Cjrocn fwartsjexeh in het karL> Militairen en B.S. bevrijdden belangrijke personen Fraaie schilderstukken voor tentoonstelling Schilder David Schulman is verliefd op Texel „Maar de Texelaars hebben hun dorpsplein verknoeid Echtpaar De Jong kwam met hoge cijfers uit de bus Texelaars ivaren betrokken bij militaire oefening Amco koelkasten Christus op straat IJDAG 29 MEI 1964 77e JAARGANG No. 7864 /itgave N.V. v.h. Laogeveld de Roo(j Boek-, Kantoorboek- en Fotobandel Handelsdrukkerij )eo Burg, Texel - Postbus 11 - Tel. 2058 Verschijnt dinsdags en vrjjdags. Bank: Rotterdamse Bank; Coöp. Boerenleen bank. Postgiro 652. Abonn.pr. ƒ2,65 p. kwart -f 30 cL incasso. Advertenties: familieberichten 14 ct. p. mm.; andere advert 12 ct. p. mm. Onder het mooie, dikwijls zéér mooie materiaal, dat op de komende ten toonstelling ter gelegenheid van de stadsfeesten te zien zal zijn en waarbij niet alleen mej. S. de Wijn en de heer Blok van der Velde aan hun trekken zullen komen, bevindt zich ook werk van de Larense schilder David Schul man. Hij behoort met Bakels en Wenckebach tot de schilders, die belangrijke werken van ons eiland hebben gemaakt. Schulman is reeds 83 jaar, ondanks zijn hoge leeftijd is hij nog levens krachtig en een schilder, die méér opdrachten krijgt, dan hij eigenlijk uit kan voeren. Wij bezochten hem in zijn atelier, waar hij een groot stadsge zicht van Amsterdam op de ezel had staan, een opdracht, die hem veel vol doening, maar ook veel arbeid gaf. „Een goed schilder is een artiest", zei de oude meester, „maar bovenal behoort hij het vak van schilderen te verstaan. Kijk eens wat een schetsen ik heb moeten maken vóór ik aan dat Amsterdamse schilderij beginnen kon. Ik behoor niet tot de verfsmijters, die op het ogenblik bij sommigen in trek schijnen te zijn, ik stel er prijs op een goed vakman te zijn en een goed werkstuk af te leveren". zei, waren wij een volgende keer be paald teleurgesteld. Kom, laat ik U nog wat laten zien". Een ander schilderij kwam op de ezel, weer één van flink formaat, een gezicht op Oosterend met op de voor grond een boerenplaats Ook dit schil derij mochten wij meenemen. Haast vonden wij ons onbescheiden toen wij ook nog twee kleinere werkstukken van de schilder in onze auto laadden. „Pas er goed op", zei hij hij het afscheid. „Ik houd van mijn vak en van mijn werk Ik heb alles met toewijding gemaakt, betoont U dezelfde toewijding!" Het verheugt ons. dat David Schul man, zeer gezien bij zijn vakgenoten, vijf jaren voorzitter van Arti et Amici- tia (veel te lang, merkt hij op) ook de Texelse bevolking in de gelegenheid heeft willen stellen iets van zijn werk te zien. Want er is wel veel slechter, maar weinig beter werk van ons eiland gemaakt. VI. Schulman bood ons hoffelijk een stoel, zelf bleef hij staan en liep al pratende door zijn overvolle atelier. Telefonisch hadden wij hem al medegedeeld, dat wij gaarne enkele van zijn Texelse schilde rijen op de tentoonstelling ter gelegen heid van de stadsfeeseen zouden zien. Kom maar eens aan, had hij ons gezegd. Als ik U daar een genoegen mee kan doen, nou dan wil ik wel meewerken. En zo kregen wij niet alleen stapels tekeningen te zien. maar ook een hele reeks schilderijen, aquarellen en pastels, die hij kort vóór en na de oorlog op ons eiland had gemaakt. Verliefd op Texel „In 1938 kwam ik voor het eerst op Texel, zo begon David Schulman. Wat is dat haventje van Oude Schild mooi. Ik was er meteen verliefd op en huurde subiet een kamer in Oude Schild. De mensen waren alleraardigst en het duurde niet lang of ik maakte een teke ning in gewassen Oostindische inkt van het eeuwenoude kerkje. Op de achter grond