Moord op Oudejaarsavond BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF wm&vmiimmm. AGENDA Ruwe handen MÜMem 'wijf pi'W CONSULTATIEBUREAU VOOR ZUIGELINGEN Woensdag 11 december a.s. worden de moeders van de buitendorpen verwacht op de volgende uren: Den Hoorn: 13.0014.00 our; Oosterend: 14.0015.00 oor; De Cocksdorp: 15.15 16.00 our; De Koog: 16.0016.30 uur. VAN DE RIJKSLANDBOUW- VOORLICHTINGSDIENST BESTEED ZORG AAN HET POOTGOED Wij brengen hierbij nogmaals een aantal punten onder de aandacht, die betrekking hebben op het bewaren en behandelen van het pootgoed in de herfst- en wintermaanden. Het ontsmetten Hoewel wij hopen, dat dit op het grootste deel van de bedrijven gebeurd is menen we, dat er hier en daar toch nog wel partijen ontsmet moeten wor den. Dit is vooral het geval als het pootgoed pas in december of januari wordt ontvangen. Er moet om gedacht worden, dat het water een temperatuur van liefst 12 - 15° C. moet hebben en tijdens het ontsmetten moet deze tem peratuur gehandhaafd worden. Het omstorten Pootaardappelen, die in bakjes wor den bewaard, moeten enkele keren worden omgestort. Hierdoor breekt de topspruit af en wordt de groei van de spruiten bevorderd. Het resultaat hier van is, dat per knol méér spruiten zul len ontstaan en meer spruiten kunnen later een hogere opbrengst in kilogram men per ha. geven. Tevens wordt met omstorten bereikt, dat de onderste knollen boven komen te liggen en er is tevens gelegenheid om de bakjes van plaats te verwisselen. De onderste bak jes komen boven te staan, bakjes van de buitenkant staan eens meer naar het midden en het omgekeerde is ook het geval. Een en ander bevordert een gelijkma tige kieming. Deze werkwijze is ook van belang voor pootaardappelen, die in glazen bewaarplaatsen worden be waard. Het afspruiten Het komt voor, dat de topspruit reeds vrij groen is en tijdens het omstorten moeilijk of in het geheel niet afbreekt. Het is dan nodig de aardappelen geheel af te spruiten. Het aantal knollen per bakje Het komt ieder jaar voor. dat op be drijven óf te weinig óf teveel pootaard appelen zijn. Bij een groot tekort moet dan een gedeelte land, dat voor poot goed bestemd was voor een ander gewas worden bestemd, of soms moet het te kort duur worden aangekocht. Bij een teveel aan pootaardappelen is er kans op een financiële strop. Een tekort of een teveel kan worden voorkomen door van een aantal poter- bakjes het aantal knollen van een be paalde maat per bakje te tellen. Als nu de njenafstand, de afstand in de rij en de lengte van de regels bekend is, dan kan berekend worden hoeveel knollen per ha. nodig zijn. Laten we een voor beeld nemen, waarbij de lengte van het perceel 250 meter is. Voor een ha. is dan 40 meter breedte nodig Op die 40 mtr. komen bij een rijenafstand van 66V2 cm dus 60 regels. Bij een afstand in de rij van 25 cm. komen op een regel van 250 m. dus 1000 poters Per ha. zijn dan nodig 60.000 poters. Komen we nu bij het tellen van het aantal poters per bakje tot een aantal van 200 stuks, dan betekent dit dat we van die bepaalde maat 300 bakjes per ha. nodig hebben. We menen, dat op deze wijze een flink overschot of te kort kan worden voorkomen. C. Zijdewind. INGEKOMEN PERSONEN Eddie J. J. Eelman, van Den Helder, Hoofdgracht 14, naar De Koog, Dorps- str. 3; Roelof je G. Bordewijk ev. Zwiers en kind, van Zwolle, Verenigingsstr. 