde gedachte bezield, heeft de commissie het plan om in ver schillende gebieden, dit najaar ploeg- wedstrijden te organiseren. Deze ge bieden zullen zijn: Haarlemmermeer, Texel en de Wieringermeer. De organi satie op Texel zal echter in handen blijven van de Bond van Oud-Leerlin gen, die dit reeds meerdere jaren met succes heeft gedaan. De wedstrijden zijn bedoeld voor de leden van de ondernemers- en de ar beidersorganisaties in de Landbouw. De voorbereidingen zijn reeds in een ver gevorderd stadium, zodat binnenkort de leden schriftelijk het verzoek zullen ontvangen zich voor deze wedstrijden op te geven. Dag en plaats zullen dan tegelijk bekend worden gemaakt. Burgemeester en wethouders ver leenden aan de navolgende personen, ondernemingen en instellingen de daar bij ómschreven bouwvergunningen: De heer J. S. van Leeuwen, 't Horntje H 45, voor de verbouwing vap een landbouwschuur; het R.K. Kerkbestuur te Oudeschild voor de verandering van de R.K. Kerk aan de De Ruyterstraat; de heer A. J. van Beek te Oudeschild voor de verandering van een gevel (De Ruyterstraat 56); het Prov. Waterlei dingbedrijf Noord-Holland te Bloemen- daal voor de bouw van een betonkelder aan de Vuurtorenweg nabij De Cocks- dorp; de heer J. Roorda te De Cocks- dorp voor de verandering van een wo ning aan de Langveldstraat;* en aan de heer D. Koorn, voor de verbouwing van een boerderij aan de Hemmerweg bij Den Hoorn. Half augustus was Karei Welsenaar weer vrijwel de oude en toen hij op een zonnige morgen voor het eerst na die bewuste avond weer achter het stuur van zijn wagen zat. voelde hij zich prettig en tevreden. Hij reed linea recta naar de Hoge Veluwe en toen hij het restaurant betrad, zag hij plotse ling twee blijde gezichten. Het tafeltje bij het raam was nog vrij. Nauwelijks zat hij of de beide meisjes stonden al voor z'n tafel. Karei lachte geamuseerd. „Kijk, kijk, wat een belangstelling. En Jopie komt zeker kijken, of de mazelen al over zijn, niet?" Het meisje bekeek hem •kritisch en knikte voldaan. „Een beetje dikker ge worden, denk ik. Nu ja, eerst natuurlijk enkele dagen door lieve verpleegster tjes vertroeteld en daarna nog eens door onze Stien. En dat litteken op uw voorhoofd misstaat niet eens". Karei lachte komisch. „Dank je, Joop". Een klant riep en Stien gaf haar col lega een duw. „Schiet op, 't is jouw beurt". Jopie knipoogde nog even naar hem en zei bij het weggaan: „Wanneer ko men de nylons, meneer?" Stien keek verstoord. „Wat betekent dat? Van die nylons?" „Vertel ik je een andere keer wel eens. Zoudt u me misschien een kopje koffie kunnen brengen, juffrouw?" „Moe'k nou lachen?" „Alsjeblieft. Kijk niet zo verstoord. Hier ben je weer echt de dienster". Haar blik werd zachter. „Hoe gaat het nu met je?" „Heerlijk. Ik voel me een herboren mens. Fijn, dat ik hier weer zit". Ze keek hem onderzoekend aan. „Toch geen hoofdpijn, he?" „Ben je mal. Pijn in m'n hart. Maar dat is jouw schuld". „Ik hoor het al. Je bent weer beter. Heb je al plannen?" „Allicht. Morgen ga ik naar Amster dam. Deze eerste dag is voor jou. Hoe laat ben je klaar?" „Vijf uur. Ik zal eerst je koffie halen" Jopie boog zich in het voorbijgaan nog even over zijn tafel heen en fluis terde: „De aanhouder wint, he? Ze is weg van u. Heb ik even pech". „Waarom?" Hij lachte geamuseerd. „Kan ik niet meer met u afrekenen, als ze nijdig is. Nu wordt ze natuurlijk niet meer kwaad op u". „Smeer 'm. Daar komt ze al met de koffie. Anders wordt ze jaloers". „Is ze al lang. Doeg!" „Wat heb je toch met Joop te smoe zen?" vroeg Stien nieuwsgierig, terwijl ze de koffie en een schotel met een plak cake neerzette. „Niet bijzonders, moppie. Ik vertel het je op onze trouwdag. Waar heb ik die cake aan te danken?" „Een attentie van de zaak. Daarmede drukken