Kenya onafhankelijk
Moord op Oudejaarsavond
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF
lA-AjttTï
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
DINSDAG 17 DECEMBER 1963
In de nacht van 11 op 12 december, toen de nieuwe nationale vlag van
Kenya werd gehesen, barstte er een juichkreet los uit 8i/2 miljoen kelen in
Kenya, die heel het werelddeel Afrika in vervoerinq bracht. Want het rijk
gevarieerde, doch veel omstreden Kenya werd, ofschoon relatief laat, toege
voegd aan de lijst van onafhankelijke staten in Afrika. Kenya, het land waar
het nooit ontbroken heeft aan leiders, die steeds hamerden op de emanci
patie van Afrika.
Kenya is een opwindend land, met zijn Kilimandjaro, 17.000 feet hoog,
equatoriaal gelegen, altijd met sneeuw bedektzijn uit het vlakke land zo
maar oprijzende Mount Kenya; zijn grote horden wilde dieren, die de laag
vlakten, maar ook de dichte oerwouden bevolkenen daar teqenover de
brede straten van zijn moderne hoofdstad Nairobi.
Kenya's toekomst echter is
het meest opwindend. Haar
leiders zitten al tot over hun
oren in de zware taak opge
legd door de Eerste Minister
Jomo Kenyatta om de verder
felijke invloed, veroorzaakt
door onwetendheid, armoede
en andere factoren, op te hef
fen.
Geïnspireerd door de nieuwe
slogan, het Swahiliwoord:
„HARAMBEE", wat betekend
allen tezamen", wil de Eerste
Minister benadrukken, dat
door de geest als het ware één
nationale familieband te vor
men, iedere stam, ja iedereen'
ertoe zal overgaan, samen te
werken voor een betere toe
komst. Iedereen zal hard moe
ten werken aan zijn ontwikke
ling en daardoor aan die van
het land.
Ofschoon het onderwijs vrij
wel volledig is, het omvat
lagere scholen zowel als een
universiteit en al het hier
tussen liggend onderwijs, is het
onderwijs niet verplicht voor
Afrikanen en Arabieren. Toch
is Kenya één van de Afrikaan
se landen met het hoogste aan
tal scholen.
Er zijn 6.198 lagere en voorbereidende
scholen; 141 U.L.O.'s, 41 kweekscholen
en 10 technische scholen. Het Royal
College in Nairobi is een van de colle
ges behorend tot de University of East
Africa waar men voor arts en tevens op
natuurwetenschappelijk en technisch
gebied een opleiding kan ontvangen.
Hierbij wil ik vermelden, dat Pater
Witte altijd in dc historie van Kenya
als een van de grote missionarissen op
onderwijsgebied zal genoemd worden.
Kenya telt ruim 8V2 miljoen inwo
ners, waarvan 8.000.000 Afrikanen;
182.000 Aziaten; 63.000 Europeanen;
40.000 Arabieren en nog wat andere
nationaliteiten. De grootste Afrikaanse
stammen vormen de Kikuyu, Luo
Abaluya en Wakamba.
Nairobi, 4.452 feet boven de zeespie
gel, is niet alleen de hoofdstad van
Kenya, maar is tevens het commerciële
trefpunt van geheel Oost-Afrika. Het is
gelegen op het kruispunt van de grote
wegen door Oost-Afrika en aan de
spoorweg Mombasa-Uganda.
Mombasa is de havenstad voor Oost-
Afrika. De haven is sterk gemechani
seerd.
De voornaamste bron van inkomsten
vormt de koffie Deze brengt jaarlijks
100 miljoen gulden op. Dan volgen thee
en sisal met elk 40 miljoen. Andere
bronnen van inkomsten zijn: tarwe,
maïs, vlechtwerk, het kweken van
pyrethrum en ananas. De zuivelindus
trie brengt jaarlijks 40 miljoen op; de
helft van de productie wordt uitge
voerd. De vleesindustrie, evenals het
verwerken van huiden, beloopt 25
miljoen.
Mineralen of ertsen zijn van weinig
betekenis, maar uit het Magadi Meer
in de Riff Valley v/ordt zoda en zout
gehaald. De export hiervan bedraagt
ongeveer 10 miljoen.