het bergje met schapenboeten en luinwallen. Ik ben toen ook gaan schil deren en ik vond er mensen met wie ik best op kon schieten. Wekenlang heb ik er vertoefd, herhaaldelijk kwam ik terug. In de winter maakte ik een grote aquarel van de landen rond de leem kuil, sneeuw lag op de hellende weiden en de tuinwallen". Schulman nam het Amsterdamse schilderij van de ezel en hij zette er het Texelse sneeuwlandschap op. Wij had den het reeds eerder gezien op een ten toonstelling in de zo zoetjesaan beroemd geworden Singer Memorial Foundation te Laren. Opnieuw werden wij getroffen niet alleen door de visie op het land schap, maar vooral ook door de prach tige sfeer, die de aquarel ademde. Loodzware wolken drukten het land, het was Texel in barre wintertijd, zoals de Texelaars het maar al te goed ken nen. Wij waren verrukt en kregen toe stemming juist dit schilderij naar Texel te brengen. Dorpsplein verknoeid „Ik moet U een voorwaarde stellen", zei Schulman ons. „U moogt schilde rijen van mij uitkiezen, maar als u over mij schrijft, moet U de Texelaars ver tellen, dat ze hun dorpsplein in Den Burg hopeloos hebben verknoeid. Nog niet lang geleden ben ik er weer ge weest, met mijn vrouw. Voor ons beiden was het een teleurstelling. Een of an dere lelijke bank is voor de Lindeboom in do plaats gekomen. Wij hebben ge logeerd in hotel Texel. Ik moet U zeg gen, dat wij het best hebben gehad, maar de sfeer van de Groene Plaats is volkomen verdwenen. Als ze met de rest van Texel ook zo doen, zien ze mij niet meer terug". Natuurlijk hebben wij toen betoogd, dat op Texel niet alles bij het oude blijven kon. maar dat wij vol vertrou wen waren, dat men begrip zou tonen voor een goede conservering van de mooiste landschappen, van oude boer derijen en andere gebouwen, die hem en vele anderen tot verrukking hadden ge bracht. Het was moeilijk Schulman van sommige noodzakelijke veranderingen te overtuigen, maar als plichtsgetrouw verslaggever hebben wij zijn woorden overgebracht. „Met die tekening van Oude Schild heb ik nog een zeldzame ervaring gehad, zo vertelde hij ons. Ik wil liever niet praten over de oorlog, dat was een el lendige tijd. Ik verloor mijn vrouw, maar na de bevrijding ontmoettte ik mijn tegenwoordige echtgenote. Ze had een aardige verzameling kunstvoorwer pen, waaronder ook tekeningen. Wat denkt U? De eerste tekening, die ik van haar zag was mijn tekening van het kerkje van Oude Schild! U kunt be grijpen, dat wij meteen besloten om samen naar Texel te gaan. Wij hebben het heerlijk gehad, maar zoals ik reeds Verleden week zaterdag werden in „De Oranjeboom" tijdens de slotavond van dansschool Siebeling de door de leerlingen behaalde diploma's uitge reikt. Men moet daar niet zo gering over denken. In de wereld van de Ne derlandse Bond van Dansleraren heerst IN DE NACHT VAN EERGISTEREN OP GISTEREN hebben Texel en en kele Texelaars een belangrijke rol gespeeld in de militaire oefening „Kleine Beer", die voor een groot gedeelte op het vasteland van Noordholland werd ge houden, maar waarvan het belangrijke slot zich op ons eiland afspeelde. Er namen onderofficieren op vrijwillige basis aan deel, afkomstig uit kazernes te Den Haag, Haarlem en enkele andere plaatsen. Voorts waren tal van militaire autoriteiten op de been. Ten behoeve van de oefening werden radiojeeps, am bulances, enz. naar Texel gebracht en naar de andere plaatsen in Noordholland, waar zich onderdelen van de oefening afspeelde. De deelnemers die voor dit doel medisch waren gekeurd, werden reeds dinsdag naar Den Helder ge bracht. vanwaar ze met de boot naar IJmuiden werden vervoerd. Daar werd de haven „veroverd". Met medewerking