51 naar Houtweg 2, Den Burg; Jan P. Daam van Lochem, Nieuweweg 23, naar Groe- neplaats 14; Josephus A M. van de Kamp, van Muiden, Brederodelaan 22, naar Van Neckstraat 3, Oudeschild; Dieuwertje Keijser, van Den Helder, Huisduinerweg la naar B 204; Johannes van den Bout, van Schiedam, Swars- straat 6 naar Den Burg, Ada v. Holland- straat 17. INVOER VEE In de maand november 1963 werden op Texel 30 koeien, 17 pinken en 5 graskalveren ingevoerd. WATEROVERLAST In de Texelse Courant van vrijdag j.l. wijdde o.g. enkele regels aan het on derwerp wateroverlast. De redactie „versierde" mijn pennevrucht met een foto, die wel heel duidelijk aantoonde, dat er op plaatsen inderdaad van over maat aan water kan worden gesproken. De betrokken landbouwer had deze foto ingezonden met het verzoek deze in de „Texelaar" te plaatsen. Het komt mij voor, dat deze zaak wel enige verduidelijking nodig heeft. Men krijgt de indruk, dat de bedoelde land bouwer de foto heeft ingezonden met het doel aan te tonen, dat door het werk van de ruilverkaveling de ontwa tering van de percelen minder goed wordt. Als dit inderdaad het geval is, dan noem ik deze foto misleidend. Bij alle bezwaren, die een aantal Texelaars nog steeds tegen de ruilver kaveling heeft, meen ik toch wel te mogen zeggen, dat verreweg de meesten van de Texelse landbouwers het er over eens zijn, dat door de Ruilverkaveling de ontwatering van grote delen van Texel veel beter is geworden. Toen ik m mijn artikeltje van vrijdag j.l. dan ook sprak van wateroverlast en ruil verkaveling had ik duidelijk het oog op de percelen, die op het moment in be werking zijn en nauwelijks gereed zijn gekomen. Het is m.i. voldoende bekend, dat in die periode de percelen zeer kwetsbaar zijn. O.g. zou niet graag beweren, dat na het gereed komen van het werk er geen fouten op het gebied van de ontwate ring meer voorkomen. Het aan elkaar breien van de oude percelen, waarbij veel oude sloten worden gedempt en er in de eerste tijd ook wel nazakkingen voorkomen heeft in diverse gevallen tot gevolg, dat na enige tijd plaatselijk wateroverlast optreedt. Het komt dan ook herhaaldelijk voor, dat de draglines of bulldozers nog eens terug moeten komen om „fouten" te herstellen. Het feit, dat er de laatste maanden weer een dragline aan 't werk was op enkele plaatsen in de omgeving van Oosterend illustreert dit duidelijk. Eén van de ambtenaren van de Cul tuurtechnische Dienst, die zeker met naar perfectie streeft is toch van me ning, dat klachten omtrent waterover last in ieder geval serieus moeten wor den genomen. En in deze geest worden ze ook afgehandeld. We menen ook op het volgende te moeten wijzen. Speciaal bij de akker bouwers is er de neiging het aantal sloten tot het uiterste te beperken. Dit is volkomen begrijpelijk. Sloten hebben voor de bedrijfsvoering op bouwland geen enkel nut als ze voor de wateraf voer niet nodig zijn. Zo zijn er wel eens sloten gedempt of weggelaten op plaat sen, waar dit op z'n minst zeer riskant moest worden genoemd. Als door het aan elkaar breien van de percelen een „natuurlijke" laagte midden in het per ceel komt, dan is het vrijwel uitge sloten zoveel cultuurtechnisch werk te doen, dat hier geen wateroverlast op treedt. Van een ideale ligging kan immers pas worden gesproken als de percelen vanuit het midden naar de buitenkanten afloopt. Is het midden van de percelen van nature laag, dan kost het kapitalen om die ideale toestand te scheppen. Daarom is het in die gevallen meestal beter toch een sloot extra te houden. Naar dit advies is niet altijd geluisterd. Intussen willen we nogmaals onder strepen, dat gerechtvaardigde klachten omtrent wateroverlast op verkavelde percelen in ieder geval in behandeling worden genomen en vrijwel altijd ook worden opgelost. Dat in het algemeen de verbetering van de ontwatering in het ruilverkave- lingsblok opvallend is, bleek men deze week nog weer eens uit enkele opmer kingen van Eierlandse boeren. Zij be treurden het speciaal met het oog op de ontwatering, dat indertijd ook polder Eierland niet in het blok van ruilver kaveling is opgenomen. O.i. zegt dit toch wel iets. C. v. Gr. VERTROKKEN PERSONEN Antoinetta Th. Zuidewind, van S 33 naar Egmond aan Zee, Voorstraat 41; Peter H. J. van Lare, van De Koog, Ruyslaan 25 naar Rijswijk ZH, Haag- weg 46; Cornelia M. Koorn, van W 75 naar Gouda, Joubertstraat 87; Pieter J. de Jongh, van H 131 naar Den Helder, Buitenhaven 5. HOOG WATER Hoog water ter rede van Oudeschild: 10 dec. 3.07 en 16.02; 11 dec. 4.20 cn 17.08; 12 dec. 5.27 en 18.07; 13 dec. 6.20 en 18.54; 14 dec. 7.05 en 19.33. Laag water valt gemiddeld 6 uur 15 min. na hoog water. