De kleinere kerkgenootschappen BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF De vierde dag flitsbal in Casino Kerkelijke gezindten op Texel (3) FILMNIEUWS ZATERDAGAVOND TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 8 MEI 1»64 In aansluiting op hetgeen wij destijds (Tex. Crt. van 18 okt. 1961 en 26 febr. 1963) mededeelden omtrent de kerkelijke gezindten op Texel, kunnen wij nu enkele cijfers vermelden omtrent de kleinere kerkgenootschappen in 1960. Daarnaast zijn door het C.B.S. cijfers gepubliceerd omtrent de kerkelijke ge zindte van het overheidspersoneel en van de beroepsbevolking. De beroepsbe volking is hierbij bovendien onderscheiden naar de verschillende categoriën van opleidingsniveau. 1947 - 1960 Overheidspersoneel Ten overvloede brengen wij eerst de Bij de uitwerking van de gegevens globale cijfers voor de jaren 1947 - 1960 van de volkstelling 1960 heeft het C.B.S. in herinnering. speciaal aandacht besteed aan de kerke- (In procenten van de totale bevolking) lijke gezindte van het personeel in dienst van publiekrechtelijke lichamen. Het personeel werd onderscheiden employées en arbeiders. De voornaamste publiekrechtelijke lichamen gemeten naar het aantal personeelsleden zijn Gemeente Rijk. Het aantal personen in dienst van Provincie en Waterschappen is te ge ring om die apart te vermelden. De cijfers over Gemeente en Rijk waar van wij alleen de mannen vermelden zullen wij stellen naast de cijfers voor de gehele bevolking van het eiland. 1947 1960 Ftooms-Katholiek 26,3% 28,2% Ned. Hervormd 36,9% 33,8% Gereformeerd 8,6% 8,7% Overige kerkgen. 11,2 9,9% Geen kerkgen. 17.0% 19,4% 100.0% 100.0% De groep overige kerkgenootschappen omvatte in 1947 1065, in 1960 1056 per sonen. De samenstelling daarvan was als volgt: 1947 1960 abs abs Doopsgez. 902 9,6 939 8,8 Ev. Luthers 11 0,1 35 0,3 Remonstrant 2 7 0,1 [sraëliet Andere kerkgen. 150 1,5 75 0,7 1065 11 2 1056 9,9 Nederland Kleinere kerkgenootschappen Voor de hier boven genoemde groep „andere kerkgenootschappen" (75 per sonen in 1960) zijn onlangs de gedetail leerde cijfers gepubliceerd door het C.B.S. De hiertoe behorende genoot schappen resp. godsdienstige gemeen schappen blijken op Texel onderstaande aantallen aanhangers te hebben. (Tussen haakjes vermelden wij de cijfers voor het gehele land) Texel Apostolisch Genootschap Vrije Evangel. Gemeente Baptisten Gemeenten Leger des Heils Oud-Katholieke Kerk Ned. Protestanten Bond Vergadering van Gelovigen Waals Hervormd Jehova's Getuigen Overige Op Texel blijken in 1960 geen aan hangers te wonen van: Herst. Apost. Gem. in de Eenheid der Apostelen, Herst. Apost. Zendingskerk, Nederlands Israëliet, Portugees Israëliet, Liberaal Israëliet, Adventisten, Christian Science, Heiligen der Laatste Dagen en van Vrije Katholieke Kerk. 1 32.657 13 20.155 10 17.591 4 18.497 11 10.584 6 26.210 8 7.556 4 3.058 6 12.978 12 61.447 Gemeente Employées R.K. N.H. Geref. Overige Geen Totaal abs 3 26 3 9 23 64 4,7 40,6 4,7 14,1 35,9 100,0 abs 3 17 7 4 12 43 Rijk 7.0 39.5 16,3 9,3 27,9 100,0 Voor wat betreft de Gemeente zien wij bij de employés een sterkere verte genwoordiging van Ned. Herv., onker- kelijken en „overigen". Het percentage R.K. employés in dienst van de ge meente is zeer gering. Onder de arbei ders zijn de Rooms-Katholieken en de Gereformeerden sterk vertegenwoor digd Bij de Rijksambtenaren op Texel zien wij iets dergelijks. Betrekkelijk weinig R.K. employés, maar des te meer R.K. arbeiders. In tegenstelling tot de ge meente-ambtenaren zijn de Gerefor meerden