tl
Mini! op Oudejaarsavond
Texel-Valkenburg
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF
WEES ZUINIG OP UW TOEKOMST: SPAAR
Texel is geen Valkenburg. Valkenburg telt bezoekers, die op de vele attrac
ties en bezienswaardigheden afkomen. Texel telt in de eerste plaats bezoekers
die komen voor strand en duinen; vermakelijkheden en bezienswaardigheden
zyn er niet vele. Waarom dan aan onze lezers iets mededelen omtrent Val
kenburg?
In opdracht van het gemeentebestuur
van Valkenburg-Houthem is onder de
logeergasten van Valkenburg een uit
en
gebreid sociologisch
psychologisch
Onderzoek ingesteld, dat zich toelegde
op vragen als: Waardoor zijn de gasten
op het idee gekomen naar Valkenburg
te gaan; hoe worden de logiesgelegen-
heden beoordeeld; wat is het oordeel
over prijzen en fooien; wat doen de
vakantiegangers.
Een aantal conclusies, die uit dit om
vangrijke onderzoek naar voren zijn
gekomen, hebben naar onze mening een
ruimere geldigheid dan alleen maar
voor Valkenburg Wij willen niet zo
ver gaan met te beweren dat zij ook
voor Texel opgaan Wel zouden wij
willen stellen, dat het nuttig is dat men
er kennis van neemt Onze gedachten
gaan hierbij in de eerste plaats uit naar
de hotel- en pensionhouders. Kampeer
en bungalowbedrijven komen in Val
kenburg n.l. minder voor. De gasten
van deze categorie van bedrijven nemen
in onderzoek daardoor een betrekkelijk
ondergeschikte plaats in.
Het zou te veel worden alle conclusies
hier te vermelden. Wij zullen ons tot
enkele moeten beperken. Bij het be
oordelen van de conclusies is het nuttig
te bedenken dat (volgens het onder
zoek):
zestig procent van de ondervraagden
bestond uit echtparen; de helft van
hen logeerde zonder kinderen (be
neden de dertig jaar);
ongeveer 14°/o van de gasten be
stond uit zelfstandig reizende jonge
ren, die met vrienden, vriendinnen
of verloofden in Valkenburg logeer
den;
de groep oudere alleenstaanden
!(zonder echtgenoot) 15°/u van de
gasten vormde. Zij reizen wel in
gezelschap van derden;
ongeveer 7°/o van de gasten in Val
kenburg vertoefde met een groter
gezelschap,
drie kwart van de gasten niet Rooms
Katholiek is;
Valkenburg bepaald niet eenzijdig
het vakantieoord van de minder-
draagkrachtigen is. Ongeveer een
vijfde der gasten behoorde tot de
hogere sociale lagen. Plus minus
30% tot de middenklasse.
De conclusies waarop wij de aandacht
willen vestigen zijn de volgende:
YVervin gsmedia
De belangstelling voor en de effecti
viteit van de speciale rubrieken vakan
tie-advertenties in de dagbladen mag
zeker niet overschot worden. De herin-
neringswaarde van de in deze rubriek
opgenomen advertenties voor Valken
burg-Houthem is niet groot.
Van de verschillende reclame- en
public-relations-activiteiten blijken tele
visie-uitzendingen en perspublikaties
nog de hoogste herinneringspercentages
te halen.
De directe aanbeveling speelt bij de
werving van nieuwe gasten voor Val
kenburg een uitermate belangrijke rol;
dit geldt eveneens voor de logiesadres-
sen in Valkenburg.
De categorie vakantiegangers, die op
het laatste moment en zelfs tijdens de
vakantie nog beslisten naar Valkenburg
te gaan, is zo groot dat men mag aan
nemen, dat reclame-activiteiten de ge
hele vakantie-periode door effect zullen
afwerpen.
Wat geweest Is komt nooit weer. Kijk dus vooruit. Uw
toekomst hebt u nog tegoed. Tegoed Spaartegoed!
