Moord op Oodejoarsavond BAKKER S IJZERHANDEL N.V. ÉS presenteert fl\\ 0130 1 1 TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 22 NOVEMBER 1963 MIGRATIE VAN EN NAAR TEXEL Het is een algemeen bekende regel dat een deel van de opgroeiende plat- telandsjeugd aangewezen is op een werkkring in de stad. Immers op het platteland, waar de landbouw het voor naamste middel van bestaan vormt, wordt in principe de werkgelegenheid bepaald door het beschikbare opper vlak cultuurgrond. Een vertrekover- schot is dus voor een plattelandsge meente een zeer normaal verschijnsel. Indien er gesproken wordt van een vertrekoverschot, dan houdt dat in dat er ook sprake moet zijn van vestiging. Is vestiging ten plattelande dan niet in tegenspraak met hiervoor gestelde7 Zeker niet. Een plattelandssamenleving is helaas (of gelukkig?) niet zo ideaal ingericht, dat alle functies die ter plaat se moeten worden vervuld, ook door ter plaatse geborenen kunnen worden vervuld. Er zal altijd een heen en weer trekken blijven. Trouwens, dit geldt ook voor de stedelijke samenleving, welke in het algemeen gekenmerkt wordt door een vestigingsoverschot. Minutieus wordt ter gemeente secretarie de bevolkingsboekhouding bijgehouden. Het C.B S. stelt daaruit statistieken samen. Sedert enige jaren hebben deze statistieken een aanmer kelijke uitbreiding ondergaan. Behalve de aantallen in gezinsverband, dan wel zelfstandig migrerenden, plaats van herkomst en bestemming, wordt nu ook nagegaan of de migratie (verhuizing) zich afspeelde t.o.v. de grote stad, mid delgrote stad enz. M.a.w. de migratie wordt beschouwd in verband met de urbanisatiegraad (mate van verstede lijking) van de desbetreffende gemeente van herkomst of bestemming. Texel Van 1960 t/m 1962 vestigden zich 996 personen op Texel, tezelfdertijd ver trokken 1263 personen Het vertrek overschot bedroeg dus 267 personen De verdeling van deze aantallen over de naar mate van verstedelijking te onderscheiden gebieden, was als volgt: (Respectievelijk: Vestiging, vertrek, vertrekoverschot Platteland 260 246 14 Verstedelijkt platteland 46 63 17 Forensen gemeenten 91 143 52 Heterogene gem. 30 30 Kleine steden 91 127 36 Middelgr. steden 237 352 115 Grote steden 241 302 61 Totaal 993 1263 267 Het vertrekoverschot richt zich dus vnl. op de uitgesproken steden Het platteland zendt meer personen naar Texel, dan dat Texel daar aan afstaat. Het betreft vnl. het platteland in de drie noordelijke provincies Uit deze provincies kwamen in totaal 177 perso nen, terwijl er 146 naar toe trokken. Het is moeilijk na te gaan hoe lang degenen, die zich op Texel vestigden aldaar bleven wonen. Het is dan ook zeer de vraag of die 996 personen, die zich in de jaren 1960 - 1962 op Texel vestigden, daar op 1 jan. 1963 nog woonachtig waren. Een deel van hen zal ongetwijfeld binnen die periode weer vertrokken zijn Indien alle per sonen, die zich vestigden weer vertrok ken zouden zijn voor 1 jan. 1963, dan betekende dat dat 10°/o van de be volk ng in die 3 jaren bij de migratie betrokken was geweest. (De mogelijk heid dat een aantal personen in die periode meer dan eenmaal gekomen en vertrokken is, laten wij maar buiten beschouwing). Zou geen van de inge- komenen vertrokken zijn. dan zou 20van de bevolking bij de migratie betrokken zijn geweest Het werkelijke percentage