N.l V 1 B. De S>wjet-uniepolitiestaat vol records C t Herrie op de Hoge Veluwe ü®ï!Damp© Jeugdpuistjes EEDE VERING GROTE AANKOPEN SE zn TWEEDE BL TEXELSE COURANT De afwezi^ieid van bepaalde veelge vraagde artkëleA en het feit, dat iedere jonge Rus Enge-* leert spreken, hebben het kwaad' v111 zwartehandel zeer verbreid, liertallen keren ben ik in Moskou doorjonfielu^ aangeklampt, die eerst vroege1 °I ih Engels sprak, om zichtig om ^ich heen keken en me daarop meetroonden naar een bank in het park of achter een gebouw. Daar kwamen 2e snel ter zake. „Hebt U nylon sakken? Neen? Overhemd mis schien?" Om eens te zien wat er zou gebeuren, antwoordde ik de eerste keer bevestigend. Voor mijn overhemd bood iemand 20 roebel! Ik deed alsof ik blij verrast door dit geweldige aanbod, het kledingstuk ter plaatse uit wilde trek ken. Hij belette het me dit met een snelle beweging. „Police..!!" siste hij. Het mocht dus niet. Hij legde uit dat ik het overhemd in mijn hotel moest inpakken en het pakje op een afge sproken plaats tegen de overeengeko men som moest inwisselen. Ik voelde niets voor deze soesa, waarmee ik zelf wellicht moeilijkheden zou kunnen krijgen en zag van de transactie af. Een andere keer werd ik aangehou den door een 14-jarige jongen, die ver telde dat hij scholier was en veel be langstelling had voor Westerse kleding. Die belangstelling bleek duidelijk uit het feit, dat hij geen enkel Russisch kledingstuk aan zijn lichaam had. San dalen, rode (nylon) sokken, spijker broek, grofgebreide trui en.... een jack van Nederlandse makelij, vol gens het merkje in de kraag. Ik zei dat ik niet wilde handelen maar hij ging niet weg. Rap Engels keuvelend liep hij een tijdje met me op door de brede Gorkistraat en vertelde dat hij veel van Westerse kleding hield, omdat je daar door meer aanzien had bij je kamera den. De Russische mode vond hij zon der variatie, hoewel het de laatste ja ren al veel was verbeterd. Dat laatste kon ik met hem eens zijn. De oudere foto's hebben we de Moskovieten leren kennen als in lange zwarte jassen gaan de mensen, zonder uitzondering met petten op. Tegenwoordig kleedt men zich modieuzer maar de mode is altijd nog ongeveer vijf jaar ten achter bij het westen. Overal politic Dat de Sowjet-Unie ondanks de on miskenbare verlichting van de laatste jaren nog steeds een politiestaat is, waarin men doen en laten van iedere burger nauwlettend in het oog houdt, werd mij duidelijk bij een voorval dat zich op een andere avond afspeelde. Ik had kennis gemaakt met een jongeman, die van alles wilde weten over het Westen. Verbaasd was hij toen ik sprekende over prijzen en lonen hem als voorbeeld een ballpoint toonde en vertelde, dat die 15 kopeken kostte. Hij bekeek het eenvoudige plastic pennetje als of het van goud was. Ik vroeg of hij het wilde hebben. Hij lachte ongelovig. Nee, dat geluk zou hem nooit overko men. Zelden heb ik iemand zo blij ge zien toen ik hem het ding met een royaal gebaar cadeau gaf. Hij sloeg me enthousiast op de schouders, vergat zijn Engels en riep een reeks Russische woorden uit, waarvan ik alleen het „tovaritsji" (vriend) verstond. Plotse ling versomberde zijn gezicht. In het straatje was een man verschenen, die de jonge Rus van hoofd tot voeten op nam en zijn weg vervolgde. „Politie?" vroeg ik Hij knikte spijtig en gaf de balpen terug. In de overigens niet in uniform gestoken voorbijganger had de jongen een lid van de geheime politie vermoed, die ongetwijfeld had waarge nomen dat hij een ballpoint had ont vangen. Naderhand zou hij zeker wor den gegrepen en, als ze het voorwerp bij hem vonden, verdacht worden van zwarte handel En zwarthandelaars krijgen in de Sowjet-Unie de dood straf De spionerende portier Een student, waarmee ik had kennis gemaakt en die ik als aandenken een paar nylon sokken wilde schenken, accepteerde dit cadeau eerst nadat hij me door talrijke straatjes had meege troond naar een stille plek. Op het laatste