Want uw spaargeld is goed voor alles. Ga naar de
•paarbank waar men u óók gaarne van dienst Is met
andere bankzaken, zoals rekening-courant, deviezen
voor uw reizen, kredieten, hypotheken en bemiddeling
in effectenzaken. Meer dan 1000 banken en bijkantoren.
D® spaarbanken met volledige bankservlce.
^ANOeSLOTEN BIJ DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
De logiesgelegenheden en
de medegasten
De goede faam van de hotellerie
blijkt voor Valkenburg een zaak van
zeer groot belang te zijn. De aantrekke
lijkheid van Valkenburg wordt voor
velen (met name voor de zo grote groep
oudere gasten) eerder bepaald door het
hotel of pension dan door de vermake
lijkheidsinstellingen en bezienswaardig
heden.
Juist de sfeer blijkt een zeer belang
rijke voorwaarde te zijn bij de appre
ciatie van het hotel of pension.
Bij zeer velen is er een behoefte aan
persoonlijke behandeling en kleine
attenties, bij velen aan een huiselijke of
althans gezellige sfeer; men wil geen
klant, wel gast zijn.
Het nieuwe „na-oorlogse" type gast
met de kleine beurs voor Valken
burg een belangrijke categorie zoekt
een vakantie, die eerder een gezellig
heidsbeleving dan een luxe feest is.
De gasten hebben een grote behoefte
aan gezellige zitjes, binnen en in de
tuin van de logiesgelegenheid. Men
houdt van afwisseling bij de maaltijden
en wil eventuele dieetwensen gaarne
vervuld zien.
Het niet nakomen van beloften, het
zich niet houden aan gemaakte afspra
ken en niet gehonoreerde toezeggingen
zijn voor de naam van de Valkenburgse
hotellerie zeer schadelijk.
De mogelijkheid tot contact met an
dere gasten blijkt voor vakantiegangers
uit alle sociale lagen belangrijk te zijn.
Prijzen
Valkenburg heeft bij de vakantie
gangers geen ongunstige naam op het
gebied van prijzen. Nog geen vijfde van
de gasten vond de vakantie achteraf
duurder dan men aanvankelijk begroot
had.
Bezienswaardigheden
De logiesgaslen vertonen het minste
belangstelling voor de meer grovere
vormen van vermaak (bijv. Roeivijver,
Spiegelpaleis).
Er is echter evenmin veel interesse
voor een aantal van de meer interes
sante bezienswaardigheden (bijv. Model
mijn, Slakkenkwekerij, Pottenbakkerij).
Activiteiten van de
vakantiegangers
Het beeld dat de vakantiegasten te
zien geven, is dat van een rustige en
vrij gezapige vakantieviering met een
tamelijk sterke burgerlijke inslag (kor
tere wandelingen, tochtjes per auto,
trein of bus, het rustig toeven en het
niets om handen hebben).
Veel meer dan voor lange wandel
tochten heeft men interesse voor korte
wandelingen in de nabije omgeving van
Valkenburg en in het plaatsje zelf. Men
houdt ervan door het stadje te lopen
langs de terrasjes en de souvenir
winkels, het publiek te bekijken en ten
slotte ook zelf ergens neer te strijken.
De belangstelling voor langere wan
deltochten en voor de natuur is ook bij
de jongeren vrij klein, ook voor buiten
spelen hebben zij weinig belangstelling.
De dadendrang van sommige jeugdi
gen vindt, mede dank zij een zekere
verveling ten dele een uitweg in „le
venmaken" en baldadigheid.
Voor actieve, lichamelijke inspan
ning vragende vormen van de ontspan
ning zal weinig belangstelling bestaan;
wel is er behoefte aan ontspanning met
een zeker bezigheidskarakter.
Voor de souvenirs bestaat ook bij de
logeergasten zeker wel belangstelling.
Zij kopen echter weinig vakantiehoeden.
