Doodstraf voor schapendief T Vorm geen „escorte" Wêèêêêêêèmèê Tussen borrelen en sturen I Defensie Misdaad en straf in Texels verleden (5) Praatje over Veilig Verkeer Spoorzoeken in De Koog Na ging het snel van kwaad tot erger. In februari 1796 miste Klaas Keesje Brederode. Mocht deze naam al ge dachten aan rijkdom en adellijke af komst oproepen, zijn daden wijzen niet bepaald in deze richting. Arend had een schaap van zijn buurman Cornelis Jansz Dijksen, dat volgens hem dood lag, weggevoerd, in de middenkamer van zijn huis schoongemaakt en in stuk ken gehakt en het vlees in een vat inge zouten. Een deel van het vlees had hij cadeau gedaan aan zijn vriend Auke Boon. Ook tegen Van Brederode eiste de schout thans Martinus Langeveld in overeenstemming met de oude wetten de doodstraf. Hij kreeg tien jaar tuchthuisstraf, maar werd eerst nog gegeseld en gebrandmerkt. Twee jaar later stond het Comité van Justitie toe, dat hem wegens goed gedrag twee jaar afslag werd verleend van de straf, die hij in het tuchthuis te Amsterdam uitzat. Tegelijk met hem werd Auke Jacobsz Boon, 36 jaar, eveneens uit Den Hoorn, berecht. Deze had een dood schaap, dat door zijn kinderen in de put van wijlen zijn moeder was aangetroffen, met veel moeite naar boven gehaald. Het beest had er zeker al lang gelegen, want het vlees was niet meer bruikbaar. Boon begroef daarom het kadaver en ver kocht de wol aan Arend van Brederode. De opbrengst beschouwde hij als een soort bergloon. Toch werd ook hem schapendiefstal ten laste gelegd. Hij werd veroordeeld om de executie van Van Brederode aan te zien en kreeg bovendien twee jaar verbanning. Vergrijp van loods Gerrit Dirksz Boon uit Den Hoorn was eigenlijk loods van beroep. Boven dien hield hij een stuk of wat schapen in de duinen. Toen hij op een kwade dag, 18 februari 1807, zijn beesten in huis haalde, nam hij ook een enterling van Gerrit van Straaten mee, die hij „niet van onder zijn schapen vandaan konde krijgen". Moge dit al waar ge weest zijn Boon deed toch niet de min ste moeite om de enterling aan de rechtmatige eigenaar terug te bezorgen. Integendeel, hij voorzag het van zijn eigen oor- en bijmerk, „de rode stip van het oude merk op het gat van dat beest zo goed mogelijk uitpluizende". Maar blijkbaar niet goed genoeg, want kort nadat hij het dier weer in de duinen had laten lopen, kwam gerechtsbode Willem Vlaming hem ophalen. Een be lastende omstandigheid was voorts de vondst van een vel en ingewanden van een schaapsbeest dicht bij zijn huis, maar hieromtrent ontkende hij ten stelligste alle schuld. Schout Langeveld achtte Boon schuldig aan „de hoogst strafbare misdaad van schaapen dieverij". overwegende dat „deze mis daad voor al op dit Eiland, alwaar de schaapenteelt een der hoofdbronnen van bestaan is, ten kragdadigste moet worde tegengegaan en anderen ter Exempel ten allerstrengste behoord te worden gestraft" en eiste de doodstraf. De rechters volstonden ditmaal met ge seling en eeuwige verbanning van Texel. Tasten wij gewoonlijk in het duister omtrent wel en wee en verblijf plaats van de verbannenen, van Gerrit Dirksz Boon geb. 1775 is bekend, dat hij enige tijd in Egmond heeft gewoond en in 1812 is een ziekenhuis in Antwerpen is overleden Zijn vrouw, Jantje Jansdr. Remmers, keerde