Texelaars zagen stereoscopie
Twee historische gedichten over
het Bossie
BRIGADIER PIET EN DE SEMÏ-PROF
m
Boeiende demonstratie voor 't Nut
lllPwft
DERDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 8 NOVEMBER 1963
Vrijdagavond hebben de leden van het Nufsdepartement Texel en de leden
van de fotoclub „De Kiekendief" genoten van een demonstratie over ste
reoscopie. De avond werd verzorgd door de heer De Wijs en zijn zoon. De
heer De Wijs, die deze leerrijke demonstratie verzorgde in opdracht van het
Nederlands Instituut voor Culturele Voorlichting is voor de leden van het de
partement Texel geen onbekende. Ook deze eerste keer in het seizoen was het
gebcdene niet teleurstellend. Integendeel: Het was bijzonder verrassend op deze
wijze kennis te nemen van stcreofonisch geluid en stereoscopische beelden.
De heer De Wijs gaf op aanschouwe
lijke wijze een uiteenzetting over het
begrip stereo. Hij legde uit dat de ge
luidsweergave van de beste radiotoes
tellen en gramofoons doorgaans monou-
raal is, waardoor toch nooit de werke
lijkheid kan worden nagebootst. Reeds
uit het feit, dat mensen en dieren twee
oren hebben kan worden afgeleid dat
dit dient om de richting van het ont
vangen geluid te kunnen bepalen. Een
bepaald geluid treft wanneer het uit
een richting komt, eerst het ene oor
en een oenblik later het andere. Uit dit
zeer kleine tijdsverschil maakt men on
bewust de richting van het geluid op.
Als men een stereofonische geluidsop
name wil maken, moet men gebruik
maken van twee „oren" oftewel micro
foons. Elke microfoon moet het eigen
opgevangen geluid overbrengen op een
band of een plaat. Beide opnamen moe
ten nu tegelijk worden afgedraaid, ter
wijl de luidsprekers van de weergave-
apparatuur in verschillende hoeden van
het vertrek staan Eerst dan horen we
een echte stereo-opname. De heer De
Wijs noemde de zg. stereo-radio's be
drog. Daarmee wordt slechts stereo ge
suggereerd, omdat de luidsprekers uit
elkaar staan, zo meende hij. Stereo
radio-ontvangst bestaat niet! Deze me
ning frappeerde ons wel, aangezien we
meenden dat juist in Nederland wordt
gewerkt aan stereo-radiozenders, ter
wijl de benodigde radiotoestellen reeds
te koop zijn!
Veel lawaai
De kopjes koffie trilden op de tafel-
tjeg in de grote zaal van hotel „De
Lindebocm-Texel", waar de demonstra
tie werd gehouden toen enkele stereo
opnamen ten gehore werden gebracht.
V/e hoorden dieseltreinen en stoomloco
motieven voorbijdenderen, terwijl ook
angstig echt klinkende dierengeluiden
door de ruimte klonken. Natuurlijk
werd de muziek niet vergeten. Niet al
leen het populaire genre bleek zeer
goed tot zijn recht te komen, maar ook
muziek die de heer De Wijs ten onrechte
als klassieke mu2iek aankondigde, deed
het goed. Het instrumentarium dat
vader en zoon De Wijs naar Texel had
den overgebracht, mocht er dan ook
Plastische beelden
Nu was de beurt aan stereoscopische
beelden. Om het contrast goed uit te
laten komen, projecteerde de heer De
Wijs een aantal „gewone" kleurendia's,
die echter zeer goed te noemen waren.
Een serie van ca. 30 plaatjes, voor het
grootste deel in de vroege ochtend ge
nomen, bracht ons in de koele sfeer
van de nieuwe morgen, een indruk, die
nog werd versterkt door de geluids-
omlijsting die bestond uit Griegs „Mor-
genstimmung".
