N.l
V
1
B.
De S>wjet-uniepolitiestaat vol records
C
t Herrie op de
Hoge Veluwe
ü®ï!Damp©
Jeugdpuistjes
EEDE
VERING
GROTE AANKOPEN
SE
zn
TWEEDE BL
TEXELSE COURANT
De afwezi^ieid van bepaalde veelge
vraagde artkëleA en het feit, dat iedere
jonge Rus Enge-* leert spreken, hebben
het kwaad' v111 zwartehandel zeer
verbreid, liertallen keren ben ik in
Moskou doorjonfielu^ aangeklampt, die
eerst vroege1 °I ih Engels sprak, om
zichtig om ^ich heen keken en me
daarop meetroonden naar een bank in
het park of achter een gebouw. Daar
kwamen 2e snel ter zake. „Hebt U
nylon sakken? Neen? Overhemd mis
schien?" Om eens te zien wat er zou
gebeuren, antwoordde ik de eerste keer
bevestigend. Voor mijn overhemd bood
iemand 20 roebel! Ik deed alsof ik blij
verrast door dit geweldige aanbod, het
kledingstuk ter plaatse uit wilde trek
ken. Hij belette het me dit met een
snelle beweging. „Police..!!" siste hij.
Het mocht dus niet. Hij legde uit dat
ik het overhemd in mijn hotel moest
inpakken en het pakje op een afge
sproken plaats tegen de overeengeko
men som moest inwisselen. Ik voelde
niets voor deze soesa, waarmee ik zelf
wellicht moeilijkheden zou kunnen
krijgen en zag van de transactie af.
Een andere keer werd ik aangehou
den door een 14-jarige jongen, die ver
telde dat hij scholier was en veel be
langstelling had voor Westerse kleding.
Die belangstelling bleek duidelijk uit
het feit, dat hij geen enkel Russisch
kledingstuk aan zijn lichaam had. San
dalen, rode (nylon) sokken, spijker
broek, grofgebreide trui en.... een
jack van Nederlandse makelij, vol
gens het merkje in de kraag. Ik zei dat
ik niet wilde handelen maar hij ging
niet weg. Rap Engels keuvelend liep
hij een tijdje met me op door de brede
Gorkistraat en vertelde dat hij veel van
Westerse kleding hield, omdat je daar
door meer aanzien had bij je kamera
den. De Russische mode vond hij zon
der variatie, hoewel het de laatste ja
ren al veel was verbeterd. Dat laatste
kon ik met hem eens zijn. De oudere
foto's hebben we de Moskovieten leren
kennen als in lange zwarte jassen gaan
de mensen, zonder uitzondering met
petten op. Tegenwoordig kleedt men
zich modieuzer maar de mode is altijd
nog ongeveer vijf jaar ten achter bij
het westen.
Overal politic
Dat de Sowjet-Unie ondanks de on
miskenbare verlichting van de laatste
jaren nog steeds een politiestaat is,
waarin men doen en laten van iedere
burger nauwlettend in het oog houdt,
werd mij duidelijk bij een voorval dat
zich op een andere avond afspeelde. Ik
had kennis gemaakt met een jongeman,
die van alles wilde weten over het
Westen. Verbaasd was hij toen ik
sprekende over prijzen en lonen hem
als voorbeeld een ballpoint toonde en
vertelde, dat die 15 kopeken kostte. Hij
bekeek het eenvoudige plastic pennetje
als of het van goud was. Ik vroeg of hij
het wilde hebben. Hij lachte ongelovig.