later naar Texel terug en hertrouwde daar met Lammert Pie- tersz Spigt. Twee dochters zijn in Den Helder in het huwelijk getreden. Volgens een krantenbericht wordt een deel van onze bewakingstroepen ver vangen door honden en ganzen. Zie hier, m'n medevaderlanders, Nu eens een waarlijk blij bericht. En waar'het ook gaat om mijn hachje, Wijd ik hieraan graag een gedicht. Want als dit nog maar een begin is, Dan kan men er wèl van op aan. Dat het in de nabije jaren Veel verder in die lijn zal gaan. Straks zet men al onze soldaten Met heel de ratteplan aan kant En roept men koeien op en ezels Tot heil van 't lieve vaderland. Hield men 't tot nu toe slechts bij „biggen", Straks treden ook de varkens aan En ziet men 't puik van Texels rammen In vol ornaat op schildwacht staan. Of men die honden honds bejegend, De gans in ganzemars laat gaan, Dat zal de tijd ons moeten leren, Dat gaat ons trouwens ook niet aan. Eén voordeel hebben deze dieren Wanneer zij worden afgesnauwd, Verstaan ze er geen enkel woord van, Dus laat hen dit gewoon ijskoud. Mij dunkt dat Holland hier goed voor gaat. Waar and're landen bezig zijn Met bommen van divers kaliber, Doen wij 't met honden aan de lijn. Als alle landen ons zó volgen. Dan ligt de vrede voor ons klaar. Tenzij een ander beien los laat. Dan zijn we toch nog de siqaar. Huib de Rijmelaar. Illlllllltllllll AGENDA UUIIIIIIIIIIII Vrijdag 6 maart Den Burg, Dorpshuis, 20.00 uur, bijeenkomst fotoclub „De Kiekendief". Den Burg. Eben Haëzer, 20.00 uur, ouder avond C.V.O.-school Den Burg, Landbouwschool, 20.00 uur, bijeen komst oud-leerlingen. Den Burg, hotel „De Graaf', 20.00 uur, kam pioenschappen biljarten Texel, 2de klas. De Koog, hotel „De Toekomst", 20.00 uur, toneelavond Lubertischool. Oosterend, o.l. school, 20.00 uur, SOOS-toneel „De ruwe bolster". Zaterdag 7 maart Den Burg, hotel „De Graaf', 20.00 uur, kam pioenschappen biljarten Texel. 2de klas. De Waal, dorpshuis „De Wielewaal", 20.00 uur opvoering ..Huize Amor" door de toneelgroep „t Amateurtje" Den Burg, Rode Kruis-gebouw, bijeenkomst Judo-club. Zondag 8 maart Den Burg, hotel „De Graaf", 20.00 uur, finale kampioenschappen biljarten Texel, 2de klas. Den Hoorn, „De Waldhoorn", 20.00 uur „De Vriendenkring" met „Niets dan de waarheid". Maandag 9 maart Den Burg, jeugdherberg „Panorama", 20.00 u. bijeenkomst Plattelandsvrouwen; onderwerp: woninginrichting. Den Burg, hotel „De Lindeboom-Texel", 20.00 uur, algemene jaarvergadering WV Texel. Woensdag 11 maart Den Hoorn, „De Waldhoorn", 20.00 uur, kla- verjasdrive Donderdag 12 maart Den Hoorn, „De Waldhoorn", 20 00 uur, jaar vergadering dorpshuis. Texel is vanouds een schapeneiland geweest. Ook uit vele kleinere strafzaken, waarop ik wellicht later terugkom, blijkt welk een belangrijke rol het schaap in de Texelse economie vervulde. Naast moord en doodslag gold schapendief stal als het zwaarste misdrijf, dat met de doodstraf werd bedreigd. Trouwens, ook tegenwoordig wordt diefstal van vee uit de weide ingevolge art. 311 Str. Wetb. nog zwaarder gestraft dan gewone diefstal. uit De Koog op een dag een schaap. Executie voor het Raadhuis Toch was zelfs deze dreiging niet ge noeg. AI meer dan vijftig jaar had men met van schapendieven] gehoord, toen in 1781 de 28-jarige Andries