ogenblik werd de ogenschijnlijke handel nog bijna verijdeld toen ik ont dekte dat we werden gevolgd. Snel sloegen we linksaf een zijstraat in en het stel sokken verwisselde van eige naar. De student schudde me dankbaar de handen en verdween ijlings. Terug lopende kwam ik de man tegen die ons had gevolgd. Ik was stomverbaasd, want.... het was de .portier van ons hotel, die mij voorbij had zien komen en de zaak niet had vertrouwd. Later vernam ik dat het als een grote ver dienste wordt aangemerkt wanneer burgerpersonen de politie een handje helpen.Het moet voor de Russen bijzonder kwellend zijn, te weten dat iedere burger een politieman kan zijn die een „staatsvijandig" gedrag kan rapporteren. Misschien ook weer niet zó erg, omdat de meeste Russen nooit anders hebben geweten. Uit de gesprek ken van vele mensen heb ik echter mogen afleiden, dat ze zich van deze gruwelijke situatie wel degelijk bewust zijn. Gelukkig verandert er de laatste jaren veel ten goede. De dagen van Stalin, tijdens welke men zelfs gevan gen kon worden gezet wanneer men geacht werd gevaarlijk te zijn voor de staat en deportaties aan de orde van de dag waren, zijn reeds lang voorbij. Hopelijk zet de gunstige ontwikkeling van de afgelopen tijd nog even door. Onder leiding van de charmante Calina en deel uitmakende van onze, uit verschillende politieke richting be staande delegatie, maken we kennis met de meer positieve kanten van de Sowjet-Unie. We worden naar de Staatsuniversiteit van Moskou gebracht, de grootste universiteit ter wereld, waar door 3000 leraren en professoren woidt gedoceerd. De lift brengt ons in enkele seconden naar de 36ste verdie ping van de wolkenkrabber, waarin zich 40.000 vertrekken bevinden, waar onder collegezalen, bibliotheken, musea en studentenverblijven. Het gebouw is zó rijkelijk voorzien van qverbodighe- den en versieringen, dat het weerzin wekkend wordt. Calina ratelt getallen op. Zoveel leerlingen, zoveel boeken, gemiddeld zus en gemiddeld zo, de meeste dit en het grootste dat. Een en kel cijfer mag interessant zijn; deze reeks laten we over eens heengaan. De Russen houden schijnbaar van cijfers, want langs de straten en wegen zien we ze bij duizenden. Meestal komen ze voor in een aanschouwelijke statistiek: Stij gende productiecijfers van allerhande zaken. Niet van gebruiksartikelen, maar vooral van staal, auto's, motoren, vlieg tuigen enz. De bedoeling van deze pro paganda is het volk in de vooruitgang te doen geloven, een vooruitgang, die echter ook zonder de levensgrote affi ches op de borden duidelijk wordt, wanneer je maar even buiten Moskou komt en daar de geweldige gloednieuwe fabriekscomplexen ziet. De getallen zeggen ons niets. Bovendien kan nie mand ze controleren. Nog minder aangenaam is de poli tieke propaganda, die niet alleen staat afgedrukt op de affiches en de borden op de gevels, maar ook klinkt uit de luidsprekers die in de vele parken, die Moskou rijk is, staan opgesteld. Nie mand mag zich aan de invloed van de propaganda kunnen onttrekken. Zo krijgen de Russen kennis van de euvel daden van het oorlogszuchtige westen. Niet steeds is de nieuwsgeving middels de plakkaten actueel. Aan de Marx prospekt, een bekende laan, zag ik een bord van 2x3 meter, waarop de kolo niale mogendheid Nederland werd ver weten de bevolking van Nieuw Guinea uit te zuigen! Geen sensatiepers Er wordt voor gezorgd dat Russen geen lectuur uit het Westen on der ogen krijgen. De „internationale" courantenkiosk in ons hotel heeft slechts kranten en tijdschriften uit Rus land en de satellietstaten. Boeken zijn goedkoop in de Sowjet-Unie en ieder een leest. Zelfs in de metro en op straat lopen ze te lezen en de boekenstalletjes op straat zijn snel door hun voorraad heen. Ook de verkoop van losse num mers van de dagbladen „Prawda" en „Izwestia" is enorm. De berichtgeving in de kranten is wel heel anders dan wij gewend zijn. De hoofdartikelen zijn meestal letterlijke