zal er ergens tussen in lig gen. Het percentage oorspronkelijke Texelaars, d.w.z. inwoners van Texel, die van generatie op generatie op Texel gewoond hebben zal door de migratie langzaam afnemen. Tot slot nog enkele gegevens over de migratie van en naar bepaalde gebieden. Het ligt voor de hand. dat het druk ste verhuis-verkeer met het nabijge legen Den Helder plaats heeft. In de hier beschouwde drie jaren vestigden zich 89 personen afkomstig uit Den Helder, 95 gingen er naar toe. Naar de IJmond (Hoogovens!) trok ken 59 personen, terwijl zich 18 perso nen uit dit gebied op Texel vestigden. Naar de Zaanstreek, een ander uit gesproken industriegebied, trokken 56 Texelaars, 28 personen (Zaankanters?) kwam vandaar naar het Gouden Boltje De migratie met de stad Alkmaar betrof 59 personen naar Alkmaar en 18 van Alkmaar naar Texel. Texel ontving van Amsterdam meer personen dan dat het er aan af stond; 133 tegen 128. Ten aanzien van Den Haag hielden vestiging op Texel (19) en vertrek naar Den Haag (18) elkaar vrijwel in even wicht. ZONDAGSDIENST DOKTOREN (ingaande zaterdagmorgen 8 uur) Den Burg: DOKTER ELIAS (ingaande zaterdagmorgen 8 uur) Oosterend en De Cocksdorp: DOKTER RENOUT Zondagsdiensten dierenartsen: A. M. J. RUTTEN. tel. (02220) 2936 Zondagsdienst Witte Kruis Den Burg. tel. (02220) - 2414 (ingaande zaterdagmiddag 12 uur) Zr. MANNESSEN (ingaande vrijdag 24 uur tot en met maandag 13 uur) CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 27 november a^. worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende uren- Den Hoorn: 13.0014.00 uur; Oosterend: 14.0015.00 uur; De Cocksdorp: 15.15 16.00 uur; De Koog: 16.0016.30 uur. BAARDENCOMMENTAAR (Ingezonden) Groningen, 15 november 1963 Geachte Baarddragers, Met veel genoegen en soms verbazing heb ik het artikel gelezen uit de Texel se Courant van 8 nov. j.l. Houdt U mij ten goede, niets zal ik zeggen ten nadele van de edele baard, integendeel! Doch de manier waarop het dragen van een baard wordt verdedigd in bovengenoemd verslag is lachwaar- dig en vol tegenstellingen. U schrijft: „De mens is een kuddedier. Een ander scheert zich iedere dag, dus is men van mening, dat dit voor iedereen geldt". Baadrman, u wast zich toch ook iedere dag, net als iedereen, ja toch? U wilt er toch niet vies bijlopen en buiten „de kudde" worden gestoten? Iedere man, bijna iedere man, scheert zich dagelijks. Voor mij is dat normaal, zo niet voor u! U schrijft rustig; „Stel je eens voor dat je er anders bij zou lopen dan een ander". Ja, stel je eens voor! Zoals u het beschrijft is ieder die 3. Gert stapte uit en liep naar het ont zielde lichaam. De koffer stond er nog naast in het gras. Hij groette zijn beide collega's, die er de wacht bij hielden en wendde zich tot Gillissen, die achter hem aan kwam. „Waar liep u, toen u de koffer neerzette?" De jongeman wees naar de plek, een meter van de berm af. Gert belichtte de omgeving met een zaklamp en knik te. Er lag bloed, dus hier was de vrouw, toen het dodelijke schot gelost werd. Vandaar liep hij naar het lijk, lichtte de deken op, die er overheen gelegd was en bekeek het hoofd. De kogelwond was aan de rechterslaap en aangezien de vrouw van het busstation kwam, moest het schot gelost zijn van uit het park. Hij keek eens rond en zag op drie meter afstand een lantaarn