Hendriksz, geboortig uit Munsterland, werd gegre pen. Deze had het Kertsfeest met scha pevlees willen vieren en daartoe op 25 december een schaap van Pieter Duijn- ker uit de duinen bij het Horntje gesto len en aldaar in een zgn. trekkershuisje, waarin hij zich door inbraak toegang had verschaft, met een mes de hals al- gesneden. Blijkbaar hadden schepelin gen die m de buurt waren daarvan de lucht gekregen, want de schout, mr. Gijsbert Coenraad Willem Reinbach, kon de schapendief op heterdaad be trappen, terwijl hij bezig was het beest te villen. Tegen hem eiste de schout zonder pardon de zwaarste straf. Het eerste deel van de formule heb ik al meer vermeld; „om op een voor het Raadhuis op te richten schavot met de koorde te worden gestraft, dat de dood er na volgt". Daaraan werd thans nog toegevoegd, dat het dode lichaam, na enige tijd op het schavot te hebben ge hangen, aan de galg op de Hogeberg moest worden gebracht „ten einde door de voogelen des hemels te worden ver teerd". De schepenbank Jan Pruijt, Lammert Daalder, Pieter Vaartjes, Har- men Brouwer, Jacob Boon en Cornelis Kikkert zag geen aanleiding verzach tende omstandigheden te laten gelden en vonniste conform de eis. De executie van Andries Hendriksz is 't enige geval van voltrekking van de doodstraf op Texel uit de mij bekende periode van ca. 1735-1812. Schapebout wordt duur betaald Een afschrikwekkender voorbeeld was nauwelijks denkbaar. Of het voor beeld met de jaren is verbleekt, of later honger en nood zijn gestegen, of da.t het normbesef door de roerige revolutie dagen van begin 1785 was verzwakt een feit is, dat op 21 februari van dat jaar opnieuw een schaap werd gestolen. Bij deze diefstal waren vijf personen betrokken, 1 man en 4 vrouwen. Pieter Comelisz van der Wiele, bijgenaamd Kistman, had samen met Crelisje Pie- ters Wagenaar het beest, toebehorend aan Gerrit Pietersz Eelman uit de Wes ten, naar het huisje gedreven van Grietje Gerrits, weduwe van Pieter Cornelisz Wagenaar. Daar had Jantje Pieters Wagenaar het schaap met een mes de keel afgestoken, geassisteerd door Jantje Pieters Bakker, de vrouw van Van der Wiele. die er de wol had afgeknipt met het voornemen deze aan de man te brengen. Samep hadden de verdachten er door hun goede eetlust voor gezorgd, dat er maar weinig van het schaap overbleef. Twee maanden later moesten zij te rechtstaan. Van der Wiele en Cornelisje Wagenaar, de hoofddaders, werden con form de eis veroordeeld om met een strop om de hals te worden gegeseld, voorts te worden gebrandlekend en voor eeuwig uit Holland verbannen. De ove rige verdachten hoorden geseling en eeuwige verbanning tegen zich eisen, waarmee de rechters, na advies van rechtsgeleerden, zich konden verenigen Op 16 april werden de straffen voor het Raadhuis voltrokken Aan een medisch rapport van chirurgijn Claas Vermeulen hadden Jantje en Cornelisje Pieters Wa genaar het te danken, dat in hun ge vallen de lijfstraffen achterwege moch ten blijven Jantje en haar moeder Grietje Cerrits, die bij het vooronder zoek onder ede valse verklaringen had den afgelegd, werden in het vonnis bovendien meinedig, eerloos en infaam verklaard. Zo gingen viif mensen voor één schaap voor eeuwig in ballingschap. Keesje kan de boeken van Karl May moeilijk hebben gelezen, maar