Moord op Oudejaarsavond
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF
wm&vmiimmm.
AGENDA
Ruwe handen
MÜMem
'wijf pi'W
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 11 december a.s. worden de
moeders van de buitendorpen verwacht op de
volgende uren:
Den Hoorn: 13.0014.00 our; Oosterend:
14.0015.00 oor; De Cocksdorp: 15.15
16.00 our; De Koog: 16.0016.30 uur.
VAN DE RIJKSLANDBOUW-
VOORLICHTINGSDIENST
BESTEED ZORG AAN HET
POOTGOED
Wij brengen hierbij nogmaals een
aantal punten onder de aandacht, die
betrekking hebben op het bewaren en
behandelen van het pootgoed in de
herfst- en wintermaanden.
Het ontsmetten
Hoewel wij hopen, dat dit op het
grootste deel van de bedrijven gebeurd
is menen we, dat er hier en daar toch
nog wel partijen ontsmet moeten wor
den. Dit is vooral het geval als het
pootgoed pas in december of januari
wordt ontvangen. Er moet om gedacht
worden, dat het water een temperatuur
van liefst 12 - 15° C. moet hebben en
tijdens het ontsmetten moet deze tem
peratuur gehandhaafd worden.
Het omstorten
Pootaardappelen, die in bakjes wor
den bewaard, moeten enkele keren
worden omgestort. Hierdoor breekt de
topspruit af en wordt de groei van de
spruiten bevorderd. Het resultaat hier
van is, dat per knol méér spruiten zul
len ontstaan en meer spruiten kunnen
later een hogere opbrengst in kilogram
men per ha. geven. Tevens wordt met
omstorten bereikt, dat de onderste
knollen boven komen te liggen en er is
tevens gelegenheid om de bakjes van
plaats te verwisselen. De onderste bak
jes komen boven te staan, bakjes van de
buitenkant staan eens meer naar het
midden en het omgekeerde is ook het
geval.
Een en ander bevordert een gelijkma
tige kieming. Deze werkwijze is ook
van belang voor pootaardappelen, die
in glazen bewaarplaatsen worden be
waard.
Het afspruiten
Het komt voor, dat de topspruit reeds
vrij groen is en tijdens het omstorten
moeilijk of in het geheel niet afbreekt.
Het is dan nodig de aardappelen geheel
af te spruiten.
Het aantal knollen per bakje
Het komt ieder jaar voor. dat op be
drijven óf te weinig óf teveel pootaard
appelen zijn. Bij een groot tekort moet
dan een gedeelte land, dat voor poot
goed bestemd was voor een ander gewas
worden bestemd, of soms moet het te
kort duur worden aangekocht. Bij een
teveel aan pootaardappelen is er kans
op een financiële strop.
Een tekort of een teveel kan worden
voorkomen door van een aantal poter-
bakjes het aantal knollen van een be
paalde maat per bakje te tellen. Als nu
de njenafstand, de afstand in de rij en
de lengte van de regels bekend is, dan
kan berekend worden hoeveel knollen
per ha. nodig zijn. Laten we een voor
beeld nemen, waarbij de lengte van het
perceel 250 meter is. Voor een ha. is dan
40 meter breedte nodig Op die 40 mtr.
komen bij een rijenafstand van 66V2 cm
dus 60 regels. Bij een afstand in de rij
van 25 cm. komen op een regel van
250 m. dus 1000 poters Per ha. zijn dan
nodig 60.000 poters.
Komen we nu bij het tellen van het
aantal poters per bakje tot een aantal
van 200 stuks, dan betekent dit dat we
van die bepaalde maat 300 bakjes per
ha. nodig hebben. We menen, dat op
deze wijze een flink overschot of te
kort kan worden voorkomen.
