Wel en wee in 1964
van Texels landbouw
Nieuws van het afgelopen jaar
gezien door Huib de Rijmelaar
üe rundveehouderij
door C. van Groningen
'>"M7r
De schapenhouderij
De akkerbouw
Eindbalans gunstig?
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
DONDERDAG 31 DECEMBER 1964
■IK' r.-r. 'kgl
Het jaar 1964 zal in de herinnering van veel Texelaars blijven leven als
een „vet" en „rijk" jaar. Het feit, dat we het nodig vinden in de kop van
dit artikel toch ook „het wee" te noemen, bewijst al, dat een jaar met rijke
oogsten niet alleen voordeel betekent. Evenals iedere producent is de land
bouwer voor zijn inkomen afhankelijk van de hoeveelheid product, maar
evenzeer van de prijs, die dat product opbrengt. Daar komt dan nog bij,
dat de landbouwer voor wat de kwaliteit betreft veel afhankelijker is dan
een fabrikant. Als er een teveel dreigt, gaat „de natuur" nl. toch door met
produceren. En een „tekort" kan maar niet in één handomdraai worden
opgeheven door het aanschaffen van een extra machine of het aantrekken
van meer personeel.
Dit betekent intussen niet, dat de landbouwer wat de hoeveelheid betreft
volkomen passief is en bij wijze van spreken „Gods water maar over Gods
akker moet laten lopen". De vele artikeltjes, die wij in het afgelopen jaar
over allerlei zaken op landbouwgebied hebben geschreven, illustreren
duidelijk, dat Uw landbouwredacteur van mening is, dat ook „de boer" een
zeer belangrijke rol mag spelen in het productieproces.
We kunnen enkele zeer gunstige
factoren noemen. De winter van 1963'
'64 en het daarop volgende voorjaar
waren zodanig, dat de voerkosten op de
schapenbedrijven aanmerkelijk lager
waren dan in het voorgaande jaar. Op
zeer veel bedrijven lagen daardoor de
voerkosten per schaap ƒ10,tot ƒ15,
lager dan in de winter van 1962/'63. De
eerste lammerenmarkten brachten on
gekend hoge prijzen. Weliswaar hand
haafden deze hoge prijzen zich niet,
maar het staat wel vast, dat de meeste
Texelse schapenhouders nog nimmer tot
een zo hoge gemiddelde prijs zijn ge
komen als in 1964.
De Texelse schapenhouders., die het
gewaagd hebben om ondanks deze hoge
prijzen hun lammeren toch door te
weiden hebben verkeerd gewed. In
veel gevallen heeft dit doorweiden hun
geen cent opgeleverd en we nemen aan,
dat er diverse schapenhouders in mei
en juni een hogere prijs voor hun lam
meren konden krijgen, dan waarvoor ze
eindelijk in augustus, september en
oktober het bedrijf verlieten.
Het zijn niet alleen de Texelse boe
ren, die van dit ongunstige prijsverloop
de dupe zijn geworden. Diverse weiders
van de vaste wal zullen van het wei
den ook geen enkel profijt hebben ge
trokken en als we rekening houden
met deze feiten, moeten we wel aan
nemen, dat voor 1965 niet mag worden
gerekend op prijzen als in 1964.
Ondanks het latere afzakken van de
prijzen mogen we wél vaststellen, dat
het afgelopen jaar voor de Texelse
schapenhouders een zeer goed jaar is
geweest
De gunstige weersomstandigheden
zijn voor deze tak van het bedrijf van
even veel belang geweest als voor de
schapenhouderij. Het rundvee kon in
het voorjaar op tijd de stallen verlaten
en heeft vanaf het begin de beschikking
gehad over een ruime hoeveelheid
gras. We hebben er al eerder op gewe
zen, dat zelfs in de voor Texel bij uit
stek ongunstige periode van 20 juni tot
begin augustus van geen grasgebrek
sprake is geweest.
Er is zeer veel en goed ruwvoeder
gewonnen Vooral op dit laatste willen
we wijzen. Het resultaat van het onder
zoek van hooi- en kuilmonsters be
wijst. dat de voederwaarde van deze
produkten voor ons eiland zeer gunstig
is. We menen, dat dit niet uitsluitend
te danken is aan de gunstige groei- en
oogstomstandigheden, maar vooral ook
aan de meerdere zorg, die de Texelse
veehouders aan de winning van het
ruwvoer gaan besteden.
