als het om sparen gaat
ROTATOR
is véél
lekkerder
Pas-Tunette
creaties
De vierde dag
„Onsportief!"
koffieroom
rubriek voor
LANDBOUW
Aandacht voor de koperbemesting
ix
hM
fy
Thea A. van Lamoen;
w w voor gezellig,
lyOPfl idee stijlvol wonen!
vraag de gratis prachtuitgave van de
Top-Form meubelcatalogus bij
Snuif en wrijf
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 23 OKTOBER 1#<S1
MEER DAN 1000 BANKEN EN BIJKANTOREN
aangesloten bij de coöperatieve centrale raiffeisen-bank te utrecht
Op het moment hangt in ons kantoor
een kaart, waarop kleuren is aangege
ven hoe het met de kopertoestand van
de grond op een groot gedeelte van ons
eiland is gesteld. Met uitzondering van
polder Eierland is het gehele eiland op
deze kaart aangegeven.
Op lang niet alle percelen is onder
zoek op koper verricht. De meeste ge
gevens zijn afkomstig van onderzoek,
dat op kosten van de Cultuur-techni
sche Dienst in de jaren 1956/'57 is ver
richt.
Zoals gezegd zijn lang niet alle per
celen onderzocht. Maar de onderzochte
percelen liggen zodanig over het gebied
verspreid, dat we mogen aannemen, dat
ze een goede indruk geven van de ko
pertoestand van de grond in het Ruil-
verkavelingsblok. Dat is dus ons eiland
met uitzondering van polder Eierland.
Kopertoestand zeer onvoldoende
Op bedoelde kaart hebben wij de
percelen, die een kopergehalte hebben,
dat voldoende wordt geacht een groene
kleur gegeven. Percelen met een groene
kleur komen zeer sporadisch voor. De
meeste vinden we in het gebied, dat
begrensd wordt door de Lange Waal-
derweg van Oudeschild naar De Waal,
vervolgens van De Waal via Spanger-
weg naar Dijkmanshuizen en vandaar
langs de zeedijk weer naar Oudeschild.
Vervolgens komen er een aantal rose
gekleurde percelen voor. We vinden ze
vooral in de rest van het oude Texel,
dus het hele middengebied van ons
eiland. De kopertoestand van deze
percelen is matig.
Verreweg de meeste percelen hebben
rode kleur en dit betekent dat de ko
pertoestand onvoldoende is. Heel veel
percelen in het middengedeelte van
ons eiland hebben deze kleur. Maar er
komen ook grote delen van ons eiland
voor, waar praktisch alle percelen, die
onderzocht zijn de rode kleur hebben.
Dit zijn de polders het Noorden, de
P.H. Polder, polder Waal en Burg en
het hele gebied tussen Den Burg en
De Koog. De omgeving van De Koog,
waar naar verhouding een groot aantal
monsters is onderzocht is „vuurrood".
Als we het geheel samenvatten kun
nen we rustig constateren, dat de grond
op een zeer groot deel van ons eiland
koperarm is.
Moet er iets aan worden
gedaan?
We hebben met enkele landbouw-
voorlichters eens over deze kwestie ge
sproken. „Is er aanleiding om op grote
schaal adviezen te gaan geven voor het
geven van veen koperbemesting", heb
ben we ons afgevraagd. We zijn tot de
Mr.,&
een top uit onze collectie.
Long-line beha van Lycra met valencienne
kant. Voorgevormde cups van nylon satgn in
wit en zwart 16.75
Middelzware gaine met hoge taille voor vol
slanke figurenbeeft elastische panden van
stevig Lycra, Achterpand alleen met lengte-rek.
Extra korrektie voorpand van dubbel nylon
satijn. Optilon ritssluiting
35.50
conclusie gekomen, dat het „op grote
schaal" o.i. nog niet verantwoord is.
De zaak is nl. deze:
Hoewel blijkens het onderzoek de
kopertoestand dus laag is en volgens
de normen, die men aanhoudt beslist
te laag kan nog niet worden gezegd,
dat er al veel gevallen zijn, waarin
duidelijk van kopergebrek kan worden
gesproken. Die verschijnselen zouden
vooral naar voren moeten komen bij
een aantal landbouwgewassen en (bij
het rundvee. Kopergebrek bij land
bouwgewassen komt het eerste voor bij
zomertarwe. We hebben tot tweemaal
toe een proefveld aangelegd, waarbij
nagegaan werd of een koperbemesting
op zomertarwe opbrengstverhoging
gaf. Hoewel de percelen volgens het
onderzoek een laag kopergehalte had
den. kwam er geen enkele aanwijzing
uit deze proeven.