C. Zijdewind.
INGEKOMEN PERSONEN
Eddie J. J. Eelman, van Den Helder,
Hoofdgracht 14, naar De Koog, Dorps-
str. 3; Roelof je G. Bordewijk ev. Zwiers
en kind, van Zwolle, Verenigingsstr. 51
naar Houtweg 2, Den Burg; Jan P. Daam
van Lochem, Nieuweweg 23, naar Groe-
neplaats 14; Josephus A M. van de
Kamp, van Muiden, Brederodelaan 22,
naar Van Neckstraat 3, Oudeschild;
Dieuwertje Keijser, van Den Helder,
Huisduinerweg la naar B 204; Johannes
van den Bout, van Schiedam, Swars-
straat 6 naar Den Burg, Ada v. Holland-
straat 17.
INVOER VEE
In de maand november 1963 werden
op Texel 30 koeien, 17 pinken en 5
graskalveren ingevoerd.
WATEROVERLAST
In de Texelse Courant van vrijdag j.l.
wijdde o.g. enkele regels aan het on
derwerp wateroverlast. De redactie
„versierde" mijn pennevrucht met een
foto, die wel heel duidelijk aantoonde,
dat er op plaatsen inderdaad van over
maat aan water kan worden gesproken.
De betrokken landbouwer had deze foto
ingezonden met het verzoek deze in de
„Texelaar" te plaatsen.
Het komt mij voor, dat deze zaak wel
enige verduidelijking nodig heeft. Men
krijgt de indruk, dat de bedoelde land
bouwer de foto heeft ingezonden met
het doel aan te tonen, dat door het
werk van de ruilverkaveling de ontwa
tering van de percelen minder goed
wordt. Als dit inderdaad het geval is,
dan noem ik deze foto misleidend.
Bij alle bezwaren, die een aantal
Texelaars nog steeds tegen de ruilver
kaveling heeft, meen ik toch wel te
mogen zeggen, dat verreweg de meesten
van de Texelse landbouwers het er over
eens zijn, dat door de Ruilverkaveling
de ontwatering van grote delen van
Texel veel beter is geworden. Toen ik
m mijn artikeltje van vrijdag j.l. dan
ook sprak van wateroverlast en ruil
verkaveling had ik duidelijk het oog op
de percelen, die op het moment in be
werking zijn en nauwelijks gereed zijn
gekomen. Het is m.i. voldoende bekend,
dat in die periode de percelen zeer
kwetsbaar zijn.
O.g. zou niet graag beweren, dat na
het gereed komen van het werk er geen
fouten op het gebied van de ontwate
ring meer voorkomen. Het aan elkaar
breien van de oude percelen, waarbij
veel oude sloten worden gedempt en er
in de eerste tijd ook wel nazakkingen
voorkomen heeft in diverse gevallen
tot gevolg, dat na enige tijd plaatselijk
wateroverlast optreedt. Het komt dan
ook herhaaldelijk voor, dat de draglines
of bulldozers nog eens terug moeten
komen om „fouten" te herstellen. Het
feit, dat er de laatste maanden weer een
dragline aan 't werk was op enkele
plaatsen in de omgeving van Oosterend
illustreert dit duidelijk.
Eén van de ambtenaren van de Cul
tuurtechnische Dienst, die zeker met
naar perfectie streeft is toch van me
ning, dat klachten omtrent waterover
last in ieder geval serieus moeten wor
den genomen. En in deze geest worden
ze ook afgehandeld.
We menen ook op het volgende te
moeten wijzen. Speciaal bij de akker
bouwers is er de neiging het aantal
sloten tot het uiterste te beperken. Dit
is volkomen begrijpelijk. Sloten hebben
voor de bedrijfsvoering op bouwland
geen enkel nut als ze voor de wateraf
voer niet nodig zijn. Zo zijn er wel eens
sloten gedempt of weggelaten op plaat
sen, waar dit op z'n minst zeer riskant
moest worden genoemd. Als door het
aan elkaar breien van de percelen een
„natuurlijke" laagte midden in het per
ceel komt, dan is het vrijwel uitge
sloten zoveel cultuurtechnisch werk te
doen, dat hier geen wateroverlast op
treedt. Van een ideale ligging kan
immers pas worden gesproken als de
percelen vanuit het midden naar de
buitenkanten afloopt. Is het midden van
de percelen van nature laag, dan kost
het kapitalen om die ideale toestand te
scheppen. Daarom is het in die gevallen
meestal beter toch een sloot extra te
houden. Naar dit advies is niet altijd
geluisterd.