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. NOGMAALS BAARD (Ingezonden) Het is prettig om (na enige vertra ging, omdat de Texelse Courant mij wordt toegestuurd) antwoord te krijgen op mijn ingezonden stuk. Laten we voorop stellen, dat ik geenszins er op uit ben om de Baardenclub te kraken. Tot voor kort was ik zelf de trotse be zitter van een pracht van een baard. Alleen daardoor al zou het tegenstrijdig zijn om negatief te reageren. Ja, ik was zelf baarddrager deze zomer. Het is daarom zo jammer dat ik hier in Groningen op de Academie geen baard mag dragen. Te enen male verboden! Ik kan me dus niet meer beroemen op mijn baardig sieraad, maar dat is niet zo erg belangrijk. Belangrijk is, dat alle Texelse mannen, die 't lef daarvoor hebben, hun baard laten groeien. Ik kan ieder verzekeren, dat het een hele be leving is. Er zullen altijd wel mensen blijven in je naaste omgeving die wat aan te merken hebben. Zo heb ik meer dere malen moeten horen, dat ik er af schuwelijk uitzag, dat de baard niet mooi was en dat ik jaren ouder was ge worden! Dat is echter niets vergeleken bij de aanmoedigingen, die ik heb on dervonden! Tegen één enkele loftuiting kunnen tien kritieken niet op. Dat kleine beetje lof is tegen alles bestand en daarom voel je je sterk en doorsta je de kritiek met alle gemak! Het feit, dat ik reageerde op het ver slag van de Baardenclub ligt hierin, dat men zou gaan inzien dat een baard dragen niets ongewoons is Doch on kundig zijnde met de Baardenclubdoel- stellingen ben ik er eigenlijk een beetje ingevlogen! Mijn eerste gedachte was werkelijk: „Wie kan er nu zoiets over een baard schrijven", maar achteraf blijkt alles toch in orde te zijn. Ik wens de Baardenclub dan ook een zeer vruchtbare periode toe met een gestaag wassend ledental, gestaag groeiende baarden en veel gezelligheid. Veel succes. Met vriendelijke groeten, S. Dros. Dinsdag 10 december: De Cocksdorp. Theehuis „De Molen", 20.00 u VW-vcrgadering afd. De Cocksdorp. Oudeschild, dorpshuis 't Skiltje, 20.00 uur, vergadering IJsclub Oudeschild. Woensdag 11 december De Koog, Lubertischool, 20.00 uur, Contact avond. Zaterdag 14 december Den Burg, Eben Haezer, 15.00 uur, Huwelijks cursus. Schrale huid ZOUT VERDWIJNT UIT TEXELS LEIDINGWATER Evenals in vorige jaren werd in 1962 het chloridegehaltc van het op Texel afgeleverde water, door menging van water uit de putten met verhoogd zout gehalte met het water uit andere put ten op ca. 250 mg/1, gehouden. Klachten kwamen niet voor. Tegen het einde van 1962 werden aanwijzingen gevonden, dat het chloridegchalte van het water uit de putten met verhoogd zoutgehalte begon af te nemen, hetgeen de ver wachting heeft gewekt, dat de bij de stormramp 1953 ontstane zoutlens uit geput gaat raken. Voor de verbetering van de ontijze- ring en ontkleuring van het water op Texel werd nog geen bevredigende op lossing gevonden. Aldus het P.W.N in zijn verslag over het boekjaar 1962. Proeven met overchloring van het ruwe water en met filtratie over anthraciet, ter plaatse uitgevoerd, gaven ondanks het voorafgegane hoopgevende labora toriumonderzoek, slechts teleurstellen de resultaten. In het verslagjaar werden de eerste voorbereidingen getroffen voor proef nemingen met ozon. Door het Pompstation Texel te Den Burg werd in 1962 (1961) afgeleverd 428.343 (366.927) m3. Dat is per etmaal gemiddeld 1173 ni3 (1.005). Op zaterdag 28 juli 1962 werd 