Verder zijn er de laatste jaren meer
malen deskundigen op veeteeltgebied
op ons eiland geweest, die op enkele
bedrijven bij het rundvee verschijnse
len van kopergebrek meenden te con
stateren.
In een enkele geval menen veehou
ders verbetering bij het bestand krijgen
van het rundvee en een betere ontwik
keling van het jongvee te hebben
kunnen waarnemen na het toedienen
van een koperbemesting.
Er zijn echter nog zeer veel vragen
en we kunnen zeker niet zeggen, dat
we veehouders, die niet bepaalde moei
lijkheden zitten een welomschreven ad
vies kunnen geven.
Toch iets doen
Intussen zijn we wel van oordeel, dat
we „voorzichtige" adviezen omtrent
een koperbemesting moeten gaan ge
ven. Dit betekent niet, dat iedere boer
nu rechtaf het hele bedrijf „onder de
koper" moet gaan gooien. We zouden
er voor willen pleiten om in de gebie
den. die als koperarm bekend staan te
beginnen enkele percelen in het komen
de seizoen een koperbemesting te ge
ven. Als kopermeststof wordt de laat
ste jaren vooral koperslakkenbloem
gebruikt. Men geeft hiervan 400 kg.
per ha.
Deze meststof strooit men bij voor
keur in de winter en het vroege voor
jaar. Speciaal voor rund veebedrijven is
dit een zeer geschikte tijd, omdat het
vee enige tijd niet op met koperslak
kenbloem bemeste percelen mag wei
den. Zijn op het bedrijf ook schapen
aanwezig, dan moet men er om denken,
dat deze meststof eerst flink water
moet hebben. Blijf in ieder geval een
week of vier van deze percelen af. We
willen er verder op wijzen, dat scha
pen zeer gevoelig zijn voor een over
maat aan koper. Op bedrijven waar
vrijwel uitsluitend schapen worden
gehouden, zouden we daarom voorlopig
het advies geven geen koperbemesting
te geven.
Indien er veehouders zijn, die me
nen resultaat te zien, dan stellen we
het zeer op prijs dit te horen.
UITLOTING RENTELOZE
OBLIGATIELENING KONINKLIJK
TEXELS FANFAREKORPS
Ingevolge de leningsvoorwaarden der
Renteloze Obligatielening 1962, ten
laste van het Koninklijk Texels Fan
farekorps, zijn door het bestuur de na
volgende obligaties uitgeloot en be
taalbaar gesteld, t.w., Serie A, de no's.
12, 18, 21, 35, 81; serie B de no.'s: 26,
32, 43. 44, 62 en serie C de no's: 11. 14,
29, 76 en 89.
Houders van bovengenoemde obli
gaties worden vriendelijk verzocht deze
gereed te leggen, opdat voor een vlotte
terugbetaling kan worden zorggedra
gen. Bij voorbaat onze oprechte dank.
Het Bestuur.
FEUILLETON:
door H van Omme.
43. „Neem me niet kwalijk, Akke. het
was er uit, voor ik er erg in had. Ik
bedoel maar dit: we kennen elkaar nu
al zo'n hele tijd en ik sta zelf verbaasd
over m'n zelfbeheersing. Een andere
snuiter had je al lang in zijn armen
genomen en gezoend".
Akke bleef opnieuw staan en keek
hem geschrokken aan. „O ja? Dan zou
ik die ander een gepeperde oplawaai
gegeven hebben en nooit meer naar
hem omgekeken. Wees dus maar blij,
dat je voldoende zelfbeheersing bezit".
„Maar Akke. wat steekt er nu in een
zoen?"
Ze waren bij haar auto gekomen en
Akke ontsloot de deuren. Ze stapten in
en toen de jongen achter het stuur zat,
keek ze naar hem. „In een zoen steekt
natuurlijk geen kwaad. Maar jij ver
geet één ding, Jan. Ik ben geen jong
meisje meer. Ik ben getrouwd geweest
en nu weduwe Dat maakt, volgens mij,
een aanzienlijk verschil".