Intussen willen we nogmaals onder
strepen, dat gerechtvaardigde klachten
omtrent wateroverlast op verkavelde
percelen in ieder geval in behandeling
worden genomen en vrijwel altijd ook
worden opgelost.
Dat in het algemeen de verbetering
van de ontwatering in het ruilverkave-
lingsblok opvallend is, bleek men deze
week nog weer eens uit enkele opmer
kingen van Eierlandse boeren. Zij be
treurden het speciaal met het oog op
de ontwatering, dat indertijd ook polder
Eierland niet in het blok van ruilver
kaveling is opgenomen. O.i. zegt dit
toch wel iets.
C. v. Gr.
VERTROKKEN PERSONEN
Antoinetta Th. Zuidewind, van S 33
naar Egmond aan Zee, Voorstraat 41;
Peter H. J. van Lare, van De Koog,
Ruyslaan 25 naar Rijswijk ZH, Haag-
weg 46; Cornelia M. Koorn, van W 75
naar Gouda, Joubertstraat 87; Pieter J.
de Jongh, van H 131 naar Den Helder,
Buitenhaven 5.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
10 dec. 3.07 en 16.02; 11 dec. 4.20 cn 17.08;
12 dec. 5.27 en 18.07; 13 dec. 6.20 en 18.54;
14 dec. 7.05 en 19.33.
Laag water valt gemiddeld 6 uur 15 min. na
hoog water. Aan het strand ongeveer een uur
eerder hoog water.
NOGMAALS BAARD
(Ingezonden)
Het is prettig om (na enige vertra
ging, omdat de Texelse Courant mij
wordt toegestuurd) antwoord te krijgen
op mijn ingezonden stuk. Laten we
voorop stellen, dat ik geenszins er op
uit ben om de Baardenclub te kraken.
Tot voor kort was ik zelf de trotse be
zitter van een pracht van een baard.
Alleen daardoor al zou het tegenstrijdig
zijn om negatief te reageren. Ja, ik
was zelf baarddrager deze zomer. Het
is daarom zo jammer dat ik hier in
Groningen op de Academie geen baard
mag dragen. Te enen male verboden!
Ik kan me dus niet meer beroemen op
mijn baardig sieraad, maar dat is niet
zo erg belangrijk. Belangrijk is, dat alle
Texelse mannen, die 't lef daarvoor
hebben, hun baard laten groeien. Ik kan
ieder verzekeren, dat het een hele be
leving is. Er zullen altijd wel mensen
blijven in je naaste omgeving die wat
aan te merken hebben. Zo heb ik meer
dere malen moeten horen, dat ik er af
schuwelijk uitzag, dat de baard niet
mooi was en dat ik jaren ouder was ge
worden! Dat is echter niets vergeleken
bij de aanmoedigingen, die ik heb on
dervonden! Tegen één enkele loftuiting
kunnen tien kritieken niet op. Dat
kleine beetje lof is tegen alles bestand
en daarom voel je je sterk en doorsta
je de kritiek met alle gemak!
Het feit, dat ik reageerde op het ver
slag van de Baardenclub ligt hierin,
dat men zou gaan inzien dat een baard
dragen niets ongewoons is Doch on
kundig zijnde met de Baardenclubdoel-
stellingen ben ik er eigenlijk een beetje
ingevlogen! Mijn eerste gedachte was
werkelijk: „Wie kan er nu zoiets over
een baard schrijven", maar achteraf
blijkt alles toch in orde te zijn.
Ik wens de Baardenclub dan ook een
zeer vruchtbare periode toe met een
gestaag wassend ledental, gestaag
groeiende baarden en veel gezelligheid.
Veel succes.
Met vriendelijke groeten,
S. Dros.
Dinsdag 10 december:
De Cocksdorp. Theehuis „De Molen", 20.00 u
VW-vcrgadering afd. De Cocksdorp.