Van tevoren had de heer De Wijs jr.
een uiteenzetting gegeven over de tech
niek van de stereoprojectie. Ook hier
kan men de biologie als voorbeeld ne
men. Mensen en dieren hebben twee
ogen nodig om de diepte te kunnen
zien in de beelden. Met een oog is dit
onmogelijk en ziet men slechts breedte
en hoogte. Wanneer men een stereo
opname wil maken, moet gebruik wor
den gemaakt van een camera, die voor
zien is van twee lenzen. Tegelijk wor
den twee beelden opgenomen, die iets
verschillen, omdat de hoek waaruit ze
zijn genomen anders is. De op deze
wijze opgenomen kleurdia moet nu
worden geprojecteerd in een projector
met twee lenzen, zodat ook twee beel
den door elkaar op het scherm verschij
nen Nu ziet men nog geen stereo,
want het is nodig, dat het ene oog het
ene beeld ziet en het andere oog het
andere. Als geen speciale voorziening is
getroffen, zien beide ogen beide beelden
en ziet men dus dubbel. Een oplossing
voor dit probleem kwam toen men het
polarisatiefilter uitvond. Zo'n filter
heeft de eigenschap het licht voor een
deel tegen te houden. Er zijn n.l. twee
soorten licht in de natuur. Wanneer
men nu het ene dia met het ene soort
licht projecteerd en het andere met de
stralen van andere aard, heeft men een
scheiding bewerkstelligd. Wanneer de
toeschouwers een polarisatiebril opzet-
dat het ene oog het ene beeld en het
ten, waarvan de glazen zo zijn ingesteld
andere oog het andere beeld kan zien,
dan zijn alle moeilijkheden uit de weg
geruimd en ziet men plastische beelden.
Brillen op
Het was dus nodig dat alle aanwezi
gen werden voorzien van zo'n polari
satiebril. Een ogenblik later kon men
bij het zien van de eerste beelden diep
onder de indruk komen van deze wer
kelijkheidsgetrouwe weergave. De heer
De Wijs toonde een reeks stereodia's
van allerlei aard. Na de pauze zagen de
toeschouwers zelfs een compleet stereo
beeldverhaal.
Na afloop vertolkte de heer Broeke-
ma, voorzitter van het Nutsdepartement
Texel de dankbare gevoelens van alle
aanwezigen. Gezegd kan worden dat het
Nut bijzonder gelukkig is gestart met
deze avond, die zeer de aandacht heeft
getrokken.
VAN DE RIJKSLANDBOUW-
VOORLICHTINGSDIENST
DE SCHAPENPROEVEN
(Vervolg)
Nadat reeds in 1962 op het bedrijf
van de heer W. H. Bakker een proef
was genomen, waarbij ooien met 2 lam
meren werden geweid op percelen met
veel stikstof en zonder krachtvoer,
werd hiermee in 1963 doorgegaan. In
dit artikeltje beschrijven we de proef
op het bedrijf van de heer Jn. Huisman,
„Berkhoeve".
Het proefperceel
Beschikbaar was een perceel van
plm. 1.30 ha. nieuw ingezaaid grasland.
Dit perceel werd in twee stukken ver
deeld van resp. 0.70 ha. en 0.60 ha. Het
gedeelte van 0.70 ha. noemen we het
praktijkperceel, omdat de dieren hier
op de normale wijze werden gehouden.
Het stuk van 0.60 ha. werd nog eens in
drie gelijke delen van elk 0.20 ha. ver
deeld. We zouden dus van een proef
veld met 3 veldjes kunnen spreken, die
we resp. veldje I, II en III noemen.
De bemesting
Het gehele perceel van 1.30 ha. kreeg
in maart een bemesting van 500 kg.
12-12-12 per ha. Dit betekende dus een
gift van 60 kg. stikstof, 60 kg. fosfaat
en 60 kg. kali per ha. (zuivere meststof).
Om de grasgroei op gang te krijgen
werd al in begin april op een der vel
den een aanvullende bemesting van
200 kg. kalkammon per ha. gegeven,
zodat de totale stikstofbemesting hier
toen 106 kg. zuivere stikstof per ha.
was Ook dt andere velden kregen later
deze gift. Op 25 april had één van de
proefperceeltjes in totaal reeds 152 kg.
zuivere stikstof per ha. ontvangen.
Op het prakt ij kveld werd omstreeks
15 mei nog een lichte stikstofbemesting
van plm. 35 kg zuivere stikstof per
bunder gegeven.
Eén van de proefperceeltjes kwam
vóór het beeindigen van de proef tot
een stikstofgift van 198 kg. per bunder
en hierop hebben korte tijd de schapen
met lammeren ook geweid.