Wat de prijzen betreft, kan ook van
een gunstige wending worden gespro
ken. De melkprijs ligt aanmerkelijk
hoger dan in de voorgaande jaren, ter
wijl ook de prijzen van het slachtvee
gunstig waren. Dit zal zeker resulteren
in betere bedrijfsuitkomsten. Iets wat
ook zeer hard nodig was. De resultaten,
die ons door een flink aantal bedrijfs
economische boekhoudingen onder de
ogen komen, tonen n.l. aan, dat het
produktiejaar 1963 evenals zijn voor
ganger voor de rundveebedrijven een
ongunstig jaar is geweest. Op diverse
bedrijven was het inkomen uit het be
drijf lager dan het loon van een land
arbeider.
Ondanks de verhoging van de prijzen
van melk en vlees zijn er geen tekenen,
die wijzen op uitbreiding van de rund
veehouderij. Eerder is het tegengestel
de het geval. De grote gebondenheid
van het rundveebedrijf wordt steeds
meer als een bezwaar gevoeld. En naar
mate het aantal eenmansbedrijven gro
ter wordt, voelt men dit bezwaar ster
ker. Ik geloof, dat we hiervoor begrip
moeten hebben. Het is ook geen klei
nigheid om bij wijze van spreken 365
dagen per jaar beschikbaar te moeten
zijn voor de verzorging van het rund
vee.
Of dit bezwaar in de toekomst zal
leiden tot een inkrimping van de rund
veestapel op ons eiland zal vooral be
paald worden door de rentabiliteit van
andere bedrijfstakken, d.w.z. door de
prijsverhoudingen in de schapenhoude
rij en de akkerbouwsector. Uw land
bouwredacteur houdt zeer sterk reke
ning met enige inkrimping van de
melkstroom op ons eiland. Dit wordt
ook enigszins in de hand gewerkt door
een daling van de produktie per koe.
Als we de cijfers over een periode van
een tiental jaren zien in het Jaarver
slag van de Fok- en Contrólevereniging
„Texel", dat blijkt deze produktiedaling
per koe niet onaanzienlijk te zijn.
De invloed van de gunstige weers
omstandigheden kwam hier nog grijp
baardei naar voren dan in de gras
landsector. Wat het grasland betreft,
moeten we ons meestal bepalen tot de
aanduidingen gunstig, zeer gunstig of
„enorm" Voor akkerbouwgewassen is
het mogelijk concrete cijfers te noemen
En we hebben dat in de oogstmaanden
in diverse gévallen ook gedaan. En
daaruit bleek wel zeer duidelijk, dat
1964 voor de akkerbouw inderdaad een
uitzonderlijk rijk jaar was.
In de meeste gevallen heeft deze hoge
opbrengst ook geleid tot een goed fi
nancieel resultaat. We denken met
name aan de akkerbouwers, die dit
jaar suikerbieten verbouwden. De prijs
van dit produkt was. mede dank zij
een aanmoedigingspremie van de over
heid, gunstig. Zowel de kilo-opbrengst
per ha. als het suikergehalte waren
zeer goed. We wezen er al eerder op,
dat deze gunstige uitkomsten zeker tot
gevolg zullen hebben, dat de opper
vlakte suikerbieten op ons eiland zal
worden uitgebreid.
Ook de graanverbouwers kunnen
1964 als een gunstig jaar zien. De op
brengsten waren eveneens hoog en ook
de prijzen zijn gunstiger dan in voor
gaande jaren. Dit is speciaal het geval
voor de tarwe. Daar ook in de komende
jaren de prijs van tarwe ten opzichte
van andere granen gunstig blijft, mo
gen we wel aannemen, dat de verbouw
van tarwe op ons eiland zal worden
uitgebreid.
Wij zijn van mening, dat er aanwij
zingen zijn, dat de oppervlakte granen
in zijn geheel kans op uitbreiding
maakt. We denken hierbij speciaal aan
de sterke gebondenheid van het vee
bedrijf ten opzichte van het extensieve
akkerbouwbedrijf. De voortschrijdende
mechanisatie en automatisatie heeft
vooral zijn invloed gehad op de graan-
verbouw. Het verbouwen van graan is
een kwestie van uitsluitend machines
geworden Het vrije weekend en een
vakantie van een paar weken is voor
een graanverbouwend bedrijf geen pro-
Dra dwarrelt weq het laatst' kalenderblad
En zijn we weer op vier en zestig uitgekeken.
Dan hebben wij ook dit jaar weer gehad.
Met al zijn zorgen, vreugden en gebreken.
We zien terug op wat dit jaar ons gaf
En op hetgeen het ons heeft afgenomen.
We tellen stil de laatste uren af
En wachten op het nieuwe dat zal komen.
Maar 't nieuwe zal weer als het oude zijn.
Dezelfde zorg, de zelfde pijn en wonden.