Nee, dat geluk zou hem nooit overko
men. Zelden heb ik iemand zo blij ge
zien toen ik hem het ding met een
royaal gebaar cadeau gaf. Hij sloeg me
enthousiast op de schouders, vergat zijn
Engels en riep een reeks Russische
woorden uit, waarvan ik alleen het
„tovaritsji" (vriend) verstond. Plotse
ling versomberde zijn gezicht. In het
straatje was een man verschenen, die
de jonge Rus van hoofd tot voeten op
nam en zijn weg vervolgde. „Politie?"
vroeg ik Hij knikte spijtig en gaf de
balpen terug. In de overigens niet in
uniform gestoken voorbijganger had de
jongen een lid van de geheime politie
vermoed, die ongetwijfeld had waarge
nomen dat hij een ballpoint had ont
vangen. Naderhand zou hij zeker wor
den gegrepen en, als ze het voorwerp
bij hem vonden, verdacht worden van
zwarte handel En zwarthandelaars
krijgen in de Sowjet-Unie de dood
straf
De spionerende portier
Een student, waarmee ik had kennis
gemaakt en die ik als aandenken een
paar nylon sokken wilde schenken,
accepteerde dit cadeau eerst nadat hij
me door talrijke straatjes had meege
troond naar een stille plek. Op het
laatste ogenblik werd de ogenschijnlijke
handel nog bijna verijdeld toen ik ont
dekte dat we werden gevolgd. Snel
sloegen we linksaf een zijstraat in en
het stel sokken verwisselde van eige
naar. De student schudde me dankbaar
de handen en verdween ijlings. Terug
lopende kwam ik de man tegen die ons
had gevolgd. Ik was stomverbaasd,
want.... het was de .portier van ons
hotel, die mij voorbij had zien komen
en de zaak niet had vertrouwd. Later
vernam ik dat het als een grote ver
dienste wordt aangemerkt wanneer
burgerpersonen de politie een handje
helpen.Het moet voor de Russen
bijzonder kwellend zijn, te weten dat
iedere burger een politieman kan zijn
die een „staatsvijandig" gedrag kan
rapporteren. Misschien ook weer niet
zó erg, omdat de meeste Russen nooit
anders hebben geweten. Uit de gesprek
ken van vele mensen heb ik echter
mogen afleiden, dat ze zich van deze
gruwelijke situatie wel degelijk bewust
zijn. Gelukkig verandert er de laatste
jaren veel ten goede. De dagen van
Stalin, tijdens welke men zelfs gevan
gen kon worden gezet wanneer men
geacht werd gevaarlijk te zijn voor de
staat en deportaties aan de orde van
de dag waren, zijn reeds lang voorbij.
Hopelijk zet de gunstige ontwikkeling
van de afgelopen tijd nog even door.
Onder leiding van de charmante
Calina en deel uitmakende van onze, uit
verschillende politieke richting be
staande delegatie, maken we kennis
met de meer positieve kanten van de
Sowjet-Unie. We worden naar de
Staatsuniversiteit van Moskou gebracht,
de grootste universiteit ter wereld,
waar door 3000 leraren en professoren
woidt gedoceerd. De lift brengt ons in
enkele seconden naar de 36ste verdie
ping van de wolkenkrabber, waarin
zich 40.000 vertrekken bevinden, waar
onder collegezalen, bibliotheken, musea
en studentenverblijven. Het gebouw is
zó rijkelijk voorzien van qverbodighe-
den en versieringen, dat het weerzin
wekkend wordt. Calina ratelt getallen
op. Zoveel leerlingen, zoveel boeken,
gemiddeld zus en gemiddeld zo, de
meeste dit en het grootste dat. Een en
kel cijfer mag interessant zijn; deze
reeks laten we over eens heengaan. De
Russen houden schijnbaar van cijfers,
want langs de straten en wegen zien we
ze bij duizenden. Meestal komen ze voor
in een aanschouwelijke statistiek: Stij
gende productiecijfers van allerhande
zaken. Niet van gebruiksartikelen, maar
vooral van staal, auto's, motoren, vlieg
tuigen enz. De bedoeling van deze pro
paganda is het volk in de vooruitgang
te doen geloven, een vooruitgang, die
echter ook zonder de levensgrote affi
ches op de borden duidelijk wordt,
wanneer je maar even buiten Moskou
komt en daar de geweldige gloednieuwe
fabriekscomplexen ziet. De getallen
zeggen ons niets. Bovendien kan nie
mand ze controleren.
