Lekker heilige huisjes intrappen
met Harry Tielemans
Texelse cartoonist verwierf faam in binnen- en buitenland
Ik lach overal om,
behalve als er wat te lachen valf
Keiharde charme
Schedels
ZIJN FANS
STUREN
HEM GRAF
KRANSEN
Slaaudc ruzie
Niet serieus
Grafkrans
Acht jaar mulo
Niet beschermd
DERDE BLAD
TEXELSE COURANT
DONDERDAG 31 DECEMBER 1964
en krijgen dat geplaatst. Bij wijze van
spreken natuurlijk. Die redakteuren
hebben er geen moer kijk op en plaat-
ren vaak rommel om toch maar vooral
een progressieve indruk te maken".
Harry Tielemans trapt graag heilige
huisjes in, we stelden het al vast. We
geloven hem echter als hij zegt strikt
rechtvaardig te zijn. Voor zijn beste
vrienden is hij keihard als hij hun op
zijn eigen manier de waarheid zegt. Dat
doet soms vreemd en pijnlijk aan, zelfsi
voor zijn vrouw, die, zo heeft iemam j
eens gezegd, de tweede ziel van
zijn gedachten is. Tielemans is in zijn
diepste wezen niet hard. maar lijkt het,
omdat we hebben afgeleerd eerlijk te
zijn en frank en vrij voor onze mening
uit te komen. Maar op den duur ont
komt niemand aan de charme van deze
cartoonist. Z;jn tekeningen doen ons
zelf herkennen in onze kleinheid en ge
compliceerdheid. Dat is het geheim van
zijn succes, dat hij echter in geen enkel
opzicht najaagt. Vooral met dit laatste
is Harry Tielemans het roerend eens.
„Er mag hier trouwens niet gejaagd
worden", zegt hij, „want we zitten hier
in het kooirecht".
Harry Tielemans pleegt zo halver
wege de avond de drankfles tevoor
schijn te halen, want een enkele keer
blijken spiritualiën de fantasien los te
slaan.
In het huis van Tielemans hangen
diverse artistieke en antieke curiosa.
Een beetje luguber zijn de menselijke
schedels, die op de kast staan. Hij heeft
ze zelf opgegraven als jongen, op een
van zijn zwerftochten. Ze inspireren
hem bij zijn werk Veel ideeën doet hij
ook op uit zijn dromen. Vaak droomt
hij dat hij onzichtbaar is en iedereen
kan observeren zonder zelf gezien te
worden. „Soms lig ik 's nachts uren te
denken. Dan neem ik een onderwerp in
mijn hoofd bijvoorbeeld auto's als
ik iets voor de Shell moet maken en
ga prakkizeren héél lang. Op een ge
geven moment schieten de ideeën me
achter elkaar te binnen. En maar door
borduren en kronkelen met die gedach
ten. Zo kwam ik tot de gekste en leuk
ste cartoons. Dan móet ik mijn bed
uit om een bloknote te halen Vluchtig
schrijf ik alles wat me inviel, op
en 's morgens heb ik werk zat. Dan
blijken er vaak ideeën bij te zijn, waar
van je de waarde in je half-slaap hebt
overtrokken; die vallen dan achteraf
tegen. Het is merkwaardig als de geest
buiten het lichaam treedt". Maar plot
seling verschijnt weer de voor buiten
staanders onmerkbare trek in zijn ge
zicht, die ons na enige uren praten
het notitieblok doet opbergen omdat
we weten: nu komt er weer iets idioots.
We hebben juist gegist, want Tielemans
zegt peinzend „Zeker, de geest treedt
buiten mijn lichaam. En het gekke is:
niet horizontaal maar harryzontaal
Het is intussen laat geworden. De fles
gaat nog eens rond en Reina Tielemans
presenteert toastjes met vlees en vis
iever. „Dat krijg je bij Van Kooten
niet, hè?" vraagt Tielemans plagend
Maar ik had je nog iets niet verteld:
Tekenen doe ik ook omdat het me een
bepaalde bevrediging schenkt. Nu zul
len mijn collega's wel zeggen: aha, nu
weten we waarom hij geen kinderen
heeft. Maar zet dat niet in de krant.
Ach, schrijf toch helemaal niks, dat is
toch veel makkelijker". Daar brengen
wij tegen in, dat schrijven voor ons nu
eenmaal een zekere bevrediging bete
kent. Trouwens, met schrijven kun je
ook heilige huisjes intrappen. Zelfs in
onze gezapige krant gebeurt dat dage
lijks. Maar WIJ worden er niet be
roemd door.