weergaven van redevoeringen van partijfunctionarissen. Verder vinden we reportages van oogst- werkzaamheden en openingen van fa brieken. Ongelukken, ook de meest ern stige, hebben geen nieuwswaarde. Als er een vliegtuig neerstort of een trein ontspoort, komt niemand dat te weten. Ook het ontbreken van advertenties maakt een merkwaardige indruk. Mede door dit laatste is de „Prawda" slechts vier bladzijden groot, kleiner dus dan deze Texelse Courant! door Harry de Graaf De oplaag is echter enorm. In de drukkerij van het blad in Moskou werd mij verteld, dat daar slechts een ge deelte van de oplaag wordt afgedrukt. Om de krant snel tot in alle hoeken van Aziatisch Rusland te kunnen laten verschijnen, worden matrijzen vervaar- met een typisch Russisch accent. Het vrouwtje voelde zich waarschijnlijk zeer gelukkig in de Sowjet-Unie en trachtte haar sympathieke gevoelens je gens de staat op ons over te dragen. Ze schetste de wereldsituatie waarin een immer voor de vrede strijdende Sowjet-Unie zich geplaatst zag tegen over een aantal landen, dat er anders over dacht. „Maar we hebben toch de vrede nódig!" riep ze met schitterende ogen. Kennelijk had het vrouwtje ver wacht dat we nu zouden applaudiseren. Het bleef echter stil en daarom gooide ze het over een andere boeg. Holland vond ze fantastisch, zei ze. Ze had ge hoord, dat het een hardwerkend land was vol goedwillende mensen, die ook naar de vrede streefden. Maar nu hield ze op met spreken en gaf het woord aan een andere dame, die inmiddels was binnengekomen en uitstekend Neder lands sprak. Ze verklaarde lerares Ne derlands te zijn aan de Rfaskouse staats universiteit. Enkele studenten, die o.a. Nederlands studeerden waren met haar meegekomen en werden voorgesteld. We mochten vragen stellen. We infor meerden waarom deze Russen Neder lands studeerden. Wat heeft een Rus nu aan Nederlands? Een der studenten mocht antwoorden. De student staarde een tijdje verlegen voor zich uit en leek het zelf met eens te weten Na overleg met de lerares vertelde hij dat hij Nederlands uit taalkundig oogpunt zeer interessant vond. Het antwoord bevredigde ons weinig. Volgende vraag. „Wat verdient de gemiddelde arbeider in de Sowjet-Unie?" De lerares glim- Bijcvnkomst in het „Vriendschapshuis" tc Moskou. Achter de microfoon de docente Neder lands aan de Moskouse staatsuniversiteit. Op de achtergrond een viertal studenten digd die met vliegtuigen naar de druk kerijen worden gevlogen. De krant wordt op deze wijze in verschillende drukkerijen gedrukt en van daaruit verspreid In de „Prawda" vindt men geen uitgebreide artikelen over landen buiten het communistische blok. Ook krijgt de gewone man met de gelegen heid zijn neus buiten de socialistische vredesstaat te steken. Bepaalde mensen kan men het visum moeilijk weigeren. Dat zijn de Sowjet-burgers, die de naam van de Sowjet-Unie naar buiten groot moeten maken zoals sportlieden, musici, dansers. Bijzonder onaangenaam moet het voor de regeerders zijn te consta teren, dat 'het af en toe voorkomt, dat deze overigens voor „politiek be trouwbaar" doorgaande mensen in het buitenland politiek asiel vragen en niet meer terugkeren. Ilct Vriendschapshuis Toch werd gepoogd ons een andere lezing van deze zaak te geven. Dat ge beurde in het „Vriendschapshuis", een voormalig koopmanshuis ergens in Mos kou, waar zoals men ons vertelde, buitenlandse gasten elkaar ontmoeten om op deze wijze de vrede en vriend schap te bevorderen. Vanuit het Vriend schapshuis wordt de wereldwijde orga nisatie van verenigingen voor Vrien den van de Sowjet-Unie geïnspireerd. In de meeste landen bevinden zich deze verenigingen. De vereniging Nederland- USSR is er één van. In een zaaltje van het gebouw werden we verwelkomd door een vriendelijke heer, die herhaal delijk verklaarde, dat we alles mochten vragen over de Sowjet-Unie We wer den voorgesteld aan een klein spichtig vrouwtje dat zowaar Nederlands bleek te spreken, tamelijk