Nog minder aangenaam is de poli
tieke propaganda, die niet alleen staat
afgedrukt op de affiches en de borden
op de gevels, maar ook klinkt uit de
luidsprekers die in de vele parken, die
Moskou rijk is, staan opgesteld. Nie
mand mag zich aan de invloed van de
propaganda kunnen onttrekken. Zo
krijgen de Russen kennis van de euvel
daden van het oorlogszuchtige westen.
Niet steeds is de nieuwsgeving middels
de plakkaten actueel. Aan de Marx
prospekt, een bekende laan, zag ik een
bord van 2x3 meter, waarop de kolo
niale mogendheid Nederland werd ver
weten de bevolking van Nieuw Guinea
uit te zuigen!
Geen sensatiepers
Er wordt voor gezorgd dat Russen
geen lectuur uit het Westen on
der ogen krijgen. De „internationale"
courantenkiosk in ons hotel heeft
slechts kranten en tijdschriften uit Rus
land en de satellietstaten. Boeken zijn
goedkoop in de Sowjet-Unie en ieder
een leest. Zelfs in de metro en op straat
lopen ze te lezen en de boekenstalletjes
op straat zijn snel door hun voorraad
heen. Ook de verkoop van losse num
mers van de dagbladen „Prawda" en
„Izwestia" is enorm. De berichtgeving
in de kranten is wel heel anders dan
wij gewend zijn. De hoofdartikelen zijn
meestal letterlijke weergaven van
redevoeringen van partijfunctionarissen.
Verder vinden we reportages van oogst-
werkzaamheden en openingen van fa
brieken. Ongelukken, ook de meest ern
stige, hebben geen nieuwswaarde. Als
er een vliegtuig neerstort of een trein
ontspoort, komt niemand dat te weten.
Ook het ontbreken van advertenties
maakt een merkwaardige indruk. Mede
door dit laatste is de „Prawda" slechts
vier bladzijden groot, kleiner dus dan
deze Texelse Courant!
door
Harry de Graaf
De oplaag is echter enorm. In de
drukkerij van het blad in Moskou werd
mij verteld, dat daar slechts een ge
deelte van de oplaag wordt afgedrukt.
Om de krant snel tot in alle hoeken
van Aziatisch Rusland te kunnen laten
verschijnen, worden matrijzen vervaar-
met een typisch Russisch accent. Het
vrouwtje voelde zich waarschijnlijk
zeer gelukkig in de Sowjet-Unie en
trachtte haar sympathieke gevoelens je
gens de staat op ons over te dragen.
Ze schetste de wereldsituatie waarin
een immer voor de vrede strijdende
Sowjet-Unie zich geplaatst zag tegen
over een aantal landen, dat er anders
over dacht. „Maar we hebben toch de
vrede nódig!" riep ze met schitterende
ogen. Kennelijk had het vrouwtje ver
wacht dat we nu zouden applaudiseren.
Het bleef echter stil en daarom gooide
ze het over een andere boeg. Holland
vond ze fantastisch, zei ze. Ze had ge
hoord, dat het een hardwerkend land
was vol goedwillende mensen, die ook
naar de vrede streefden. Maar nu hield
ze op met spreken en gaf het woord aan
een andere dame, die inmiddels was
binnengekomen en uitstekend Neder
lands sprak. Ze verklaarde lerares Ne
derlands te zijn aan de Rfaskouse staats
universiteit. Enkele studenten, die o.a.
Nederlands studeerden waren met haar
meegekomen en werden voorgesteld.
We mochten vragen stellen. We infor
meerden waarom deze Russen Neder
lands studeerden. Wat heeft een Rus
nu aan Nederlands? Een der studenten
mocht antwoorden. De student staarde
een tijdje verlegen voor zich uit en
leek het zelf met eens te weten Na
overleg met de lerares vertelde hij dat
hij Nederlands uit taalkundig oogpunt
zeer interessant vond. Het antwoord
bevredigde ons weinig. Volgende vraag.