Dezelfde strijd op allerlei terrein,
Dezelfde fouten en de zelfde zonden.
Doch nochtans moedig 't nieuwe jaar weer in.
Met als het kan wat minder ongelukken,
Want 't leven heeft mijns inziens weinig zin
Als je het door moet scharrelen op krukken
Ja, m'n hooggeachte lezers,
't Was ook dit jaar in 't verkeer
Louter huilen met de lamp op,
Ongevallen keer op keer.
Ik vrees waarlijk dat ons eiland
Boven aan de ranglijst staat,
Wanneer men het percentage
Van het hele land na gaat.
Denkt u voortaan alstublieft eens
Aan de ANDER in 't verkeer
En niet immer aan u zélf steeds.
Blijft ook langs de weg een heer I
't Jaar begon al met een afscheid.
Want toen nam dokter Renout
Afscheid toch van zijn patiënten.
Die hij zo had nagesjouwd.
Meer dan vijf en twintig jaren
Heeft hij vanaf Nieuweschild
Tot De Koog, en nog veel verder.
Ons bepoeierd en bepild.
Helder's vroedschap was beducht, lui.
Dat een Texels projectiel
Jutter stad wel eens kon treffen
Als zo'n ding bezijden viel.
'k Dacht dat het juist anders om was.
Want beslist maar niet één keer
Kwamen juist toch de granaten
Op het Gouwe Bolt je neer
Nimmer nog in de historie,
'k Sloeg er Van der Vlis op na
Was men hier zó in de olie,
't Was één olie-opera.
Die op Texel opgevoerd werd.
Maar de operatie was
Niet zo als de heren dachten,
Want er bleek geen olieplas.
Maar laat dit ons maar tot troost zijn
Schoon de N.A.M. geen olie nam,
Nemen nu de oliebollen
d' Plaats in van de boterham.
Een geslaagde forumavond
Op het oecumenisch vlak.
Werd in d' „Eijerkooqh" gehouden;
Koek en ei dus, zij 't nog zwak.
't Zal heus niet zo lang meer duren
Of pastoor en predikant
Rijden samen op een tandem
Door het Texels platteland.
leem meer. Ook wat de financiële re-
ultaten betreft zijn we van mening,
at veelal te laag bij de graangewassen
vordt opgekeken.
Voor de aardappeltelers - en met
name de pootgoedtelers moet het
aar 1964 ondanks goede opbrengsten
als een ongunstig jaar worden gezien.
De prijzen van de tot nu toe verhan
delde partijen lagen in vrijwel alle
gevallen te laag. Bovendien liggen nog
zeer grote voorraden op de bedrijven.
Weliswaar zal een groot deel hiervan
straks wel tegen een garantieprijs door
de overheid worden overgenomen, maar
deze iprijs is niet zodanig, dat de teelt
op deze wijze aanlokkelijk is. Met een
inkrimping van de teelt moet dan ook
voor het komende seizoen worden ge
rekend.
Enkele dagen geleden maakten wij
een vergadering van landbouwers mee,
waar de bezwaren van het boer-zijn
door diverse aanwezigen nog eens naar
voren werden gebracht. Met name de
bezwaren van het steeds meer naar vo
ren komende eenmansbedrijf werden
als een last gevoeld. Uit het voorgaande
blijkt wel, dat ik deze bezwaren niet
onderschat.
Toch geloof ik, dat er het gevaar is,
dat men allerlei nadelen van het boe
renbedrijf te veel gaat dramatiseren.
Als we eens kennis nemen van de on
gemakken en onaangenaamheden van
diverse andere zelfstandige beroepen,
dan blijkt wel, dat het ook daar niet
alles rozegeur en maneschijn is. En
hetzelfde geldt voor veel loontrekkers.
Zonder te vervallen in de fout om het
leven van de boer te zien als het ge
noeglijk voortrollende leven van de
landman zijn er toch ook de pluspun
ten. O.g. meende die op bedoelde ver
gadering ook naar voren te moeten
brengen. Laat iedereen eens proberen
ook die te vinden.
Een vraag, die telkens weer gesteld
wordt door de landbouw is deze: „Deelt
de agrarische sector wel voldoende mee
in de welvaart, waarover in deze tijd
telkens wordt gesproken?" In het alge
meen wordt deze vraag door de land
bouwers ontkennend beantwoord. Daar
was zeker tot voor kort reden voor. We
menen echter te mogen zeggen, dat het
jaar 1964. weliswaar mede dank zij
gunstige groeiomstandigheden, de
agrariërs een stap in de goede richting
heeft gebracht.
