.een Vissersman
Bij de NiwiB is het
goed sparen.
SPORT EN SPEL in het afgelopen weekend
U krijgt daar het beste persoonlijke
spaaradvies en...een goede rente.
NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBANK
de bank waar u zich thuis voelt!
In gesprek met:
PAPIEREN
PORTRETTEN
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 6 NOVEMBER 19#4
ZDH ONFORTUINLIJK TEGEN
KAAG VOGELS: 0^1
Het leek er eerst op dat ZDH de be
zoekers een gelijkwaardige tegenstand
zou kunnen bieden, maar door een ge-
luksdoelpunt van Kaagvogels, dat uit
een penalty werd gescoord, was het
enthousiasme van de gastheren binnen
korte tijd verdwenen. Bovendien leek
het wel of het geluk alleen Kaagvogels
goed gezind was. ZDH vocht voor de
gelijkmaker en in de 25e min. schoot
Klaas de Leeuw vlak naast het doel.
De voorhoede van de bezoekers liep
keer op keer in de listig opgezette bui
tenspel val van ZDH. Uit een fraaie
voorzet van de linksbuiten maakte de
midvoor van Kaagvogels het tweede
doelpunt. Even voor de rust werd het
derde en beslissende doelpunt gescoord.
Na de thee bleef ZDH al het mogelijke
doen om een doelpunt te maken, maar
het plaatsen liet veel te wensen over.
Halverwege de tweede speelhelft maak
ten de gasten zelfs nog een vierde doel
punt Dat was de einduitslag
Matige strijd De Koog 2-ZDH 2: 32
5 min. na de aftrap maakte Kees
Slechtenhorst het eerste doelpunt. De
Koog kwam terug en voor de rust had
zij de stand op 21 gebracht. Na de
pauze maakte ZDH de gelijkmaker en
het zag er voor De Koog even somber
uit, maar door snel en beter spel werd
de wedstrijd tenslotte met 32 gewon
nen door De Koog.
SVO VERPLETTERT WGW 3: 7—2
Een wedstrijd met veel doelpunten,
maar ook een wedstrijd met weinig
goed voetbal Beide elftallen vochten
hard en hadden mooie kansen, maar
SVO wist ze beter te benutten.
Direct na de aanvang viel WGW aan,
maar de SVO-verdediging wist het
doel voortreffelijk schoon te houden.
Meer en meer wist SVO naar het
WGW-doel op te rukken, maar tot doel
punten kon men niet komen. Toch zou
SVO voor de rust nog een goal maken.
De WGW-keeper dook op een bal, maar
kon hem niet onder controle krijgen.
Piet Koopman benutte deze kans pri
ma: 10. Voor de rust zouden er geen
goals meer vallen, hoewel beide par
tijen er voor streden.
Na de rust werd het spel harder.
WGW trachtte door heftig aanvallen de
gelijkmaker te scoren, maar het pakte
geheel anders uit. SVO liep uit tot 60
WGW bleef echter vechten en wist nog
2 doelpunten te maken. Rootlieb zorgde
met een penalty voor de zevende tref
fer van SVO. De overige goals waren
van Rikus v.d. Wetering. Gerard Smit,
Wim Bakker en Frits Rootlieb (2x).
Helder 5-SVO 2: 8—1.
SVO 2 kreeg in Den Helder een
zware klap te incasseren. Zij verloren
namelijk van een goed spelend Helder
5 met 81. Er werd wel voor gewerkt,
maar het verband ontbrak, er was zeer
weinig samenhang in het spel van
SVO 2. Het enige tegendoelpunt werd
gemaakt door Kees Kalis.
De adspiranten speelden zaterdag
tegen de Texel-adspiranten een leuke
wedstrijd, maar werden desondanks
toch met 31 geklopt. SVO was her
haaldelijk voor het Texel-doel te vin
den, maar kon niet tot doelpunten
komen. De resultaten van de training
komen nu duidelijk naar voren.
GDS BOEKTE RUIME WINST
De eerste thuiswedstrijd tegen Ly
ceum, is voor het damesteam van GDS
gunstig verlopen. Aanvankelijk zouden
twee wedstrijden gehouden worden,
maar daar eén van de tegenstandsters
niet kwam opdagen, traden de dames
maar één keer in het veld.
