Ik zal me door de avondklok gedupeerd voelen! Liever streng optreden van politie en kamp beheerders Niet alle mannen zijn egoïsten Bronchi letten WINTERKAMPEERDER F. VAN DIJK UIT WEESP: BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF Diaprojectie. TWEEDE BLAD TEXELSE COUKANT VRIJDAG 27 NOVEMBER 19S4 FEUILLETON DOOR J. DE VRIES 2. De bus stopte aan het hoofdkantoor nabij het Concertgebouw. Enkele minu ten later liep Marrie op haar gemak door de Van Baerlestraat en bekeek de etalages. Gek, nu moest ze eerst weer op dreef komen met het Nederlandse geld. Ze bekeek prijzen en rekende het om in Ponden. Ja, hier was alles toch een stuk goedkoper dan ginds. Je ver diende daar wel een schep geld. maar je had ook veel meer onkosten. Op haar gemak draaide ze de P. C. Hooftstraat in. Iedere etalage genoot haar 'aandacht. Iedere goedgeklede vrouw bekeek ze kritisch. Wat dat be trof, was er niet zo veel verschil. Al leen kleedde je je hier warmer, met het oog op het klimaat. Nog een geluk, dat ze net tegen de zomer weer in Ne derland teruggekomen was. Zou ze straks geleidelijk aan kunnen wennen aan de* komende winter. Via de Stadhouderskade en het Leid- sebosje bereikte ze het Leidseplein. Wacht eensginds had ze toen met Fons gegeten. Ga nooit in achteraf eet tentjes zitten, was zijn stelregel ge weest; ga gewoon midden in de drukte en je hebt de minste kans, dat je in de gaten loopt. Natuurlijk hadden ze zich zoveel mogelijk gecamoufleerd. Fons had zijn snorretje afgeschoren en leek daarna nauwelijks nog op de foto in de krant. Bovendien hadden ze andere kleren gekocht, zodat het signalement in dit opzicht ook niet meer klopte. Ten over vloede had Marrie zich de haren korter laten knippen en droeg ze die dagen een bril. Geen mens zou, oppervlakkig bezien, het tweetal herkennen. Marrie stond stil voor de broodjes winkel. Hier hadden ze die middag ge geten, terwijl overal mensen zaten, maar niemand had acht geslagen op het tweetal. Zovele jongeren kwamen hier eten: artiesten van de radio, schilders, dichters en nozems. De hele reis door Beligë en Neder land hadden ze geen moeilijkheden ge had. Zelfs niet die vroege morgen, toen plotseling de overwegbomen voor hun neus gesloten werden en er een agent stond. De man had een paar maal naar het paar in de auto gekeken en op een gegeven ogenblik had Marrie's hart bijna stilgestaan: Nu ben ik er bij, had ze gedacht, toen de man langzaam op de auto toestapte. Instinctmatig had ze haar hand al bij de deurkruk, doch de agent boog zich door het half-geopende raampje en zei, wijzend voor voren: „Als u stilstaat, meneer, kunnen die grote lichten wel uit, he? Kost maar onnodig stroom". ,Fons had vriendelijk geknikt en het knopje ingedrukt. „Dank u wel, agent. Ik had er natuurlijk zelf aan moeten denken". Het was die morgen een beetje mistig geweest, zoals meer in het vroege na jaar. Vandaar, dat ze met groot licht hadden gereden. Doch het waren toch wel enkele benauwde seconden ge weest. Marrie had trek in koffie en ging naar binnen. Nu zaten er weer andere mensen. Ze keek eens rond. Misschien zaten er nu ook wel, die door de politie gezocht werden. In de drukte viel je immers het minst op? Laat in de middag ging ze naar de trein. In Geldermalsen stapte ze over op het dieseltje en nauwelijks een kwartier later liep ze al in de Jamstad, zoals papa Tiel dikwijls noemde. In een der buitenwijken had tante Duuk haar huisje; Marrie wist het nog precies te vinden. Hier was niet zo veel veran derd. Ze hoefde niet te bellen, want nog vóór ze het hekje achter zich gesloten had, werd de voordeur geopend en twee tellen later voelde ze de