van politie en burgers als BS-mannen werden de onderofficieren in noordelijke richting geleid. In verschillende plaatsen in het door de vijand „bezette" Noordholland, trachtte ze 2 ver dwenen belangrijke figuren (VIPS) op te sporen, maar telkens bleek dat zij door de vijand naar elders waren vervoerd. Via Schoorl en Den Oever leidde het spoor tenslotte naar Texel. Hoewel de deelnemers aan de oefe ning, door onafgebroken twee dagen- durende inspanning zonder voedsel en slaap uiterst zwaar werden beproefd, hadden de omstandigheden, waaronder de oefening zich afspeelde moeilijk be ter kunnen zijn. Het weer was uitste kend en zelfs de nachtelijke manoeuvres hadden niet bij absolute duisternis plaats door de bijna volle maan, die het „strijdtoneel" zwak verlichtte. Om half elf woensdagavond stonden de Texe laars, die de BS voorstelden op de dijk bij de Schans om de helpende hand te bieden aan 37 onderofficieren, die hun opdracht nog niet kenden en zelfs niet wisten, dat ze op Texel zouden worden neergezet. Eerst omstreeks half twaalf werden de lichten zichtbaar van de boot van de Vaartuigendienst, die de infil tranten aan boord had. Het schip na derde de dijk tot een afstand van ca. 200 meter Daarop werden de rubber boten uitgezet waarin de op dat moment al zwaar vermoeide onderofficieren naar de kust roeiden. De BS-ers hielpen hen de boten op de kant trekken, waar na de gelande krijgers in vier groepen werden verdeeld. Iedere groep kreeg als gids een BS-er toegewezen, die moest zorgen dat de groep binnen zo kort mo gelijke tijd op het BS-hoofdkwartier „Driehuizen" arriveerde. Er mocht niet van de wegen gebruik worden ge maakt in verband met grote vijandelijke patrouilleactiviteit. Na elkaar gingen de groepen van start en trokken de lande rijen in. Tal van hindernissen in de vorm van tuinwallen, schrikdraad, on zichtbare greppels en andere verras singen moesten worden overwonnen. Moeilijk waren vooral de brede ruil- verkavelingssloten, die flinke vertra gingen opleverden. Angstvallig moest de BS-gids er voor waken dat hij niet te dicht in de buurt van de wegen kwam, waar de vijand herhaaldelijk met jeeps en te voet patrouilleerde. Bij het horen naderen van de voertuigen moest dan ook herhaaldelijk het bevel „Dekken!" worden gegeven; niet steeds waren er tuinwallen om zich achter te verschansen. De vier groepen slaagden erm elk langs geheel verschillende rou tes. kort na elkaar en ongezien, „Drie huizen" te bereiken. Daar wachtte ein delijk de koffie, die zich heel wat beter liet smaken dan de primitieve maaltijd, die voor de infiltranten was klaargemaakt; stamppot van aardappe len, alikruiken en brandnetels! Eén der bij de organisatie betrokken militaire autoriteiten constateerde tot zijn vol doening dat honger rauwe bonen zoet maakt. „Kijk maar, de pan is bijna leeg Inderdaad was de pan leeg, maar het overgrote deel van de inhoud was op de mesthoop achter „Driehuizen" terechtgekomen. De weinig aanlokke lijke geur en de branderige smaak van de puree had de mannen doen besluiten het hongeren nog maar even voort te zetten. De oefening zou nu toch gauw zijn afgelopen, dachten ze. In werkelijk heid begon het pas. Naar Rovershut BS commandant Luit Sok gaf in de schuur de instructies. Er moest nu onge zien worden opgerukt naar het Texels Museum, van waaruit een aanval zou worden gedaan op de „Rovershut". In de Rovershut zaten namelijk enkele VIPS (Very Important Persons zeer belangrijke personen), die daar door de bezettende vijand gevangen werden ge houden. Alweer onder commando van BS-ers ging het via het museum naar de Rovershut. Daar speelde zich een zwaar vuurgevecht af. De oplettende