paal. Nadenkend knikte hij. De dader had zich goed opgesteld en gewacht tot zijn slachtoffer in de onmiddellijke nabijheid van de lichtkring gekomen was. Maar om dan van zo'n afstand hij keek eens naar het park te schie tenminstens een meter of twaalf was de dichtstbijzijnde boom Dat moest öf een scherpschutter geweest zijn óf iemand, die zwaar geluk had. Als je in dit geval tenminste van geluk kon spreken. Een verslaggever klampte hem aan. „Kunt u al wat vertellen, meneer?" Hoolwerf keek hem van terzijde aan. „Doe kalm aan, jongen. Morgen en overmorgen komen er toch geen kran ten uit. We weten nog net zo weinig als jij, denk ik." „Ik hoorde, clat het een vrouw uit Amsterdam is?" „Dan heb je het goed gehoord. Wie was je zegsman,?" „Kom nou, meneer. overigens, iedereen die hier staat, schijnt het al te weten. Hebt u al enige aanwijzingen betreffende de dader?" „Ik wou wel, dat het waar was". Gert !ieo enkele stappen in de richting van het park, ontweek een wielrijder, cn tuurde door de duisternis. Een razzia houden daar zou zinloos zijn. De dader had zijn wapen al lang verdon keremaand of was zo snel mogelijk ver dwenen, En ga in het donker maar eens zoeken in een park van omtrent een hectare. Dat was onbegonnen werk. Nou", zei hij tot Gillissen, „hier kunnen we toch niets meer doen. Zo dra de foto's gemaakt zijn, zal ik order geven, dat het stoffelijk overschot naar het ziekenhuis wordt gebracht. De dokter zal nog wel een nauwkeurig on- FRfiBANTIA Het bekende KTS STEL met verchroomde deksels in ivoor en geel 4,95 KOFFIEMOLEN met veiligheidsdeksel en dubbel geïsoleerd 22,00 geen baard draagt een futloos en initia tiefloos wezen, omdat hij niet eens een baard durft laten groeien. Nee, waarde behaarde, dit is wel wat kras gesteld! Met of zonder baard, je bent en blijft dezelfde die je bent. Iemand met een dom, geschoren gezicht, heeft een net zo dom gezicht als er een baard aan bungelt. Ook schrijft u: „Een man met een baard is een zelfstandig persoon en dat hij maling heeft aan de mening van anderen". Zo, zo, een zelfstandig per soon, nietwaar? Waarom is er dan een baardenclub opgericht. Toch niet om bij elkaar te kruipen, om als individu on der te gaan in de baardenmassa? Nee toch? U heeft immers maling aan de mening van anderen? Volgens Uw woorden zou zoiets onbestaanbaar moe ten zijn. Vanwege de zelstandigheid natuurlijk! Ook de persoonlijkheid is zeer belang rijk bij de baardmensen. Ik citeer: „Uiteindelijk ben je dan een persoon- derzoek moeten instellen. Laten we maar weer terug gaan, naar 't bureau". Even later reed de wagen naar het centrum van het dorp en betraden ze het politiebureau. Nadat ze hun over jassen uitgetrokken hadden, schoof Gert een stoel bij en maakte een uitnodigend gebaar. Hij stak een sigaret op, nadat hij er één aan de jongeman had gege ven. „Zo, meneer Gillissen, nu wil ik wel eens wat meer bijzonderheden we ten over uw tante. Hoe heet ze en wie is ze en waarom kwam ze vanavond in Dorringen? Kortom, alles wat van be lang kan zijn voor het onderzoek." „Ze heet Anne, Anne Goedgeburen. Haar moeder en mijn moeder waren zusters, ziet u? Ze woont in Amster dam in de Goudsbloemstraat. Maandag was ik in Amsterdam, voor zaken. Er was een bloemententoonstelling en ik leg tuinen aan en zo. Voor mijn vak was deze show interessant, als u dat