Ongeveer 10% van de gasten doet in
Valkenburg aankopen op het gebied van
kleding en schoeisel.
De meeste ouders, die met kinderen
in Valkenburg verblijven, trekken ook
overdag met hun kinderen op. Ongeveer
een derde was van mening dat er meer
voorzieningen zouden mogen zijn op dit
gebied.
Voor bars en dancings of avond
bezoek aan steden in de omgeving be
staat bij de niet jonge gasten geen be
langstelling; aan nachtleven is nauwe
lijks behoefte.
Het weer oefende geen enkele invloed
uit op de appreciatie van Valkenburg,
noch op de bereidheid naar Valkenburg
terug te keren.
Ongeveer een kwart van de gasten
won öf voor óf tijdens de vakanties in
lichtingen in bij de V.V.V.
Rest ons nog te vermeiden, dat het
onderzoek in 1964 verricht werd door
het Gemeenschappelijk Instituut voor
Toegepaste Psychologie te Nijmegen.
Als rapporteur van het onlangs gepu
bliceerde rapport: „Vakantie in Valken
burg, verslag van een interview-onder
zoek" trad op drs. J. Rietsema.
SCHAAKCLUB „EN PASSANT"
J.l. woensdag werd de 19e ronde ge
speeld en dit gaf de volgende resultaten
C. Joustra-F. R. Drevel 1-0
L. J. Vlugt-C. Schulte 0-1
J. Nieuwenhuis-A. Terpstra 1-0
J. Dijt-A. Hovenkamp 1-0
Afgebroken partij 18e ronde:
C. Schulte-L. J. Vlugt V2-V2
Aanvankelijk waren de kansen van
Drevel en Joustra gelijk, maar toen de
tijd begon te nijpen kwam Joustra iets
beter te staan. Dat Drevel daarna in een
razende (wederzijdse) tijdnood, nog
slechts 30 seconden voor 8 zetten, mis
greep mag dan ook geen ernstige fout
heten.
Schulte verzamelde Vit punt doordat
hij in een aardige partij Vlugt versloeg
en de afgebroken partij remise werd ge
geven.
Joustra (65V2%) en Drevel (63%)
speelden weer stuivertje wisselen, ter
wijl de derde man, Schulte met 61%
zijn positie t.o.v. Feitsma (57V2V2) ver
beterde.
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 12 februari a.s. worden de
moeders van de buitendorpen verwacht op de
volgende uren:
Den Hoorn: 13.0014.00 uur; Oostcrend:
14.0015.00 uur; De Cocksdorp* 15.15
16.00 uur; De Koog: 16.0016.30 uur.
HOOG WATER
Hoog water ter rede van Oudeschild:
11 febr. 6.28 en 19.02; 12 febr. 7.24 en 19.58;
13 febr. 8.17 cn 20.48; 14 febr. 9.05 en 21.34;
15 febr. 9.49 en 22.17.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
KLAVERJASNIEUWS
Vrijdag heeft de klaverjasclub „De
Zwaan" zijn derde avond tegen Den
Hoorn gespeeld. Deze avond wer/i door
„De Zwaan" gewonnen met 4452 punten
verschil. De totaalstand is nu: Den
Hoorn 159 698 punten en 48 marsen; De
Zwaan 168.262 punten en 54 marsen.
11 maart spelen we onze laatste avond
in Den Hoorn, waarmee we deze ge
zellige competitie voor dit seizoen weer
besluiten.
VOORLICHTING VOOR
VEEHOUDERS
Zoals uit een reeds geplaatste adver
tentie blijkt wordt op dinsdag 18 fe
bruari a.s. des avonds 8 uur in Hotel
„De Lindeboom-Texel" een voorlich
tingsavond voor veehouders gehouden.
Sprekers zijn de heren Ir. Wisselink en
P. Westra van het Proefstation voor
Akker- en Weidebouw te Wageningen.