2400 m3 afgeleverd. In 1961 vond de maximumaflevering plaats op dinsdag 25 juli (1771 m3) De minimumaflevering vond plaats op maandag 22 januari 1962 (798 m3), resp. donderdag 26 januari 1961 (678 m3). DAMCLUB TEXEL J. Vinke-S. v. Heerwaarden 20 C. v.d. Werf-J. Hooijberg 02 H. Bruining-Jo Schoo 20 C. Vinke-C. P. Burger 20 C. v. Heerwaarden-P Kooiman 11 Jb. Koorn-D. v.d. Werf 02 S. van Heerwaarden bunderde, waar door P Bakelaar de leiding heeft over genomen. De onderste plaatsen worden bezet door D. v.d. Werf, G. Dros en Jb. Koorn. VERLEENDE BOUWVERGUNNINGEN De Coöp. Raiffeisenbank te Utrecht, voor de uitbreiding van een kamphuisje bij De Koog tot tijdelijke woning; de heer S Langeveld te D enBurg voor de uitbreiding van zijn cafetaria te De Koog; de heer C. Witte te Oosterend, voor de verandering van zijn woning; de heer F. Kuipers te Zandvoort, voor de verbouw van een woning in de He renstraat te Den Hoorn; de heer J. v.d. Kooij te De Cocksdorp, voor de veran dering van een winkelpand in de Kik- kertstraat; de heer H. van Boven te Den Burg, voor de verandering van een ge vel; de heer A. Hemelrijk te Oudeschild, voor de verandering van een woning in de De Ruyterstraat; de heer J. A. Nieuwenhuis te Den Burg, voor de bouw van een garage in de Burgerhout straat; de heer J. Th. Boom te Oude schild, voor de verandering van een schuur aan het Oudeschilder voetpad; mej. A. Bas te Oosterend, voor de ver bouw van een woning in de Koetebuurt; de heer J. Vroom te Den Burg, voor de uitbreiding van Bos en Duin; de heer C. Zuidema te De Cocksdorp, voor de bouw van een zomerwoning in de Kik- kertstraat; de heer C. J. Witte te De Cocksdorp, voor de uitbreiding van een woning aan de Postweg; de heer J. A. Schellinger te Amsterdam, voor de bouw van een garage aan de Bakkeweg; mevr. Q. F. Mooy-Middelaar te De Waal, voor een verandering van een boerderij aan Diek te Den Hoorn; Gebr. Zoetelief te De Koog, voor de bouw van een boerderij aan de Californiëweg; fa Gebr. Ran te Den Burg, voor een uitbreiding van winkel en slachtplaats in de Warmoesstraat; de heer C. Scher mer te Den Burg, voor de bouw van een bloembollenschuur in de P.H. Pol der; de heer KI. Kalis te De Cocksdorp, voor de bouw van een zomerwoning aan de Vuurtorenweg; de heer H. A. Elias te Den Burg, voor de bouw van een garage-berging in de Julianastraat; de heer J. R. van Wijland te Den Burg, voor de uitbreiding van een woning aan de Hallerweg; mevr. A. Witte- Majoor te Den Burg, voor de verande ring van een woning aan de Hallerweg; Mej J. Knol te De Cocksdorp, voor het maken van een toilet; de heer C M. Bakker te Den Burg, voor het uitbrei den van een woning; de heer K. K. Tuinder te Oudeschild, voor het maken van een wc en douchegelegenheid; de heer D. Koorn te Den Burg, voor de bouw van een serre; de heer Th. van Heerwaarden voor de bouw van een garage aan de Molenstraat, hoek P. van Cuyckstraat; de heer J. Bakker te Den Burg voor de uitbreiding van een wo ning aan de Hallerweg; de heer L. van Koten te Amsterdam, voor de uitbrei ding van een kamphuisje te Everste- koog; de heer A Kievit te Den Burg, voor de bouw van een garage aan de Vogelenzang. sWXWWWWWW 111111 oyïOMi wuco «van 29. Maar ja, al stonden de kranten vol en al sprak Arend de Zeeuw voor de radio, daarmee had het voetbalminnen- de publiek Karei Kleuntjes nog niet terug. Dat was natuurlijk erg jammer voor dat publiek, want ze zagen toch zo graag beter voetbal. Dat was de enige interesse, die ze voor de zaak hadden en er was dan ook niemand, die op merkte: „Grutjes, als die Karei nóg in dat ijskarretje zit, dan zal de arme kerel het zo langzamerhand wel koud hebben En nu we het tóch over een ijskar retje hebben, de oorspronkelijke eige naar van dit verfrissende voertuigje had het er natuurlijk niet bij laten zit ten. Hij