goed zelfs, zij het lachte. Nu kon ze praten. En ze rede neerde minstens een kwartier over de omstandigheden, waaronder de arbei der werkte, hoe goedkoop men een huis kon huren ('13 kopeken per m2) en wat men moest betalen aan centrale ver warming en belasting. Na dat kwartier wisten we nóg niet hoeveel de arbeider na verdiende. Eindelijk kwam het er uit: dertig roebel per week. Niet veel, maar toch ook niet zo héél erg weinig als men bedenkt dat met elektriciteit, gas, waterleiding, huishuur en belas tingen slechts geringe bedragen gepaard gaan In een kwartier tijd waren de toehoorders overtuigd: de arbeider in de Sowjet-Unie heeft het zo slecht nog niet! Op een vraag of het waar is dat Russen, die naar het buitenland willen, geen visum krijgen, werd ontkennend geantwoord. De Russen krijgen van hun regering wel een uitreisvisum, maar door de westelijke landen wordt een inreisvisum niet afgegeven! Dat dit een pertinente leugen is, bleek mij later, toen ik gesprekken had met Russen, die verschillende malen hadden ge poogd een vakantie in het Westen door te brengen. Winkelen in een brandschone stad Na meer dan twee uur kwam er een einde aan de bijeenkomst, maar „het eenmaal gesmede contact" moest nog even gehandhaafd blijven. De studen ten kwam in actie en begeleidden ons gedurende een wandeling door de stad bij welke gelegenheid ze hun Neder lands konden oefenen. Ik werd verge zeld door een zekere Andreas Gretjoe- din, die onmiddellijk zijn adres o.p een papiertje krabbelde en het ruilde voor mijn adres. Zeer benijd werd hij door door Henk van Heeswijk 35. „Gaat u dan maar weer zitten". Hij nam een velletje papier, dat hij voor zich had liggen in de handen en bekeek het. Daarna hield hij het omhoog, zodat Karei het goed zien kon en vroeg: „Dit papiertje heeft men in uw kamer op uw schrijftafel gevonden. Natuurlijk kunt u daarvoor een een aannemelijke ver klaring geven, nietwaar?" Karei bekeek het en herkende het kladje, waarop hij een becijfering had gemaakt, nadat Stien het balletje op gegooid had van zelf te beginnen. Hij had toen drie cijferreeksen naast elkaar geplaatst met een volgnummer er bo ven; 1, 2 en 3. Bedoeld was: beginka pitaal, te maken eerste onkosten en de derde kolom bevatte de eventuele aan koopbedragen. Een ruwe becijfering, wat hij nodig zou hebben om te kunnen starten met een bescheiden aantal arti kelen. Hij knikte. „Inderdaad kan ik hier voor een aannemelijke verklaring ge ven, als ik wil". De man keek geïnteresseerd. „Mooi. Steekt u dan maar van wal". Karei schudde, zijn hoofd. „Ik zei: als ik wil. Maar ik wil niet, ziet u?" „Dat is dan erg dom, meneer Welse- naar". „Meneer, ik weet niet wie u bent, en het interessant me op het ogenblik ook beslist niet. De naaste toekomst zal wel uitmaken, wie er van ons beiden domme dingen doet, om het maar heel zacht uit te drukken. Al probeert u mij nu een bepaalde rol op te dringen, het ligt aan mij, of ik die al of niet wil 9pelen". De ander ging hierop niet in, maar legde het papiertje neer en nam een brief in handen „Ik heb hier een schrij ven, dat u als aangetekende zending hebt ontvangen. Een ontslagverlening van een firma Ganzevoort in Uchelen. Daarin wordt u meegedeeld, dat u met onmiddellijke ingang bent ontslagen als vertegenwoordiger van deze firma. Een grond, een reden voor dit ontslag wordt in de brief niet genoemd. Meneer Wel- senaar, waarom bent u bij die firma op staande voet ontslagen?" Karei wees met een handbeweging naar het toestel en zei: „Meneer, belt U die firma op. Dan kunt u het wellicht te weten komen". De ondervrager haalde zijn schou ders op. „We willen zo min mogelijk mensen in deze zaak betrekken, waar om zouden we? Vertelt u me de reden van het ontslag". „Heeft dat wat met die schilderijen diefstal te maken?" „Misschien. Het is helemaal niet on mogelijk". Hij bekeek de brief. „Dit is min of meer oneervol ontslag. Was daarvoor een reden, meneer Welsenaar? „Dat