Omdat Kenya voornamelijk een land-
bouwstaat is, zijn de industrieën hierop
dus gebaseerd. Koffie, thee, suiker, het
inblikken van vlees, fruit en vruchten
sappen.
Momenteel wordt een olieraffinaderij
gebouwd te Mombasa.
Pater M. Witte f
Naast de landbouw en haar produkten
vormt het toerisme een grote bron van
inkomsten. 40.000 tot 50.000 bezoekers
komen jaarlijks k'jken naar het land
schap, maar vooral naar de dieren, die
hier nog in het wild leven. Toch heeft
men ook bij ons reeds over moeten gaan
tot Nationale Parken. We hebben er
zeven, waaronder het wereldberoemde
Nairobi National Park; Tsavo, het
grootste, beslaat 8.000 vierkante mijl;
Mount Kenya Park en Aberdare Park.
Daarnaast bezitten ook particulieren
hun eigen wildpark.
Zó is het tegenwoordige Kenya.
E. N. Kamau,
Foundation Pro Africa,
Nieuwkerk 2, Goirle, Holland.
NA-DOORLICHTING T.B.C.
OP 16, 17 EN 18 DECEMBER A.S.
Mededelingen:
a. De kosten bedragen ƒ1,70 pér per
soon; vormen deze kosten werkelijk
een bezwaar, dan kan worden vol
staan met betaling van een lager
bedrag.
b. betaalt U met gepast geld;
c. personen geboren na 1 oktober 1949
worden niet onderzocht.
Het keuringsschema
Dinsdag, 17 december:
8.30- 9.30 u. Oudeschild, Dorpshuis
10.15-10.30 u. P.H. Polder, H. G. Timmer
11.15-12 00 u. Den Hoorn, Dorpshuis
14.00-14.15 u. K.I. Station, Z.-Haffel
15.00-15.15 u De Westen, D. W. Keijser
16.00-16.15 u. Gerritsland, J. Verseput
18.15-19.15 u. Oosterend, Geb. v. Chr.
Belangen
19.50-20.05 u Oost, oude school.
20 45-21 05 u. De Waal, Dorpshuis
Woensdag 18 december:
10.00-10.30 u. De Cocksdorp, De Hoop;
11.10-11.30 u. M.-Eierland, oude school
12.10-12.30 u. Z.Eierland, vliegveldpav.
14.30-15.45 u. De Koog, Dorpshuis.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 18 december a.s. worden de
moeders van Oudeschild en Den Burg ver
wacht van 12.30 - 15.30 uur.
9. In Zutphen betrad hij het politie
bureau en legitimeerde zich._Met enkele
woorden deelde hij het doel van zijn
reis mede en daar bleek men al van de
moordzaak gehoord te hebben. Natuur
lijk: hij kon op alle medewerking reke
nen.
Eerst dan maar eens kijken, hoe laat
hij hier met een trein weg kon. Een
spoorboekje was gauw gevonden en na
enig zoeken constateerde Gert, dat hij
pas om 15.28 weg kon en om 17.08 in
Amsterdam zou arriveren. Dus ruim
veertig minuten te laat. Hij keek op zijn
horloge. Bijna half drie. Dat betekende
dus, dat hij nog een uur moest wachten.
En over Arnhem was niets sneller. Nou,
had hij tenminste ruimschoots de tijd
om Amsterdam in te lichten.
Het duurde wel even, voor hij de
juiste instantie te pakken kreeg, want
Veenstra bleek al naar huis te zijn.
Maar toen Gert alles nog eens precies
uitgelegd had en meedeelde, dat hij we
gens de sneeuwval niet meer op tijd
aanwezig kon zijn gaf men hem de ver
zekering, dat men het kind wel zou op
vangen en wachten, tot hij was gearri
veerd. In de eerste klas wachtkamer
van het eerste perron.
En daarna had Gert tijd om rustig
een kopje koffie te drinken. Hij babbel
de wat met zijn Zutphense collega's en
toen het tijd werd voor de trein, bracht
men hem in een auto naar het station,
terwijl zijn auto netjes in de garage
gezet werd. Met een stevige handdruk
nam hij afscheid. „Bedankt voor de
service, he?"
„Geen dank, collega. Omgekeerd zou
je precies hetzelfde gedaan hebben".