De beweiding
Op het proefgedeelte hebben vanaf 18
april tot 13 juni 10 schapen met 20
lammeren geweid. Achteraf is gebleken,
dat de bezetting te licht was. Er bleef
n.l. gras over en we hebben daarom
een andere groep schapen en pinken
moeten inscharen om het teveel weg te
werken. Aan het eind van de proef was
nog een flinke voorraad gras aanwezig.
Op het praktijkgedeelte (0.70 ha.) was
de koppel niet constant. De heer Huis
man regelde dit naar gelang van de
hoeveelheid gras, die beschikbaar was.
Zo liepen er van 18-24 april n.l. 20
schapen plus 40 lammeren, van 24 april
tot 20 mei was dit 15 schapen en 30
lammeren en van 20 mei tot 7 juni 9
schapen met 18 lammeren. Bij het af
sluiten van de proef was het land
„kaal".
We moeten nog vermelden, dat het
als gevolg van het late voorjaar niet
mogelijk was begin april met de proef
te beginnen. Dit was juister geweest,
omdat we nu met het feit zitten, dat
beide groepen, dus zowel de praktijk-
dieren als de proefdieren de eerste we
ken op dezelfde manier werden gehou
den. Bij het begin van de proef was de
leeftijd van de lammeren nl. 2V* tot 3
weken.
Verloop van de groei, enz.
Op 24 april, dus 6 dagen na het begin
van de proef, werden alle lammeren ge
wogen. Het gemiddelde gewicht van de
lammeren, die op het proefperceel lie
pen was toen 12V2 kg., van de praktijk
lammeren 12V-I kg. De proeflammeren
waren dus een half pond per stuk
zwaarder.
Bij de tweede weging <10 mei) bleek,
dat de op de normale wijze gehouden
lammeren belangrijk harder waren ge
groeid dan de proeflammeren. De ge
wichtstoename per dag was nl. resp.
378 gr en 276 gr. We menen, dat dit
te wijten is aan de overgang van de
moederdieren van gras krachtvoer
op uitsluitend gras.
In de v.olgende 14-daagse periode
werd dit aangepast, want in deze twee
weken groeiden de proeflammeren 253
gr. per dag en de praktijklammeren
245 gr.
Bij de derde weging op 7 juni bleek,
dat de groei per dag van de proeflam
meren duidelijker beter was geweest
dan van hun „colléga's", die normaal
werden gehouden. De gewichtstoename
per dag was nl. resp. 321 gr. en 281 gr.
We noteerden toen eindgewichten
voor de proeflammeren van gemiddeld
24.7 kg. en voor de praktijkdier^n van
25.3 kg. Een verschil van 6 ons ten
gunste van de „normale" lammeren
Bijzonderheden tijdens de proef
Ooien en lammeren op het proefge
deelte waren volkomen tevreden. Toen
de dieren er eenmaal aan gewend wa
ren, keken ze nl. zelfs niet op als hun
colléga's op het praktijkveld krachtvoer
kregen. Enkele malen is er sprake ge
weest op iets dunne „mest", maar dit
is nooit zo geweest, dat de dieren er van
leden. Verlies van schapen en lammeren
is niet voorgekomen.
Uiteraard waren ook de dieren op
het praktijkveld tevreden. We kunnen
echter niet zeggen, dat hier geen verlies
is opgetreden. Er zijn twee lammeren
gestorven. Het eerste als gevolg van
eiwitvergiftiging, het tweede waar
schijnlijk als gevolg van mastitis bij het
moederdier.
Volgens kenners was het „uiterlijk"
van de lammeren op het praktijkveld
iets beter dan van de proeflammeren.
De wol had volgens hen een iets betere
kleur en ligging De moederdieren op
het proefveld hadden duidelijk meer
„buik" dan die op het praktijkperceel.
Van een gewichtsverschii ten gunste
van de proefdieren was echter geen
sprake.