„Wat verdient de gemiddelde arbeider
in de Sowjet-Unie?" De lerares glim-
Bijcvnkomst in het „Vriendschapshuis" tc Moskou. Achter de microfoon de docente Neder
lands aan de Moskouse staatsuniversiteit. Op de achtergrond een viertal studenten
digd die met vliegtuigen naar de druk
kerijen worden gevlogen. De krant
wordt op deze wijze in verschillende
drukkerijen gedrukt en van daaruit
verspreid In de „Prawda" vindt men
geen uitgebreide artikelen over landen
buiten het communistische blok. Ook
krijgt de gewone man met de gelegen
heid zijn neus buiten de socialistische
vredesstaat te steken. Bepaalde mensen
kan men het visum moeilijk weigeren.
Dat zijn de Sowjet-burgers, die de naam
van de Sowjet-Unie naar buiten groot
moeten maken zoals sportlieden, musici,
dansers. Bijzonder onaangenaam moet
het voor de regeerders zijn te consta
teren, dat 'het af en toe voorkomt,
dat deze overigens voor „politiek be
trouwbaar" doorgaande mensen in het
buitenland politiek asiel vragen en niet
meer terugkeren.
Ilct Vriendschapshuis
Toch werd gepoogd ons een andere
lezing van deze zaak te geven. Dat ge
beurde in het „Vriendschapshuis", een
voormalig koopmanshuis ergens in Mos
kou, waar zoals men ons vertelde,
buitenlandse gasten elkaar ontmoeten
om op deze wijze de vrede en vriend
schap te bevorderen. Vanuit het Vriend
schapshuis wordt de wereldwijde orga
nisatie van verenigingen voor Vrien
den van de Sowjet-Unie geïnspireerd.
In de meeste landen bevinden zich deze
verenigingen. De vereniging Nederland-
USSR is er één van. In een zaaltje van
het gebouw werden we verwelkomd
door een vriendelijke heer, die herhaal
delijk verklaarde, dat we alles mochten
vragen over de Sowjet-Unie We wer
den voorgesteld aan een klein spichtig
vrouwtje dat zowaar Nederlands bleek
te spreken, tamelijk goed zelfs, zij het
lachte. Nu kon ze praten. En ze rede
neerde minstens een kwartier over de
omstandigheden, waaronder de arbei
der werkte, hoe goedkoop men een huis
kon huren ('13 kopeken per m2) en wat
men moest betalen aan centrale ver
warming en belasting. Na dat kwartier
wisten we nóg niet hoeveel de arbeider
na verdiende. Eindelijk kwam het er
uit: dertig roebel per week. Niet veel,
maar toch ook niet zo héél erg weinig
als men bedenkt dat met elektriciteit,
gas, waterleiding, huishuur en belas
tingen slechts geringe bedragen gepaard
gaan In een kwartier tijd waren de
toehoorders overtuigd: de arbeider in
de Sowjet-Unie heeft het zo slecht nog
niet! Op een vraag of het waar is dat
Russen, die naar het buitenland willen,
geen visum krijgen, werd ontkennend
geantwoord. De Russen krijgen van hun
regering wel een uitreisvisum, maar
door de westelijke landen wordt een
inreisvisum niet afgegeven! Dat dit een
pertinente leugen is, bleek mij later,
toen ik gesprekken had met Russen,
die verschillende malen hadden ge
poogd een vakantie in het Westen door
te brengen.
Winkelen in een
brandschone stad
Na meer dan twee uur kwam er een
einde aan de bijeenkomst, maar „het
eenmaal gesmede contact" moest nog
even gehandhaafd blijven. De studen
ten kwam in actie en begeleidden ons
gedurende een wandeling door de stad
bij welke gelegenheid ze hun Neder
lands konden oefenen. Ik werd verge
zeld door een zekere Andreas Gretjoe-
din, die onmiddellijk zijn adres o.p een
papiertje krabbelde en het ruilde voor
mijn adres. Zeer benijd werd hij door
door Henk van Heeswijk
35. „Gaat u dan maar weer zitten". Hij
nam een velletje papier, dat hij voor
zich had liggen in de handen en bekeek
het. Daarna hield hij het omhoog, zodat
Karei het goed zien kon en vroeg: „Dit
papiertje heeft men in uw kamer op uw
schrijftafel gevonden. Natuurlijk kunt
u daarvoor een een aannemelijke ver
klaring geven, nietwaar?"