kunt begrijpen." Gert knikte. „Gaat u verder." „Na de show ging ik naar tante Anne. Ik at er een boterham en nodig de haar toen uit oud en nieuw bij ons thuis door te brengen. Ze stemde toe en zei, dat ze me nog wel zou schrijven, hoe laat ze kwam. Nou, vanmorgen kreeg ik een brief en daarin schreef ze, dat ze. met de bus van kwart voor zeven uit Enschede zou gaan. Die is half acht hier. En ik haalde haar af. We liepen over de Haarlanderweg, want dat is het kortste naar ons huis. Ze is nogal zwaarlijvig, dus we liepen langzaam. En toen, ik zette die koffer een ogen blik neer. „Ja, dat weet ik al. Maar waarom liep u niet aan de linkerkant van de weg? Het is nota bene nog voorschrift ook om buiten de bebouwde kom, als er geen trottoirs zijn, links van de weg te lopen". „Dat. daar heb ik helemaal niet aan gedacht," antwoordde de jongeman, rood aanlopend. Gert keek hem scherp aan. „Weet u, meneer Gillissen, menselijkerwijs ge sproken zou dat het leven van uw tante gespaard kunnen hebben. De weg is een meter of zeven breed. De trefkans van de moordenaar was dan aanmerkelijk kleiner geweest, temeer, omdat hij dan niet meer zo het voordeel van de licht kring van de lantaarn had." „We kwamen van het busstation na tuurlijk de Kerkstraat uit en sloegen toen meteen rechtsom de Haarlander weg op". „Waar woont u?" „Aan de Parklaan, meneer. Op num mer vier. Vlakbij de Haarlanderweg om zo te zeggen." lijkheid!" Als ik uw verslag lees, begrijp ik wel, dat U een baarddrager bent, doch het is U naar het hoofd gestegen. U laat anderen met het hart denken en ieder uiteindelijke persoonlijkheid zijn, als ze maar een baard dragen. U kunt nu wel een baard hebben, doch U bent niet zo moedig, stoer en zelfstandig; dat blijkt wel dat onder uw verslag alleen maar een A staat. Maar dat had U ook immers aanbevolen? „verschuil u achter een baard enNee, meneer A, u heeft ge tracht zich achter uw baard te ver schuilen, maar 't is niet gelukt; uw benen waren nog helemaal zichtbaar! Met dank voor plaatsing, Hoogachtend, Simon Dros, Van Houtenlaan 136, Groningen (studieadres) „Wat deed die tante van u voor de kost?" „Ze.ze leefde van haar geld, me neer. Ze leefde stil, zal ik maar zeggen". „Had ze dan vroeger een zaak of zo?" „Oom Kees was marktkoopman, maar die is al een jaar of tien dood. Mis schien, dat hij een paar centen opge spaard heeft" „Zijn er geen kinderen? Ook geen getrouwde?" De ander schudde zijn hoofd. „Nee meneer, tante Anne had geen eigen kinderen. Alleen een pleegdochter. Ze is ergens in Duitsland op een kost school". „Dat kind moet natuurlijk gewaar schuwd worden Hoe komen we aan haar adres?" „Die school is ergens in de buurt van Bonn. Bij haar thuis zal wel een adres of zo te vinden zijn, veronderstel ik". „Ze zal haar huissleutel wel bij zich hebben in een tas. Droeg ze een hand tasje?" „Dat zal wel, meneer. Daar heb ik echt niet op gelet." „Wat is haar adres in Amsterdam precies?" „Goudsbloemstraat 287 huis, meneer. Het is vlakbij de Brouwersgracht". „Ik ben een Mokummer van geboorte. Het is in het hartje van de Jordaan". „Ja. Ze heeft er altijd gewoond. Het is niet bepaald een.een. „Een elitebuurt, wil je zeggen". „Ja, zoiets meneer." „Hoe oud bent u, meneer Gillissen?" „Vijfentwintig, meneer." „Van beroep tuinman, niet? Nou, ik zou zeggen: ga maar naar huis en