E11 dat moest Gert toegeven.
De treinreis duurde eindeloos. Eerst
het boemelende dieseltje naar Apel
doorn en vandaar had hij gelukkig een
sneltrein, maar meer dan vol. Gelukkig
hoefde hij in Amersfoort niet nog eens
over te stappen. Maar de hele reis van
Apeldoorn af had hij moeten staan.
Met bijna tien minuten vertraging
kwam de trein aan en Gert spoedde
zich naar de wachtkamer van het eerste
perron, waar het vol met mensen was.
In de deuropening bleef hij even staan,
speurend naar een uniform, maar met
een begreep hij, dat men wel iemand in
burger gestuurd zou hebben. Hij keek
tafel voor tafel langs, maar nergens zag
hij ook maar iets, dat op een kind leek,
dat aan zijn gevormde idee beant
woordde. Ook zag hij nergens een reli
gieuze. Nou, er zat niets anders op dan
maar eens de zaal door te slenteren.
Halverwege bleef hij even staan. Een
man zat aan een tafeltje en keek hem
aan en Gert herkende hem onmiddellijk:
een oude collega van hem uit zijn Am
sterdamse periode. Maar wie dat daar
bij hem aan tafel?
De man had hem ook herkend en
stond op. Zij schudden elkaar de hand
en de ander wees naar de jonge vrouw,
die nieuwsgierig van de een naar de
ander keek. „Dit is juffrouw van An-
del", zei hij.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
17 dec. 8.55 en 21.18; 18 dec. 9.28 en 21.53;
19 dec. 10.02 en 22.30; 20 dec. 10.37 en 23.07;
21 dcc. 11.10 en 23.45
Laag water valt gemiddeld 6 uur 15 min. na
hoog water. Aan het strand ongeveer een uur
eerder hoog water.
niiiiiiiiniiii AGENDA llllllllllllllll
Dinsdag 17 december
Den Burg, Casino, 20 uur, adventsavond
Plattelandsvrouwen, afd. Texel.
De Cocksdorp, „De Hoop", 20 uur, advents
avond Plattelandsvrouwen, afd. De Cocksdorp.
Woensdag 18 december
Den Hoorn, Loodsmanswelvaren, 20 uur,
V.V.V.-vergadering.
Den Burg, De Zwaan, 20 uur, kerstviering
R.K. Vrouwengilde.
Den Burg, Hotel „De Lindeboom-Texel", 20
uur, bridge-drive.
De Cocksdorp, De Hoop, adventsmiddag voor
bejaarden aangeboden door de Plattelands
vrouwen, afd. De Cocksdorp.
Donderdag 19 december
Den Burg, Huize „St. Jan", viering 10-jarig be
staan R.K. Arbeidersvrouwen.
Den Burg, N.H. Kerk, 20.00 uur, Kerstzang-
samenkomst.
Vrijdag 20 december
Den Burg, Hotel „De Lindeboom-Texel", 20.00
- 0.5.00 uur, stoppelvcrgadering. Ook vrouwen
worden uitgenodigd lid van de Baardenclub te
worden.
DONDERDAG
GRATIS FILMAVOND IN DE KOOG
In Hotel ,,De Toekomst" te De Koog
wordt donderdagavond, 19 december
a.s. een filmavond gehouden door de
Vereniging voor Veilig Verkeer afd.
Texel.
Om de boeiende kleurenfilms en de
interessante uiteenzetting over het ver
keer van adjudant Gulmans, belooft
deze avond de moeite waard te worden.
De adjudant besteedt vooral aandacht
aan de nieuwe verkeersregels en opp.-
wmr. Stomp zal de eventuele vragen
stellers van antwoord dienen.
Spektaculair op deze avond is de
boeiende film over de ruimtetocht van
John Glenn.
Interessant is voorts de prachtige
kleurenfilm over de sardine-vangst aan
de kust van de Verenigde Staten. Een
mooie tekenfilm sluit de rij van ont
spanningsfilms.
Het belangrijkste op deze avond is
uiteraard de veilig-verkeersfilm „Eén
kwam niet meer thuis", welke realis
tisch en aangrijpend kan worden ge
noemd.
