De kleinere kerkgenootschappen
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF
De vierde dag
flitsbal in Casino
Kerkelijke gezindten op Texel (3)
FILMNIEUWS
ZATERDAGAVOND
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 8 MEI 1»64
In aansluiting op hetgeen wij destijds (Tex. Crt. van 18 okt. 1961 en 26 febr.
1963) mededeelden omtrent de kerkelijke gezindten op Texel, kunnen wij nu
enkele cijfers vermelden omtrent de kleinere kerkgenootschappen in 1960.
Daarnaast zijn door het C.B.S. cijfers gepubliceerd omtrent de kerkelijke ge
zindte van het overheidspersoneel en van de beroepsbevolking. De beroepsbe
volking is hierbij bovendien onderscheiden naar de verschillende categoriën
van opleidingsniveau.
1947 - 1960 Overheidspersoneel
Ten overvloede brengen wij eerst de Bij de uitwerking van de gegevens
globale cijfers voor de jaren 1947 - 1960 van de volkstelling 1960 heeft het C.B.S.
in herinnering. speciaal aandacht besteed aan de kerke-
(In procenten van de totale bevolking) lijke gezindte van het personeel in
dienst van publiekrechtelijke lichamen.
Het personeel werd onderscheiden
employées en arbeiders.
De voornaamste publiekrechtelijke
lichamen gemeten naar het aantal
personeelsleden zijn Gemeente
Rijk. Het aantal personen in dienst van
Provincie en Waterschappen is te ge
ring om die apart te vermelden. De
cijfers over Gemeente en Rijk waar
van wij alleen de mannen vermelden
zullen wij stellen naast de cijfers
voor de gehele bevolking van het eiland.
1947
1960
Ftooms-Katholiek
26,3%
28,2%
Ned. Hervormd
36,9%
33,8%
Gereformeerd
8,6%
8,7%
Overige kerkgen.
11,2
9,9%
Geen kerkgen.
17.0%
19,4%
100.0%
100.0%
De groep overige kerkgenootschappen
omvatte in 1947 1065, in 1960 1056 per
sonen. De samenstelling daarvan was
als volgt:
1947 1960
abs
abs
Doopsgez.
902
9,6
939
8,8
Ev. Luthers
11
0,1
35
0,3
Remonstrant
2
7
0,1
[sraëliet
Andere
kerkgen.
150
1,5
75
0,7
1065 11 2 1056
9,9
Nederland
Kleinere kerkgenootschappen
Voor de hier boven genoemde groep
„andere kerkgenootschappen" (75 per
sonen in 1960) zijn onlangs de gedetail
leerde cijfers gepubliceerd door het
C.B.S. De hiertoe behorende genoot
schappen resp. godsdienstige gemeen
schappen blijken op Texel onderstaande
aantallen aanhangers te hebben. (Tussen
haakjes vermelden wij de cijfers voor
het gehele land)
Texel
Apostolisch Genootschap
Vrije Evangel. Gemeente
Baptisten Gemeenten
Leger des Heils
Oud-Katholieke Kerk
Ned. Protestanten Bond
Vergadering van Gelovigen
Waals Hervormd
Jehova's Getuigen
Overige
Op Texel blijken in 1960 geen aan
hangers te wonen van: Herst. Apost.
Gem. in de Eenheid der Apostelen,
Herst. Apost. Zendingskerk, Nederlands
Israëliet, Portugees Israëliet, Liberaal
Israëliet, Adventisten, Christian
Science, Heiligen der Laatste Dagen en
van Vrije Katholieke Kerk.
1
32.657
13
20.155
10
17.591
4
18.497
11
10.584
6
26.210
8
7.556
4
3.058
6
12.978
12
61.447
Gemeente
Employées
R.K.
N.H.
Geref.
Overige
Geen
Totaal
abs
3
26
3
9
23
64
4,7
40,6
4,7
14,1
35,9
100,0
abs
3
17
7
4
12
43
Rijk
7.0
39.5
16,3
9,3
27,9
100,0
Voor wat betreft de Gemeente zien
wij bij de employés een sterkere verte
genwoordiging van Ned. Herv., onker-
kelijken en „overigen". Het percentage
R.K. employés in dienst van de ge
meente is zeer gering. Onder de arbei
ders zijn de Rooms-Katholieken en de
Gereformeerden sterk vertegenwoor
digd
Bij de Rijksambtenaren op Texel zien
wij iets dergelijks. Betrekkelijk weinig
R.K. employés, maar des te meer R.K.
arbeiders. In tegenstelling tot de ge
meente-ambtenaren zijn de Gerefor
meerden onder de Rijksambtenaren
naar verhouding wel sterk vertegen
woordigd.