De marktwaarde van de lammeren
Op 10 juni werden de lammeren aan
gevoerd op de markt te Den Burg. De
bedoeling was niet de lammeren te ver
kopen, maar het oordeel van de praktijk
over de lammeren te horen. Over de
marktwaarde was geen eenstemmig
heid. Er waren veehouders, die van oor
deel waren, dat de prijs van de proef
lammeren wel ƒ10,per stuk lager zou
uitvallen dan van de lammeren, die op
de normale wijze waren opgegroeid
Anderen meenden, dat er nauwelijks
van prijsverschil kon worden gespro
ken. Een deskundige meende het ver
schil op ƒ2,50 te moeten stellen
Op 14 juni stond een gedeelte van de
lammeren op de markt te Leiden en
daarbij bleek, dat er ook na de reis
practisch geen verschil was tussen de
beide groepen. De lammeren zijn door-
geweid in de Beemster en daarbij bleek,
dat de proeflammeren de kleine ach
terstand, die er in het gewicht was,
spoedig hadden ingehaald. Hieruit
blijkt, dat het dus technisch zeer goed
mogelijk is om bij voldoende voorzie
ning met weidegras ooien en lammeren
zonder krachtvoer te houden.
En nu de rentabiliteit
De hoeveelheid krachtvoer, die de
heer Huisman aan de praktijkgroep gaf
was zeker niet overmatig. O.i was dit
te danken aan het feit, dat ook dit per
ceel een meer dan middelmatige stik
stofgift kreeg en we .te maken hadden
met nieuw grasland.
Omgerekend op een zelfde aantal
schapen en lammeren als op het proef
veld werd aan de 10 schapen in Pe
riode van 18 april tot 7 juni voor een
bedrag van 72,75 aan krachtvoer ge
geven. De 20 lammeren maakten voor
een bedrag van ƒ70,95 aan krachtvoer
op in die periode. Totaal dus ƒ143,70
aan krachtvoer.
Wat de bemesting betreft kunnen we
volstaan met het berekenen van de hoe
veelheid stikstof in de mengmeststof en
in de kalkammon. De fosfaat- en kali
bemesting was immers gelijk. Er blijkt
dan, dat op het praktijkveld voor een
bedrag van J 58,50 aan stikstof werd
gegeven. Op het proefveld was dit
73,80.
De kosten aan stikstof -f- krachtvoer
op het praktijkperceel waren derhalve
202,20. Op het proefperceel alleen stik
stof voor een bedrag van ƒ73 80 Een
voordelig verschil voor het proefge
deelte van ƒ128.40. Omgerekend over
20 lammeren is dit een verschil van
6,42 per lam. Indien de proeflamme
ren dus op 7 juni ƒ6,42 minder waard
waren geweest zou de rentabiliteit ge
lijk zijn geweest. Daar dit verschil er
o.i. niet was, betekent dit een voordeel
voor het systeem met veel stikstof en
geen krachtvoer.
Maar de extra-kosten?
Mogelijk zal de aandachtige lezer de
opmerking maken, dat bij het systeem,
zoals dit in de proef werd toegepast
toch extra-kosten moeten worden ge
maakt voor het verdelen van de perce
len in kleinere onderdelen.
Waarschijnlijk zal dit op grotere be
drijven niet direct nodig zijn. In de
proef hadden we een bezetting van 50
schapen met 100 lammeren per ha. Bij
een perceelsgrootte van IV2 ha. zou men
dus over koppels van 75 schapen moe
ten kunnen beschikken
Wij menen echter, dat de rentabiliteit
echter ook het plaatsen van heiningen
mogelijk maakt. Zoals reeds gezegd was
op het proefgedeelte bij het beëindigen
van de proef nog een flinke voorraad
gras aanwezig. De waarde van deze
voorraad woog o.i. ruimschoots op te
gen de kosten voor het plaatsen van
heiningen.
Wij durven dan ook de voorzichtige
conclusie te trekken, dat in de wijze van
schapen houden, zoals op deze proef
gebeurd is, wel enig perspectief zit.
Voor een gedegen oordeel zijn echter
nog meer proeven nodig.
C v. Gr.
Van onze abonnee, de
heer A. van Dienst,
burgemeester te Mid-
woud, ontvingen we
twee gedichten, die het
bekende bossie op de
Hogeberg tot onder
werp hebben.
De heer Van Dienst
schreef ons, dat de
versjes afkomstig zijn
uit een oud gedenk
schrift van mevr. M.
de Waal-Maat of mej
J de Wijn. Onze abon
nee zocht de twee
stukjes op naar aan
leiding van een bericht
in ons blad over de
plannen tot het in
oude luister herstellen 1 0 °Pna,nc Ul< ons archief waarop een deel van 'I Bossie is
van dit oude stukje zicn en de in lle' cnc vcrs g™oemde „tent".
bos.