Oudeschild, dorpshuis 't Skiltje, 20.00 uur,
vergadering IJsclub Oudeschild.
Woensdag 11 december
De Koog, Lubertischool, 20.00 uur, Contact
avond.
Zaterdag 14 december
Den Burg, Eben Haezer, 15.00 uur, Huwelijks
cursus.
Schrale huid
ZOUT VERDWIJNT UIT TEXELS
LEIDINGWATER
Evenals in vorige jaren werd in 1962
het chloridegehaltc van het op Texel
afgeleverde water, door menging van
water uit de putten met verhoogd zout
gehalte met het water uit andere put
ten op ca. 250 mg/1, gehouden. Klachten
kwamen niet voor. Tegen het einde van
1962 werden aanwijzingen gevonden,
dat het chloridegchalte van het water
uit de putten met verhoogd zoutgehalte
begon af te nemen, hetgeen de ver
wachting heeft gewekt, dat de bij de
stormramp 1953 ontstane zoutlens uit
geput gaat raken.
Voor de verbetering van de ontijze-
ring en ontkleuring van het water op
Texel werd nog geen bevredigende op
lossing gevonden. Aldus het P.W.N in
zijn verslag over het boekjaar 1962.
Proeven met overchloring van het ruwe
water en met filtratie over anthraciet,
ter plaatse uitgevoerd, gaven ondanks
het voorafgegane hoopgevende labora
toriumonderzoek, slechts teleurstellen
de resultaten.
In het verslagjaar werden de eerste
voorbereidingen getroffen voor proef
nemingen met ozon.
Door het Pompstation Texel te Den
Burg werd in 1962 (1961) afgeleverd
428.343 (366.927) m3. Dat is per etmaal
gemiddeld 1173 ni3 (1.005). Op zaterdag
28 juli 1962 werd 2400 m3 afgeleverd.
In 1961 vond de maximumaflevering
plaats op dinsdag 25 juli (1771 m3)
De minimumaflevering vond plaats
op maandag 22 januari 1962 (798 m3),
resp. donderdag 26 januari 1961 (678
m3).
DAMCLUB TEXEL
J. Vinke-S. v. Heerwaarden 20
C. v.d. Werf-J. Hooijberg 02
H. Bruining-Jo Schoo 20
C. Vinke-C. P. Burger 20
C. v. Heerwaarden-P Kooiman 11
Jb. Koorn-D. v.d. Werf 02
S. van Heerwaarden bunderde, waar
door P Bakelaar de leiding heeft over
genomen. De onderste plaatsen worden
bezet door D. v.d. Werf, G. Dros en
Jb. Koorn.
VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN
De Coöp. Raiffeisenbank te Utrecht,
voor de uitbreiding van een kamphuisje
bij De Koog tot tijdelijke woning; de
heer S Langeveld te D enBurg voor de
uitbreiding van zijn cafetaria te De
Koog; de heer C. Witte te Oosterend,
voor de verandering van zijn woning;
de heer F. Kuipers te Zandvoort, voor
de verbouw van een woning in de He
renstraat te Den Hoorn; de heer J. v.d.
Kooij te De Cocksdorp, voor de veran
dering van een winkelpand in de Kik-
kertstraat; de heer H. van Boven te Den
Burg, voor de verandering van een ge
vel; de heer A. Hemelrijk te Oudeschild,
voor de verandering van een woning in
de De Ruyterstraat; de heer J. A.
Nieuwenhuis te Den Burg, voor de
bouw van een garage in de Burgerhout
straat; de heer J. Th. Boom te Oude
schild, voor de verandering van een
schuur aan het Oudeschilder voetpad;
mej. A. Bas te Oosterend, voor de ver
bouw van een woning in de Koetebuurt;
de heer J. Vroom te Den Burg, voor de
uitbreiding van Bos en Duin; de heer
C. Zuidema te De Cocksdorp, voor de
bouw van een zomerwoning in de Kik-
kertstraat; de heer C. J. Witte te De
Cocksdorp, voor de uitbreiding van een
woning aan de Postweg; de heer J. A.