Opleidingsniveau
De beroepsbevolking van Texel om
vatte op 31 maart 1960 3015 mannen.
Daarvan hebben 60% (1808 mannen)
uitsluitend lager onderwijs genoten;
33,9% (1023 mannen) uitsluitend u l.o.,
3 jaar h.b.s. of gymnasium, lagere tech
nische school of lagere landbouwschool.
Onderwijs van middelbaar niveau werd
aas^ü
55. Het is ons dus wel duidelijk ge
worden, dat het leven van staatssecre
tarissen en referendarissen niet over
rozen gaat Komt de minister om de een
of andere reden een week lang niet
opduiken, dan wordt van zijn mede
werkers verwacht, dat zij stoer een
week op hun post blijven. Dat gaat je
niet in je kouwe kleren zitten
Gelukkig kwam op dat moment de
auto van de minister er langzaam en
statig aanrijden. De minister zat er zelf
in en hij zong. Hij zong een lied, dat hij
zich nog herinnerde uit zijn studenten-
FEUILLETON:
door H. van Omme
HOOFDSTUK I.
Een link huis
Het meisje bleef staan voor het ou
derwetse herenhuis en monsterde de
hardstenen stoep bij de zware voor
deur. Het nummer klopte, dus hier
moest het zijn.
Ze tuurde langs het huis door de
straat, die vrijwel verlaten lag. Vreemd,
in dit deel van het stadje was ze waar
schijnlijk nog nooit geweest, want alles
kwam haar zo onbekend voor.
Langzaam besteeg ze de zes treden,
bleef voor de deur staan en trok aan de
ouderwetse bel, die meteen in het huis
begon te galmen. Ze schrok. Heb ik te
hard getrokken? dacht ze Waarom heb
ben die mensen niet een gewone druk-
bel, zoals bijna overal? Het leek haar
nogal een muffe behuizing te zijn. Moet
je die strakke vitrages voor de ramen
eens zien.
De deur werd geopend en een vrouw
van moeilijk te schatten leeftijd stond
in de opening. De vrouwen keken elk
ander enkele sekonden aan.
„Wat wenst u?"
„Ik kom op de advertentie, mevrouw"
Het strakke gelaat van de oudere
vrouw ontspande zich en Akke ver
beeldde zich, dat ze een zucht loosde.
Ze deed een pas achteruit en ant-
jaren. „Annemarieke waar ga jij naar
toe?" zong de minister En het was hem
alsof hij het lieve stemmetje van Anne-
marieke hoorde, die hem antwoordde
met: ,,Ik ga naar Leije toe, naar de
studenten toeToen welde er een
traan op in des ministers oog. „Anne-
maneke...., studententijd. schone
tijd. mompelde hij, „Voetballers
naar Italië...., klets!!"
Hij was dus wel een tikkeltje zwaar
op de hand geworden, die flinke minis
ter, maar ja, dat wordt iedereen, die
wat te veel spaghetti heeft gegeten. We
woordde: „Komt u binnen"
Zwijgend betrad Akke het huis en
volgde de vrouw naar een grote kamer
in de zijvleugel. Ze wees de bezoekster
een stoel, doch bleef aanvankelijk zelf
staan, het meisje scherp opnemende.
Akke ging rustig zitten en legde haar
handen in de schoot, waarna ze op haar
beurt de ander aankeek. Tenslotte nam
de vrouw ook plaats tegenover Akke en
keek nog eens.
„Hoe is uw naam? Woont u in de
stad?"
„Ik ben Akke Feenstra, mevrouw. Ik
woon net even bulten de stad, aan het
Hazepad",
De vrouw glimlachte even. „Noem me
maar geen mevrouw, Akke. Ik ben hier
de huishoudster. Je bent zeker geen
Bollegase?"
„Nee, me. juffrouw. Ik kom uit
het noorden van Friesland, uit Metsla-
wier. we wonen hier al vier maan
den, Mem en 'k".
„Wel, Akke, dus je wilt hier komen
werken? Het is voor hele dagen, en
liefst ook zaterdags".
„Ik heb de advertentie gelezen, juf
frouw, en ik vind het best".