wij onze vreugde uit over je terugkeer in de Koperen Pot". „Geweldig, zus. Breng mijn dank over aan je baas". „Weet hij niets van. Privé van Joop en mij". „Dan stel ik het driedubbel op prijs. Stien, meid, je ziet er weer uü- om te zoenen". Ze fronste haar wenkbrauwen. „Me neer Welsenaar, wilt u zich hier als tublieft behoorlijk gedragen?" I „Doe ik dat dan niet? Zeg maar tegen je baas, dat ik z'n smaak bewonder. Jullie zijn een reclame voor de zaak. Dat is vast". „Als dat een compliment is, zeg ik: dank ik wel. En drink je koffie warm op, anders is er niets aan". „Waar zie ik je vanavond?" Ze aarzelde en speelde met haar ser vet. „Zou je het de eerste dagen nu niet wat kalmpjes aan doen?" „Allicht. Maar daarom kunnen we samen toch wel een toertje maken?" „Ach, jij met je toertjes. Ik ben 's avonds doodop, kun je dat begrijpen?" Hij knikte rustig. „Natuurlijk, mop pie. Daarom wil ik vanavond met je toeren. Hoef je alleen maar dicht tegen me aan te zitten". „En jij met één arm om me heen en dan tegen een boom. Lig je vanavond weer in het ziekenhuis. Merci. Ik kan niet weer iedeie dag een paar uurtje vrij krijgen". „En als ik dan met twee handen het stuur vasthoudt en recht voor me uit blijf kijken als ik rijd?" „Je bent vasthoudend als een terrier. Ik ben eigenlijk helemaal niet van plan om het spelletje opnieuw te beginnen". „We spelen geen spelletje, zus. Die leeftijd hebben we gehad. We gaan sa men heel veel van elkaar houden en gelukkig worden. Of lijkt je dat niet?" De dienster aarzelde. „Deze gelegen heid lijkt me niet de geschikte plaats, om daarover te discussiëren". „Dat ben ik met je eens. Goed, half zeven vanavond bij de kerk in Otterlo?" Ze schudde beslist haar hoofd. „Nee, want dan weet morgen het hele dorp het. Rijd om kwart voor zeven de weg in de gaten kon houden. Hij voegde er aan toe, dat hij nooit naar het „ge wone" strand ging, omdat je je daar doodmoe liep in het mulle zand en je hoofdpijn kreeg van de zon op de witte bodem. Een nadeel van vele strandjes aan de oostkust is, dat ze bij laag water vaak onafzienbaar uitgestrekt zijn. Hon derden meters naar het water te moe ten lopen is geen pretje. De vieze modderige bodem vol griezelige „pie- renhoopjes" trekt weinigen aan. Dat nadeel had b.v. „Ceres", dat knusse strandje, dat nu door een heuse inpol dering van Rijkswaterstaat is verdwe nen. De Hornt heeft echter altijd vol doende water om te kunnen zwemmen. Jammer is het, dat bij de hoogste wa terstand nog slechts weinig is overge bleven van het strandje. Anderen vin den dat juist prettig. Je kunt dan zó van de fraaie betonnen trap, die enkele jaren geleden tegen de bazaltstenen van de dijk is aangebouwd, in het water springen. Die betonnen strap is overi gens het enige wat De Hornt aan ac commodatie rijk is. Tevergeefs zoekt men er een gelegenheid waar men iets kan eten of drinken. Een fietsenstalling is er niet en een behoorlijke gelegen heid voor de jonge zwemmers om zich te verkleden evenmin. Dat laatste is, vrezen wij, de voornaamste reden waar om de ouderen zich minder vaak laten zien aan de Waddendijk, althans niet om zelf eens een duik te nemen. „Puur natuur..." zal de argeloze toerist denken als hij met zijn voertuig langs de Waddendijk rijdt en links de bedrij vigheid der kluten, scholeksters en kap- meeuwen waarneemt met rechts grote scharen kinderen in allerlei stadia van ontkleding! Nu zijn kinderen makkelijk :n dat opzicht, maar ten behoeve van de oude ren zou het prettig zijn als aan de land zijde van de dijk een eenvoudige om- kleedgelegenheid bestond, gebouwd van rietmatten of iets dergelijks. Om dat we weten dat Oudeschild momen teel uitziet naar aantrekkelijke recrea tiemogelijkheden in de naaste omge ving, is wellicht van die kant een initia tief