was er zeer beslist niet, meneer. Absoluut niet". „En u hebt dat zo maar geaccepteerd?" Karei knikte. „Inderdaad. Ik heb dat geaccepteerd. Ik heb meneer Ganze voort niet nodig". „Waar hebt u sinds dat ontslag ge werkt?" „Bij niemand. Ik ben nog steeds zon der emplooi. Vandaar dat Stien.dat meisje in het restaurant van de Hoge Veluwe, waarmee ik omgang heb, me adviseerde voor mezelf te beginnen. Dat advies gaf ze me gistermiddag in het restaurant. Ik dacht er over na en nam toen een blaadje papier, waarop ik een ruwe becijfering ging maken. Daar ligt dat blaadje, meneer. U hebt het in mijn kamer thuis gevonden". „Zo, zo". De man nam het bewuste velletje nog eens in handen en bekeek de cijfers. „En wat betekenen die ge tallen?" „Ik kan het u wel vertellen, maar veel zult u er niet van begrijpen. Laten we zeggen: beginkapitaal in de eerste kolom, bepaalde onkosten in de tweede en aankoopbedragen op de derde rij. Maar, zoals ik al zei: dit was nog maar een eerste, ruwe schets. Om te kijken, of er mogelijkheden in zitten". „Zitten die er in, volgens u?" Karei knikte. „Zeer zeker. Het idee van Stien is niet gek". De man dacht na. „Hebt u vrienden, meneer Welsenaar?" Hij schudde ziin hoofd. „Nee, ik ben een eenzaam mens. Erg op mezelf. In het verleden had ik wel een kameraad, maar die is al een paar jaar getrouwd". „Om nog even op dat ontslag terug te komen, meneer Welsenaar. Volgens u was daarvoor geen reden. Hoe lang was u in dienst van die firma?" „Enige jaren". „Welke oorzaak was er volgens u? „Mijnheer, in de eerste plaats zou dat drogen in met Purolpoederf i.60enfi.- een lang verhaal worden en in de tweede plaats zoudt u me toch niet geloven Laten we zeggen: een rancune maatregel. Maar als u de heer Ganze voort aan de telefoon krijgt dan zal hij dat beslist ontkennen en een heel an dere oorzaak vertellen". „Het klinkt allemaal erg geheim zinnig. Kunt u niet in bijzonderheden treden?" Karei zuchtte. „Als u er op staat. Ook in dit opzicht heb ik niets te verber gen. Goed. Ik zal het u vertellen en dan moet u zelf maar conclusies trek ken". En Karei verhaalde van de uit nodigingen om te blijven eten, van de kennismaking met vrouw en dochter, van het idee, dat Ganzevoort hem waarschijnlijk wel als schoonzoon zou accepteren. Vervolgens van de ruzie, die hij met twee klanten had gehad en waarover deze klanten zich via de tele foon hadden beklaagd bij de heer Gan zevoort. Tenslotte de afspraak op de bewuste vrijdagavond en het ongeluk, zoals Karei het noemde, waardoor hij enkele dagen in het ziekenhuis ver toefd had. „En. meneer, in het zieken huis kreeg ik de ontslagbrief van mijn vader, toen hij me bezocht. En later, toen ik bij andere firma's solliciteerde, kreeg men van de heer Ganzevoort steevast te horen, dat ik wegens bruta liteit tegen de klanten ontslagen was. Als dat de werkelijke oorzaak was, waarom heeft hij me toen niet meteen ontslagen? Waarom eerst een paar we ken later?" „Ja, dat weet ik evenmin", antwoord de de man en Karei voelde aan, dat de man aan de andere kant van het bu reau niet al te veel van zijn resumé ge loofde. VRIJDAG 4 OKTOBER 1963 de anderen toen ik hem een ballpoint cadeau gaf! (Ik had er heel wat mee genomen). Andreas was gaarne bereid me te helpen bij het uitzoeken van wat gramofoonplaten in het warenhuis GOEM aan het Rode Plein. Hij ver taalde het voor ons onbegrijpelijke Rus sische schrift van de aan de wand aan gekondigde titels en ik had maar op te geven wat ik wenste. Met 12 grote 30 cm. platen in de tas vertrokken we weer. Het had niet meer dan 5 roebel gekost twintig gulden! Het kostte moeite in een ander deel van het om vangrijke warenhuis een aardig souve nir te kopen. Toen het uiteindelijk lukte, had ik lang in de rij moeten wachten. Vaker heb ik in de Sowjet- Unie wachtende mensen gezien, meestal voor levensmiddelenwinkels. Alles is nog schaars in Rusland. Bovendien functioneert de centraal geregelde be voorrading van