vijand liet zich de Vips niet zomaar on der de neus vandaan kapen en zij maak- tae geducht van haar wapens gebruik. Er vielen „doden" en er werden krijgs gevangenen gemaakt, maar tenslotte toch konden de onderofficieren met de (Zie vervolg pagina 2) vier tienen een nogal streng opleidingssysteem, aan de hand waarvan de leerlingen een be paalde dansladder kunnen bestijgen. Brons en zilver met ster Het begint na één seizoen met brons of voor de besten brons met ster. Dan komt zilver, en ook in die catego rie komen „gesterden" voor. Het „af- dansen" daarvoor gaat al onder streng jurerende ogen. Te hoger vinden wij de prestatie van het echtpaar De Jong '(„Torenhuis"). Zij beiden, en ze zijn écht geen 25 meer, presteerden het voor alle uit te voeren dansen een ronde tien te halen! We hebben wel gezien dat veel jongere leerlingen met een zekere be wondering de danspassen van de heer cn mevrouw De Jong gadesloegen. Te recht, en er bestaat weinig twijfel aan de volgende stap: goud. En dat schijnt, op de wedstrijddansenj na, toch wel ,het einde" op de dansvloer te zijn! DE KOOG HEEFT NU EEN BOWLINGBAAN DE KOOG Voortaan zal men het nieuwe spel bowling ook op Texel kun nen beoefenen en wel te De Koog, waai de heer H. J. Klok in de voormalige werkplaats van de heer C. Groenhof aan de Dorpsstraat twee banen heeft laten aanleggen. Dinsdag en woensdag hebben tal van belangstellenden ge bruik gemaakt van de gratis mogelijk heid om met het spel kennis te maken. Bowling is te vergelijken met het ouderwetse kegelspel. De spelers moe ten trachten een zo hoog mogelijk aan tal kegels met een zware kogel om te werpen. Er zijn echter niet negen (zoals bij het kegelspel) maar tien kegels. Voorts zorgt een ingewikkelde installa tie ervoor dat de spelers zich geheel op het spel kunnen concentreren. Het weer rechtopplaatsen van de kegels geschiedt geheel automatisch. Ook rollen de ge bruikte ballen weer automatisch naar de spelers terug door goten langs de twee 7.20 m. lange banen. Het bowlingspel bestaat in Nederland nog slechts drie jaar. Er zijn nog maar enkele plaatsen in het land waar banen zijn aangelegd Gebleken is dat het spel vooral in badplaatsen zeer veel be oefenaars trekt. Toch wil de heer Klok er in de eerste plaats een vrijetijdsbe steding voor de Texelaars in zien. Daar om blijft de baan ook 's winters ge opend In het gebouw, dat nog niet ge heel is ingericht, zal worden gezorgd voor enkele zitjes en er zal een gezellige sfeer worden geschapen, zodat spelers zowel als belangstellenden gaarne zul len komen. De heer Klok vertelde ons dat het in zijn bedoeling ligt op Texel één of meer bowlingclubs te vormen, zoals dat ook in andere plaatsen is ge beurd. Vooral in clubverband is het spelen van bowling een zeer onderhou dende bezigheid, die op Texel stellig veel beoefenaars zal trekken. Koelen vraagt meer RUIMTE dan U denkt. Daarom bv. 135 liter table top, vanaf 328, BAKKERS IJZERHANDEL N.V. Dat zullen wij niet meer beleven. Dat is eenmaal geweest en dat is ook de enige maal geweest. Zo zullen we God nooit meer zien als een medemens, als een onzer. Gelukkig maar, kan men zeggen. Want we kunnen daar heel slecht tegen; dat een medemens zich uitgeeft voor God, zelfs al is het alleen maar voor de ware boodschappen van God. Gelukkig ook over een heel andere kant: God kan men nu overèl verwach ten zonder een persoonlijke beperktheid, die we in iedere medemens vaststellen. En men kan God of Christus nu in zo verre in de medemensen en in deze we reld zien, als men wil en dat is veel acceptabeler en minder ergeniswek- kend. Men beoordeelt zelf, of en in hoeverre het Christus is, met wie men in medemens