onder de Rijksambtenaren naar verhouding wel sterk vertegen woordigd. Opleidingsniveau De beroepsbevolking van Texel om vatte op 31 maart 1960 3015 mannen. Daarvan hebben 60% (1808 mannen) uitsluitend lager onderwijs genoten; 33,9% (1023 mannen) uitsluitend u l.o., 3 jaar h.b.s. of gymnasium, lagere tech nische school of lagere landbouwschool. Onderwijs van middelbaar niveau werd aas^ü 55. Het is ons dus wel duidelijk ge worden, dat het leven van staatssecre tarissen en referendarissen niet over rozen gaat Komt de minister om de een of andere reden een week lang niet opduiken, dan wordt van zijn mede werkers verwacht, dat zij stoer een week op hun post blijven. Dat gaat je niet in je kouwe kleren zitten Gelukkig kwam op dat moment de auto van de minister er langzaam en statig aanrijden. De minister zat er zelf in en hij zong. Hij zong een lied, dat hij zich nog herinnerde uit zijn studenten- FEUILLETON: door H. van Omme HOOFDSTUK I. Een link huis Het meisje bleef staan voor het ou derwetse herenhuis en monsterde de hardstenen stoep bij de zware voor deur. Het nummer klopte, dus hier moest het zijn. Ze tuurde langs het huis door de straat, die vrijwel verlaten lag. Vreemd, in dit deel van het stadje was ze waar schijnlijk nog nooit geweest, want alles kwam haar zo onbekend voor. Langzaam besteeg ze de zes treden, bleef voor de deur staan en trok aan de ouderwetse bel, die meteen in het huis begon te galmen. Ze schrok. Heb ik te hard getrokken? dacht ze Waarom heb ben die mensen niet een gewone druk- bel, zoals bijna overal? Het leek haar nogal een muffe behuizing te zijn. Moet je die strakke vitrages voor de ramen eens zien. De deur werd geopend en een vrouw van moeilijk te schatten leeftijd stond in de opening. De vrouwen keken elk ander enkele sekonden aan. „Wat wenst u?" „Ik kom op de advertentie, mevrouw" Het strakke gelaat van de oudere vrouw ontspande zich en Akke ver beeldde zich, dat ze een zucht loosde. Ze deed een pas achteruit en ant- jaren. „Annemarieke waar ga jij naar toe?" zong de minister En het was hem alsof hij het lieve stemmetje van Anne- marieke hoorde, die hem antwoordde met: ,,Ik ga naar Leije toe, naar de studenten toeToen welde er een traan op in des ministers oog. „Anne- maneke...., studententijd. schone tijd. mompelde hij, „Voetballers naar Italië...., klets!!" Hij was dus wel een tikkeltje zwaar op de hand geworden, die flinke minis ter, maar ja, dat wordt iedereen, die wat te veel spaghetti heeft gegeten. We woordde: „Komt u binnen" Zwijgend betrad Akke het huis en volgde de vrouw naar een grote kamer in de zijvleugel. Ze wees de bezoekster een stoel, doch bleef aanvankelijk zelf staan, het meisje scherp opnemende. Akke ging rustig zitten en legde haar handen in de schoot, waarna ze op haar beurt de ander aankeek. Tenslotte nam de vrouw ook plaats tegenover Akke en keek nog eens. „Hoe is uw naam? Woont u in de stad?" „Ik ben Akke Feenstra, mevrouw. Ik woon net even bulten de stad, aan het Hazepad", De vrouw glimlachte even. „Noem me maar geen mevrouw, Akke. Ik ben hier de huishoudster. Je bent zeker geen Bollegase?" „Nee, me. juffrouw. Ik kom uit het noorden van Friesland, uit Metsla- wier. we wonen hier al vier maan den, Mem en 'k". „Wel, Akke, dus je wilt hier komen werken? Het is voor hele dagen, en liefst ook zaterdags". „Ik heb de advertentie gelezen, juf frouw, en ik vind het best". De vrouw wees in het rond. „Het is een groot huis Af en toe kan ik je wel eens helpen, maar daar moet je niet op rekenen. Het komt er op neer, dat je