De Vereniging voor Veilig Verkeer
hoopt dat vele leden en niet-leden deze
avond zullen bezoeken
31. Aanvankelijk gebeurde er eerlijk
gezegd niet veel bijzonders. De chauf
feur van de wagen ging rustig naar
huis, even later gevolgd door het andere
personeel van de firma Sjouwerman en
Vrachtjes. Zo was er weldra op de op-
slagterreinen geen levende ziel meer te
bekennen, behalve dan een oude straat
hond, die met een overmaat aan harts
tocht bezig was een stuk been te be-
kluiven. Edoch, de oude hond zou niet
ongestoord van zijn been genieten.
Plotseling werd hij namelijk in zijn
maaltijd gestoord door het piepen van
HOOFDSTUK 5
Gert zette grote ogen op van verba
zing, want hij had alleen maar gedacht
aan een meisje van misschien een jaar
of veertien. Doch de jongedame, die
hem rustig opnam, was minstens ne
gentien of twintig. Maar dat kon toch
niet?
Aarzelend stak hij zijn hand uit.
„Mijn naam is Hoolwerf, uit Dorringen"
„Grada van Andel", antwoordde ze
met zachte stem. Hij voelde haar handje
in de zijne en automatisch trok hij een
stoel bij, waarop hij ging zitten. Terwijl
hij zijn blik niet van haar losliet, vroeg
hij: „Dus u bent de pleegdochter van
mevrouw Goedgeburen?"
Ze knikte. „Dat ben ik". Ze opende
haar tasje en overhandigde hem haar
pas. „Hier kunt u zich overtuigen, mijn
heer".
Gert keek de pas door en constateer
de, dat het meisie twintig jaar was,
Nederlandse en aat in het vakje „be
roep" genoteerd stond „studerend".
Zwijgend gaf hij het document terug.
„Uw begeleidster is zeker alweer ver
trokken?"
„Ik ben alleen gereisd, mijnheer. Ik
reisde de laatste jaren altijd alleen".
Toen de formaliteiten afgelopen wa
ren, kocht Gert een kaartje naar Zut
phen eerste klas en soppleerde zelf bij.
In de eerste klas zouden ze misschien
rustig kunnen praten.
Ze zaten elk in een hoek en Gert keek
haar onderzoekend aan. Haar ogen wa
ren nog enigszins gezwollen, dus men
zou haar wel volledig ingelicht hebben.
„U bent op de hoogte met wat er ge-
WATEROVERLAST
Reactie op het schrijven van de heer
A. Vonk
Een paar opmerkingen naar aanlei
ding van het schrijven van de heer
Vonk.
a. Ook in het schrijven van de heer
Vonk treft het me weer, dat de ruil
verkaveling op Texel te veel als een
„zaakje" van de heer Van Groningen
wordt beschouwd. De heer Vonk
schrijft Immers over „een brief van
de heer Van Groningen" in plaats
van over „een brief van de Plaatse
lijke Commissie, ondertekend door
de heer Van Groningen als secreta
ris". Het lijkt me nodig dit eens dui
delijk te zeggen, omdat de heer Vonk
niet de enige is, die zich hieraan be
zondigt. Telkens weer bemerk ik, dat
bepaalde voor betrokkenen ongun
stige beslissingen (althans in hun
oog) op de rekening van o.g. worden
gezet.
Nu ben ik erg blij, dat ik aan de
ruilverkaveling mag meewerken en
ik durf de beslissingen van de Plaat
selijke Commissie in de meeste ge
vallen wel voor mijn rekening te
nemen, maar het is beslist te veel
eer voor o.g. om de Ruilverkaveling
als een zaak van de heer Van Gro
ningen te beschouwen.
b. De heer Vonk schrijft, dat hij voor
zijn klachten geen oor kan vinden op
Texel. Maar drie dagen nadat hij een
brief tot de heer Herweijer richtte,
kreeg hij al bezoek van de heer
Vogel. Zonder nu direct te zeggen,
dat ambtelijke molens langzaam
draaien, kan ik de heer Vonk toch
wel zeggen, dat het bezoek van de
heer Vogel niets te maken had met
zijn drie dagen geleden geschreven
brief. Het was een gevolg van een
beslissing van de Plaatselijke Com
missie, die al weken daarvoor was
genomen. Een dergelijke beslissing
wordt echter niet altijd op staande
voet tot uitvoering gebracht en zeker
niet in een periode, waarin dit niet
urgent is.