stevige armen van tante Duuk om zich heen: „Welkom, lieve kind.... welkom in Nederland. Wat ben ik blij jou weer gezond en wel te zien". En toen kwa men de tranen. Ja, wat kun je daar aan doen? Het ging precies zoals Marrie had verwacht en in stilte had ze al vele malen dit toneeltje voor zich gezien; tante Duuk in haar ouderwetse leun stoel bij het raam; Marrie in de andere hoek van het raam in de kleine, leren fauteuil. „En... vertel-esHoe gaat het daar? En zijn ze allemaal nog gezond?" „De hartelijke groeten van allemaal natuurlijk. Vooral van de jongens, want tante Duuk is ginds nog niet vergeten. En als u zin had. moest u maar eens een paar maandjes over komen, zei paps". „Lieve kindbewaar me Ik zie me al zitten in zo'n vliegmachinede gedachte alleen al doet me rillen. Mij krijgen ze er nooit in". „U kunt ook met de boot". „Nee, Marrie dat is me te ver uit de buurt. Op mijn leeftijd maak je zulke reizen niet meer. Trouwens, er gaan maanden voorbij, dat ik niet eens Tiel uitga". Marrie keek de oudste zuster van haar moeder wat onderzoekend aan. Veel was ze toch niet verouderd. Mis schien een paar rimpeltje erbij, maar ja.... hoe oud was tante Duuk nu al niet? Zeker al in de vijftig. Als mams nog leefde, zou ze ook al tegen de vijf tig zijn geweest. „Nou, vertel eens wat. Je zit maar te kijken. Ben je moe van de reis? Vind je dat met griezelig? Zo'n lange reis in een vliegmachine?" Marrie haalde haar schouders op. „Och, daar heb je geen erg meer in. Het gaat allemaal vanzelf. Je stapt in en je vliegt weg. En een aantal uren later ben je opeens aan het andere eind van de aarde.-Maar ik zou vertel en. Welpapa boert goed op het ogenblik. Zijn tweede vrouw had wel een paar Pond op de bank". „Hoe oud is je stiefmoeder ook al weer? Je hebt me geschreven, maar ik ben het zeker vergeten". „Tweeëndertig was ze, toen ze met papa trouwde, maar zegt u alstublieft niet „stiefmoeder", want ik heb haar natuurlijk nooit als mijn tweede moe der geaccepteerd. Er heeft al die tijd, dat ik nog thuis was, een soort van ge wapende vrede tussen ons geheerst. We spraken zo weinig mogelijk tegen el kaar en gingen ieder ons eigen gang" „Vond je vader dat dan goed?" Tante Duuk keek het meisje ongelovig aan. v „Natuurlijk niet, maar ik was on derhand negentien en niet van plan me nog langer de wet te laten stellen. Ho»»tdrqnk in to biet vorm. 95ct Toen hij me vertelde, dat hij ging her trouwen, toen wist ik natuurlijk al, wie de gelukkige bruid werd. Ik heb hem terstond aan het verstand ge bracht, dat ik het een schande vond, de nagedachtenis van mams bezoedelend, en dat ik niet van plan zou zijn om haar als de nieuwe huisvrouw te er kennen. Nu ja, het resultaat begnjpt u wel, dat werd hevige ruzie. Maar slaan was er niet meer bij. Dat was één van de weinige Australische voordelen, dat je je als negentienjarige vrouw niet meer behoeft te laten aftuigen door je vader. Enfin, de politie is er zelfs aan te pas gekomen en die heeft papa in duidelijke taal laten weten, dat hij zijn handen thuis moest houden. Aan de andere kant moet ik toegeven, dat Grace zo heet zij verstandiger was. Ze heeft hem dikwijls in toom ge houden, als hij weer zo'n aanval kreeg. Dan waren de jongens als de dood voor hem en begonnen de kleintjes te hui len, maar ik was op het laatst niet meer bang voor hem. En als ik er genoeg van kreeg, liep ik naar buiten Ik ben een keer een hele nacht weggebleven, maar naar de politie durfde hij toch niet te gaan. Enfin, op mijn eenentwintigste verjaardag ben ik vertrokken en in een naburigdorp aan het werk gegaan. Van die dag af heb ik elke penny, die ik opzij kon leggen, opgespaard