Edoch, met de ruilverkaav'ling
Was het niet zo goed gesteld.
Want het werk dat ging stagneren
Door een groot gebrek aan geld.
Maar tenslotte kwam het later
Toch weer prima voor elkaar,
Want men kreeg alsnog drie ton wel.
Dus toen was het: „Karren maar!"
Om wat met de sleur te breken
Bracht d' heer Zwan hier wat muziek
Met de „Tiet" en nóg zo'n draaier,
Dus een brokje romantiek.
Maar helaas zijn er ook lieden
Die aan romantiek niet doen;
Alle oude huizen foetsie
Weg er mede, rijp en groen.
Ik geef toe, van binnen is er
Dikwijls zoveel moois niet an.
Maar ik ben van mening dat men
Ze toch leefbaar maken kan.
Maar ook hier zal 't wel zó wezen
Dat de zaak draait om de ping.
Geld schijnt slechts alleen beschikbaar
Voor massavernietiging
TESO's jaarbalans was gunstig
Nu dat hebben we gemerkt,
Want TESO's tarieven werden
Maar weer fiks omhoog gewerkt,
k Vraag me af hoe duur een reis
wordt,
Wanneer de balans niet sluit.
Maar, wie weet, komt Bosmans
nakroost
Dan met een goedkope schuit.
Onze vroedschap kon akkoord gaan
Met een vormingsinstituut
Voor de meisjes op ons eiland.
Wel, nou gaat mien lampie uut.
Sinds wanneer bemoeit de raad zich
Met de vormen van een vrouw?
Of heb ik 't verkeerd begrepen
Ja, de rijmelaar wordt oud.
Baardebroederschapsbijeenkomst,
Hield men ook al in dit jaar.
Onder leiding van d' heer Albers,
Als een opperbaardelaar.
Men zag ze in alle soorten,
Dik en dun en kort en lang,
Maar tenslotte zong elks baard toch
Weer zijn baardenzwanenzang.
Om de zaak wat af te wiss'len
Ging in maart plots het gerucht
,,Zwolsman die koopt Rio Grande",
't Nieuws dat was niet van de lucht.
Doch dat was een loos alarm slechts,
Zwolsman zien we nog niet hier,
Die voelt, dunkt mij, in zijn eentje
Toch véél meer voor pierplezier.
Wat olezier betreft, m' lezer
Was er op ons Boltje zat,
Want we vierden saam het feest van
Elf maal vijftig jaren stad.
Slechts de ingewijden weten
Wat een werk er is verzet
Door d' heer Oskam en zijn makkers,
't Was vergad'ren tot en met.
Maar men mag tevreden t'rug zien
Want men kwam niet slechts „er uit".
Maar men hield zelfs nog geld óver,
Dus is dat een blij qeluid.
„Maris Stella" te De Cocksdorp
Is nu een politiebureau.
Ik moet zeggen, zo'n verand'ring
Geef ik liever maar cadeau.
Waar eens zachte zusterhanden
Liefdedienst hebben gedaan,
Ziet men nu de sterke arm der
Heil'ge Hermandad rondgaan.
Oudeschild kwam met zijn „Skiltje"
Maar weer keurig voor de dag.
Een bewijs wat samenwerking
En saamhorigheid vermag.
Ook de Traanroeierstaat nu weer
In zijn luister overend.
En als straks de kerk weer klaar is.
Dan is Skil ook weer present.
Vijf mei ging een delegatie,
Onder „Koninq-klijk" gezag.
Naar de hoofdstad van ons land toe,
Als een soort van schapendag.
Want men bood de Amstelvroedschap
Gratis een paar lamm'ren aan.
Waarmee zij de Bijlmermeer nu
Wel heel gauw beweiden gaan.
Och, dat is zo'n dwaas idee niet.
Want als te gebeuren staat
Wat professor Thijsse's plan is,
Raakt toch Texel van de kaart.
Dan geen lammerengeblaat meer,
Noch het leeuwerik gefluit.
Maar alleen een supersonisch
Straaljagermotorgeluid.
Texels eerste ereburger
Werd ons aller Van der Vlis.
Nu, wat hij gepubliceerd heeft
Over Texel is niet mis.
'k Hoop dat hij deez' onderscheiding
Vele jaren dragen mag.
Want tenslotte wordt je toch geen
Ereburger voor één dag.
De Groen-Zwarte vlag van Texel
Werd in ere weer hersteld.
Iets dat ik met grote blijdschap
In mijn rijmkroniek vermeld.
Want zo lang men op de wereld
Ergens aantreft het groen-zwart,
Zal je toch altijd weer denken
Texel zit diep in mijn hart.