praktisch alleen het huis moet schoon houden. En daar heb je de hele week werk aan". „Ik ben werken gewend, juffrouw". „Hoe oud ben je?" „Twee en twintig, juffrouw". „En wanneer zou je kunnen begin nen?" „Net zoals het uitkomt. Als het moet, wil ik morgenochtend al komen". gevolgd door 4,7% (140 mannen) van de beroepsbevolking. Hiertoe worden door het C.B.S. gerekend: onderwijzersakte, M O. akte of akte N. ander middelbaar vakdiploma en volledige h.b.s. of gym nasiumopleiding. Tot de semi-hogere opleiding die op Texel door 0,8% (25 mannen) ge volgd werd, worden gerekend: middel baar technische of hogere technische school, M.O. akte B, volledige h.b.s.- of gymnasiumopleiding met een ander semi-hoger vakdiploma, candidaats- examen aan een universiteit of hoge school. De hogere opleiding gevolgd door 19 mannen (06% van de beroepsbev.) omvat de doctoraal examens afgelegd aan een hogeschool of universiteit. Bij beschouwing van de afzonderlijke kerkelijke gezindten als geheel, valt het volgende op. Rooms-Katholiekcn In het R.K. deel van de mannelijke beroepsbevolking is het percentage met een opleiding van uitgebreid lager ni veau vrij groot .(37,9) Het middelbare niveau is bij 2,1% aanwezig, of bij de helft van het gemiddelde. Het semi- hoger is iets sterker (1,0) dan gemid deld vertegenwoordigd, terwijl het hogere geheel ontbreekt. Arbeiders Gehele Gemeente Rijk bevolking abs abs 9 25,0 16 18,4 28,2 10 27,8 38 43,7 33,8 5 13,9 7 8,1 8,7 5 5,7 9,9 12 33,3 21 24,1 19,4 36 100,0 87 100,0 100,0 Ned. Hervormden Bij het N.H deel is het aandeel van de beroepsbevolking van een uitgebreid lager niveau geringer (29,3%). Het N.H. deel valt op met het grootste percen tage (64,2), dat uitsluitend lager onder wijs heeft genoten. De overige percen tages stemmen overeen met de gemid delden voor de gehele beroepsbevolking Gereformeerden. De Gereformeerden kenmerken zich door een hoog percentage (40,5) met een uitgebreid lager opleidingsniveau. Het aandeel met een opleiding van een middelbaar niveaü is de helft (2,7) van het gemiddelde. Het opleidingsniveau ligt bij de gereformeerde beroepsbevol king iets hoger dan bij de R.K. be roepsbevolking; de sterkteverhouding tussen de onderscheidene niveau's geeft een grote overeenstemming te zien met het R.K. deel. „Overigen" Dat deel van de beroepsbevolking dat tot de overige kerkelijke gezindten nemen hem dat evenwel niet kwalijk, want toen hij het ministerie binnentrad, dwong hij werkelijk het grootste respect af door zijn fiere houding. „Alle voet ballers moeten naar Italië zei de minister met dikke tong, „Begrijpen jullie dat, Fotsmans en Treckmans? Alle voetballers moeten naar Italië. Hoe meer hoe beter. En Annemarieke moet naar Leijen!" „De kwestie heeft Zijne Excellentie sterk aangegrepen", zei drs. J. J. Delijn Trecker „Kind dat zou een uitkomst zijn. Ik zit al dagen zonder. En het huis ziet er uit, je schaamt je gewoon. Maar ik sta overal alleen voor. Wel, als je rporgen- ochtend kunt beginnen „Dat kan, juffrouw. En wat verdien ik?" „Het vorige meisje had vijfenveertig, maar die wilde meer hebben en ik kon het niet geven. Daarom is ze wegge gaan. Ik zal proberen, of ik er vijftig van maken kan. Is dat voldoende?" Niet te happig zijn, dacht Akke. Zelf had ze gerekend op drie tientjes, niet op de hoogte zijn de van de lonen voor werksters in Bollega. In Metslawier gaf men ook niet meer. Vijftig gulden, dat was een kapitaal. Met het pensioentje, dat Mem had, zouden ze geen zorgen meer hebben. En omdat het meisje niet antwoordde, vervolgde