om de reiskosten bij elkaar te krijgen. Want nog vóór ik in Australië was, had ik al in mijn hóófd gezet om eens weer terug te keren. (Wordt vervolgd) Wanneer in de zomermaanden duizenden toeristen ons eiland overstromen, vraagt niemand zich af wat een groot deel van die mensen ertoe beweegt hun vakantie in een tent door te brengen. De kampeerterreinen zien er gezellig en aantrekkelijk uit cn de vakantiegangers die hun linnen huisje hebben mee gevoerd, vermaken zich kostelijk aan het strand, in het water en onder een zinderende zon. Maar wat brengt iemand ertoe om in de maand novem ber op een kampeerterrein te gaan zitten en daar in een klein tentje de be proevingen van de koude en natte herfstnachten te trotseren? Om op deze vraag een antwoord te krijgen, hadden we een dezer dagen een gesprek met de heer F. van Dijk (33) uit Weesp, scheikundige van beroep, een man die deze week als enige kampeerder op het terrein „Loodsmansduin" bij Den Hoorn een aantal vakantiedagen doorbrengt. Koud en vochtig Op het verlaten kampeerterrein staat zijn tentje eenzaam tussen de grauwe duinen. Er is geen mens in de omtrek te bespeuren en in de verte klinkt klaaglijk de sonore klank van de mist hoorn. Alles is nat en klam van de laaghangende mist. Het hei-oranje tentje is het enige, dat tegen de gnjze omgeving afsteekt. Gekleed in een dikke trui en half weggekropen in zijn donzen slaapzak opent Van Dijk de ritssluiting van zijn tijdelijke home: „Kom erin en maak het je gemakkelijk". Binnen zien we de gebruikelijke attributen van elke ge routineerde kampeerder: een eenvoudig kooktoestel, een zaklantaarn, een hou ten hamer, bestek en andere nutitge zaken. Van Dijk, waarschijnlijk een van de laatste kampeerders van dit jaar, maakt een vrolijke indruk en wij heb ben beslist niet meer het idee dat het kamperen in deze tijd van het jaar een koude en onaangename onderneming is. In zijn handen heeft „de ruige trekker" een boekje over de vogeltrek en naast zijn slaapzak ligt een handige verre kijker. Het is dus duidelijk, dat Van Dijk belangstelling heeft voor vogels en deze dieren hebben de man in dit jaar getij uit Weesp naar Texel gelokt. Hobby „Naast mijn werk als scheikundige heb ik een hobby, die bijna al mijn vrije tijd opslokt. Alles wat met vogels te maken heeft, boeit mij enorm. Van middag ben ik met een vogelwachter de Schorren op geweest. Het is fantastisch wat daar op het ogenblik te zien is. Scholeksters, bij honderden, het vrouw tje van de blauwe kiekendief dat is een bijzonderheid, want die zie je hier maar zelden kluten, strandplevieren, kramsvogels, van alles. De vogels, die trekken mij naar Texel, juist in deze tijd van het jaar. Vorige maand ben ik op Goeree geweest, maar Uw eiland boeit mij veel meer. Door de grote verscheidenheid, die de natuur hier biedt de Dennen, het strand, de dui nen, de polders, de Slufter, noem maar op vindt je hier in de trektijd een geweldig aantal soorten. Ik ben als amateur verbonden aan het Itbon te Kom eens méé-genieten van de Liesegang tlia-projeiTor met de piepkleine maar enorm lichtsterke kwarts jodiumlamp, vol automatisch ƒ398, koffer 24, Demonstratie zonder enige verplichting door Langevelcl l)e Rooij Sinds meer dan 75 jaar in de Parkstraat Arnhem. Dat is het Instituut voor Toe gepast Biologisch Onderzoek in de Na tuur Daarvoor doe ik vrijwillig tellin gen van soorten en aantallen vogels op een toegewezen plaats in een bepaalde tijd van het jaar. Deze zomer heb ik een deel van mijn vakantie met vrouw en kinderen in De Koog doorgebracht. Voor mij is er echter geen enkel be zwaar om in het najaar of zelfs in de winter te gaan