was namelijk een ijverig em ployé met goede vooruitzichten van de grote Bonckelhovense N.V. tot bereiding van consumptie-ijs, in de wandeling ge naamd TOBEVACON. Hier zien wij de bestolen ijscaman dan ook staan in het kantoor van Ysbrand Ysinga, de directeur van de TOBE VACON Met veel gezwaai van handen en onder luide kreten vertelde de brave kerel, dat zijn witte jasje en zijn ijs- karretje gestolen waren door twee Italianen en dat ze Karei Kleuntjes in dat karretje hadden ontvoerd. Dit schokkende bericht bracht de anders zo ijjskoude Ysbrand Ysinga helemaal van zijn stuk. Met grote spoed begaf hij zich naar het politiebureau, waar hij onder veel misbaar de werk kamer van de hoofdcommissaris Kaas nagel binnenstormde. „Ze hebb'n een van mien ieskarretjes gestool'n!" brulde hij. „Een gruwelijke belediging veur mien seperatist'n bloed; mien ies hebben ze ook bedorv'n deur d'r de een of andere Karei Kleuntje in te smiet'n!" 7. „Noü, je bent inmiddels te weten ge komen, dat ze een woekeraarster is, en die zullen wel de nodige vijanden heb ben". „Dat staat wel vast", bevestigde Hool- werf. „Voeg daarbij de inbraak, juist vanavond. Dat kan natuurlijk toeval zijn, hoewel ik nooit erg veel geloof hecht aan toeval. Meestal is er later een zeker verband te vinden. Ik heb zo het idee, dat er tussen de moord in Dor ringen en de inbraak hier wel gelijk lopende belangen zullen schuilen". Veenstra dacht na en knikte instem mend. „Dat kan inderdaad. Het is hele maal niet onmogelijk". „Juist. En als we in deze nu eens gingen samenwerken? Jij hier en ik ginds? Mogelijk, dat we dan samen de oplossing kunnen vinden". „Op mijn medewerking kun je na tuurlijk rekenen". „Fijn, dank je wel. Verder moet de verslagene nog een pleegdochter heb ben, die ergens in Duitsland op een kostschool is. Dit is ook een van de redenen, dat ik meteen naar hier ben gereden, want dat kind moet natuurlijk gewaarschuwd worden", „Een pleegdochterNou, laten we dan maar eens gaan snuffelen. We zul len ergens haar adres wel vinden." Na vijf minuten opende Gert een bureaula en zag een pakje brieven lig gen met een lintje er omheen. Nieuws gierig trok hij er een brief uit en zag tot zijn voldoening, dat er een Duitse postzegel op zat. Hij haalde een vel pa pier uit het couvert en las: „Lieve tante, Allereerst hartelijk dank voor de Sinterklaasgeschenken. Vooral die schoenen met schaatsen vind ik fan tastisch. En ze passen precies. In gedachten omhels ik u en als ik met de kerstvakantie thuiskom, hoop ik alle schade in te halen. We hebben heerlijk gesmuld van de chocolalet ters en Ilse, mijn vriendin zegt, dat er nergens zulke lekkere chocolade is als in Holland. Lieve tante...." Gert geloofde de rest wel en keek op het couvert naar het afzendersadres, want dat was tenslotte voor hem het belangrijkste; „Madchenschule mit In ternaat, Nonnenwerth, post Mehlem". En de naam van het meisje was: Grada van Andel. Zo Mehlem. Waar het ligt weet ik niet, dacht Gert, maar dat kan het hoofdbureau hiel wel uitkienen. Dan moeten we dat internaat zo snel moge lijk inlichten. Hij wendde zich met de brief tot zijn collega en deze las het adres. „Misschien kunnen we het beste die school bellen? Kan het schoolhoofd het kind rustig voorbereiden op het ergste". Veenstra bekeek de brief even en knikte. „Ze heet Grada van Andel", vervolg de Gert, „en ze is op een internaat in Mehlem. Weet jij, waar dat ergens uit hangt?" De ander knikte. „Jawel. Dat is er gens aan de Rijn, in de buurt van Königswinter. Nonnenwerth is een eilandje in de Rijn, waarop die school gevestigd is. Recht tegenover de Russi sche ambassade. Mehlem is een luxe dorp in de buurt van Bad Godesberg. Wel eens van gehoord?" „Is dat niet bij Bonn in de buurt?" „Klopt. Ik ben er met de vakantie wel eens geweest. Het eilandje heb ik ook