Karei bekeek het en herkende het
kladje, waarop hij een becijfering had
gemaakt, nadat Stien het balletje op
gegooid had van zelf te beginnen. Hij
had toen drie cijferreeksen naast elkaar
geplaatst met een volgnummer er bo
ven; 1, 2 en 3. Bedoeld was: beginka
pitaal, te maken eerste onkosten en de
derde kolom bevatte de eventuele aan
koopbedragen. Een ruwe becijfering,
wat hij nodig zou hebben om te kunnen
starten met een bescheiden aantal arti
kelen.
Hij knikte. „Inderdaad kan ik hier
voor een aannemelijke verklaring ge
ven, als ik wil".
De man keek geïnteresseerd. „Mooi.
Steekt u dan maar van wal".
Karei schudde, zijn hoofd. „Ik zei: als
ik wil. Maar ik wil niet, ziet u?"
„Dat is dan erg dom, meneer Welse-
naar".
„Meneer, ik weet niet wie u bent, en
het interessant me op het ogenblik ook
beslist niet. De naaste toekomst zal
wel uitmaken, wie er van ons beiden
domme dingen doet, om het maar heel
zacht uit te drukken. Al probeert u mij
nu een bepaalde rol op te dringen, het
ligt aan mij, of ik die al of niet wil
9pelen".
De ander ging hierop niet in, maar
legde het papiertje neer en nam een
brief in handen „Ik heb hier een schrij
ven, dat u als aangetekende zending
hebt ontvangen. Een ontslagverlening
van een firma Ganzevoort in Uchelen.
Daarin wordt u meegedeeld, dat u met
onmiddellijke ingang bent ontslagen als
vertegenwoordiger van deze firma. Een
grond, een reden voor dit ontslag wordt
in de brief niet genoemd. Meneer Wel-
senaar, waarom bent u bij die firma op
staande voet ontslagen?"
Karei wees met een handbeweging
naar het toestel en zei: „Meneer, belt U
die firma op. Dan kunt u het wellicht
te weten komen".
De ondervrager haalde zijn schou
ders op. „We willen zo min mogelijk
mensen in deze zaak betrekken, waar
om zouden we? Vertelt u me de reden
van het ontslag".
„Heeft dat wat met die schilderijen
diefstal te maken?"
„Misschien. Het is helemaal niet on
mogelijk". Hij bekeek de brief. „Dit is
min of meer oneervol ontslag. Was
daarvoor een reden, meneer Welsenaar?
„Dat was er zeer beslist niet, meneer.
Absoluut niet".
„En u hebt dat zo maar geaccepteerd?"
Karei knikte. „Inderdaad. Ik heb dat
geaccepteerd. Ik heb meneer Ganze
voort niet nodig".
„Waar hebt u sinds dat ontslag ge
werkt?"
„Bij niemand. Ik ben nog steeds zon
der emplooi. Vandaar dat Stien.dat
meisje in het restaurant van de Hoge
Veluwe, waarmee ik omgang heb, me
adviseerde voor mezelf te beginnen. Dat
advies gaf ze me gistermiddag in het
restaurant. Ik dacht er over na en nam
toen een blaadje papier, waarop ik een
ruwe becijfering ging maken. Daar ligt
dat blaadje, meneer. U hebt het in mijn
kamer thuis gevonden".
„Zo, zo". De man nam het bewuste
velletje nog eens in handen en bekeek
de cijfers. „En wat betekenen die ge
tallen?"
„Ik kan het u wel vertellen, maar
veel zult u er niet van begrijpen. Laten
we zeggen: beginkapitaal in de eerste
kolom, bepaalde onkosten in de tweede
en aankoopbedragen op de derde rij.
Maar, zoals ik al zei: dit was nog maar
een eerste, ruwe schets. Om te kijken,
of er mogelijkheden in zitten".
„Zitten die er in, volgens u?"
Karei knikte. „Zeer zeker. Het idee
van Stien is niet gek".
De man dacht na. „Hebt u vrienden,
meneer Welsenaar?"