kamperen. Maar je moet er de aantrekkelijke en avontuurlijke kant van inzien en je uitrusting moet in orde zijn". De uitrusting van Van Dijk is in orde. Hij neemt niet meer dan het hoogst noodzakelijk mee en zijn maal tijden zijn eenvoudig maar voedzaam: erwtensoep, bruine bonen en hete kof fie. Hoe denkt Van Dijk over het kam peren in het algemeen? „Vrijheid" „De vrijheid die je hebt, dat is het belangrijkste. Wanneer je in een hotel of een pension logeert, ben je toch in zekere mate gebonden aan vaste regels. Op een vaste tijd eten en je hebt het gevoel dat er op je gelet wordt. Als kampeerder ben je vrij en kan je gaan en staan waar je wilt. Je kunt eten wanneer je er zin in hebt. De finan ciële kant speelt voor mij geen rol? Trouwens goed kamperen is helemaal niet zo goedkoop. Vooral met mijn hobby moet je niet aan vaste regels ge bonden zijn. Ik heb gelezen, dat op de Waddenconferentie is voorgesteld om een sluitingsuur in te stellen. Naar mijn gevoel is zo'n avondklok het aan tasten van de vrijheid, afgezien van de onprettige herinneringen die dat woord bij mij oproept. Ik ben er zeer beslist tegen en schrijft U maar gerust dat ik me door de avondklok gedupeerd zal voelen! De politie en de kampbeheer ders moeten strenger optreden, dan zullen de meeste moeilijkheden wel verdwijnen, voor zover er moeilijkhe den waren, want daar heb ik nóóit iets van gemerkt. Wanneer het sluitingsuur wordt doorgevoerd, lijdt een groot ge deelte van de kampeerders onder het wangedrag van een zeer kleine minder heid. Een andere oplossing kan mis schien in een betere recreatie gevonden worden, maar daar zal wel geen geld voor zijn. Een soort logeerbelasting kan dit probleem voor een groot gedeelte uit de wereld helpen". Niet alle toeristen die ons eiland be zoeken hebben dezelfde mentaliteit als Van Dijk en zij zijn vaak niet in staat om zichzelf te vermaken. Hoe deze kampeerder zijn nachtelijke vrijheid o.a. gebruikt, vertelt hij graag. Juiste tijd „Dit voorjaar heb ik ook een paar dagen op Texel gekampeerd. Ik was midden in de nacht opgestaan om de zonsopgang in de Slufter te zien. Het was een prachtig schouwspel toen de rode zon boven de duintoppen uit kwam. Niemand stoorde me en er was geen „functionaris" die zei, dat ik in mijn tent behoorde te zijn. 's Nachts en 's morgens vroeg zijn F. vun Dijk in zijn tent op „Loodsmansduin" voor de geïnteresseerde waarnemer de meest fantastische dingen te beleven. Wist U bijvoorbeeld, dat in het voor jaar de merel begint te zingen, precies op het tijdstip dat de zon boven de kim komt. Ik heb het gecontroleerd. Zodra de eerste tonen klonken, zette ik mijn horloge op de tijd die de tabel voor het opkomen van de zon aangaf, 's Middags bleek dat mijn klokje de ra diotij d aangaf. U vindt het misschien gek dat ik me in zulke dingen verdiep, maar reken maar dat het boeiend en leerzaam is". Onze kampeerder was zichtbaar op gelucht toen we hem vertelden dat wel degelijk met zijn belangen rekening zal worden gehouden. Men wil voor de kampeerterreinen een sluitingsuur in stellen, maar de kampeerexploitant de bevoegdheid verlenen hierop uitzonde ringen toe te staan. Ongetwijfeld zullen mensen als Van Dijk daarvan kunnen profiteren. Seizoenspreiding Van Dijk draagt op bescheiden wijze bij aan de seizoenspreiding. Maar dat vinden we niet zo belangrijk. Belang rijker is het dat hij bewijst ,dat Texel, ondanks de toenemende belangstelling van toeristen, nog steeds bij de echte natuurliefhebbers in trek is en boven andere gebieden wordt verkozen. Texel is groot genoeg om zowel de toerist als de natuurminnaar ruimte te bieden. Nu gaat Van Dijk nog