de huishoudster: „Ik weet wel, dat het voor deze tijd niet veel is. Maar je hebt hier de volle kost, als je tenminste om acht uur kunt beginnen, 's Avonds kun je na het afwassen naar huis gaan. Dus ontbijt, middagmaal en avondbrood is er bij inbegrepen". De vrouw keek haar vragend aan en Akke begreep, dat ze om een hulp zat te springen. Vijftig gulden en de volle kost. Dat was iets geweldigs. Mem ge loofde het nooit, als ze 't vertelde. De vrouw vervolgde: „En we drinken 's morgens op ons gemak een kopje koffie. Het is helemaal niet de bedoe ling, dat je achter elkaar doorwerkt. We zijn tenslotte geen machines, wel? En 's middags een kwartiertje thee, dat spreekt vanzelf". Akke genoot in stilte. Als ik m'n mond blijf houden, gaat ze verder over nog meer dingen misschien. Kindere- behoort, komt met de beste cijfers uit de volkstellingsbus van 1960 Het heeft het hoogste percentage (41,4) met een uitgebreid lager opleidingsniveau, (ge middelde voor de gehele bevolking 33,9) en het hoogste percentage dat een op leiding van middelbaar niveau heeft ge noten 8,8 (gemiddelde 4,7). Het deel dat een opleiding van hoger niveau heeft overtreft het gemiddelde van 0,6% eveneens. Het bedraagt voor deze groep 1.0%. (Bij het N.H. deel bedroeg dit percentage eveneens 1.0). Onkerkelijkcn De groep onkerkelijken (niet bij een kerkgenootschap aangeslotenen) valt op door het hogere percentage van middel baar opleidingsniveau: 6,7 (gemiddelde 4,7). Generaties Vorenstaande percentages gelden voor de gehele groep, ongeacht de leeftijd. Het ligt voor de hand dat de ouderen minder geleerd hebben dan de jongeren, die daartoe meer in de gelegenheid zijn gesteld. Wij hoeven slechts de leeftijds groepen van 25-34 jaar en van 55-64 jaar naast elkaar te stellen om het ver schil tussen twee generaties te demon streren. Niveau 25-34 jaar 55-64 jaar abs abs lager 291 47,9 362 80,8 uitgebreid lager 254 41,8 68 15,2 middelbaar 48 7,9 12 2,6 semi-hoger 7 1.1 4 1,0 hoger 8 1,3 2 0,4 Totaal 608 100,0 448 100 0 Iets meer dan de helft van de 25-34- jarigen heeft na de lagere school nog een vervolgopleiding gevolgd. Wij bren gen hier in herinnering dat tot het uit gebreid lager niveau niet alleen het ulo-onderwijs, doch ook het lager land bouwonderwijs gerekend wordt Wij kunnen ons afvragen welke gene- ratieverschillen er bestaan binnen de kerkelijke groeperingen op Texel. We derom beperken wij ons tot de 25-34- jarige en de 55—64-jarige mannen met een beroep. De in 1960 25-34-jarigen werden ge boren in de jaren 1926-1935 Deze leef tijdsgroep kwam in de periode 1938- 1947 voor vervolgonderwijs in aanmer king. Aangenomen mag worden dat dit vervolgonderwijs globaal tussen de jaren 1946-1955 voltooid zal zijn De 55-64-jarigen in 1960 verlieten in de jaren 1908-1917 de lagere school. Bij de Rooms-Katholieken constateren wij bij de ouderen een lager opleidings niveau dan gemiddeld Met name het uitgebreid lager niveau is minder sterk vertegenwoordigd (11,6%). Bij de jonge ren zien wij ten opzichte van de gehele leeftijdsgroep meer mannen met een opleiding van uitgebreid lager niveau (49,1-41,8), doch minder van middel baar niveau (4,1 - 7,9). De jongere Ned. Hervormden vallen op door het hoogste percentage van hoger nievau. 