Kijk, hier een editie van „Selbstbedie-
nung und Supermarkt" met cartoons
van mij, allemaal met betrekking tot
het winkelbedrijf. En hier een Deense
krant, Yylland Posten in Aarhus. die
wekelijks werk van me plaatst. Ze zijn
in Denemarken nogal gek op me. Laatst
had ik een hele tijd niets voor ze ge
daan en toen weer een bundeltje ge
stuurd. De eerste werd prompt op de
voorpagina geplaatst. Er stond met
vette letters boven: Harry Tielemans
terug! Maar het meeste komt toch in
Hollandse bladen terecht. Ach, ik hoef
ze niet op te noemen. Ik zou niet weten
in welke krant ze eigenlijk NIET zijn
verschenen. Dat publiceren in massa
brengt wel veel administratie mee. Het
is haast niet bij te houden. Eigenlijk
zou ik een secretaresse moeten hebben,
alleen al om in de gaten te houden of
ik mijn afspraken met redacties op tijd
nakom".
Het unieke feit heeft plaatsgehad.
Harry Tielemans heeft meer dan tien
minuten serieus over zijn werk zitten
vertellen. Het wordt dus hoog tijd dat
er iets gebeurt dat aanleiding is, om
het over een andere boeg te gooien. Dat
ogenblik komt als de telefoon gaat.
„Ja, met Tielemans. Reina? Nee, die is
er niet. Neen, zie je, we hebben ruzie
gehad. Sléande ruzie. Ja, helaas echt
waar. Nu is ze kwaad weggelopen, de
duinen in. En weet je wat het ergste
is? Ze is in haar dunne onderjurkje.
Ja, zomaar in de kouwe duinen. Ze is
al een uur weg. Ik wil nu de politie
gaan waarschuwen...." Uit de hoorn
klinken ontstelde kreetjes en verwijten
van schoonmoeder uit Den Helder.
Tielemans grijnst tevreden en geeft de
hoorn aan zijn vrouw, die is komen
aansnellen en haar verschrikte moeder
geruststelt. Tielemans vertelt verder
alsof er niets gebeurt is. „Ze belazeren
me wel eens. Dan nemen ze cartoons
ongevraagd over uit een of andere
krant. Soms gebeurt dat met toestem
ming van de redactie van de krant,
waar het plaatje het eerst in stond. Ik
ben ook eens door een van de grootste
ochtendbladen voor de gek gehouden.
In opdracht maakte ik wat cartoons
voor ze, die ze niet eens plaatsten. Ik
werd met allerlei smoesjes afgescheept
en vertik het verder ooit nog eens za
ken met ze te doen. O ja, heb ik je wel
eens verteld hoe ik op Texel ben ge
komen. Met zeilen heb ik eens schip
breuk geleden op de Haaksgronden en
vastgeklampt aan de mast van mijn
schip spoelde ik bij De Koog aan,
midden in de nacht. Ik was wég van De
Koog en wilde er blijven. Van die
scheepsmast heb ik toen potloden laten
maken, dus ik zat goed. Maar ik dwaal
af. Ons beroep is niet beschermd, zei
ik. Je hebt concurrentie van iedereen,
al ben je nóg zo goed. Als een of andere
schooljongen een krabbeltje instuurt,
zijn er altijd redakteuren die zeggen:
kijk, weer eens wat anders: plaatsen!
Er is op het ogenblik een aantal car
toonisten, die zogenaamd modern zijn.
Die geven een kwat op een stuk papier,
smeren er wat oostindische inkt door
DIT GEKRABBEL, waarin men met enige moeite de
naam Harry Tielemans kan herkennen, is het han
delsmerk van een Texelaar, die het genoegen smaakt
honderdduizenden mensen van tijd tot tijd te kunnen
laten glimlachen en daarvoor nog betaald wordt ook.
Harry Tielemans (35) is cartoonist, een tekenaar van
„gekke" plaatjes in kranten en tijdschriften. Hij heeft
zich met dit werk een vooraanstaande plaats verwor
ven in de gelederen van talrijke collega's en weet
zijn prentjes niet alleen in Nederlandse, maar ook in buitenlandse bladen
geplaatst te krijgen. Harry Tielemans is langzamerhand beroemd geworden
en werkt ten gevolge daarvan een dagelijks groeiend aantal opdrachten af.