De wedstrijd tegen Lyceum was bij
zonder aantrekkelijk voor de toeschou
wers. Zij zagen een goed combinerend
GDS, dat dankbaar gebruik maakte van
fouten in de opstelling bij de tegen
standsters. De eerste set werd een
156 zege. Tijdens de tweede set be
haalde GDS een ruime 91 voorsprong.
Deze werd echter door Lyceum iets
ingelopen, want door enkele mislukte
smashes en slecht serveren van de
Texelse ploeg kwam de stand op 97.
Lyceum scoorde gelukkig niet meer en
hierna bracht GDS de stand op 157
in haar voordeel. In de derde set toon
den de Texelaars zich verreweg de
meerderen. Eindstand 151. zodat de
gehele wedstrijd met 30 werd ge
wonnen.
De volgende wedstrijd wordt op
maandag 9 november in de Sporthal te
Den Helder gespeeld.
KLAVERJASKAMPIOENSCHAPPEN
Stand van de competitie om het
clubkampioenschap van Texel:
1. Oudeschild I 40.914 15
2. Den Burg 38.761 4- 13
3. Oudeschild III 37.263 10
4. Oudeschild II 36.447 4- 12
5. De Graaf I 35.718 4- 7
6. De Waal 35.413 4- 11
7. De Graaf II 35.134 4- 8
8. Den Hoorn 34.940 4- 11
9. De Koog 32.500 11
Stand van de wedstrijden om het
persoonlijk kampioenschap van Texel:
De eerste 10 koppels:
1. C. Backer-J. Medendorp 7756 4- 6
2. Echtp. Vermeulen 7120 4- 3
3. T. Dekker-A. v. Liere 7986 2
4. C. C. Barhorst-Th. v.d. Wulp
6995 2
5. D. Backer-mevr. J. Spaans 6975 4- 3
6. Jn. Blom-D. Kalverboer 6969 1
7. B. Witte-J. Wijna 6892 2
8. Echtpaar Spigt 6796 4- 4
9. J. C. Rijk-G Caspers 6787 4- 2
10. D. de Ruyter-K. de Jong 6781 4- 2
KLAVERJASCLUB DE KOOG
DE KOOG Na de le competitie
avond is de stand als volgt:
1. J. Veldman-P. Kooiman 7119 4- 2
2. C. v.d. Werf-L. Bakker 6585 1
3. K. Veldman-L. Burgman 6549 3
4. mevr. G. Blok-K. Kikkert 6502 4- 2
5. P. Eelman-J. Klaassen Bos 6416 4- 2
6. mej L. Peereboom-C. Zutphen
6386 4- 1
7. Echtpaar A. Kamp 6311 4- 1
8. mevr. R. Wonder-C. Bonne 5988 4- 6
9. dames K. Klaassen Bos-J. Eelman
5946 4
10. dames J. Daalder-G Winter
5924 4- 2
11. mej. I. de Vries-P. Vermeulen
5803
12. dames J. Bonne-L. Eelman 5357 4- 3
13. D. v.d. Werf-L. Daalder 5335 4- 1
14. Echtpaar Klip-List 5105
HANDELSREGISTER
In ..Handelsbelangen" van donderdag
29 oktober lezen wij onder nieuwe in
schrijvingen in het handelsregister:
Diversen:
P. Zevenhoven (e.), Texel, Den Burg,
Schilderweg B 45. Pluimveebedrijf,
eierenverzamelaar
Pension Schuurmans, Texel, Den
Burg, Molenstraat 62. Pensionbedr. E.:
B. G Schuurmans-Jongste
DAMCLUB TEXEL
Uitslagen:
P. Kooiman-P. Bakelaar 02
Jo Schoo-H. Bruining 02
C. Dijker-Jn. Stam 20
P. Bruijn-J. Hooijberg 20
C. Vinke-C. v. Heerwaarden 11
C. P. Burger-Jb. Koorn 20
C. Meedendorp-G. Dros 20
J. v. Heerwaarden-C Groenhof 20
Dam lust 1-Texel 1:
J. v. Straalen-P. Bakelaar afg.
J. Zijp-C. Dijker afg.
P. Beers-J. Hooijberg 20
Th. de Haas-C. Meedendorp 11
A. Beemsterboer-J. Schoo 02
A. Goudsbloem-P. Bruijn 02
Jac. Kramer-J. v. Heerwaarden 20
D. Hoogeboom-P. Kooiman 11
C. H. Cools-J. Vinke 11
Jac. Hoogeboom-J. Stam 11
Damlust 2-Texel 2:
N. Jol-S. Ros
K. Beers-C. Vinke
C. J. Cools-C. P. Burger
F. de Boer-C. v.d. Werf
D. Bogert-G. Dros
D. Kramer-Jb. Koorn
P. v.d. Molen-P. Kooi
A. de Wit-J. A. v.d Slikke
1—1
1—1
0—2
0—2
0—2
2—0
0—2
0—2
412
De strijd om de bovenste plaats in de
clubcompetitie is voorlopig duidelijk
beslecht in het voordeel van P Bake
laar. Met ieder nog twaalf schijven had
P. Kooiman geen goede zet meer. Jo
Schoo gaf een gewonnen partij uit han
den.
De wedstrijd van het eerste tiental
had een wat ongelukkig verloop. Er
werd goed gespeeld en de kansen
stonden goed. Jn. Stam gaf met rede
lijke winstkansen remise, terwijl J.
Hooijberg de zaak verknoeide, door een
zekere remise te vergooien. Het ziet er
naar uit dat P Bakelaar moet verlie
zen, terwijl voor C. Dijker ook niet
meer dan één punt te behalen zal zijn.
De einduitslag wordt dan 119.
Zoveel te beter deed het tweede het.
Bij deze ruime overwinning kwam geen
geluk te pas. We kunnen dit achttal
zeker als kanshebber beschouwen voor
de tweede klasse. Het is daarom zaak
ook volgende wedstrijden serieus op te
vatten.
UITVOERING U.D.I.
De Rederijkerskamer U.D.I geeft
haar eerste uitvoering van dit seizoen
op zaterdagavond, 14 november a.s. om
8 uur in hotel De Oranjeboom". Opge
voerd wordt de komedie „Chips" van
R. Feenstra. Plaatsbespreken voor deze
uitvoering zondag 8 november a.s. in
„De Oranjeboom". Loting om 12 uur
precies. (Zie ook de adv. in dit blad).
BENOEMING BESTUURSLEDEN
Bij Koninklijk besluit zijn met in
gang van de eerste woensdag in decem
ber 1964, tot dijkgraaf en heemraad van
het waterschap de Gemeenschappelijke
Polders op Texel benoemd, respectieve
lijk S. J. Keijser Jbz. te Hogeberg, en
M. Roeper Pzn. te Bargen.
door Gui Fortgens
Ze kunnen je de „burgemeester van
Oudeschild" noemen, zonder dat je
het zelf weet.
Jan Boom weet er tenminste niets
van, en wie kent op Texel zijn eigen
bijnaam niet
Het zal dus wel geen bijnaam zijn.
Misschien meer een predikaat dat
iemand hem spelend met woorden
eens even losjes op de borst heeft
willen prikken. Maar ik had er iets
van opgevangen.
Met die kwalificatie „burgemeester
van Oudeschild" in mijn hoofd ben
ik dan het vissershuis aan de De
Ruijterstraat binnen gestapt.
Het is een huis waar je graag terug
wil komen, want het is er rustig on
danks de vele grote en kleine men
sen die er wonen. Maar dat is be
kend: er is meer rust en discipline
m een mierenhoop, dan in het nest
van een zilvermeeuw
Negen kinderen zijn er groot ge
worden, of groeien er nog op.
In het achterkamertje kunnen we
ons afzonderen. De-schipper-van-de-
88-die-geen-schipper-meer-is gaat
mij voor, en hij excuseert zich niet
voor wat naaiwerk dat er ligt, en
ook niet voor een stoel die niet in
het gelid staat.
Dat is sympathiek, omdat hij er
kennelijk niet zwaar aan tilt dat ik
eens met hem wil praten, en hij de
afstand tussen ons al intiem en
vriendschappelijk genoeg acht om de
flauwe fratsen van excuses omtrent
de dingen die van alledag en van
ieder huis zijn achterwege te laten.