De onderwerpen, die door genoemde
heren worden behandeld zijn „Rentabi
liteit van het veehouderijbedrijf" en
„Arbeidsverkorting op het veehouderij
bedrijf". Het is maar nauwelijks nodig
een toelichting te geven op de titels
van de onderwerpen. Ze spreken voor
zichzelf.
Als er op het moment twee vraag
stukken belangrijk zijn op het veehou
derijbedrijf, dan zijn het zeker deze. Aan
de ene kant de vraag hoe we aan een
redelijk loon komen en aan de andere
kant hoe dit te bereiken is in een werk
tijd, die niet al te ongunstig afsteekt bij
die in overige beroepen.
De heer Westra is geruime tijd be-
drijfsvoorlichter geweest in Friesland
en is daarbij nauw betrokken geweest
bij een onderzoek, dat tot doel had na
te gaan hoe men op een veehouderij
bedrijf tot verkorting van de arbeids
tijd kan komen. Dit onderzoek, dat ge
heel op praktijkbedrijven plaats vond,
heeft zeer belangrijke gegevens opge
leverd.
We zijn er van overtuigd, dat dit een
zeer interessante avond kan worden.
Alle veehouders zijn met hun meewer
kende zoons en belangstellend perso
neel hartelijk welkom.
Noteer de datum: 18 februari a.s.
C. v. Gr.
42. Toen brigadier Piet ook op de terug
weg was naar de stad, kwelde hem èén
vraag en dat was de vraag: „Hoe komt
die ijskar op een boerenerf aan het
mestpad terechtDat was
geen gemakkelijke vraag, maar Piet was
niet voor niets bekend om zijn weerga
loze slimheid. Het verbaast ons dan ook
helemaal niet, dat hij op een gegeven
moment krachtig remde en gierend tot
stilstand kwam voor het inrijhek van
de opslagplaats van de firma Sjouwer
man en Vrachtjes. „Natuurlijk!" riep hij
uit, terwijl hij uit de jeep sprong. „Lieve
tijd, nu begrijp ik het! Dat ik daér niet
eerder aan heb gedacht! Hier ligt de
oplossing van het vraagstuk! Er stond
gisteren een grote vrachtwagen van
deze firma in de buurt van het station.
De chauffeur van die auto zei, dat hij
geen Italianen en geen ijskarretje had
gezien, maar dat is nog al wiedes, want
het ijskarretje, de Italianen en Karei
Kleuntjes zaten natuurlijk in de laad
bak van de auto! Wat stom van me, dat
ik niet even in die laadbak heb geke
ken. Maar wat nu?"
Ja.wat nu? Nerveus liep Piet het
opslagterrein op. In zijn hart hoopte hij,
dat de ontvoerders en de ontvoerde nog
ergens verborgen zouden zitten. Maar
die hoop moest hij al gauw laten varen,
want er stonden alleen maar loodsen,
auto's en al die zaken meer. Het was er
doodstil en niets wees er op, dat er er
gens twee Italianen en een voetballer
verborgen zaten. Het enige wat je
hoorde, was het getjoeketjoek van de
in de buurt rangerende treinen. O ja
en dan was er tóch nog enig leven.
Tussen twee loodsen door kwam een
manspersoon aanlopen
21. „Zaten er nog meer mensen in de
wagen? Reed zij?"
„Nee, zij zat naast de bestuurders
plaats. Een jonge kerel reed, zo'n soort
nozem, weet je wel? Spijkerbroek met
smalle pijpen en een overhemd met alle
kleuren van de regenboog Dat jong be
taalde ook, maar ik zag, dat de vrouw
hem het geld gaf".
Gert dacht na. Dit gaf ineens weer
een andere wending aan de zaak. „Neem
me niet kwalijk, meneer Vriens, maar
dit overvalt me natuurlijk. Kunt u een
logisch verhaal geven van het begin af?"