Met de grootste moeite weet hij tijd over te houden voor verschillende an
dere artistieke taken. Tielemans is namelijk ook schilder, tekenleraar en een
paar maanden in het jaar zelfs antiekhandelaar. Meen niet dat Harry Tiele
mans door dit alles de allure heeft gekregen van de overwerkte zakenman,
die zich nauwelijks tijd gunt, om zijn mensen te woord te staan. „Als ik
me zó in mijn werk zou verdiepen, dat ik het contact met de mensen ver
lies, verlies ik ook mijn grootste bron van inspiratie' zegt hij zelf. Voor
een gezellige avond, liefst in kleine kring, is Harry Tielemans dan ook direct
te vinden. Dat het bij de Texelse cartoonist wel is uit te houden, moge
blijken uit het feit dat we met het voornemen er hoogstens een uurtje te
blijven 's middags drie uur arriveerden en 's nachts één uur weer ver
trokken. Met pijnlijke lachspieren, want die waren in deze tien uren wel zeer
zwaar beproefd. Zijn verklaring is eenvoudig „Ik lach overal om, behalve
als er wat te lachen valt!" Deze mening weet hij binnen een half uur op
de meesten zijner zéér vele kennissen over te dragen. Dit vermogen
heeft hij kunnen ontwikkelen door zijn grenzeloze fantasie, die het hem
mogelijk maakt zelfs in de meest verschrikkelijke dingen een grappig ele
ment te ontdekken.
Tegen Tielemans zou men als be
zwaar kunnen aanvoeren, dat hij ken
nelijk niet in staat is. een serieus ge
sprek te voeren. Ernstig ingestelde lie
den vinden in dat een teken van los
bandigheid en mijden daarom „Op de
Bonnefooi", de merkwaardige naam die
de cartoonist aan z'n onlangs betrokken
huis aan de Ruigedijksweg heeft gege
ven. Zelfs op de simpele vraag: „Hoe
oud ben je nu, Harry?", roept hij naar
zijn vrouw Reina: „Mien, kijk es effe
na!!" Reina trekt een lade open van een
der fraaie antieke kasten en rommelt
wat, vergeefs. „Ach, bel morgen effe
terug, dan weet ik het van de boekhou
der". Hij zegt het met een stalen gezicht,
maar grijnst tevreden als hij ziet dat
zijn slachtoffer zich heeft laten beet
nemen.
Tielemans trapt graag heilige huisjes
in. zowel in zijn gesprekken als met
zijn cartoons. Als hij in weldenkend
Christelijk gezelschap verkeert, pleegt
hij de meest schokkende dingen te zeg
gen. Hij vertelt onomwonden dat hij
principieel atheïst is en dat het hem
allemaal niets kan schelen. De onthut
ste reacties brengen weer dezelfde vol
dane grijns op zijn gezicht èn weer wat
inspiratie. Tielemans spot met alles, met
heilige zaken maar ook met de dood.
„Mijn beste cartoon vind ik nog altijd
het prentje, dat het huwelijk van een
doodgraver voorstelt. Bruid en bruide
gom verlaten het stadhuis en lopen on
der een erepoort door. gevormd door
collega-doodgravers die lijkkisten om
hoog houden".
Graag betrekt de cartoonist zichzelf
in dergelijke lugubere grapjes. Ergens
op deze pagina ziet ihen een doorgraver
die als spel het werpen van grafkransen
rond de grafzerk van Harry Tielemans
beoefent „Mijn fans sturen me graf
kransen!", zegt hij en deze keer is het
geen grapje. Tielemans loopt de keuken
in en komt terug met een echte krans.
„Werk in vrede", staat op het lint.
„Vanmorgen gestuurd door een onbe
kende!", verzekert hij. „Mijn vrouw
schrok er van en vond het eerst hele
maal niet leuk. Maar ze moet er aan
wennen. Wie kaatst kan de bal ver
wachten"
We hebben bij de eeuwenoude Bra
bantse potkachel uren lang zitten bla
deren in de plakboeken van Harry Tie
lemans. Samen zijn ze ruim een meter
dik. „Ik maak niet uitsluitend cartoons",
vertelt Harry. „Het zijn vaak grappige
illustraties, maar die vallen soms zo
leuk uit dat het cartoons worden". Car
toonachtige illustraties zijn het dan.
Kijk maar. Voor Rijdend Nederland doe
ik dat werk regelmatig. Ze sturen mij
wekelijks de copij van artikelen die
Fantaserende „bedenkt" hij zo zijn car
toons. Die vallen vaak nogal macaber
uit en niet ieder blad is bereid ze te
plaatsen. Vaak wordt Harry verweten
dat hij „te ver" gaat, maar Tielemans
is daar niet rouwig om. Hij weet dat hij
in een tijd leeft, waarin de redactie, die
nu een plaatje verbolgen terzijde legt,
hetzelfde plaatje een jaartje later ge
amuseerd bekijkt en zegt: „Leuk, wat
kost-ie?".
Harry Tielemans weet dat zijn car
toons veel waard geworden zijn, maar
is er zich terdege van bewust, dat hij
niet stil mag zitten. „Doorgaan moet ik
wel, anders zijn ze me vergeten en kan
ik opnieuw beginnen!"
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiinniiiiniiiniiiiiiiuiiiiiiiiiiiniiiiuiiiiiiiiiiiuniuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
lijk niet.Cartoons kunnen best in op
dracht gemaakt worden. Als je niet in
staat bent op bevel een prentje te leve
ren, kun je er beter mee ophouden.