Kennen doe ik hem uiteindelijk bij
zonder oppervlakkig, maar Jan
Boom is een innemende kerel, die
zelfs bij een eerste ontmoeting het
vertrouwen direct aan zijn kant
heeft. Toen ik hem voor een af
spraak opbelde, vroeg hij geen toe
lichting. De deur van zijn huis was
zogezegd al open, voordat ik nog op
de drempel stond.
Voiló, in gesprek met de burgemees
ter van Oudeschild. Wat heeft hij
daarop te zeggen.
Hij heeft er niets op te zeggen. Jan
Boom kent die kwasi^bijnaam niet
eens, heeft er nooit van gehoord.
Dan stel ik mijn vraag anders. Of hij
zich kan voorstellen, dat men hem
schertsend ook waarderend
wel eens zo noemt?
Iemand die geraffineerd is, zou op
deze vraag eerst duidelijk de schou
ders ophalen en vragend kijken, om
te demonstreren dat hij er goed weet
van heeft dat bescheidenheid de
mens siert. Eerst na lang aandringen
zou hij op de vraag ingaan. Zo niet
Jan Boom.
Hij kan de vraag plaatsen en begrij
pen. Voor gemeenplaatsen en raffi
nement laat hij geen speelruimte,
omdat hij er helemaal geen behoefte
aan heeft het gesprek te vertroebe
len. Hij kan zich eerlijk geven, zon
der omwegen. Dat kunnen alle men
sen, die een beetje balans in het le
ven hébben gevonden, en die de
diplomatie niet meer van node heb
ben om de zaak te versieren. Het zal
daarom wel zijn, dat hij altijd zo'n
open vriendelijk gezicht heeft.
Ik begrijp wel een beetje, zegt
hij, hoe men tot zo'n benaming
„burgemeester van Oudeschild"
komt. Er is een slag mensen, dat
ongewild altijd overal goed voor
is. Ik behoor, zonder dat ik nou
precies kan verklaren waarom,
tot dat slag. Mijn zoons hebben
dat ook Wij stappen er altijd in,
als er iets moet gebeuren. Er
wordt gewoon op gewacht. Dat is
geen kwestie van haantje-de-
voorste willen zijn, het is gewoon
traditie In de parochie gaat dat
net zo. Om een voorbeeld te ge
ven: toen mijn vader Piet Boom
zo langzamerhand te oud begon
te worden om in de kerk op het
orgel te spelen hij heeft dat
dik vijftig jaar gedaan zei de
kerkmeester tegen hem: dénk er
om dat er een nieuwe organist is
als je er mee ophoudt. Dat werd
hem in vol vertrouwen zonder
enige dwang opgedragen, omdat
't niet anders was. Er werd niet
aan gedacht, dat er misschien ook
andere mogelijkheden waren. Het
is zo afgekomen, dat mijn zoon
Hans nu organist is
Als Boom mij deze kleine organisten-
historie ter illustratie vertelt, klinkt
er uit de voorkamer zacht het geluid
van pianospel door. Ik weet niet wie
er speelt Dat is ook niet belangrijk.
Maar het bewijst wel. dat er muzi
kale handen in de familie zijn. De
piano is er indertijd gekomen om
Hans de gelegenheid te geven zich
ter opvolging van zijn grootvader te
bekwamen. Jan Boom had weliswaar
tegen het kerkbestuur gezegd:
„Goed, als het dan moet, dan zorgen
wij wel voor een nieuwe kerkorga
nist, als jullie dan zorgen dat ik
thuis een piano krijg, zodat hij kan
oefenen".
Van die opzet kwam niets terecht,
dus kocht hij er zelf maar een. Dat
was omstreeks 1954, en er was heus
geen overmaat aan geldmiddelen om
zo van de ene dag op de andere een
duur instrument aan te schaffen.
Maar Jan Boom is een man die er in
stapt, als dat nodig is. Of het nu
om een kerkorganist gaat, of om een
vlootschouw, dat doet niets terzake.