„,0 ja, dat kan. Ik zat net naar de
televisie te kijken, toen ik een wagen
hoorde stoppen. Ik had de pomplichten
nog aan, dus ik dacht: een klant voor
benzine. Ik kijk uit het raam en daar
zie ik van de wagen één lamp branden.
Dus ik naar beneden. Stapt die snuiter
uit en wijst naar de koplamp. En vraagt
of ik er ook raad mee weet. Nou, dat is
een klussie van een minuut of vijf. Ik
maak de lamp los, zet er een nieuwe in
en gelijk zeg ik: moet u soms nog tan
ken? Gaat die jongen naar de wagen
tenitf, kijkt naar het dashboard, wisselt
een paar woorden met iemand in de
auto, die ik niet kan zien, omdat de
wagen toen nog niet bij de pomp stond
en komt dan weer naar buiten. Zegt:
doe er maar zoveel in, dat het samen
met de lamp voor een tientje is. Ge
wone: Ik zeg: rijdt u hem dan even bij
le pomp en dat doet hij. Ik tank en als
ik de ruit schoonmaak, zie ik die vrouw
zitten. Dat jong krijgt een briefje van
tien en geeft dat aan mij. Meteen kruipt
hij weer in de wagen, geeft gas en rijdt
weg, in de richting van de stad. En dat
is het dan".
„En u bent er zeker van, dat in die
wagen de vrouw zat, die hier op oude
jaarsavond is vermoord?"
„Ja, wacht eens, rechercheur, ik zeg
alleen, dat ik de vrouw herkende in de
krant. Als zijnde dezelfde, die vorige
week woensdagavond in die Ford Con
sul zat".
„Daar ben je dus zeker van?"
„Absoluut, meneer Hoolwerf. Wacht
eens hij keek rond op zijn bureau
en pakte een krant van een stapeltje,
die hij openvouwde. Hij legde de krant
met de foto voor Gert en vervolgde:
„Kijk, die dubbele onderkin, dat dikke,
rood opgezette gezicht dat zie je ten
dele zelfs op de foto, kijk maar, het
steekt donker af tegen bijvoorbeeld die
kin, en dat pukkeltje in de mondhoek.
Drie dingen, die ik in de gauwigheid
heb opgenomen. Het kan niet missen".
„Een Ford Consul.prevelde Gert.
„Je hebt het nummer zeker niet opge
nomen?"
„Het spijt me, meneer Hoolwerf, maar
voor rechercheur ben ik blijkbaar niet
in de wieg gelegd. Ik heb er met geen
haar op m'n hoofd aan gedacht. Ver
geet niet, dat hier dagelijks tientallen
wagens stoppen".
Hoolwerf knikte begrijpend. Nu ja,
het kon een huunvagen zijn. Woensdag
voor oudejaar, maar wat moest tante
Anne op die dag in 's hemelsnaam in
Dorringen doen?
„Die jongeman.... kunt U een be
schrijving van hem geven, meneer
Vriens?"
De garagehouder trok eens aan zijn
sigaar, dacht na en begon aarzelend:
„Ik zei al, dat het een nozemtype was.
Zo'n glimmende broek met smalle pij
pen, een overhemd met verschrikkelijke
kleuren en een dikke das om z'n nek.
Aan z'n gezicht heb ik niks bijzonders
kunnen merken. Niet dat ik weet".
„Hoe laat was dat ongeveer?"
„Nou, reken maar uit.ze waren
net aan de dagsluiting toe op de tele
visie, dus het zal zo ongeveer tussen
half elf en elf uur geweest zijn. Zeg
kwart voor elf. Ik heb natuurlijk niet
op m'n horloge gekeken".
„Zoudt u die wagen nog herkennen,
als u hem weer zag?"
Vriens grinnikte. „Kom nou, meneer
Hoolwerf, er rijden nog honderden van
die ouwe Fords. Ik heb er niks bijzon
ders aan gezien".
„Wat voor een kleur had-ie?"