3.7; het uitgebieid lager en het middelbaar niveau blijven achter bij het gemiddelde. Met de onkerke lijken hebben de Ned Hervormde be roepspersonen van 25-34 jaar de hoogste percentages die uitsluitend de lagere school bezochten Evenals de oudere Rooms-Kathoüe- ken blijven de oudere Ned. Hervorm den achter bii het gemiddelde oplei dingsniveau. T.o.v. olie onderscheidene groepen van 55-64-jarigen is het oplei dingsniveau bij de Hervormden het laagst. De Gereformeerden vormen de klein ste groep. Door het kleine aantal kan de toevalsfactor een grotere rol spelen dan bij de andere groeperingen. Wij moeten daarom volstaan met te consta teren dat de ouderen bij het gemiddelde van hun leeftijdsgroep iets achter blij ven. Bij de jongeren ligt het percentage met een opleiding van uitgebreid lager niveau iets boven het gemiddelde. Bij de „overigen" doet zich eveneens het bezwaar van het kleine getal voor. Bovendien is hier het aantal ouderen bijna twee maal zo groot als het aantal jongeren. Bij de andere groeperingen zien wij juist dat de ouderen de helft tot tweederde deel van het aantal jon geren omvatten. mensen, dit moet ik aannemen: vijftig gulden en thuis uit de menage. „En als je eens een avond vroeger weg wil, is daar ook wel wat op te vinden. Als we goed met elkaar over weg kunnen, wel dan zal het hier pret tig werken zijn, zie je? Akke knikte. „Goed, ik neem het aan, juffrouw Morgenochtend om acht uur ben ik er". Terwijl Akke antwoordde, klonk op eens een doordringend belgerinkel. Als door een veer kwam de huishoudster overeind en keek naar de deur. „Een ogenblik, wacht even, als je wilt. Ik hoop gauw terug te zijn". Opnieuw snerpte de bel en gelijk ver liet de vrouw het vertrek. Akke zag haar snel een trap opgaan en in de verte hoorde ze de stem van een man: een scherpe, boze stem. Een gek huis is het hier, vermoedde Akke. Als er maar geen luchtje aan zit. Misschien was ze toch nog te happig geweest Misschien had ze beter eerst nog even met Mem kunnen óverleggen. Maar wat zou dat voor zin hebben? Ze kende ternauwernood een paar mensen in dit stadje. Hun naaste buren en een enkele leverancier, maar van hen had den ze nog met veel gehoord over de mensen hier. Ze zeiden wel eens dat de Friezen in het zuiden heel anders waren dan in het noorden, maar veel had Akke er niet van gemerkt Het stemmenge- ratel drong gedempt door in de kamer. De mannenstem overheerste en af en toe hoorde ze de huishoudster er tussen door. Maar wat ze precies zei, verstond ze niet. De huishoudster. zou die meneer een weduwnaar zijn? En waren er kin deren? Als de stemmen even zwegen, „Zeg het met kogels". De titel van de hier besproken rol prent duidt er al op dat het verhaal zich niet afspeelt in een Engels meisjes pensionaat. We maken kennis met de ruige we reld in het plaatsje Adonde, vlak bij de Mexicaanse grens. Bij afwezigheid van een gevangenis, in die streken een uiterst belangrijk bouwwerk, worden de gevangenen dóódsimpel met ketenen vastgezet aan een grote paal op het dorpsplein, com pleet met ijzeren ring om de nek. Hoofdfiguren van de film zijn Chris Foster (gespeeld door de beroemde sol daat Audie Murphy) en zijn vriend Bert Pickett, die met een half jaar loon op zak in dat lieflijke plaatsje terecht komen. Pickett verdrinkt en verpokert z'n geld in no-time, hij wordt onhandel baar, komt in aanraking met de poiitie en komt. vergezeld van z'n trouwe vriend Foster, voor een nacht „aan de paal". Die omstandigheid bepaalt voor een groot deel de rest van het verhaal, naast het feit dat Pickett met alle ge weld geld wil verkrijgen voor zijn meisje Estelle, een keihard meisje dat van wanten weet. Onze vrienden komen in handen van een stel gewetenloze schurken, geleid door de moordenaar Lavalle. Er sneuvelen vervolgens heel wat lieden en tenslotte blijkt Foster de man die al