c. In mijn vorige schrijven betoogde ik,
dat klachten over een onvoldoende
ontwatering serieus worden geno
men. Ik heb echter ook gezegd, dat
in de meeste gevallen een op
lossing kon worden gevonden. Het is
beslist onmogelijk om elk perceel
voor iedere teelt geschikt te maken
Als iemand met een voor de omge
ving laag gelegen perceel, dit perceel
toch een waterstand wil geven, die
bijv. voor de teelt van bloembollen
geschikt is, dan moet wel eens ge
zegd worden; Hieraan kan niet ge
heel worden voldaan. Soms geeft dit
nl. nadelen voor een hoger gelegen
omgeving of het kan ook zijn, dat de
kosten dermate hoog worden, dat dit
niet verantwoord is. Naar ik meen
hebben wij in het geval van de heer
Vonk wel met iets dergelijks te
de achterklep van de grote auto. Ver
wonderd keek de dinerende hond op en
daar zag hij tot zijn grote schrik twee
merkwaardige koppen te voorschijn
komen, beide gedekt door een opwin
dende sportpet. Nu was de hond wel
gewend, dat men hem uitschold voor
lelijk mormel, maar Italiaans had hij
nog nooit horen praten. Daar schrok hij
zó van, dat hij er als een haas van
door rende met de staart tussen de po
ten en onder achterlating van zijn bot
De pientere lezer heeft de twee
kerels natuurlijk wel herkend. Het zijn
beurd is, juffrouw van Andel?"
Ze knikte en antwoordde met toon
loze stem: „De directrice vertelde het
me vanmorgen. En dan nog wel ver
moord.... Het is.... ik kan het nog
niet allemaal verwerken. Ze was altijd
zo lief voor me".
Hij knikte en .presenteerde een siga
ret. Nadat ze rookten, vervolgde hij:
„Ik zal u eaen paar vragen moeten
stellen, juffrouw, die misschien pijnlijk
zijn. Maar het gaat er om de moorde
naar van uw tante op te sporen. Alles,
wat u weet, kan van belang zijn, ziet u?"
„Moet u.... bent u belast met...."
„Ja. Het onderzoek in deze zaak is mij
opgedragen. Geen prettig werk, doch
beslist noodzakelijk. Dat zult u ook wel
begrijpen. Is het u ook bekend, of uw
tante vijanden had?"
Het meisje schudde heftig haar zwart
gelokt hoofd. „Welnee? Waarom? Ze
was lief en vriendelijk voor iedereen".
„Iemand had het toch op haar leven
gemunt, juffrouw Van Andel", ant
woordde Gert droog. „Dat bewijst deze
moord. Iets anders. Weet u ook, of de
overledene nog familieleden had?"
Het meisje dacht even na. „Ja, ze
heeft me wel eens verteld over haar
familie, maar ik heb het nooit precies
uit elkaar kunnen houden. Ik bedoel:
van wie er nog leefden en wie niet
meer. Tante was zelf al jaren weduwe".
„De naam Jan Gillissen bijvoorbeeld.
Zegt u die iets?"
Ze aarzelde en dit ontging Gert niet.
„Ik heb hem wel eens ontmoet, bij
tante Anne", antwoordde ze voorzichtig.
„Hij woont in Dorringen".
maken, hoewel ik toch wil onder
strepen, dat door de ruilverkaveling
de situatie veel gunstiger is gewor
den.
C. v. Gr.
VAN DE RIJKSLANDBOUW-
VOORLICHTINGSDIENST
WIJ VRAGEN UW AANDACHT
VOOR
Ervaringen met geperst hooi
Er is een tijd geweest, dat de voor
lichters het tot hun taak rekenden het
persen van hooi zonder meer af te wij
zen. De methode was te duur en het zou
onmogelijk zijn op deze wijze goed
hooi te winnen
We kunnen zeker niet zeggen, dat op
dit moment alle voorlichters enthou
siast zijn over het hooipersen, maar men
is tot de overtuiging gekomen, dat deze
wijze van hooi winning niet meer is weg
te denken. De methode is er en het gaat
er nu om de risico's zoveel mogelijk te
vermijden.