„Ik dacht: gewoon zwart. Kan na
tuurlijk ook donkerblauw geweest zijn.
Dat zie je zo bij kunstlicht niet, he?"
„En je bent er absoluut van over
tuigd, dat de vrouw in de auto en de
vrouw hier op de foto dezelfde is?"
„Of ze zou een tweelingzuster moeten
hebben. Nee meneer, als Vriens dat be
weert, dan kun je ervan opaan, dat het
zo is. Gezichten kan ik wel goed ont
houden".
,Dus als je de chauffeur van de auto
terugzag, zou je hem ook herkennen?"
,Ja, ikneem aan van wel. Tenminste,
als-ie zo ongeveer hetzelfde gekleed is".
Gert maakte een paar aantekeningen
in zijn boekje en klapte het dicht. „In
ieder geval bedankt, Vriens. Ik zal er
een officieel verbaaltje van opmaken,
want daarvoor is het belangrijk genoeg.
Ik kom wel eens langs om het voor te
lezen en te laten ondertekenen. Kan
dat?"
„Alles kan bij mij, als ik er maar geen
last mee krijg met de politie".
Hoolwerf schoot in een lach en knip
oogde. „We zullen het onder ons hou
den, is het dan goed?"
Vriens stond op en sloeg Gert grin
nikend op de schouder. „Jij rooit het
wie in ons dorp, rechercheur. En ik
hoop, dat je de moordenaar gauw te
pakken hebt. Zoiets hoort niet in ons
vredelievende Dorringen".
Op het bureau begon Gert de verkla
ring van Vriens, die hij in telegramstijl
opgeschreven had, uit te tikken. Halver
wege stak hij een sigaret op en dacht
na. Dus woensdags was tante Anne in
Dorringen geweest, om circa half elf,
kwart voor elf. Dat was dus de 29e
december. Twee dagen na het bezoek,
dat Jan Gillissen haar had gebracht,
want dat had op maandag plaats gehad
Hield het een met het ander verband?
Volgens Gillissen was tante Anne nog
nooit in Dorringen geweest. Wat bewoog
haar om met een auto hier te komen?
Had ze een bezoek gebracht aan haar
neef? Niet waarschijnlijk, want ze had
immers beloofd, dat ze oudejaarsavond
zou komen logeren. Dat had ze immers
geschreven?
Toen flitste er wat door zijn hoofd:
de brief! Zou Gillissen dat epistel nog
hebben? De brief, die tante Anne aan
Gillissen geschreven had en waarin ze
meedeelde, dat ze om half acht met de
bus in Dorringen zou arriveren? Zo had
de jongeman het tenminste verteld. Hij
moest Jan Gillissen hieromtrent polsen,
maar deze zou hoogstwaarschijnlijk nog
wel in Amsterdam zijn bij zijn geliefde
en het zou wel de laatste bus worden,
waarmee hij thuis kwam. Als hij van
avond thuiskwam. Nu ja, dat had ook
geen haast.
Hij tikte weer verder. Terwijl hij na
dacht over het bezoek van tante Anne
op die woensdagavond. Met een jonge
man, een nozemtype. In een oude Ford
Consul. Eens informeren, of tante Anne
wel meer autoritjes maakte. Dat kon
men in Amsterdam natuurlijk uitzoeken.
Dus draaide hij een aantal nummers
en had binnen twee minuten collega
Veenstra aan de lijn.
Gert vertelde in het kort, wat de
Dorringse garagehouder had verteld.
„Dus onze tante Anne was al eerder in
ons dorp. Nu is mijn vraag deze: Kun
jij laten onderzoeken, of ze een wagen
bezat wat wel niet het geval zal zijn,
anders had de pleegdochter dat wel
verteld en zo niet, of ze wel eens
meer autoritjes maakte. En zo ja, wie
reed haar dan? De garagehouder had
het over een nozemtype, die chauffeur-
de. Zou dat gaan?"
(Wordt vervolgd)