vrijwillig in de late herfst naar Texel. Wij hebben goede hoop. dat het nooit zover zal komen dat hij daartoe gedwongen wordt, omdat het er in de zomer niet meer is uit te houden. GEVONDEN EN VERLOREN VOORWERPEN Verloren te Den Burg: lederen herenhand schoen, donkerbruin, rechter, bont gevoerd, tricot tussen boven- en onderhelft; blauw jongensjack met ritssluiting en capuchon; mo kertje van plm. 1 kg.; sleutelring waaraan 4 grote cn 2 kleine sleutels; zwarte damesschoen rechter, met hoge hak; 1 roodpaars wollen want; groen met zwartbruine jongensjas, knoopsluiting; 1 pr. rode dameshandschoenen; zwarte rechter lederen want; zwarte rechter dameshandschoen, wieldop Ford Taunus 15 m; zwarte wollen ijsmuts, voorkant kleuren wit cn rood; rode wollen want; 1 paar rood met oranje wollen wanten met witte poppetjes figuren; 1 paar zwarte lederen damesschoenen met hoge hak, zwarte damesknipportemonnee met 2 vakken inh. plm. ƒ6,1 benzinedop auto. Gevonden te De Cocksdorp: bruine heren portemonnee met drukknoopsluiting inh. een platte sleutel cn enkele Duitse munten; dames knipportemonnee zwart, zijkanten met zec- hondeleer. inh. 39 ct.; bruinlederen hcrenpor- temonnee met drukknoopsluiting, inh. wat klein geld; kleine zwarte portemonnee met knipsluiting inh. wat klein geld; bruine Marok kaans lederen portefeuille, inh. pasfoto van vrouwspersoon; allum. halsketting grote scha kels; sierdop VW; tandcorrectiebeugel. Het bureau der rijkspolitie te Den Burg is voor het aangeven van gevonden en/of varië ren voorwerpen geopend op werkdage* vaa 16.00 tot 18.00 uur. 95. Ja, dat is waar ook. We hebben brigadier Piet wel in die oude tunnel zien verdwijnen, maar we hebben hem er nog steeds met zien uitkomen Maai goed, daar hebben we ze dan. „Daér is het einde van de tunnel, Pepi", zuchtte Piet. „We zijn aan het einde van onze lijdensweg". „Gelukkig wel", zei Pepi. „Jonge, jonge, ik geloof dat ik onderweg wel duizend maal mijn tenen en schenen tegen rails en dwarsliggers blauwge- stoten heb. Verdikkeme? Je kon ook geen hand voor ogen zien daar binnen!" Maar toen onze twee tunnelreizigers eindelijk weer in het daglicht stonden, vergaten ze al gauw de moeilijkheden van hun tocht, want toen ze daar die ravage zagen „Grote goedheid!" riep Pepi uit. „Zie je dat, Piet? Het hele station van Campanella ligt in de prak! En. ach. daar liggen de restanten ook van wat eens een koelwagen is ge weest!" Piet schrok zich een hoedje en hij dacht: „Als er nou maar niks met Karei Kleuntjes is gebeurd!" Doch toen werd het hem plotseling nóg angstiger te moede, want daar hoorde hij een zo verschrikkelijk gekrijs, dat hij zich niet kon herinneren ooit eerder zó iets lu gubers gehoord te hebben. Hij hoorde het doffe gesmak van vuisten op kin nen én toen drong de afschuwelijke waarheid tot hem door. „Ze zijn slaags geraakt, Pepi!" steunde hij, „Dat is vast werk van Fritzl von Köpenick. Was die sufferd nou maar niet hiernaar toe ge gaan, dan was alles misschien nog goed afgelopen! Kom mee, we gaan pools hoogte nemen!" En daar gingen Piet en Pepi al. Als behendige spionnen slopen ze achter rotsblokken, hooibergen, heggen en hekken langs, zodat ze ongezien Cam panella wisten te bereiken. De inwo ners van Campanella merkten niets van deze twee sluipers, want ze hadden het veel te druk met het aangapen van de krijgsgevangen soldaten. Zó konden Piet en Pepi zich ongemerkt opstellen in het duistere portiek van een leeg staand oud huis. Vandaar zagen ze nog diezelfde avond de boevenauto voorbij rijden, waarin Fritzl en zijn mannen waren opgesloten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1964 | | pagina 3