HET BOSCHJE
Heerlijk boschje op de hoogte
Liev'linqsplek op Texels qrond,
Lusthof, waar zoo meniq wandlaar
In de schaduw rustplaats vond.
Wijd vermaard door zijne schoonheid
Door 't qezicht op land en zee,
En het uitzicht op de schepen
Liqqende op Texels ree.
ledereen, die daar in 't lommer
Van de boomen rustplaats vond,
Zal het vrij qezicht wis roemen
Dat men daar heeft in het rond.
Dankbaar zet een elk zich neder
Op de banken, die daar staan
Om eens heerlijk te qenieten
Na vermoeid te zijn van 't qaan.
Men ziet daar de oude eiken
En de beuk- en olmenkruin,
Fier zich in de lucht verheften,
Hooqer nog dan meniq duin.
Heerlijk ruischt van tak en twijqen -
't Liefelijke boschkoraal.
Fluit het sijsje, zingt de lijster,
Ook de vink en nachteqaal.
Waar, waar vindt men schooner
boschje
Met zoo schoon en ruim qezicht
Dan op Texel, als men d'ooqen,
Over zee en velden richt?
Hoe is men er toe qekomen?
Vraaq 'k mij zelve dikwijls af,
Dat men 't oord, zoo schoon en prachtiq
Eens de naam van Doolhof qaf?
Niemand toch zal daar qaan dolen,
Elk kiest wis het goede pad.
Laat ons nu die naam maar schrappen
't Heeft die lanq genoeg gehad.
'f Zal qewis veel schooner klinken,
Als de plek, zoo hoog qeroemd,
Niet meer doolhof wordt qeheeten,
Maar een LUSTHOF wordt qenoemd.
K.
Texel, 8 Oct. 1904.
VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN
Burgemeester en wethouders ver
leenden aan de navolgende personen,
ondernemingen en instellingen de daar
bij omschreven bouwvergunningen:
De heer A Vlaming te De Cocksdorp,
voor de verbouw van een zomerhuisje
aan de Vuurtórenweg; de heer C. J.
Wetsteen, Eierland, voor de bouw van
een woonhuis aan de Slufterweg; de
heer J. J. Huisman te Den Burg, voor
de bouw van een garage van de Boo-
gerd; de heer W J. van Sijp, Eierland,
voor de verbouw van een woning aan
de Hoofdweg; de heer C. Keijser te Den
Burg, voor de bouw van een bedrijfs-
schuur nabij de Waalderweg; de heer
G. Bakker te Den Burg, voor de uitbrei
ding van een woning aan de Driehuizer-
weg; de heer C. R. Alkema te De Koog,
voor de verbouw van een woonhuis aan
de Boodtlaan; de heer W. H. Rijkers,
Eierland, voor de verbouw van een keu
ken in zijn huis aan de Postweg; de
heer P. de Graaf te Den Burg, voor de
bouw van een erker in zijn huis aan de
Weverstraat; de heer M. S. Witte, Eier
land, voor de bouw van een toiletgele
genheid; de heer H. Collou te Oude-
schild, voor de uitbreiding van zijn
wasserij aan de Schilderweg; mej. T.
IN MEMORIAM
Naast het Doolhof, welbekend.
Stond sinds jaar en daq, de tent;
Reeds bijna vijf en twintiq jaren,
Mocht ik er uit mijn raam op staren
En bood, tot nog voor korten tijd
Des zomers veel qezelliqheid.
Voor aandeelhouders, oud en jonq,
Als 't voqelijn zoo juub'lend zong.
Bij 't houden eener landdaq
Als men er zooveel menschen zag.
Of bijeenkomst Vrouwenkiesrecht".
Kortom, in zomer en vacantietijd
Was het een plekje vol bekoorlijkheid.
Een rustiq zitje, het uitzicht schoon
Op landerijen, dorp en vee,
Of zelfs de Daqeraad in zee.
En. desqewenst schonk men er thee.
En thans, zoo ons de courant
vermeldt,
Is 't vonnis van de Tent qeveld.
Noq vóór Novembers donk'ren nacht
Is reeds het sloopinqswerk volbracht.
En 't doet mij leed, dat binnen enk'le
daq en,
Men loopen zal met bijlen en met
zagen.