Texels babysitcentrale
Werd óók dit jaar opgericht,
Waarmee zij zeer vele mensen
Blijvend aan zich heeft verplicht.
Want nu kunnen toch de oudersj
Rustig eens van huis af qaan, l
Want de bibs wordt toch bepoer' f
En de luier omgedaan.
De oud-Tesselaars die kwamen
Eensklaps overal vandaan
Op de gastendag in juni,
Iedereen trof je er aan.
Hoog of laaq, rijk of gesjochten,
't Deed er allemaal niets toe,
Het was alles één familie
Die tezamen was, en hoe
Trouwens, alle dorpen vierden
Deze zomer mee het feest,
Wat is er aan feest'lijkheden
Alzo niet te doen geweest.
Dat de „Top of Flop" geen flop werd,
Maar een top tot in de top,
Dat bewees toch het bezoek wel.
Ruim tweeduizend kwamen op.
't Landelijk muziekconcours werd
Waarlijk een gebeurtenis,
Dertig korpsen toeterblazers
Streden vreedzaam in de nis.
Nooit zag men zó'n opgeblazen
Schare mensen bij elkaar.
Maar beter te hard geblazen
Dan de mond gebrand, nietwaar?
Een uitstekende prestatie
Leverde Bob Dros beslist
Toen bij het brevet zweefvliegen
C vlot te behalen wist.
Zo heeft ieder maar zijn hobby.
Bob vliegt als een vogel rond.
En de club van archeologen
Zoekt het juist weer in de grond.
't Vreemdelingverkeer op Texel
Was ook dit jaar weer oké,
Heinrich, August, lisel, Grétchen,
Kwamen naar Heimat am Zee.
Maar dat zal niet lang meer duren,
Aangezien meneer Lamoen,
Aanstonds wel een stukje Tessel
Aan Duitsland wil overdoen.
Dat wil zeggen, als er kans is.
Aangezien de Tesselaars
Eind'lijk wakker zijn geworden,
Want de grond wordt steeds meer
schaars.
Daarom werd een exploitatie
Maatschappij hier opgericht,
En zo blijven dus de grond en
Ook het geld in het gezicht.
Dat de boer nog altijd voort ploegt
Heeft Klaas Eelman wel getoond.
Die van de Europeanen
Tot de vijfde werd gekroond.
Daarin ligt een les voor allen,
- Voor de vroedschap ook misschien -
Naam'lijk, dat hij, die vooruit wil,
Enkel maar vooruit moet zien.
Een zeer blijde dag voor Texel
Was d' inneming van de fuik.
Want toen kwam Marsdiep de tweede
Eindelijk toch in gebruik.
Als die boot nu soms eens uitvalt
dan besef je pas eerst goed,
Hoeveel sneller hij het alles
Dan zijn voorgangers wel doet.
Ik vermoed, dat de heer Kikkert
Dit in droom reeds heeft aanschouwd.
Want hoe groots wordt „Juliana"
Aan De Koog thans niet verbouwd.
En onze heer Kikkert kennend.
Kan men er wel van op aan.
Dat men heus niet „hopsa-heisa"
Naar de nachtclub toe zal gaan.
'k Weet niet hoeveel huwelijken.
Veertig-, vijftig-, zestig jaar
Er in dit jaar wel gevierd zijn,
Maar het was een hele schaar.
Voeg daarbij de jubilea
Die er waren, rijp en groen,
Dan was er op 't Gouwe Boltje
't Een en ander wel te doen.
Als ik ook alle mutaties
Nog in rijmvorm moest verslaan,
Dan kon onze redacteur wel
Voor een maand naar huis toe gaan.
Laat het zo meer dan genoeg zijn.
Want de plaatsruimte is krap,
En, mij dunkt, driehonderd regels
Is toch al een hele hap.
'k Wens heel graag de burgemeester
En het raadhuispersoneel,
Binnenkort een gloednieuw raadhuis,
Waar zij zitten op fluweel.
Want ik vind het heus niet leuk, lui,
Dat men achteraf beschouwd
Tot zijn kleinkind'ren moet zeggen:
,.'k Ben in 't Polderhuis getrouwd
Over kleinkind'ren gesproken,
'k Heb de tiende pas gehad
En laat dat de eerste „Huib" zijn
Die Fenijntjes kunnen wat.
'k Wens u gaarne, waarde lezers,
Voor het jaar dat komen gaat.
Veel geluk, voorspoed en zegen.
Heel veel vreugd en gans geen kwaad.
Gaan wij zo dan met elkander
Weer een nieuwe jaargang in.
En dan zullen wij maar hopen
Op een volgend nieuw begin.