pro beer er vanavond van te maken, wat er nog van te maken is. Woont u daar alleen? Of bent u getrouwd?" „Nee, ik woon thuis, bij mijn vader. Hij helpt me af en toe nog zo'n beetje in de tuin, als het zo uitkomt. Maar hij is erg rimmetiekerig". Gert bedwong een lach om de uit drukking „rimmetiekerig". „Zorg, dat ik u de komende dagen snel kan be reiken, als het nodig is. Hebt u tele foon?" „Drie veer en dertig, meneer". „Oké. Sterkte, meneer Gillissen". „Dank u, meneer." De man aarzelde even. „De begrafenis, meneer.ik wil die voor mijn rekening nemen; als het kan". Gert knikte. „Zodra het stoffelijk overschot vrijgegeven is, zal ik u waar schuwen." „Dank u, meneer." (Wordt vervolgd) INVENTUM ELEKTRISCHE COMFOORTJES voor thee 60 W., voor percoleren van koffie 120 W. 22,50 Het nieuwste model Tornado VAN DE RIJKSLANDBOUW- V OORLICHTIN GSDIENST HEEL GEWONE DINGEN Voor dit keer weer eens enkele pun ten, waarvan U zeker niet zult zeggen: Daar heb ik nu nog nooit eerder van ge hoord. Toch menen we, dat het nodig is ze nog weer eens onder de aandacht te brengen. Onderhoud drainages Telkens weer bemerken we, dat dit een punt is, dat maar heel moeilijk als een gewone zaak wordt beschouwd. Dit schijnt trouwens het geval te zijn met alle onderhoud. Al jaren lang vindt U in de landbouwvakbladen opwekkingen en aanwijzingen voor het onderhoud van werktuigen en machines en het feit, dat men hiermee nog steeds doorgaat, bewijst, dat het nog steeds nodig is. Wat de drainage betreft meent men nog al te vaak, dat hier een punt ach ter kan worden gezet op het moment, dat de drainage in de grond ligt. Niets is minder waar! Ook een drainage vraagt onderhoud. Wel moet worden opgemerkt, dat dit niet in alle gevallen even intensief be hoort te gebeuren. Dit is vooral een kwestie van grondsoort en de al of niet aanwezigheid van bepaalde „stoffen" in de grond. In sommige gevallen is een controle van de drainage eenmaal in de drie jaar voldoende. Daarnaast zijn er echter ook gevallen, waar het beslist nodig is die controle ieder jaar of zelfs meerdere malen per jaar uit te oefenen. Dit laatste is vooral het geval op sterk ijzerhoudende gronden. Het regelmatig bijhouden van dit werk heeft het voordeel, dat de kosten in dit geval gering zijn. Met behulp van een plastic doorsteekapparaat kunt U het op een verloren dag eventueel in samenwerking met Uw buurman doen. Laat U het zo ver komen, dat de drains sterk vervuild zijn, dan moet er ander materiaal aanrukken en bent U veel meer geld kwijt. Bovendien moet U er op rekenen, dat U dan al een paar jaar niet het volle profijt van Uw drainage hebt gehad En daar is een drainage op het moment veel te duur voor. Afdekken van bictenkuilen Vorige winter is gebleken, dat het heel goed mogelijk is om voerbieten vorstvrij te bewaren onder een dek van stro (ruigte) en een plastic zeil. Zelfs in gevallen, waarin het zeer dunne en goedkope plastic was gebruikt, was er geen vorstschade, mist er voldoende stro was gebruikt. Het beste systeem leek ons die werkwijze, waarbij eerst een laag stro was gebruikt, vervolgens het plastic zeil en daarna nogmaals een laag stro. In totaal moet de hoeveelheid stro dan ongeveer even groot zijn als in de gevallen, waarin men stro plus grond gebruikt. Uit verschillende berichten in de landbouwbladen blijkt, dat