gezien. Het is nogal een school voor de betere stand. Voor kinderen van grootindustriëlen en ministers en zo". „Dan moeten we daar maar bericht heen zenden", vond Gert. Op dit moment klonk er buiten plot seling het geluid van een sirene, ge volgd door nog meer lawaai van boot- fluiten en vuurwerk Gert keek de an der verbaasd aan. „Wat betekent dat?" Rechercheur Veenstra stak lachend zijn hand uit en keek en passant op zijn horloge. „Dat betekent, collega, dat het nieuwe jaar begonnen is. Veel heil en zegen", Gert staarde de man tegenover hem een ogenblik verwezen aan en drukte toen diens uitgestoken hand. Terwijl er een glimlach op zijn gezicht kwam, ant woordde hij: „Verhip, daar zou een mens helemaal niet meer aan gedacht hebben. De beste wensen, collega. En veel succesvol opgeloste zaken. Wie had dat vanmorgen kunnen denken, dat ik meer dan honderd kilometer van huis zou zijn met oud en nieuw". „Tja", de ander stak met een wijs gerige blik een sigaret op, „wat zul je er aan doen? Zo is ons beroep nu een maal. Maar als je denkt, dat we hier voorlopig klaar zijn, dan lijkt me het beste, dat we nu maar eens naar het hoofdbureau gaan. Om je de waarheid te zeggen: ik heb trek in een kop warm drinken". HOOFDSTUK 4 Het nieuwe jaar was een uur oud, toen het hoofdbureau verbinding had met de politie in Bonn. Met enkele woorden stelde men de Duitse collega op de hoogte van het gebeurde en ver zocht bericht te sturen naar het inter naat in Mehlem. In Bonn was men verontwaardigd. „Mensch! Und das in diese Nacht! Die Kinder schlafen allen! Ik kan toch moeilijk midden in de nacht gaan tele foneren?" Na enig overleg werd besloten de morgen maar af te wachten. De Meh- lemse politie zou tijdig bericht krijgen uit Bonn en dan moest men daar maar contact opnemen met het hoofd van het Internaat. Gert gaf het advies, dat iemand het kind maar naar Holland moest brengen. De kosten zouden wel worden vergoed. Die tante bezat geld genoeg en ze had er nu toch niets meer aan. Aldus werd besloten en toen vond Gert het ook welletjes. De meegenomen papieren werden netjes opgeborgen. Van een en ander werd vlug een ver baaltje opgemaakt, dat Gert mede on dertekende en daarna zei hij, dat hij naar huis ging. Wat de anderen hem niet kwalijk namen. Om vier uur die Nieuwjaarsmorgen zette Gert de politieauto voor zijn huis neer, deed de portieren op slot en ging naar binnen. Toen hij in de slaapkamer licht maakte, deed Cobie haar ogen open en glimlachte. „Ik ben maar niet opgebleven", zei ze met slaperige stem. „Veel heil en zegen, lievert". Hij boog zich over haar en drukte een kus op haar mond. „Dat het nieuwe jaar ons alle goeds zal brengen, Cobie". „Hoe laat is het, Gert?" „Over vieren", antwoordde hij, ter wijl hij zich begon uit te kleden. Met een ruk kwam ze overeind. „O, Gert, je zult wel doodmoe zijn. Wil ik wat drinken voor je klaar maken? Heb je honger?" Hij schudde zijn hoofd. „Ik heb maar één verlangen: slapen. Morgen zullen we wel verder zien". „Hoe is dat met die moord? Ben je al wat wijzer geworden?" „Nog niet veel. Maar dit weet ik nu al: dit is een vies zaakje, Cobie, een heel vies zaakje. Waar veel meer ach ter zit dan ik nu nog weet. Daar zullen we een hele kluif aan hebben", besloot hij, terwijl hij naast haar onder de de kens schoof. De volgende morgen arriveerde Gert om elf uur op het burau Daar stelde hij zich op de hoogte van de resultaten, die de sectie had opgeleverd. Het schot was nagenoeg onmiddellijk dodelijk ge weest, was het oordeel van de dokter. En de kogel was kennelijk afkomstig uit een revolver. Maar het kaliber kon nie mand thuisbrengen, zodat, na overleg met inspecteur Harde, inlichtingen ge vraagd zouden worden in het dichtst bijzijnde militaire kampement. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1963 | | pagina 4