Het gesprek is nauwelijks vijf minu
ten oud of we hebben de hoofdlijnen
al te pakken, logische lijnen maar
ook lijnen die bij eerste beoordeling
tegenstrijdig schijnen.
In mijn gedachten is de vader van
een visser ook altijd een vissersman,
en de grootvader ook. Maar die op
vatting vraagt om een correctie,
want Jan Boom is visser geworden,
en niet als visser geboren. Vader
Piet was namelijk timmerman, géén
visser.
De muziek, die heeft altijd in de fa
milie gezeten, en zit er nog in. Maar
het is niet de muziek van het vis
sersklavier, van het sentimentele
zeemanslied.
Er is bij die muziek een gebonden
heid aan de kerk, voor orgel en koor
de gregoriaanse kant dus maar
ook een profane kant, want vroeger
speelden Piet Boom en zijn zoons
Jan en Rein balmuziek: piano, viool,
drums
Voor mij klopt de voorstelling die ik
van de visserman en zijn stijl van
Jfettfë
leven heb gevormd heleméal niet
met de realiteit die ik althans hier
ontmoet.
In mijn (foutieve) voorstelling zit
meer ruimte voor ruwheid en harde
woorden, dan voor goedaardigheid.
Ik zeg het hem ronduit, maar Jan
Boom brengt de correctie aan. zon
der enig blijk te geven dat hij mijn
primitieve voorstelling wel bedenke
lijk zou kunnen vinden, en bepaald
gebrekkig. Tot mijn lering maakt hij
er een levensgeschiedenis je van,
waarin de technische kant wordt
ondersteund door het stijgende aan
tal péka's van zijn schepen, en de
menselijke kant door het gebruik
van een reeks typerende slagzinnen,
koersbepalende zinnen:
Vissen is daarom alleen al mooi,
omdat je op zee lak aan alles
kunt hebben, zegt hij. Mensen
aan de wal dichten de visserij
een zekere romantiek toe; nou,
die is er na 24 uur wel af. Dat
lak aan alles hebben staat niet
gelijk met onverschilligheid en
ruwheid, maar ik wil er mee
zeggen, dat zoveel dingen van je
afvallen, die op de wal het leven
bepalen. Aan boord is er minder
ballast. Moet er ook minder bal
last zijn, want je hebt je aan
dacht nodig voor andere zaken.
Op een schip kan het rampzalig
zijn als je je aandacht verkeerd
verdeelt, zeker als je schipper
bent.
Ik zou niet willen beweren, dat
je als visser geboren wordt. Je
moet er wél aanleg voor hebben,
maar bóven alles de sportieve
instelling dat je er niet tegen
kunt, dat je maats van andere
schepen meer vangen dan jij. Als
je dat over je kant laat gaan, heb
je geen bloed onder je
nagels een uitdrukking
om te onthouden, denk ik
Als je het te gemakkelijk neemt,
als je je niet door een zekere ri
valiteit laat meeslepen, loop je
de kans bij de beer gestopt
te worden. Wat is het gevolg?
Dat je gaat schrijven aan de
verkeerde kant.
Ik ben met mijn trouwen in 1938
voor mijzelf begonnen met een
blazer. Voor de financiering had
ik maar liefst twee borgen nodig.
Na de oorlog had ik een ijzeren
scheepje met twintig pk, nader
hand met veertig pk en weer la
ter met zeventig pk. Je moest het
vermogen wel opvoeren, wilde je
niet achter raken.
De kotter TX 88 met 140 pk
kwam in 1960 in gebruik, en nu
hebben we er sedert december
van het vorige jaar ook nog de
66 bij, een kotter met 190 pk.
Mijn zoons varen er nu op.
Als ze me in 1938, toen ik met
pijn en moeite die blazer voor
elkaar kreeg, hadden voorspeld,
dat ik in 1964 voor 350.000 gulden
verantwoordelijk zou zijn want
zoveel geld is er met die twee
kotters gemoeid dan zou ik
gezegd hebben dat ze een gaatje
in hun hoofd hadden
Jan Boom heeft succes gehad. Ik wil
volkomen in het midden laten hoe
het kon, dat hij het van zeilkraoht
via twintig pk tot 330 pk heeft ge
bracht. Daar is wat goed geluk bij
aan te pas gekomen, praktische
steun, gunstige conjunctuur na de
oorlog, maar bovenal een heleboel
doorzettingsvermogen.