De vrouw wees in het rond. „Het is
een groot huis Af en toe kan ik je wel
eens helpen, maar daar moet je niet op
rekenen. Het komt er op neer, dat je
praktisch alleen het huis moet schoon
houden. En daar heb je de hele week
werk aan".
„Ik ben werken gewend, juffrouw".
„Hoe oud ben je?"
„Twee en twintig, juffrouw".
„En wanneer zou je kunnen begin
nen?"
„Net zoals het uitkomt. Als het moet,
wil ik morgenochtend al komen".
gevolgd door 4,7% (140 mannen) van de
beroepsbevolking. Hiertoe worden door
het C.B.S. gerekend: onderwijzersakte,
M O. akte of akte N. ander middelbaar
vakdiploma en volledige h.b.s. of gym
nasiumopleiding.
Tot de semi-hogere opleiding die
op Texel door 0,8% (25 mannen) ge
volgd werd, worden gerekend: middel
baar technische of hogere technische
school, M.O. akte B, volledige h.b.s.- of
gymnasiumopleiding met een ander
semi-hoger vakdiploma, candidaats-
examen aan een universiteit of hoge
school.
De hogere opleiding gevolgd door
19 mannen (06% van de beroepsbev.)
omvat de doctoraal examens afgelegd
aan een hogeschool of universiteit.
Bij beschouwing van de afzonderlijke
kerkelijke gezindten als geheel, valt het
volgende op.
Rooms-Katholiekcn
In het R.K. deel van de mannelijke
beroepsbevolking is het percentage met
een opleiding van uitgebreid lager ni
veau vrij groot .(37,9) Het middelbare
niveau is bij 2,1% aanwezig, of bij de
helft van het gemiddelde. Het semi-
hoger is iets sterker (1,0) dan gemid
deld vertegenwoordigd, terwijl het
hogere geheel ontbreekt.
Arbeiders
Gehele
Gemeente
Rijk
bevolking
abs
abs
9 25,0
16
18,4
28,2
10 27,8
38
43,7
33,8
5 13,9
7
8,1
8,7
5
5,7
9,9
12 33,3
21
24,1
19,4
36 100,0
87
100,0
100,0
Ned. Hervormden
Bij het N.H deel is het aandeel van
de beroepsbevolking van een uitgebreid
lager niveau geringer (29,3%). Het N.H.
deel valt op met het grootste percen
tage (64,2), dat uitsluitend lager onder
wijs heeft genoten. De overige percen
tages stemmen overeen met de gemid
delden voor de gehele beroepsbevolking
Gereformeerden.
De Gereformeerden kenmerken zich
door een hoog percentage (40,5) met een
uitgebreid lager opleidingsniveau. Het
aandeel met een opleiding van een
middelbaar niveaü is de helft (2,7) van
het gemiddelde. Het opleidingsniveau
ligt bij de gereformeerde beroepsbevol
king iets hoger dan bij de R.K. be
roepsbevolking; de sterkteverhouding
tussen de onderscheidene niveau's geeft
een grote overeenstemming te zien met
het R.K. deel.
„Overigen"
Dat deel van de beroepsbevolking
dat tot de overige kerkelijke gezindten
nemen hem dat evenwel niet kwalijk,
want toen hij het ministerie binnentrad,
dwong hij werkelijk het grootste respect
af door zijn fiere houding. „Alle voet
ballers moeten naar Italië zei de
minister met dikke tong, „Begrijpen
jullie dat, Fotsmans en Treckmans? Alle
voetballers moeten naar Italië. Hoe
meer hoe beter. En Annemarieke moet
naar Leijen!"
„De kwestie heeft Zijne Excellentie
sterk aangegrepen", zei drs. J. J. Delijn
Trecker
„Kind dat zou een uitkomst zijn. Ik
zit al dagen zonder. En het huis ziet er
uit, je schaamt je gewoon. Maar ik sta
overal alleen voor. Wel, als je rporgen-
ochtend kunt beginnen
„Dat kan, juffrouw. En wat verdien
ik?"
„Het vorige meisje had vijfenveertig,
maar die wilde meer hebben en ik kon
het niet geven. Daarom is ze wegge
gaan. Ik zal proberen, of ik er vijftig
van maken kan. Is dat voldoende?"