bij gebruik van plastic vooral aandacht moet wor den besteed aan het gevaar van het verbroeden van de bieten. Aangeraden wordt om in ieder geval de kop van de kuil open te houden. Dit lijkt ons in dit geval ook geen bezwaar. Bij deze afdek- methode heeft men nl. nog alle gelegen heid de nodige maatregelen tegen vorstschade te nemen op het moment, dat zich een vorstperiode aankondigt. Het afsluiten met het plastic zeil en het aanbrengen van de laatste hoeveelheid stro behoeft niet veel tijd te kosten. Na tuurlijk moet er wel voor gezorgd wor den, dat zeil en stro bij de hand zijn. Het voordeel van het afdekken met plastic boven een gronddek is in de eerste plaats, dat U vrij bent van een zwaar karwei en in de tweede plaats kost het in een vorstperiode minder moeite om bij de bieten te komen. Het eronddek op de graskuilcn Verschillende veehouders zullen nog niet vergeten zijn, dat het in de vorst periode 1962/'63 een hele toer was om een begin te maken aan een nieuwe kuilhoop. Het was werkelijk geen klei nigheid om een vrijwel geheel doorvro ren grondlaag van 50 cm. tot 80 cm. van de kuil te verwijderen. Hoewel niemand rekent en hoopt op een zelfde winter als dc vorige, moeten we toch rekening houden met het feit, dat het ook deze winter weer kan gaan vriezen en we voor de taak kunnen komen te staan een graskuil open te maken. Daarom geven we U de volgende „tip", die we ergens lazen, door. Het is zeker voor voorjaarskuilen en binnen kort ook voor herfstkuilen geen bezwaar om het grootste deel van de grond van de kuil te verwijderen. De functie van de grond op een kuil is die van „bal last", die er voor zorgen moet, dat de lucht uit het gras wordt verdreven. We mogen aannemen, dat na een aantal weken en zeker na enige maanden, die functie vervuld is. Uit dit oogpunt is het dan geen bezwaar meer het grootste deel van de grond te verwijderen Als afdekmateriaal is een laag van bijv. 15-20 cm. grond verder voldoen de Als U de grond tot zover gaat ver wijderen en om het gevaar van inrege nen te voorkomen een goedkoop plastic zeil, afgedekt met wat ruigte op de dunne grondlaag brengt, zult U bij een eventuele vorstperiode beslist minder moeite hebben. Mocht U hiertoe overgaan, dan stel len we er prijs op het resultaat te ver nemen. C. v. Gr. ZON, MAAN EN HOOG WATER Dc zon komt 24 nov. op om 8 13 uur cn gaat onder om 16.39 uur; 27 nov op om 8.18 uur cn onder om 16.36 uur. Maan. 24 nov. E.K.; 1 dec. V.M. Hoog water ter rede van Oudeschild: 22 nov. 11.21 en 23.55; 23 nov. 11.52 en 24 nov. 0 34 en 12.36; 25 nov. 1.22 en 13.40; 26 nov. 2 43 cn 15.09; 27 nov. 4.16 cn 16 42; 28 nov. 5.42 cn 18 03; 29 nov. 6.55 en 19.14; 30 nov. 7.55 en 20.11. Laagwater valt gemiddeld 6 uur 15 min na hoogwater. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoogwater BRABANTIC. Zware kwaliteit BROODTROMMELS in diverse maten en kleu ren, vanaf ƒ9.40 KOELKASTDOZEN, hard plastic, met stapel deksel van soepel plastic. Per set 5,50 F jriZr -"i SUIKERAUTOMAAT met glazen pot. Door omkeren verkrijgt men steeds een zelfde hoeveelheid suiker 2,95 MAYONAISEKLOPPERS voor het bereiden van mayonaise, slagroom en eiergerechten. Prima Maalwerk! vanaf 5,95 PLASTIC BOTEftVLOOT diepe schotel, brede rand en glashelder deksel. 0,85

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1963 | | pagina 3