Dat bij het kwijnen der natuur,
De Tent zal opqaan in het vuur.
D. Keijser-Kooiman
Brakenstein, 31 Oct. 1917.
TIMMERMAN GETROFFEN DOOR
PLANK: HERSENSCHUDDING
Maandagmiddag liep de timmerman
D. Haker te Oosterend onder de stei
gers door van de in aanbouw zijnde
woningen. Op dat moment raakte van
een steenhijsinstallatie op de steiger
een houten bord los, dat daarop naar
beneden viel en de timmerman raakte,
tengevolge waarvan hij een hersen
schudding opliep.
Blom te Oudeschild, voor de bouw van
een garage aan de De Ruyterstraat; de
heer W. Brücher te Den Burg, voor de
verandering van een woning aan de
Julianastraat; de heer K Kikkert te De
Koog, voor de bouw van een werk
plaats aan de Bad weg; de heer J. Knos-
sen te Oost, yoor de verbouw van een
woning aan de Oosterbuurtsweg; de
heer B H. Boks te De Koog, voor de
bouw van een garagebergplaats aan de
Bosrandweg; de heer W. Slaman te Den
Burg. voor de bouw van een garage aan
de Beatrixlaan; de heer J. van Leeuwen
te Oudeschild, voor de verandering van
een gevel aan de De Ruyterstraat;
Staatsbosbeheer te Haarlem, voor de
bouw van een verkoopkiosk aan het
Westerslag; Geref. Kerk te Den Burg,
voor de uitbreiding van een schuur aan
de Keesomlaan; de heer J. H, Klaassen
Bos te De Koog, voor de bouw van een
woonhuis aan de Plevierstraat; de heer
H. Bosma te Den Burg, voor de bouw
van een dubbel woonhuis met garage
boxen aan de Beatrixlaan; de Woning
bouwvereniging Texel voor de bouw van
vier woningen aan de Beatrixlaan te
Den Burg en twee woningen bij het
Horntje; de heer C. Kagei le Den Burg,
voor de uitbreiding van een garage/
bollenschuur aan de Wilhelminalaan;
de 'heer G. Koorn te Den Burg, voor
de verandering van een woning aan de
Kogerstraat en de heer J. Maas, B 144,
voor de verbouw van een boerderij-
woning.
25. Er waren in die grote stad Bonckel-
hoven nog al wat kranten. Grote kran
ten en kleine, plaatselijke blaadjes. Ze
hadden echter alle één ding gemeen en
dat was de sportrubriek. Zo valt het
niet te verwonderen dat er al gauw een
hele massa sportjournalisten stond te
dringen voor de gang van het hoofd
bureau van politie. „Wij willen Kaas
nagel spreken, voor de drommel!" rie
pen ze ferm uit. „Laat ons gauw door,
agent, of anders slaan we de boel in
puin!"
„Wie slaat de boel in puin?" vroeg
toen een heer, die juist kwam aanlopen,
en die een gedistingeerd en beschaafd
uiterlijk paarde aan een besliste wijze
van optreden.
„Verdraaid! Arend de Zeeuw!" fluis
terden de dringende sportjournalisten
en ze kalmeerden op slag. Ze gristen
allemaal hunne respectievelijke hoofd
deksels van hun bol en bogen diep ter
neer. „Dag mijnheer De Zeeuw", zeiden
ze. „Hoe gaat het met mijnheer De
Zeeuw?"
Minzaam wuifde Arend de Zeeuw
met zijn hand en hij sprak fijntjes:
„Verheft u weder, mijne vrienden. Buigt
u niet zo diep over mij, want ge zoudt
er een acute ischias van kunnen krij
gen, als ge tenminste weet wat dat is.
Ge zijt immers bij lange na niet zo ont
wikkeld als ik".
„Ja, dat is waar", lispelden de andere
journalisten. „Daarom bent u ook bij
zo'n grote krant en daarom mag u ook
altijd voor de radio sportproblemen be
handelen".
„Braaf zo, makkers. Gij geeft de ver
houdingen in ons mooie vak prima
weer," sprak Arend en hij nam daarbij
netjes zijn pijp uit zijn mond. „En nu
heb ik u een voorstel te doen om even
tuele vernielingen aan dit fraaie bouw
werk te voorkomen."