toch toonde hij zich een meester in 't spoor zoeken. Hij ontdekte, beginnende bij een hoek in zijn land, een schapenspoor en een mensenspoor, dat zich voortzette achter de Roomse kerk over een stuk land genaamd Niepkedel en verdween door een gat in de tuin van het erf van Mart je Jacobs Koorn, bijgenaamd Mat Al, de weduwe van Jan Cornelisz Dijk sen. Cornelis Hendriksz Sluijsman, een achterbuurman van Martje Koorn, kwam hem daar bij het speurwerk te hulp en zag over de tuin dat het spoor verder liep tot aan het huis. Keesje stelde de schout, mr. Elout, van zijn ontdekkingen op de hoogte en deze trok dadelijk met twee schepenen naar het verdachte pand. Toevallig ont moetten zij onderweg Cornelis Schaat- senberg, bijgenaamd Kil Aay, een op koper van vellen, die een schapevel bij zich had, dat hij voor tien stuivers van Martje Jacobs Koorn had gekocht. Het vel werd alvast inbeslag genomen. In De Koog voegde de regerend schepen Ane Gerritsz Spigt zich bij het gezel schap. Men trof Mat Al aan met een ketel schaapsvlees boven het vuur. Haar uitvlucht, dat dit evenals het aan Kil Aay verkochte vel afkomstig was van een dood beest, dat haar jongens in de duinen hadden gevonden, mocht niet baten. Het hele gezin werd gearresteerd. Een grondige huiszoeking leverde een overvloed aan bewijsmateriaal. Overal bevonden zich afvallen van schapen, de meeste in verregaande staat van ont binding: begraven in de koestal, onder een bedstede 1(2 stuks), in het hooivak en voor de kas in de doorloop. Van het laatste kadaver was het vel nog zo goed bewaard gebleven, dat Pieter Cornelisz Boon er een van zijn reeds lang ver miste schapen in kon herkennen. De schout schreef niets over de in het huis hangende geuren. In gevangenschap bekenden Martje Koorn en haar zoons Sijman en Jacob Jansz Dijksen ook nog schapendiefstal len bij Hendrik Formersz en Kors Jacobsz Bakker. Ter terechtzitting eiste de schout tegen allen de doodstraf. Na advies van twee rechtsgeleerden werd de moeder veroordeeld om op het schavot, met een bord op de borst en de koorde om de hals aan de galg ge bonden, met roeden te worden gegeseld en te worden gebrandmerkt. Daar bo venop kwam 25 jaar tuchthuisstraf en levenslange verbanning. De zoons, toen 18 en 16 jaar oud, kregen dezelfde straf met uitzondering van het tuchthuis. (De hier genoemde families Koorn en Dijk sen waren rooms-katholiek en hebben niets te maken met de tegenwoordige Texelse geslachten van dezelfde naam). Arend van Brederode In Den Hoorn woonde in 1805 een man met de klinkende naam Arend van J. S. M. D. „VERBRANDINGSSNELHEID" VAN ALCOHOL IN HET BLOED We mogen aannemen, dat iedereen de betekenis kent van de leuze „geen alcohol gebruiken vóór of tijdens deelneming aan het verkeer". Wat er met „tijdens" wordt bedoeld, is wel duidelijk. Het begrip „vóór deelneming aan het verkeer" is echter nogal rekbaar. Hoe lang is „vóór"? Wanneer we een borreltje hebben gedronken, moeten we dan één uur, twee uur of een halve dag wachten alvorens achter het stuur te gaan zitten? Bij het beantwoorden van deze vraag moeten we uitgaan van de wetenschap, dat alcohol in het menselijk lichaam een constante verbrandingssnelheid heeft. Praktisch gesproken is het verbran dingsproces niet te versnellen. Per uur vermindert