Hij schudde ziin hoofd. „Nee, ik ben
een eenzaam mens. Erg op mezelf. In
het verleden had ik wel een kameraad,
maar die is al een paar jaar getrouwd".
„Om nog even op dat ontslag terug
te komen, meneer Welsenaar. Volgens
u was daarvoor geen reden. Hoe lang
was u in dienst van die firma?"
„Enige jaren".
„Welke oorzaak was er volgens u?
„Mijnheer, in de eerste plaats zou dat
drogen in met Purolpoederf i.60enfi.-
een lang verhaal worden en in de
tweede plaats zoudt u me toch niet
geloven Laten we zeggen: een rancune
maatregel. Maar als u de heer Ganze
voort aan de telefoon krijgt dan zal hij
dat beslist ontkennen en een heel an
dere oorzaak vertellen".
„Het klinkt allemaal erg geheim
zinnig. Kunt u niet in bijzonderheden
treden?"
Karei zuchtte. „Als u er op staat. Ook
in dit opzicht heb ik niets te verber
gen. Goed. Ik zal het u vertellen en
dan moet u zelf maar conclusies trek
ken". En Karei verhaalde van de uit
nodigingen om te blijven eten, van de
kennismaking met vrouw en dochter,
van het idee, dat Ganzevoort hem
waarschijnlijk wel als schoonzoon zou
accepteren. Vervolgens van de ruzie, die
hij met twee klanten had gehad en
waarover deze klanten zich via de tele
foon hadden beklaagd bij de heer Gan
zevoort. Tenslotte de afspraak op de
bewuste vrijdagavond en het ongeluk,
zoals Karei het noemde, waardoor hij
enkele dagen in het ziekenhuis ver
toefd had. „En. meneer, in het zieken
huis kreeg ik de ontslagbrief van mijn
vader, toen hij me bezocht. En later,
toen ik bij andere firma's solliciteerde,
kreeg men van de heer Ganzevoort
steevast te horen, dat ik wegens bruta
liteit tegen de klanten ontslagen was.
Als dat de werkelijke oorzaak was,
waarom heeft hij me toen niet meteen
ontslagen? Waarom eerst een paar we
ken later?"
„Ja, dat weet ik evenmin", antwoord
de de man en Karei voelde aan, dat de
man aan de andere kant van het bu
reau niet al te veel van zijn resumé ge
loofde.
VRIJDAG 4 OKTOBER 1963
de anderen toen ik hem een ballpoint
cadeau gaf! (Ik had er heel wat mee
genomen). Andreas was gaarne bereid
me te helpen bij het uitzoeken van wat
gramofoonplaten in het warenhuis
GOEM aan het Rode Plein. Hij ver
taalde het voor ons onbegrijpelijke Rus
sische schrift van de aan de wand aan
gekondigde titels en ik had maar op te
geven wat ik wenste. Met 12 grote 30
cm. platen in de tas vertrokken we
weer. Het had niet meer dan 5 roebel
gekost twintig gulden! Het kostte
moeite in een ander deel van het om
vangrijke warenhuis een aardig souve
nir te kopen. Toen het uiteindelijk
lukte, had ik lang in de rij moeten
wachten. Vaker heb ik in de Sowjet-
Unie wachtende mensen gezien, meestal
voor levensmiddelenwinkels. Alles is
nog schaars in Rusland. Bovendien
functioneert de centraal geregelde be
voorrading van de staatswinkels niet
altijd even best. De huisvrouw neemt
het zekere voor het onzekere en tracht
zoveel mogelijk tegelijk van een be
paald artikel in te kopen
Kasregisters ziet men in de winkels
weinig. Telramen des te meer. Alle
winkels bedienen er zich van, wanneer
ze de klant voorrekenen hoeveel hij
schuldig is. De winkels zijn overigens
niet te vergelijken met wat wij op dat
gebied kennen. Alles is heel sober en
grauw. Niets heeft men gedaan om de
zaak wat op te fleuren. Het bekende
bordje in onze levensmiddelenzaken
„Gelieve Uw hond aan de lijn te hou
den" ziet men in de Sowjet-Unie ner
gens, omdater geen honden zijn.