„Neem me niet kwalijk, ik wil je
natuurlijk beslist niet beledigen, daar
voor acht ik je veel te hoog. En ik wil
je evenmin verdriet doen. Maar
„Maar als jij graag wilt zoenen, mag
je gerust eens een avondje met een
aardig Ziwtsers meisje uitgaan, hoor.
Daar zal ik je vast niet lelijk om aan
kijken".
Hij startte en reed weg. „Dus je voelt
niets voor me?"
„Jan, nu ben je een kinderachtige
jongen. En daarom geef ik op die dwa
ze vraag geen antwoord, Denk daar zelf
maar eens over na".
Hij trapte het gas dieper en ant
woordde: „Van jou kan ik niet veel
hoogte krijgen".
„Dat hoeft ook niet", antwoordde ze
droog. „Laten we het prettig houden,
jongen, en de ons nog resterende dagen
verder genieten. Dan nemen we een
berg herinneringen mee naar huis,
waar we altijd met genoegen op terug
zullen zien".
„Zoals je wilt, Akke"
Toen ze voor het hotel uitstapte, boog
ze zich nog eens naar hem toe en zei
zacht: „Weet je, waar het jou «aan
mankeert? Aan geduld. Tot straks".
Ze liep de lounge in en meteen sprong
mevrouw Van der Spoel, die blijkbaar
op haar komst zat te wachten, overeind
en kwam naar haar toe. „O, Akke,
vader is al een half uur bezig de res
taurants in de omgeving te bellen. Je
moet naar huis, je moeder is ernstig
ziek geworden".
HOOFDSTUK 25
Het leven gaat verder
Als ze later nog aan de lange auto-
reis naar Nederland terugdacht, was
het haar als een monsterachtige pijni
ging. Gedurende al die uren lag er één
bede op haar lippen: als ik haar nog
maar levend aantref, als ze maar niet
sterft, zonder dat ik er bij ben. En ter
wijl ze zwijgend en handenwringend
naast Van der Spoel zat, die met een
snelheid van bijna honderd veertig kilo
meter over de autobanen vloog, ver
weet ze zich, dat ze zo ver van huis
was gegaan, alleen maar denkend aan
haar eigen genoegen en zich niet vol-
Van de inmiddels zeer bekend ge
worden Larense Zakenman Theo A.
van Lamoen ontvingen wij aangetekend
een ingezonden schrijven, waarin hij
wederom ernstige kritiek uit op de
handelwijze van de redactie van de
Texelse Courant.
Ook in Uw blad van 16 dezer las ik
alweer een uitvoerig verslag over de
grondspeculatie enz". Ten tweede
male moet ik me beklagen over de
handelwijze van de heer Harry de
Graai; ditmaal om de verminkte
brief. Omtrent mijn vorige brief (25/9
j.l.) heb ik aangedrongen op ONVER
KORTE EN ONVERANDERLIJKE over
name hiervan en dit is NIET
gebeurd. Letterlijk schreef ik „Aller
eerst wens ik te protesteren tegen de
m.i. zeer aanvechtbare handelwijze
van Uwe heer Harry de Graaf enz".
Deze laatste 4 woorden werden echter
toevalligveranderd in redacteur.
Een schijnbaar kleine vergissing
voor mij echter 'n bewijs van (zacht
gezegd) onsportiviteit. Wat is nl. 't
geval? De heer Harry de Graat noemt
in zijn eerste artikel de volledige na
men van het publiciteitsbureau en van
ondergetekende (met hoofdletters).
Bovendien worden de door mij ge
noemde initialen F.P. en E.V. nader
door hem aangeduid in zijn commen
taar van 2/10 jl. en verschijnt mijn
naam met koeienvan letters in zijn
krant. Zijn al deze personen goed ge
noeg voor openbare bekendmaking
door hem, terwijl hij zo laf is om zijn
volledige naam te verzwijgen? ,Wat
Gij niet wilt, dat U geschiedt
Om deze reden (alsmede om punt 1 en
2 in mijn brief van 25/9 j.l.) ben ik 't
volkomen eens met zijn bewering „dat
van Lamoen en de redacteur van de
Tex. Courant nog geen vrienden zijn".