Boom kan het nu allemaal overzien.
Hij is schipper aan de wal, al bete
kent dat bepaald niet dat hij schip
per in ruste is. Het roer van de kot
ters heeft hij uit handen gegeven
aan zijn zoons Want al is Jan Boom
dan geen geboren vissersman, vier
van zijn zoons zo laat het zich
aanzien hebben de aard van hun
vader. Zij hangen de visserij aan.
Wellicht maken zij er een familie
traditie van.
Sedert mei van dit jaar is Jan Boom
aan de wal. Huiselijke omstandighe
den maakten het mede wenselijk,
dat hij geen hele weken meer weg
was. Hij zegt ervan:
Na 35 jaar te hebben gevist wordt
het begrijpelijk, dat je een beetje
verzadigd raakt. Maar de eerste
weken op de wal waren beroerd.
Ik was er gewoon zenuwachtig
van. Nu gaat het al veel beter.
Als het even kan vaar ik niet
meer mee. Maar het kan natuur
lijk altijd voorkomen, dat ik het
toch weer een poos moet doen,
vanwege vakanties of ziekte of
wat er zich maar opdoet.
Praten met Jan Boom is een boeien
de bezigheid, niet omdat hij de ene
sensatie na de andere vertelt, maar
omdat hij zo logisch en rustig over
de dingen kan praten. Hij geeft de
indruk dat het leven hem gemakke
lijk afgaat. Hij heeft in ieder geval
een balans gevonden, die hem tot
een positief mens maakt.
Hij is een man van motto's. Steeds
weer worden zijn antwoorden in een
kernachtige uitdrukking verpakt.
Maar het zijn geen loze motto's,
waarvan hij zich bedient. Hij maakt
ze waar.
Hij zegt: Jong zonder schuld, is oud
zonder goed. Dat is geen holle kreet;
dat is een overtuiging. Jan Boom is
gewend naar de horizon te kijken.
Dat heeft hij op zee geleerd, en op
de wal heeft hij dat niet afgeleerd.
Als het gesprek wat verloopt, omdat
ik eigenlijk niet meer te vragen heb,
komt hij eigenerbeweging met een
verklaring, die niet direct bij het
voorgaande aansluit maar toch onge
zegd de achtergrond van het gesprek
met de schipper heeft gevormd:
Als je geen vrouw hebt, die thuis
goed op de zaken past, ben je
nergens, en kom je er nooit. Mijn
vrouw heeft dat fantastisch ge
daan.
Dit is geen fondantachtige gemeen
plaats van de schipper; die verkla
ring heeft van alles met zijn leven,
en ook met het overgeven van de
twee kotters onder verantwoorde
lijkheid van zijn zoons te maken.
In het huis van Jan Boom is aan de
schippersvrouw de rekening voor
haar zorgen om man en zoons die
buitengaats waren gepresenteerd:
Het werd noodzakelijk dat ik aan
de wal kwam. Mijn vrouw raakte
door ziekte buitenspel. En met
tweeikotters op zee is er voor mij
aan de wal nog genoeg te doen.
Er zijn reparaties, de netten moe
ten bijgehouden worden, en er
valt van alles voor te bereiden.
Stil zitten is er echt niet bij.
Maar misschien krijg ik in de
toekomst wel eens wat meer tijd
om voor de gemeenschap te wer
ken. Voordien moest dat allemaal
in het weekeinde gebeuren
Als hij het woord gemeenschap laat
vallen, denk ik direct weer aan die
benaming „burgemeester van Oude
schild".
Jan Boom denkt niet aan namen en
bijnamen. Hij is een daad-mens. Dat
was hij op zee, hij is het ook aan de
wal. Dat zal hij wel blijven ook.
Want Jan Boom wordt geacht de kop
te nemen. Hij zelf noemt dat „er in
stappen als er iets moet gebeuren".
Een verklaring heeft hij er niet voor.
Ik geloof dat de verklaring heel
simpel is. Jan Boom is gewoon een
goed mens.