de staatswinkels niet altijd even best. De huisvrouw neemt het zekere voor het onzekere en tracht zoveel mogelijk tegelijk van een be paald artikel in te kopen Kasregisters ziet men in de winkels weinig. Telramen des te meer. Alle winkels bedienen er zich van, wanneer ze de klant voorrekenen hoeveel hij schuldig is. De winkels zijn overigens niet te vergelijken met wat wij op dat gebied kennen. Alles is heel sober en grauw. Niets heeft men gedaan om de zaak wat op te fleuren. Het bekende bordje in onze levensmiddelenzaken „Gelieve Uw hond aan de lijn te hou den" ziet men in de Sowjet-Unie ner gens, omdater geen honden zijn. Gedurende de achttien dagen die ik in de Sowjet-Unie heb doorgebracht, heb ik één hond gezien en die was waar schijnlijk van een buitenlander. Waarschijnlijk is de afwezigheid van huisdieren te wijten aan het feit, dat men er geen plaats voor heeft. De wo ningnood is in Rusland schrikbarend. Een belangrijk bezwaar tegen honden is ook, dat ze de straten plegen te bevuilen wanneer ze worden uitge laten. Bij ons kijkt men niet zo krap, maar in de Sowjet-Unie zijn de straten brandschoon. De wandelaars gooien hun sigaretten en andere afval in de rijkelijk aanwezige vuilnistonnen en 's avends zorgen grote scharen vrouwen met bezems er voor dat ook het stof nog van het wegdek verdwijnt. De vrou wenarbeid is iets waaraan een toerist in de Sowjet-Unie met moeite went. Het is een vreemd gezicht in de indus trie even veel mannen als vrouwen te zien werken, vrouwen die even zwaar en vuil werk verrichten als hun manne lijke collega's. Ik heb vrouwen met smeedhamers zien beuken op gloeiend ijzer en langs de spoorwegen heb ik ze zien sleutelen en monteren. Tijdens een treinreis door Rusland zie je langs de rails vrouwen staan die als levende seinpaal fungeren. Met een opgerold geel vlaggetje geven ze aan of de trein kan doorrijden of niet. kunt u DIREKT doen door het sluiten van een PERSOONLIJKE LENING NIEUW SUCCES VOOR TEXELS GEITENDEKSTATION Vorig jaar werd de op Texel gesta tioneerde stamboekbok Wolter H 53 op de keuring te Alkmaar kampioen. Met grote voldoening kunnen wij thans melden, dat ook de stamboekbok Zodiac H 84, welke in het afgesloten seizoen dienst deed, vorige week in Alkmaar het kampioenschap behaalde! Mede door dit opmerkelijke succes heeft de heer H. Spigt, bij wie, zoals bekend, de leiding van het Geitendek- station in Spang berust, zich voor het komende seizoen kunnen verzekeren van een prima bok voor de oudere gei ten en een even prima boklam voor de halfjarige geitjes. Wij wensen de heer Spigt van harte veel succes met zijn dieren! „Na uw ontslag", zo vervolgde de man, „hebt u dus gesolliciteerd. Alle maal in uw auto?" „Inderdaad". „En thuis kostgeld betaald, de benzine bekostigd, uitjes gemaakt naar de Hog Veluwe, verteringen in het restaurar misschien nog wel eens een paar avon jes uit met uw meisje, maar een int men had u niet. Hoe financierde u I allemaal?" „Meneer, men is zo leuk aan snuffelen geweest in mijn kamer. Wt om heeft men dan mijn giroboek niet nageplozen? Dan had u zich vraag kunnen besparen". „Dat hebben we gezien, meneer. I even kijken.ruim veertienduiz gulden saldo. Niet gek voor een ve genwoordiger. En u hebt pas een n: we V.W., nietwaar? In april geko En. ja, hier heb ik het: contant taald. Ook zo'n zesduizend gulden nus een kleine tweeduizend voor inruil van de oude. Veertien en vie achttienduizend gulden. Mooie sc geld voor een vertegenwoordiger, allemaal verdiend met de verkoop vi schriften, nietwaar? Vertel ons nu geel sprookjes, meneer Welsenaar. We zijn vanmorgen te weten gekomen, wat u dc laatste paar jaar verdiende bij de firm Ganzevoort. Het is een mooi salar dat moet ik toegeven. Maar niet zove» dat u daarvan in zes jaar tijds tw auto's kunt kopen en nog veertiendui zend overhouden. U hebt nog een bron van inkomsten, meneer". (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1963 | | pagina 3