En misschien ook nimmer worden,
want ik zoek mijn vrienden liever on
der sportievere personen. Dankend
voor de plaatsing tekent,
Th. Avan Lamoen
COMMENTAAR:
Het is duidelijk, dat de heer Van
Lamoen hardnekkig bezig blijft, spij
kers op laag water te zoeken. Het is
waar dat voor de naam van de redak-
teur gewoon „redakteur" is gezet. Dit
veranderde niets aan de feitelijke in
houd van de brief, zodat wij blijven
volhouden dat deze onveranderd is ge
publiceerd. Anders zou het zijn als
meerdere redakteuren aan ons blad
verbonden zouden zijn, waardoor er
twijfel door had kunnen ontstaan. In
de kop van de krant kan men lezen
dat de redaktie van de Texelse Courant
uit slechts één man bestaat, wiens
naam, adres en telefoonnummer duide
lijk zijn aangegeven. Iedere lezer weet
dus wie bedoeld wordt met de redak
teur. zodat we niet vinden dat we on
sportief hebben gehandeld.
Als er iemand onsportief heeft ge
handeld is het de heer Van Lamoen
zélf. Of is het sportief om een journa
list van het dagblad „Trouw" de indruk
te geven dat de Texelse Courant zijn
brief heeft verminkt? Heel Christelijk
Nederland kon de volgende dag op de
voorpagina lezen, hoe de redakteur
van de Texelse Courant met de waar
heid had gesold Veelzeggend is het dat
de redaktie van het blad enkele dagen
later onmiddellijk toegaf da|t de be
weringen van de Larense zakenman
onjuist waren geweest! Dat was duide
lijk gebleken uit de fotocopiën van de
originele brief van de heer Van Lamoen
en van onze weergave ervan.
Tenslotte willen we opmerken dat
het noemen van de volledige namen van
het publiciteitsbureau en van de La
rense zakenman, onze taak is. Als we
het niet zouden doen, zouden we het
publiek informatie onthouden en geen
gebruik maken van de zo hooggewaar
deerde, persvrijheid.
JONGEREN DISCUSSIEERDEN
OVER POLITIEK
De eerste bijeenkomst van de jonge
renvereniging „Almjon" stond in het
teken van de politiek. Een vrij groot
aantal leden van de vereniging was
aanwezig. Zij vormden zes gespreks
groepen; iedere groep kreeg drie stel
lingen, waarvan er één verdedigd
moest worden. Het gevolg was een ge
zellige en levendige discussie. Na de
pauze kreeg de gespreksleider, de heer
P. A Zegers de gelegenheid om de con
clusies van de verschillende groepen te
combineren. Ongtewijfeld hebben de
aanwezigen er veel van op kunnen
steken.
Aan het begin van de avond dankte
mej Ria Kuip de afgtreden bestuurs
leden mej. A de Porto en de heer Kees
Hin voor hetgeen ze voor de vereniging
gedaan hadden. Voorzitter is nu de
heer Adrie Verberne, die deze avond
opende. De scheidende bestuursleden
kregen een oorkonde aangeboden,
waarin zij op plechtige wijze tot ere
leden waren verklaard.
KLERCQS
WONINGINRICHTING N.V.
Koningstraat 43 - 45,
Spoorstraat 30, Den Helder^
doende realiserend, dat mem een vrouw
was, die als gevolg van haar leeftijd en
haar kwaal plotseling kon sterven. Wel
had ze, voor het vertrek, nog in dubio
gestaan: zal ik gaan, of niet? Maar mem
was immers de laatste tijd zo bijzonder
goed? En klaagde nooit meer over haar
hart. En Jan van Asselt zou immers
een oogje in het zeil houden? Hij had
toch zelf gezegd, dat ze rustig met va
kantie kon gaan en dat hij haar zou
waarschuwen bij het minste of gering
ste?
Om half tien was het telefoontje van
dokter Van Asselt doorgekomen in het
hotel. Zo had mevrouw Van der Spoel
verteld Ernstig ziek, maar geen on
middellijk levensgevaar aanwezig. Hoe
wel overkomst was wel gewenst.
Haar eerste reactie was geweest:
moeder is dood, doch dit werd door de
vrouw met de meeste klem tegenge
sproken. „Ze heeft een hartaanval ge
had, maar maakte het om half negen
redelijk goed. Dat zei dokter van
Asselt".