en wereld te maken heeft, of er nu veel of weinig ophef bij ge maakt wordt. Dat laatste geldt met name, als het er om gaat, of Christus in onze tijd bij ons op straat is, gebracht wordt, ge bracht behoort te worden. Het is velen het liefst, als men Christus maar zijn eigen gang laat gaan in het publieke leven en zich niet ermee bemoeit door zelf te proberen een opvallende reclame voor Christus op straat te maken. Sinds Jezus Christus zelf van de straat is ver dwenen en zich sindsdien vele andere Christussen op straat hebben voorge daan lijkt het die mensen beter om maar „gewoon" te doen in het openbaar en zich niet te verbeelden, dat men enige kans maakt als mens en persoon de openbare rol van Christus op straat te vervullen. Wees alleen maar „een heer in het verkeer", dat is al moeilijk genoeg en dat toont al heel wat van Christus, meer dan een massa woorden, zo kan men overtuigend opmerken. Nu het verkeer door het seizoen weer grote vormen gaat aannemen, zullen Christenen in de gelegenheid zijn om veelvuldig de waarheid van deze op merking te demonstreren. Als Christen, geladen door de Heilige Geest, kan een mens zeer hopen en ver langen, dat door dit christelijk verkeer vele. vele andere mensen zullen be grijpen, wat Christus ook voor hen betekent: dat Hij hen wil en kan ver lossen en behouden, en Hij alleen! En kunnen we daar werkelijk een beetje op rekenen ook? Zouden andere mensen al spoedig op merken, doordat iemand een echte „heer" is in het verkeer (in ruime bete kenis) en doordat iemand zijn gasten liederijk tegemoet komt en behandelt, dat die mens dan zeker een Christen moet zijn en dat Christus dus ook hem wil behouden in Zijn liefde? Is de echte liefde in het menselijk verkeer (nog) zo'n onmiskenbaar kenmerk en privi lege van het Christendom? En weet men daaruit onmiddellijk, wie en wat dus Christus is, omdat een mens als een echt Christen leeft? In Paulus' brief aan de Christenen te Rome (10 14) staat: „Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? Hoe geloven in Hem, van wie zij niet ge hoord hebbén? Hoe horen zonder predi ker? (En hoe zal men prediken zonder gezonden te zijn?)" En even verder: „Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus". Daarom zal Christus toch ook wel in het openbaar „op straat", d.w.z. daar, waarlangs de wegen een mens voeren, gepredikt moeten worden, om mensen te doen horen, zodat zij kunnen geloven en behouden worden. In eigen nederig heid, zowel als gedrongenheid (gezon den zijn) verlangt een Christen er zeer naar, dat door het voorrecht van de Heilige Geest overal Christus op straat zal zijn, expressis verbis zodat Zijn woord werkelijk klinkt. Dat „de straat" eigenlijk méér betekent dan een nader te noemen straat, laat zich verstaan. Zoals zich ook laat verstaan, dat de Kerk van Christus als organisatie zich gedrongen en gezonden weet om aan deze prediking tot behoud van mensen en wereld overal in samenleving en maatschappij en verkeer. „Jrtidden op straat" i(goed verstaan!), temidden van seizoen en gasten hier in het bijzonder, organisatie en vorm te geven. In het openbaar van deze courant mag dan ook „De Schuilhut" van de kerken op Texel te De Koog op deze wijze nu weer pu bliek bekend en in het .publiek gesteld zijn. Christenen en Kerk begrijpen wel, hoezeer zij in hun gebed daar mede „op straat" moeten staan, opdat de Heer Jezus Christus door Zijn Geest Zijn, in i het openbaar en zakelijk in deze wereld I steeds zwakke, Gemeente zelf moge leiden, bewaren, ondersteunen en groot se kracht verlenen. Opdat Hij zelf daar moge staan en gaan. W.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1964 | | pagina 1