Dat er risico's zijn zal wel niemand
ontkennen. Dat zal vooral dit seizoen
wel weer naar voren komen, nu er naar
verhouding veel slecht gewonnen hooi
is. En we vrezen, dat dit vooral hij hen,
die het hooi geperst hebben en dit
zijn er zeer velen wel eens ernstig
kan zijn.
Nu loopt niemand graag te koop met
z'n armoe, ook niet als dit slecht hooi
betreft. Het gebeurt vrijwel nooit, dat
je op de vraag hoe het met de kwaliteit
van het hooi is als antwoord krijgt:
Slecht! Daar kunnen we ook wel in
komen.
Toch kan ons verzoek, dat nu volgt
betekenen, dat U met Uw „armoede"
naar voren komt. Het is n.l. zo, dat we
wat het resultaat van het hooipersen
betreft nog altijd voor veel vragen
staan. Het is heel vaak onmogelijk om
in bepaalde gevallen te zeggen, waarom
het in het ene geval goed is gegaan en
in het andere falikant verkeerd. We
zouden hier graag iets meer van willen
weten om daarmee in de toekomst U en
anderen te helpen.
We denken daarbij aan het volgende
Als het geperste hooi op Uw bedrijf
naar Uw oordeel werkelijk goed is, haalt
U er ons dan eens bij om dit te bekijken
en tevens aan ons te vertellen hoe de
gang van zaken is geweest en Uw oor
deel aan te horen waarom dit hooi
goed is. Hetzelfde vragen wij aan die
veehouders, waar het hooi teleurstelt.
We denken niet in de eerste plaats aan
die gevallen, waarbij het hooi met
slecht weer weken op het land heeft
gelegen. Hier is het resultaat uiteraard
niet best. Maar het gaat ons vooral om
die voorbeelden, waarbij de veehouder
had gedacht goed hooi uit het vak te
halen en het erg tegenvalt. Wellicht
kan het „verhaal" over de gang van
zaken op het veld en het inschuren ons
aanwijzingen geven over de oorzaak.
Mogen wij op Uw medewerking
rekenen? C. v. Gr
Diavolo en Angelico.
„Vide amico. fluisterde Dia-
volo-de-blokjas, terwijl hij met zijn vin
ger in de richting van het stationsem
placement wees, „Vide par la! La em-
placemente di trinio con vapore! Videmo
ne uno trinio partita in Italia la bella!"
Verheugd knikte Snorremans-Ange-
lico van ja en daar maken wij uit op,
dat blok jas voorstelde om maar eens te
gaan kijken of er niet toevallig een
trein naar het schone Italië vertrok
„Dus dat weet u. Apropos, we gaan
nu naar Dorringen. Tenminste. dat
is het plan. Ik ben onderweg rpin of
meer met de auto m de sneeuw blijven
steken". Hij keek door het raam in de
donkere avond. „Hier sneeuwt het ten
minste niet meer. Misschien komen we
toch nog met de auto aan Hebt u hem
vaak ontmoet?"
Ze keek hem vragend aan.
„Die neef, bedoel ik Jan Gillissen".
„Verschillende malen. Ik ging alleen
in de vakanties enkele dagen naar Am
sterdam. Soms wat langer. Maar nooit
langer dan een week"
„Dat is waar ook: u bent op aen in
ternaat, nietwaar?"
„Ja, in Duitsland".
„Leert u ergens voor?"
„Ik word opgeleid voor onderwijzeres.
Aan het internaat is ook een kweek
school verbonden. Ik hoop de komende
zomer examen te doen".
„Iets anders, juffrouw van Andel. Is
het u bekend, welke bronnen van in
komsten uw pleegmoeder had?"
Het meisje keek de rechercheur enige
tijd nadenkend aan. „Ik heb me er
nooit in verdiept", antwoordde ze diplo
matiek.
Gert voelde onmiddellijk, dat het
meisje meer wist, dan ze los wilde laten.
„Sinds wanneer bent u op dat internaat,
juffrouw van Andel?"
Ze zuchtte. „Ik was zestien", ant
woordde ze kort.
(Wordt varvolgd).