het bloedalcohol- gehalte met 0,15 promille. Derhalve hangt de hoevéélheid alcohol, die per tijdseenheid in het lichaam verbrandt, af van het gewicht aan lichaamsvochten, c.q. van het lichaamsgewicht. Het gewicht van de lichaamsvochten bedraagt ongeveer twee derde van het totale lichaamsgewicht. Weegt iemand 75 kilogram, dan beschikt hij dus over 50 kilogram lichaamsvochten. Een der gelijk persoon verbrandt per uur 50 x 0,15 7,5 gram alcohol. Dit komt over een met ongeveer 9,5 cc. Bij een lichaamsgewicht van 75 kilo gram „verwerkt" men dus per uur 9,5 cc van de alcohol, die zich in de bloed stroom bevindt. Weegt men meer, dan verbrandt men meer; weeg men minder dan verbrandt men minder alcohol per uur. Wielrijders, die zich over de volle breedte van de stopstreep opstellen, en die auto's „escor teren", scheppen een verward en dus onveilig verkeersbeeld. Bovendien beletten zg een vlotte afwikkeling van het verkeer. KLERCQ OOK UW TOPFORM-DEALER I H«t bergmeubel heeft zich In alle tijden weten te handhaven. Toch kent het vele vormen en uitvoeringen, dat blijkt tn de meer dan 100 toonkamers bij KJercq'e Woninginrichting. U vindt er bergmeubelen naar Ieders smaak en draagkracht. Kom ook eens kijken bij KJercq.u bent uitgenodigd I OEN HELD EB SPOORSTRAAT 30 KONINGSTRAAT 43 45 Het kruispunt kan zonder twijfel tot een van de moeilijkste facetten van het verkeer worder gerekend. Candidaten, die een verkeersexamen moeten afleg gen, werden gekweld met een oneindige verscheidenheid van voorrangsproblc- men, een goed deel van de fouten bij praktische rijproeven wordt op kruis punten gemaakt, maar wat erger is, ruim 47% van alle verkeersongevallen in ons land gebeurt op kruispunten. Het grootste deel van deze ongelukken is te wijten aan een onvoldoende kennis van de voorrangsregels. Een belangrijk per centages kruispuntongelukken vindt zijn oorzaak in een verkeerde situaticbeoor- deling, terwijl ook zeer veel ongelukken gebeuren, doordat kruispunten met een te grote snelheid worden genaderd. Behalve dat kruispunten de meest ge vaarlijke punten in het hedendaagse verkeer zijn, zijn het dikwijls ook to nelen van een verkeerschaos. Een chaos, veroorzaakt door een onjuist gedrag op en nabij het kruispunt. Dagelijks zijn de onmogelijkste toe standen waar te nemen bij kruisingen, waarbij het verkeer zich voor verkeers lichten moet opstellen. Wielrijders en bromfietsers stellen zich over de volle breedte van de weghelft voor de stop- streep op en bovendien sluiten zij de auto's in, alsof zij het escorte van een koninklijke stoet vormen. De basisregel is eenvoudig genoeg; het langzaam ver keer stelt zich aan de rechterzijde van de rijbaan of rijstrook op, het snelver keer links daarvan in volgorde van aan komst. Het is in de praktijk niet zo erg, tenminste wanneer de weg breed ge noeg is, wanneer wielrijders en brom fietsers zich met enkelen naast elkaar opstellen, want een vlotte doorstroming van het verkeer, vooral op de spitsuren, is uitermate belangrijk. Maar het Ver bond voor Veilig Verkeer doet een be roep op alle weggebruikers om zich overal, waar het verkeer zich voor een stopstreep dient op te stellen, zoals bij verkeerslichten, bij kruisingen, waar het verkeer wordt geregeld door een ver keersagent, bij