Gedurende de achttien dagen die ik in
de Sowjet-Unie heb doorgebracht, heb
ik één hond gezien en die was waar
schijnlijk van een buitenlander.
Waarschijnlijk is de afwezigheid van
huisdieren te wijten aan het feit, dat
men er geen plaats voor heeft. De wo
ningnood is in Rusland schrikbarend.
Een belangrijk bezwaar tegen honden is
ook, dat ze de straten plegen
te bevuilen wanneer ze worden uitge
laten. Bij ons kijkt men niet zo krap,
maar in de Sowjet-Unie zijn de straten
brandschoon. De wandelaars gooien
hun sigaretten en andere afval in de
rijkelijk aanwezige vuilnistonnen en 's
avends zorgen grote scharen vrouwen
met bezems er voor dat ook het stof nog
van het wegdek verdwijnt. De vrou
wenarbeid is iets waaraan een toerist
in de Sowjet-Unie met moeite went.
Het is een vreemd gezicht in de indus
trie even veel mannen als vrouwen te
zien werken, vrouwen die even zwaar
en vuil werk verrichten als hun manne
lijke collega's. Ik heb vrouwen met
smeedhamers zien beuken op gloeiend
ijzer en langs de spoorwegen heb ik ze
zien sleutelen en monteren. Tijdens een
treinreis door Rusland zie je langs de
rails vrouwen staan die als levende
seinpaal fungeren. Met een opgerold
geel vlaggetje geven ze aan of de trein
kan doorrijden of niet.
kunt u DIREKT doen door het sluiten van een
PERSOONLIJKE LENING
NIEUW SUCCES VOOR
TEXELS GEITENDEKSTATION
Vorig jaar werd de op Texel gesta
tioneerde stamboekbok Wolter H 53 op
de keuring te Alkmaar kampioen.
Met grote voldoening kunnen wij
thans melden, dat ook de stamboekbok
Zodiac H 84, welke in het afgesloten
seizoen dienst deed, vorige week in
Alkmaar het kampioenschap behaalde!
Mede door dit opmerkelijke succes
heeft de heer H. Spigt, bij wie, zoals
bekend, de leiding van het Geitendek-
station in Spang berust, zich voor het
komende seizoen kunnen verzekeren
van een prima bok voor de oudere gei
ten en een even prima boklam voor de
halfjarige geitjes.
Wij wensen de heer Spigt van harte
veel succes met zijn dieren!
„Na uw ontslag", zo vervolgde de
man, „hebt u dus gesolliciteerd. Alle
maal in uw auto?"
„Inderdaad".
„En thuis kostgeld betaald, de benzine
bekostigd, uitjes gemaakt naar de Hog
Veluwe, verteringen in het restaurar
misschien nog wel eens een paar avon
jes uit met uw meisje, maar een int
men had u niet. Hoe financierde u I
allemaal?"
„Meneer, men is zo leuk aan
snuffelen geweest in mijn kamer. Wt
om heeft men dan mijn giroboek
niet nageplozen? Dan had u zich
vraag kunnen besparen".
„Dat hebben we gezien, meneer. I
even kijken.ruim veertienduiz
gulden saldo. Niet gek voor een ve
genwoordiger. En u hebt pas een n:
we V.W., nietwaar? In april geko
En. ja, hier heb ik het: contant
taald. Ook zo'n zesduizend gulden
nus een kleine tweeduizend voor
inruil van de oude. Veertien en vie
achttienduizend gulden. Mooie sc
geld voor een vertegenwoordiger,
allemaal verdiend met de verkoop vi
schriften, nietwaar? Vertel ons nu geel
sprookjes, meneer Welsenaar. We zijn
vanmorgen te weten gekomen, wat u dc
laatste paar jaar verdiende bij de firm
Ganzevoort. Het is een mooi salar
dat moet ik toegeven. Maar niet zove»
dat u daarvan in zes jaar tijds tw
auto's kunt kopen en nog veertiendui
zend overhouden. U hebt nog een bron
van inkomsten, meneer".
(Wordt vervolgd)