Niet te happig zijn, dacht Akke. Zelf
had ze gerekend op drie tientjes, niet
op de hoogte zijn de van de lonen voor
werksters in Bollega. In Metslawier gaf
men ook niet meer. Vijftig gulden, dat
was een kapitaal. Met het pensioentje,
dat Mem had, zouden ze geen zorgen
meer hebben.
En omdat het meisje niet antwoordde,
vervolgde de huishoudster: „Ik weet
wel, dat het voor deze tijd niet veel is.
Maar je hebt hier de volle kost, als je
tenminste om acht uur kunt beginnen,
's Avonds kun je na het afwassen naar
huis gaan. Dus ontbijt, middagmaal en
avondbrood is er bij inbegrepen".
De vrouw keek haar vragend aan en
Akke begreep, dat ze om een hulp zat
te springen. Vijftig gulden en de volle
kost. Dat was iets geweldigs. Mem ge
loofde het nooit, als ze 't vertelde.
De vrouw vervolgde: „En we drinken
's morgens op ons gemak een kopje
koffie. Het is helemaal niet de bedoe
ling, dat je achter elkaar doorwerkt.
We zijn tenslotte geen machines, wel?
En 's middags een kwartiertje thee, dat
spreekt vanzelf".
Akke genoot in stilte. Als ik m'n
mond blijf houden, gaat ze verder over
nog meer dingen misschien. Kindere-
behoort, komt met de beste cijfers uit
de volkstellingsbus van 1960 Het heeft
het hoogste percentage (41,4) met een
uitgebreid lager opleidingsniveau, (ge
middelde voor de gehele bevolking 33,9)
en het hoogste percentage dat een op
leiding van middelbaar niveau heeft ge
noten 8,8 (gemiddelde 4,7). Het deel dat
een opleiding van hoger niveau heeft
overtreft het gemiddelde van 0,6%
eveneens. Het bedraagt voor deze groep
1.0%. (Bij het N.H. deel bedroeg dit
percentage eveneens 1.0).
Onkerkelijkcn
De groep onkerkelijken (niet bij een
kerkgenootschap aangeslotenen) valt op
door het hogere percentage van middel
baar opleidingsniveau: 6,7 (gemiddelde
4,7).
Generaties
Vorenstaande percentages gelden voor
de gehele groep, ongeacht de leeftijd.
Het ligt voor de hand dat de ouderen
minder geleerd hebben dan de jongeren,
die daartoe meer in de gelegenheid zijn
gesteld. Wij hoeven slechts de leeftijds
groepen van 25-34 jaar en van 55-64
jaar naast elkaar te stellen om het ver
schil tussen twee generaties te demon
streren.
Niveau
25-34
jaar
55-64
jaar
abs
abs
lager
291
47,9
362
80,8
uitgebreid
lager
254
41,8
68
15,2
middelbaar
48
7,9
12
2,6
semi-hoger
7
1.1
4
1,0
hoger
8
1,3
2
0,4
Totaal
608
100,0
448
100 0
Iets meer
dan de
helft
van de
25-34-
jarigen heeft na de lagere school nog
een vervolgopleiding gevolgd. Wij bren
gen hier in herinnering dat tot het uit
gebreid lager niveau niet alleen het
ulo-onderwijs, doch ook het lager land
bouwonderwijs gerekend wordt
Wij kunnen ons afvragen welke gene-
ratieverschillen er bestaan binnen de
kerkelijke groeperingen op Texel. We
derom beperken wij ons tot de 25-34-
jarige en de 55—64-jarige mannen met
een beroep.
De in 1960 25-34-jarigen werden ge
boren in de jaren 1926-1935 Deze leef
tijdsgroep kwam in de periode 1938-
1947 voor vervolgonderwijs in aanmer
king. Aangenomen mag worden dat dit
vervolgonderwijs globaal tussen de
jaren 1946-1955 voltooid zal zijn
De 55-64-jarigen in 1960 verlieten in
de jaren 1908-1917 de lagere school.
Bij de Rooms-Katholieken constateren
wij bij de ouderen een lager opleidings
niveau dan gemiddeld Met name het
uitgebreid lager niveau is minder sterk
vertegenwoordigd (11,6%). Bij de jonge
ren zien wij ten opzichte van de gehele
leeftijdsgroep meer mannen met een
opleiding van uitgebreid lager niveau
(49,1-41,8), doch minder van middel
baar niveau (4,1 - 7,9).