spoorwegovergangen, te houden aan de voorgeschreven orde lijke, dus veilige, wijze van opstellen. Weten we nu, dat een glaasje sherry (gemiddeld inhoud 50 cc) 9 cc absolute alcohol (dus van 100% sterkte) bevat, dan kunnen we aan de hand van het bovenstaande nagaan, dat na ongeveer één uur alle alcohol uit het bloed is verdwenen. Van invloed is natuurlijk, de snelheid waarmee wordt gedronken. Zitten we een uur lang met één glaasje voor ons en nemen we zo nu en dan een slokje, dan zal de verbranding de toevoer van alcohol kunnen „bijhouden". Bij een hoog drmktempo loopt het bloédalco- holgehalte echter snel op. Wanneer we twee glaasjes sherry vlug achter elkaar leegdrinken, zal het ongveer twee uur duren voor de opgenomen alcohol weer uit ons bloed is verdwenen. Op deze wijze is het dus vrij eenvou dig om na te gaan hoe lang we na het gebruik van een drankje moeten wach ten, om weer op verantwoorde wijze aan het verkeer te kunnen deelnemen. Alleen bij het gebruik van grotere hoeveelheden alcohol ligt het even an ders. Hierbij speelt de „kater" nog een rol. Naar de mening van het Verbond voor Veilig Verkeer doet iemand, die 's ochtends de onaangename gevolgen on dervindt van de een avond tevoren rij kelijk genoten alcohol, er niet verstan dig aan in een dergelijke toestand het stuur in handen te nemen. Aan de hand van het bovenstaande, en met behulp van de volgende gege vens kan men in grote lijnen zelf uit maken, na hoeveel tijd de opgenomen alcohol uit de bloedbaan te verdwenen. Eén glas: Extra zwaar bier (6,5%) bevat 16,25 cc absolute alcohol, Cognac/oude jenever (38%) 13,3 cc Zwaar bier i(pils) (5%) 12,5 cc Jenever/brandewijn (35%) 12,25 cc Bordeaux (12%) 12,0 cc Champagne <11%) 11,0 cc Likeur/citroenjen (30%) 11,5 cc Rijnwijn (10%) 10,0 cc Portwijn i(19%) 9,5 cc Madeira/Sherry (18%) 9,0 cc Lager bier (3,5%) 8,75 cc Vermouth (16%) 8,0 cc Samos (14,5%) 7 25 cc Bessenjenever (20%) 7,0 cc (Een glas van een bepaalde drank be vat de voor die drank per glas gebrui kelijke hoeveelheid). INGEKOMEN PERSONEN Jacobus C. van Vooren (met gezin) van Utrecht, Rijnlaan 159bis naar Den Burg, Kogerstraat 11c; Maria N. Koning, van Heemstede, Joh. Bosboomlaan 22 naar S 22a; Hilbrand J. Steen, van Leek, Borglaan 9 naar W 64; Ralph Steen hard, Jacobus J. A. van Blijswijk, Hessel Wijbenga, Joseph J van den Broek, allen van Katwijk, Wassenaarseweg 75 naar H 131; Jan Beekman (met gezin) van Utrecht, Stolberglaan 11 naar De Zes 2b, Den Burg; Elsbeth A. Schewe, van Hilchenbach-Siegen (Duitsland) naar E 133a. Maria T. Pranger (ev. Zoete) van Amsterdam, Rooseveltlaan 121 III naar B 131; Roelof GrupPen, van Ruinen Pesse-Molenhoek 9 naar E 77; Wilhelm B. Veldhoven, van Katwijk, Wassenaar seweg 75 naar H 131; Anton G. van Ek, van Den Helder, Buitenhaven 5 naar H 131; Immie Bremer, van Zaandam, He rengracht 48 naar O 122a; Gildrina Vla ming, van Velsen, Oranjestraat 14 naar Oosterend, Mulderstraat 2; Maria M. Zijm, van Den Helder, Javastraat 167 naar Den Burg, Molenstraat 11; Annigje de Hoop, van Wonseradeel, Zurich, Gooyemerweg 3; Hobbe Kooistra, met gezin, van Menaldumadeel, Berlikum 505 naar E 84; Lummigje IJmker, ev. Gruppen, van Hoogeveen, Zuiderop- gaande 24 naar E 77

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1964 | | pagina 4