Schellinger te Amsterdam, voor de
bouw van een garage aan de Bakkeweg;
mevr. Q. F. Mooy-Middelaar te De
Waal, voor een verandering van een
boerderij aan Diek te Den Hoorn; Gebr.
Zoetelief te De Koog, voor de bouw van
een boerderij aan de Californiëweg;
fa Gebr. Ran te Den Burg, voor een
uitbreiding van winkel en slachtplaats
in de Warmoesstraat; de heer C. Scher
mer te Den Burg, voor de bouw van
een bloembollenschuur in de P.H. Pol
der; de heer KI. Kalis te De Cocksdorp,
voor de bouw van een zomerwoning aan
de Vuurtorenweg; de heer H. A. Elias
te Den Burg, voor de bouw van een
garage-berging in de Julianastraat; de
heer J. R. van Wijland te Den Burg,
voor de uitbreiding van een woning
aan de Hallerweg; mevr. A. Witte-
Majoor te Den Burg, voor de verande
ring van een woning aan de Hallerweg;
Mej J. Knol te De Cocksdorp, voor het
maken van een toilet; de heer C M.
Bakker te Den Burg, voor het uitbrei
den van een woning; de heer K. K.
Tuinder te Oudeschild, voor het maken
van een wc en douchegelegenheid; de
heer D. Koorn te Den Burg, voor de
bouw van een serre; de heer Th. van
Heerwaarden voor de bouw van een
garage aan de Molenstraat, hoek P. van
Cuyckstraat; de heer J. Bakker te Den
Burg voor de uitbreiding van een wo
ning aan de Hallerweg; de heer L. van
Koten te Amsterdam, voor de uitbrei
ding van een kamphuisje te Everste-
koog; de heer A Kievit te Den Burg,
voor de bouw van een garage aan de
Vogelenzang.
sWXWWWWWW 111111 oyïOMi wuco «van
29. Maar ja, al stonden de kranten vol
en al sprak Arend de Zeeuw voor de
radio, daarmee had het voetbalminnen-
de publiek Karei Kleuntjes nog niet
terug. Dat was natuurlijk erg jammer
voor dat publiek, want ze zagen toch
zo graag beter voetbal. Dat was de enige
interesse, die ze voor de zaak hadden
en er was dan ook niemand, die op
merkte: „Grutjes, als die Karei nóg
in dat ijskarretje zit, dan zal de arme
kerel het zo langzamerhand wel koud
hebben
En nu we het tóch over een ijskar
retje hebben, de oorspronkelijke eige
naar van dit verfrissende voertuigje
had het er natuurlijk niet bij laten zit
ten. Hij was namelijk een ijverig em
ployé met goede vooruitzichten van de
grote Bonckelhovense N.V. tot bereiding
van consumptie-ijs, in de wandeling ge
naamd TOBEVACON.
Hier zien wij de bestolen ijscaman dan
ook staan in het kantoor van Ysbrand
Ysinga, de directeur van de TOBE
VACON Met veel gezwaai van handen
en onder luide kreten vertelde de brave
kerel, dat zijn witte jasje en zijn ijs-
karretje gestolen waren door twee
Italianen en dat ze Karei Kleuntjes in
dat karretje hadden ontvoerd.
Dit schokkende bericht bracht de
anders zo ijjskoude Ysbrand Ysinga
helemaal van zijn stuk. Met grote spoed
begaf hij zich naar het politiebureau,
waar hij onder veel misbaar de werk
kamer van de hoofdcommissaris Kaas
nagel binnenstormde. „Ze hebb'n een
van mien ieskarretjes gestool'n!" brulde
hij. „Een gruwelijke belediging veur
mien seperatist'n bloed; mien ies hebben
ze ook bedorv'n deur d'r de een of
andere Karei Kleuntje in te smiet'n!"
7. „Noü, je bent inmiddels te weten ge
komen, dat ze een woekeraarster is, en
die zullen wel de nodige vijanden heb
ben".