De jongere Ned. Hervormden vallen
op door het hoogste percentage van
hoger nievau. 3.7; het uitgebieid lager
en het middelbaar niveau blijven achter
bij het gemiddelde. Met de onkerke
lijken hebben de Ned Hervormde be
roepspersonen van 25-34 jaar de hoogste
percentages die uitsluitend de lagere
school bezochten
Evenals de oudere Rooms-Kathoüe-
ken blijven de oudere Ned. Hervorm
den achter bii het gemiddelde oplei
dingsniveau. T.o.v. olie onderscheidene
groepen van 55-64-jarigen is het oplei
dingsniveau bij de Hervormden het
laagst.
De Gereformeerden vormen de klein
ste groep. Door het kleine aantal kan
de toevalsfactor een grotere rol spelen
dan bij de andere groeperingen. Wij
moeten daarom volstaan met te consta
teren dat de ouderen bij het gemiddelde
van hun leeftijdsgroep iets achter blij
ven. Bij de jongeren ligt het percentage
met een opleiding van uitgebreid lager
niveau iets boven het gemiddelde.
Bij de „overigen" doet zich eveneens
het bezwaar van het kleine getal voor.
Bovendien is hier het aantal ouderen
bijna twee maal zo groot als het aantal
jongeren. Bij de andere groeperingen
zien wij juist dat de ouderen de helft
tot tweederde deel van het aantal jon
geren omvatten.
mensen, dit moet ik aannemen: vijftig
gulden en thuis uit de menage.
„En als je eens een avond vroeger
weg wil, is daar ook wel wat op te
vinden. Als we goed met elkaar over
weg kunnen, wel dan zal het hier pret
tig werken zijn, zie je?
Akke knikte. „Goed, ik neem het aan,
juffrouw Morgenochtend om acht uur
ben ik er".
Terwijl Akke antwoordde, klonk op
eens een doordringend belgerinkel. Als
door een veer kwam de huishoudster
overeind en keek naar de deur. „Een
ogenblik, wacht even, als je wilt. Ik
hoop gauw terug te zijn".
Opnieuw snerpte de bel en gelijk ver
liet de vrouw het vertrek. Akke zag
haar snel een trap opgaan en in de
verte hoorde ze de stem van een man:
een scherpe, boze stem.
Een gek huis is het hier, vermoedde
Akke. Als er maar geen luchtje aan
zit. Misschien was ze toch nog te happig
geweest Misschien had ze beter eerst
nog even met Mem kunnen óverleggen.
Maar wat zou dat voor zin hebben? Ze
kende ternauwernood een paar mensen
in dit stadje. Hun naaste buren en een
enkele leverancier, maar van hen had
den ze nog met veel gehoord over de
mensen hier. Ze zeiden wel eens dat de
Friezen in het zuiden heel anders waren
dan in het noorden, maar veel had Akke
er niet van gemerkt Het stemmenge-
ratel drong gedempt door in de kamer.
De mannenstem overheerste en af en
toe hoorde ze de huishoudster er tussen
door. Maar wat ze precies zei, verstond
ze niet.
De huishoudster. zou die meneer
een weduwnaar zijn? En waren er kin
deren? Als de stemmen even zwegen,
„Zeg het met kogels".
De titel van de hier besproken rol
prent duidt er al op dat het verhaal
zich niet afspeelt in een Engels meisjes
pensionaat.
We maken kennis met de ruige we
reld in het plaatsje Adonde, vlak bij de
Mexicaanse grens.
Bij afwezigheid van een gevangenis,
in die streken een uiterst belangrijk
bouwwerk, worden de gevangenen
dóódsimpel met ketenen vastgezet aan
een grote paal op het dorpsplein, com
pleet met ijzeren ring om de nek.
Hoofdfiguren van de film zijn Chris
Foster (gespeeld door de beroemde sol
daat Audie Murphy) en zijn vriend Bert
Pickett, die met een half jaar loon op
zak in dat lieflijke plaatsje terecht
komen. Pickett verdrinkt en verpokert
z'n geld in no-time, hij wordt onhandel
baar, komt in aanraking met de poiitie
en komt. vergezeld van z'n trouwe
vriend Foster, voor een nacht „aan de
paal". Die omstandigheid bepaalt voor
een groot deel de rest van het verhaal,
naast het feit dat Pickett met alle ge
weld geld wil verkrijgen voor zijn
meisje Estelle, een keihard meisje dat
van wanten weet. Onze vrienden komen
in handen van een stel gewetenloze
schurken, geleid door de moordenaar
Lavalle. Er sneuvelen vervolgens heel
wat lieden en tenslotte blijkt Foster de
man die al het goede toekomt, ook
Estelle Zondagmiddag in City.