het goede toekomt, ook Estelle Zondagmiddag in City. „Alleman". Bert Haanstra's Alleman is op Texel! Donderdag tot en met dinsdag zal het Texelse publiek elke avond van deze kostelijke film kunnen genieten. Komt allemaal naar Alleman! zegt de slagzin van deze film, en daar willen wij ons van harte bij aansluiten. Het is een soort familieportret van de Nederlan ders in de twintigste eeuw, hun manier van doen, hun liefhebberijen, sport en levensvormen. De anderhalf uur durende film is vrijwel geheel gemaakt met de verbor gen camera. We zien hoe wij Nederlan ders ons vermaken op het strand (daar hebben we ontelbare manieren voor), we zien hoe we optreden in groepsver band bij een herdenk.ng, we zien onze kinderen spelen en stoeien op straat en hoe onze bruidsparen in een „passende omgeving" worden gefotografeerd. De onzichtbare camera dartelt tussen de carnavalsvierders, over de voetbalvel den en wordt gericht op de spanningen rondom de kampioenen van de sport Er is 50 kilometer materiaal voor deze film verschoten. Het moet een ont zettend karwei geweest zijn daaruit de juiste opnamen te kiezen. De begelei dende tekst is geschreven en gesproken door Simon Carmiggelt. Allemaal naar Alleman, het is werkelijk de moeite waard Tot de „overigen" behoren op Texel vnl. de Doopsgezinden. De gehele groep „overigen" maakte in 1960 9,9% van de totale bevolking uit; 8,8% daaronder waren Doopsgezind. Hoewel het in verband met de merk waardige leeftijdsopbouw niet verant woord is in details te treden, kunnen wij wel uit het beschikbare cijfer materiaal de conclusie trekken dat zo wel de jongere als de oudere generatie overigen" wat betreft opleidingsni veau boven hun leeftijdsgenoten van de andere kerkelijke gezindten uitsteken. Rest ons tenslotte aandacht te be steden aan degenen, die niet bij een kerkgenootschap zijn aangesloten. De oudere onkerkelijken hebben in het al gemeen een hoger opleidingsniveau dan het R.K. en N.H. deel. Onder de jonge ren zim er naar verhouding veel (56,1%) die uitsluitend lager onderwijs genoten. Daarnaast zijn er aanmerkelijk meer dan gemiddeld met een opleiding van middelbaar niveau: 12,1% (gemiddelde 7,9). was het angstig stil in het huis. Zelfs de geluiden van het schaarse verkeer in de straat drong nauwelijks door. Als het maar safe was. Ze wilde wel, dat ze het vorige meisje kende, dat hier gewerkt had, dan zou ze inlichtingen kunnen vragen. Nu ja, als het haar niet beviel, kon ze altijd nog gaan. En misschien kon ze wel bij iemand informeren. Het duurde minuten en nog steeds zat Akke alleen in het vertrek. Ze keek eens rond naar de meubelen. Allemaal ouderwets en oerdegelijk. Meubelen ujt het jaar nul Ontzettend bewerkelijk natuurlijk. Kijk maar eens naar dat grote ouderwetse buffet met zijn ge beeldhouwde poten. Om je een rotje op te poetsen. En natuurlijk vol met kleine stofnesten. Als in alle vertrekken zulke meubelen stonden, kon ze wel vooruit Dan kwam je in je eentje im mers nooit klaar? Moet je eens zien, wat een lap zeil. Had je alleen al een halve dag nodig om te wrijven. (Wordt vervolgd) ZON, MAAN EN HOOG WATER De zon komt 10 mei op om 4 54 uur en gaat onder om 20.20 uur; 13 mei op om 4.50 uur en onder om 20.24 uur. Maan I] mei N.M.; 18 mei E.K. Hoog water ter rede van Oudeschild: 8 mei 4.47 en 17.38: 9 mei 6.14 en 18.54; 10 mei 7 19 en 19.53; 11 mei 8.16 en 20.42: 12 mei 9.04 en 21.24: 13 mei 9.49 en 22.04; 14 mei 10.28 en 22.45; 15 mei 11.06 en 23.27, 16 mei 11.46 en Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1964 | | pagina 3