„Dat staat wel vast", bevestigde Hool-
werf. „Voeg daarbij de inbraak, juist
vanavond. Dat kan natuurlijk toeval
zijn, hoewel ik nooit erg veel geloof
hecht aan toeval. Meestal is er later een
zeker verband te vinden. Ik heb zo het
idee, dat er tussen de moord in Dor
ringen en de inbraak hier wel gelijk
lopende belangen zullen schuilen".
Veenstra dacht na en knikte instem
mend. „Dat kan inderdaad. Het is hele
maal niet onmogelijk".
„Juist. En als we in deze nu eens
gingen samenwerken? Jij hier en ik
ginds? Mogelijk, dat we dan samen de
oplossing kunnen vinden".
„Op mijn medewerking kun je na
tuurlijk rekenen".
„Fijn, dank je wel. Verder moet de
verslagene nog een pleegdochter heb
ben, die ergens in Duitsland op een
kostschool is. Dit is ook een van de
redenen, dat ik meteen naar hier ben
gereden, want dat kind moet natuurlijk
gewaarschuwd worden",
„Een pleegdochterNou, laten we
dan maar eens gaan snuffelen. We zul
len ergens haar adres wel vinden."
Na vijf minuten opende Gert een
bureaula en zag een pakje brieven lig
gen met een lintje er omheen. Nieuws
gierig trok hij er een brief uit en zag
tot zijn voldoening, dat er een Duitse
postzegel op zat. Hij haalde een vel pa
pier uit het couvert en las:
„Lieve tante,
Allereerst hartelijk dank voor de
Sinterklaasgeschenken. Vooral die
schoenen met schaatsen vind ik fan
tastisch. En ze passen precies. In
gedachten omhels ik u en als ik met
de kerstvakantie thuiskom, hoop ik
alle schade in te halen. We hebben
heerlijk gesmuld van de chocolalet
ters en Ilse, mijn vriendin zegt, dat
er nergens zulke lekkere chocolade
is als in Holland. Lieve tante...."
Gert geloofde de rest wel en keek op
het couvert naar het afzendersadres,
want dat was tenslotte voor hem het
belangrijkste; „Madchenschule mit In
ternaat, Nonnenwerth, post Mehlem".
En de naam van het meisje was: Grada
van Andel.
Zo Mehlem. Waar het ligt weet ik
niet, dacht Gert, maar dat kan het
hoofdbureau hiel wel uitkienen. Dan
moeten we dat internaat zo snel moge
lijk inlichten.
Hij wendde zich met de brief tot zijn
collega en deze las het adres. „Misschien
kunnen we het beste die school bellen?
Kan het schoolhoofd het kind rustig
voorbereiden op het ergste".
Veenstra bekeek de brief even en
knikte.
„Ze heet Grada van Andel", vervolg
de Gert, „en ze is op een internaat in
Mehlem. Weet jij, waar dat ergens uit
hangt?"
De ander knikte. „Jawel. Dat is er
gens aan de Rijn, in de buurt van
Königswinter. Nonnenwerth is een
eilandje in de Rijn, waarop die school
gevestigd is. Recht tegenover de Russi
sche ambassade. Mehlem is een luxe
dorp in de buurt van Bad Godesberg.
Wel eens van gehoord?"
„Is dat niet bij Bonn in de buurt?"
„Klopt. Ik ben er met de vakantie
wel eens geweest. Het eilandje heb ik
ook gezien. Het is nogal een school voor
de betere stand. Voor kinderen van
grootindustriëlen en ministers en zo".
„Dan moeten we daar maar bericht
heen zenden", vond Gert.
Op dit moment klonk er buiten plot
seling het geluid van een sirene, ge
volgd door nog meer lawaai van boot-
fluiten en vuurwerk Gert keek de an
der verbaasd aan. „Wat betekent dat?"