„Alleman".
Bert Haanstra's Alleman is op Texel!
Donderdag tot en met dinsdag zal het
Texelse publiek elke avond van deze
kostelijke film kunnen genieten. Komt
allemaal naar Alleman! zegt de slagzin
van deze film, en daar willen wij ons
van harte bij aansluiten. Het is een
soort familieportret van de Nederlan
ders in de twintigste eeuw, hun manier
van doen, hun liefhebberijen, sport en
levensvormen.
De anderhalf uur durende film is
vrijwel geheel gemaakt met de verbor
gen camera. We zien hoe wij Nederlan
ders ons vermaken op het strand (daar
hebben we ontelbare manieren voor),
we zien hoe we optreden in groepsver
band bij een herdenk.ng, we zien onze
kinderen spelen en stoeien op straat en
hoe onze bruidsparen in een „passende
omgeving" worden gefotografeerd. De
onzichtbare camera dartelt tussen de
carnavalsvierders, over de voetbalvel
den en wordt gericht op de spanningen
rondom de kampioenen van de sport
Er is 50 kilometer materiaal voor
deze film verschoten. Het moet een ont
zettend karwei geweest zijn daaruit de
juiste opnamen te kiezen. De begelei
dende tekst is geschreven en gesproken
door Simon Carmiggelt. Allemaal naar
Alleman, het is werkelijk de moeite
waard
Tot de „overigen" behoren op Texel
vnl. de Doopsgezinden. De gehele groep
„overigen" maakte in 1960 9,9% van de
totale bevolking uit; 8,8% daaronder
waren Doopsgezind.
Hoewel het in verband met de merk
waardige leeftijdsopbouw niet verant
woord is in details te treden, kunnen
wij wel uit het beschikbare cijfer
materiaal de conclusie trekken dat zo
wel de jongere als de oudere generatie
overigen" wat betreft opleidingsni
veau boven hun leeftijdsgenoten van de
andere kerkelijke gezindten uitsteken.
Rest ons tenslotte aandacht te be
steden aan degenen, die niet bij een
kerkgenootschap zijn aangesloten. De
oudere onkerkelijken hebben in het al
gemeen een hoger opleidingsniveau dan
het R.K. en N.H. deel. Onder de jonge
ren zim er naar verhouding veel (56,1%)
die uitsluitend lager onderwijs genoten.
Daarnaast zijn er aanmerkelijk meer
dan gemiddeld met een opleiding van
middelbaar niveau: 12,1% (gemiddelde
7,9).
was het angstig stil in het huis. Zelfs
de geluiden van het schaarse verkeer in
de straat drong nauwelijks door. Als het
maar safe was. Ze wilde wel, dat ze het
vorige meisje kende, dat hier gewerkt
had, dan zou ze inlichtingen kunnen
vragen. Nu ja, als het haar niet beviel,
kon ze altijd nog gaan. En misschien
kon ze wel bij iemand informeren.
Het duurde minuten en nog steeds zat
Akke alleen in het vertrek. Ze keek
eens rond naar de meubelen. Allemaal
ouderwets en oerdegelijk. Meubelen ujt
het jaar nul Ontzettend bewerkelijk
natuurlijk. Kijk maar eens naar dat
grote ouderwetse buffet met zijn ge
beeldhouwde poten. Om je een rotje
op te poetsen. En natuurlijk vol met
kleine stofnesten. Als in alle vertrekken
zulke meubelen stonden, kon ze wel
vooruit Dan kwam je in je eentje im
mers nooit klaar? Moet je eens zien, wat
een lap zeil. Had je alleen al een halve
dag nodig om te wrijven.
(Wordt vervolgd)
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt 10 mei op om 4 54 uur en
gaat onder om 20.20 uur; 13 mei op om 4.50
uur en onder om 20.24 uur.
Maan I] mei N.M.; 18 mei E.K.
Hoog water ter rede van Oudeschild:
8 mei 4.47 en 17.38: 9 mei 6.14 en 18.54;
10 mei 7 19 en 19.53; 11 mei 8.16 en 20.42:
12 mei 9.04 en 21.24: 13 mei 9.49 en 22.04;
14 mei 10.28 en 22.45; 15 mei 11.06 en 23.27,
16 mei 11.46 en
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.