Doch Akke had het maar half ge
loofd. Van der Spoel maakte zich ge
reed om Akke in zijn wagen naar Ne
derland te brengen. De nachttrein naar
Holland was al uit Bazel vertrokken
en de volgende ging pas om zeven uur.
Als hij de nacht doorreed, zou het niet
druk zijn op de autobaan en zouden ze
sneller kunnen rijden als de trein.
Vroeg in de morgen bereikten ze het
achtbanenstuk nabij Keulen, waar Van
der Spoel bij een Tankstelle de wagen
liet «bijvullen en van de gelegenheid ge
bruik maakte om Van Asselt in Bollega
te bellen. En van hem hoorde Akke,
dat haar moeder nog leefde en de toe
stand redelijk wel was.
„Binnen enkele uren ben ik thuis",
zei Akke. „Zeg haar dat maar, Jan, en
ga je vanmorgen meteen naar haar
toe?"
„Maar dat spreekt vanzelf, Akke. En
maak je geen zorg.... een ver
pleegster zit bij haar, dat heb ik met
een in orde gemaakt".
„Dank je wel, Jan, voor alles, hoor!"
„Kom nou, Akke, je weet, dat ik het
met liefde voor jullie doe, he?"
Klokslag twaalf uur stopte de be
stofte wagen voor het grote huis aan
de Voorstraat en een halve minuut la
ter zat Akke bij het ziekbed van haar
moeder, die hoog in de kussens lag en
moeilijk ademde. Van der Spoel was ze
intussen al vergeten. Even opende de
zieke haar ogen en probeerde te glim
lachen. „Akke...." prevelde ze. De
vrouw greep haar hand en zei zacht:
„Ik ben er, mem, maak je nu maar
geen zorgen meer hoor. Ik blijf bij je,
hoor je me?"
De vrouw knikte en sloot opnieuw
haar ogen. Dokter van Asselt kwam die
middag nog een keer aan en gaf de
zieke een injectie. Akke keek hem ang
stig aan en toen hij klaar was nam ze
hem mee naar een hoek van het ver
trek. „Hoe is het, Jan? Kan ze.kan
ze er nog overheen komen?"
Hij klopte haar geruststellend op de
schouder. „Waar leven is, is hoop, Akke.
Er wordt gedaan, wat menselijkerwijs
mogelijk is. Maar jij bent nu bij haar en
dat is een geruststelling voor haar. De
pols is wat regelmatiger geworden".
Met nieuwe hoop keerde Akke naar
het ziékbed terug. «Doch diezelfde avond
stierf mevrouw Feenstra zonder nog
een keer tot bewustzijn te zijn gekomen.
Akke was radeloos van verdriet en
Van Asselt, die haar een kalmerend
spuitje gaf, had hevig met de jonge
vrouw te doen. Zacht voerde hij haar
uit de sterfkamer. „Jacob dood en nu
mijn mem ook nog. nu heb ik nie
mand meersnikte ze op hartver
scheurende toon.
Van Asselt greep haar stevig beet en
dwong haar hem aan te kijken. „Je
hebt ons nog. Akke, Jikke en mij. En
Van Avereest en zijn vrouw. En de fa
milie Van der Spoel. Wees dankbaar,
dat je je moeder nog een paar onbe
zorgde levensjaren hebt kunnen be
zorgen".
Doch Akke was ontroostbaar en ten
slotte belde Jan zijn vrouw, die tot na
de begrafenis bij Akke zou blijven.
De tiid hjald gin skoft, zeggen de
Friezen. Het leven gaat door. Maar voor
Akke werd het leven nog eenzamer.
Jan van Asselt zag bezorgd toe, hoe
Akke vermagerde en keek bedenkelijk
in het bleke gezicht, dat toch al zo af
stak tegen het zwart van haar rouw
kleren. Hij hield haar onder controle,
pleegde overleg met Douwe van der
Spoel en af en toe kwam zijn vrouw
een middagje naar Bollega om te pro
beren Akke wat afleiding te bezorgen.
Terwijl ook Jikke van Asselt haar
vrije tijd opofferde om te trachten
Akke op te monteren. Zelfs Lena kwam
een paar (malen ui Leeuwarden met
haar zoontje over en de kleine kerel
was in staat om een flauw glimlachje
op Akke's gezicht te toveren.
Uw verkoudheid van neus,
keel of borst wer met