Rechercheur Veenstra stak lachend
zijn hand uit en keek en passant op zijn
horloge. „Dat betekent, collega, dat het
nieuwe jaar begonnen is. Veel heil en
zegen",
Gert staarde de man tegenover hem
een ogenblik verwezen aan en drukte
toen diens uitgestoken hand. Terwijl er
een glimlach op zijn gezicht kwam, ant
woordde hij: „Verhip, daar zou een
mens helemaal niet meer aan gedacht
hebben. De beste wensen, collega. En
veel succesvol opgeloste zaken. Wie had
dat vanmorgen kunnen denken, dat ik
meer dan honderd kilometer van huis
zou zijn met oud en nieuw".
„Tja", de ander stak met een wijs
gerige blik een sigaret op, „wat zul je
er aan doen? Zo is ons beroep nu een
maal. Maar als je denkt, dat we hier
voorlopig klaar zijn, dan lijkt me het
beste, dat we nu maar eens naar het
hoofdbureau gaan. Om je de waarheid
te zeggen: ik heb trek in een kop warm
drinken".
HOOFDSTUK 4
Het nieuwe jaar was een uur oud,
toen het hoofdbureau verbinding had
met de politie in Bonn. Met enkele
woorden stelde men de Duitse collega
op de hoogte van het gebeurde en ver
zocht bericht te sturen naar het inter
naat in Mehlem.
In Bonn was men verontwaardigd.
„Mensch! Und das in diese Nacht! Die
Kinder schlafen allen! Ik kan toch
moeilijk midden in de nacht gaan tele
foneren?"
Na enig overleg werd besloten de
morgen maar af te wachten. De Meh-
lemse politie zou tijdig bericht krijgen
uit Bonn en dan moest men daar maar
contact opnemen met het hoofd van het
Internaat. Gert gaf het advies, dat
iemand het kind maar naar Holland
moest brengen. De kosten zouden wel
worden vergoed. Die tante bezat geld
genoeg en ze had er nu toch niets meer
aan. Aldus werd besloten en toen vond
Gert het ook welletjes. De meegenomen
papieren werden netjes opgeborgen.
Van een en ander werd vlug een ver
baaltje opgemaakt, dat Gert mede on
dertekende en daarna zei hij, dat hij
naar huis ging. Wat de anderen hem
niet kwalijk namen.
Om vier uur die Nieuwjaarsmorgen
zette Gert de politieauto voor zijn huis
neer, deed de portieren op slot en ging
naar binnen. Toen hij in de slaapkamer
licht maakte, deed Cobie haar ogen
open en glimlachte.
„Ik ben maar niet opgebleven", zei ze
met slaperige stem. „Veel heil en zegen,
lievert".
Hij boog zich over haar en drukte
een kus op haar mond. „Dat het nieuwe
jaar ons alle goeds zal brengen, Cobie".
„Hoe laat is het, Gert?"
„Over vieren", antwoordde hij, ter
wijl hij zich begon uit te kleden.
Met een ruk kwam ze overeind. „O,
Gert, je zult wel doodmoe zijn. Wil ik
wat drinken voor je klaar maken? Heb
je honger?"
Hij schudde zijn hoofd. „Ik heb maar
één verlangen: slapen. Morgen zullen
we wel verder zien".
„Hoe is dat met die moord? Ben je
al wat wijzer geworden?"
„Nog niet veel. Maar dit weet ik nu
al: dit is een vies zaakje, Cobie, een
heel vies zaakje. Waar veel meer ach
ter zit dan ik nu nog weet. Daar zullen
we een hele kluif aan hebben", besloot
hij, terwijl hij naast haar onder de de
kens schoof.
De volgende morgen arriveerde Gert
om elf uur op het burau Daar stelde
hij zich op de hoogte van de resultaten,
die de sectie had opgeleverd. Het schot
was nagenoeg onmiddellijk dodelijk ge
weest, was het oordeel van de dokter.
En de kogel was kennelijk afkomstig uit
een revolver. Maar het kaliber kon nie
mand thuisbrengen, zodat, na overleg
met inspecteur Harde, inlichtingen ge
vraagd zouden worden in het dichtst
bijzijnde militaire kampement.
(Wordt vervolgd)