te verwachten! Zolang Texel nog niet kan beschik ken over een overdekt zwembad met instructiemogelijkheid, is het zaak dat vooral de jeugd probeert zo snel mo gelijk de zwemkunst meester te worden in zee. Leren zwemmen aan de .west kust is vrijwel onmogelijk. Branding en stroming zijn belemmerend en zelfs gevaarlijk. Tijdens de zomermaanden zou het geven van zwemonderricht aan D.3 Hornt zeker tot de mogelijkheden beheren, vooropgesteld dat personen beschikbaar zijn, die in staat en ge machtigd zijn zwemles te geven. Op school zou het zwemmen gedurende een aantal maanden inplaats van gym nastiek op het lesrooster kunnen wor den gezet. Vóór de oorlog bestond op Texel een zwemvereniging, die zich ook heeft beijverd om de jeugd het zwem men bij te brengen. Heel succesvol wer den instructies gegeven aan de dijk bij de Schans. naar Oud-Reemst maar op. Zie je me vanzelf wel". „Ik verheug me er op, Stien", ant woordde hij blij en dankbaar. Terwijl ze andere klanten bediende, dacht ze: Wat ziet hij toch in mij? En houd ik wel van 'm? Ik weet het wer kelijk niet. Om kwart voor zeven pikte hij haar op bij de weg naar de Zanding. Ze reden zwijgend het dorp verder uit en hij vroeg: „Heb je een bepaalde voor keur?" „Als het maar ergens is, waar weinig mensen zijn. Ik heb er vandaag al ge noeg gezien". „Dat kan ik me voorstellen". Voorbij Oud-Reemst reed hij recht door en Stien riep verschrikt: „Hé! Die weg loopt dood! Je rijdt verkeerd!" Hij keek haar spotlachend aan. „Weet ik. Je wilde toch ergens heen, waar weinig mensen zijn? Nou, in dit doodlopende weggetje zullen we rustig kunnen babbelen". Ze schoof instinctmatig een eindje bij hem vandaan. „En dan zeker zoenen en zo, he? Je bent al net als de rest". (Wordt vervolgd) WEEKAGENDA VAN DE STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL Dinsdag 13 augustus De Koog, 10.00 uur Strandfeest Oudeschild, 19.30 uur, demonstratie pony club „De Kleppertjcs" en paardensportver. „De Waddenruiters" Woensdag 14 augustus Den Burg, De Zwaan, 20 uur, klaverjasdrive Donderdag 15 tot en met zaterdag 17 augustus: „Oosterend wéér present" (zie voor program ma feestkrant). COI-'SCHI STuCpO 15. Amper waren de eivolle tribunes bekomen van de schok, of ze kregen een nieuwe sen satie te verwerken. Wéér pikte Karei Kleuntjes de bal op en wéér passeerde hij de hele Engel se achterhoede, die daar niet van terug had en op wcergeloos knappe wijze uiteengerafeld werd tot een zielig hoopje vodden van wat eens een ondoordringbaar afgrendelingssysteem had geleken. Wc hoeven daar werkelijk niets aan toe te voegen. Het Engelse elftal zakte als een kaartenhuis in elkaar, want het ging nu achter elkaar van dribbel-schot-boem-goal! De laatste minuten van de wedstrijd werden door Karei Kleuntjes goed gebruikt en het bleek al gauw, dat hij met dne ene goal zijn kruit niet verscholen had. Karei maakte er nog vijf goals bij, doch zijn zevende doelpunt moest jammer genoeg worden afgekeurd, om dat de scheidsrechter niet in staat was te con stateren, of de bal nu wel of niet in het net was geweest. Dit schot was vermoedelijk wel het hardste schot uit Karcl's hele voetballoop baan, want het ging als een kanonskogel dwars door het net. Dan zit-ie, zal nu een ieder geneigd zijn op te merken Jawel ge hebt gemakkelijk praten! Constateer dat maar eens als scheidsrechter, als de bal niet meer teruggezien wordt! Maar goed, het eind van het liedje was dus, dat de voorlopige bondsploeg met zes tegen vier won en dat alle goals gemaakt waren door Karei Kleuntjes. Het publick op de tribunes ging te keer als gekken, doch de twee Italianen weenden dikke tranen van sportgeluk en voetbalontroering. FEUILLETON door Henk van Heeswij k

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1963 | | pagina 4