Weet je dat ze me laatst gevraagd heb
ben om een cursus cartoontekenen-illu
streren te leiden voor de Leidse Onder
wijsinstellingen? Maar ik zou stom zijn
als ik het deed. Je kweekt onherroepe
lijk concurrenten. Dan kunnen ze aan
komen met: „Ja, maar dan haalt u het
peil van de Nederlandse tekenkunst
omhoog, dat moet een man als u toch
bevrediging geven.maar daar trap
ik niet in. Ik heb er alleen maar be
hoefte aan om mijn eigen peil omhoog
te wurmen. Het mooiste zou zijn als bij
na niemand tekende en die het wèl de
den zouden prutsers moeten zijn. Dan
steek ik er misschien boven uit en zit
ik goed".
Harry Tielemans werd lange tijd als
een min of meer mislukte avonturier
beschouwd. Na acht jaar Mulo (dat zegt
hij tenminste) ging hij naar de Kunst
nijverheidsschool te Amsterdam. Gebo
ren en getogen in Den Helder trok hij
na 5 jaar naar deze stad terug en ging
er schilderen en beeldhouwen. Met een
acte L.O. tekenen gaf hij les aan de Ulo
school aldaar, ,,'t Was een Christelijke
Ulo maar ik ben er vandaan gegaan
want er werd vreselijk gevloekt. En
daar ben ik gevoelig voor. Bovendien
kon ik niet met de onderwijzers op
schieten. Ik heb ook les gegeven aan
de avondvaktekenschool te Hippolytus-
hoef en aan landbouwhuishoudscholen
in Schagen en Alkmaar. Ik heb zeven
jaar les gegeven aan een particuliere
school te Bloemendaal waar kinderen
studeerden van héél rijke ouders. Inte
ressante tijd. Toch voelde ik me pas
happy toen ik helemaal op Texel zat. Ik
kwam er in 1933 voor 't eerst, als kleu
ter aan de hand van mijn ouders. O ja,
weet je dat ik Texels bloed in de ade
ren heb? Mijn grootmoeder heette Trijn
tje Kooger en die woonde in Oosterend.
En mijn grootvader, Jan Schreuder,
kwam ook van Texel. In 1945 ging ik
voor het eerst op eigen gelegenheid
naar Texel. Ik was toen 15 jaar en
was in gezelschap van vrienden. De
nacht brachten we door in een var
kenshok van een boerderij in De
Dennen en later ook in hooischelven. Ik
was een van de allereerste nozems op
Texel. Ja, schrijf dat maar op. want dat
mag best eens in de krant".
Harry Tielemans ging tekenlessen
geven aan de ULO te Den Burg en
werd steeds meer verzot op Texel. Hij
besloot er zich te gaan vestigen, trouw
de met de zuiver-Helderse Reina
Steenkist en ging wonen in een bun
galow in de Vogelmient te De Koog.
„Die bungalows werden door de ge
meente verkocht en wij zagen aanko
men, dat we in de Boogerd in Den
Burg terecht kwamen. Nou, voor geen
ton, want dan is Texel voor mij Texel
niet meer. Ik houd van mensen, maar
niet als ze dag en nacht vlak naast me
zitten. Ik heb overal rondgekeken en
vond na zeven jaar zoeken, net op tijd
dit huis, waar ik enorm mee gemazzeld
heb. We wonen er machtig, een beetje
afgelegen, maar dat is met een auto
geen bezwaar.
De faam van Harry Tielemans als
cartoonist ontstond eerst in 1956. In
september van dat jaar begon hij weke
lijks te publiceren in de Noordhollandse
dagbladen, waarna grotere kranten en
tijdschriften snel volgden.
„Ik heb ook reportages getekend,
maar dat doe ik niet langer. Vroeger
pakte ik alles aan; nu niet meer
Ik ben een beetje kieskeurig geworden
en heb me helemaal op die cartoons
gegooid. Dat ging goed en het verdien
de lekker. Weet je dat ze wel eens
cartoons van me pikken?" Tielemans
pakt een niet door hemzelf getekend
prentje, dat kennelijk is overgenomen
van een cartoon, die hij eerder publi
ceerde. „Daar doe je weinig aan. Ze
hebben wel eens geprobeerd de rechten
te beschermen door een soort BUMA
voor cartoonisten op te richten, maar
dat is spaak gelopen. Och, eigenlijk is
het niet zo erg als ze eens een plaatje
overnemen. Dat geeft je een zekere be
roepstrots en gevoel van eigenwaarde.
Ik heb massa's cartoons gemaakt. Als
een blad wat wil uitzoeken, stuur ik ze
een kilo of twee en de rest krijg ik wel
terug. Ik heb heel veel geplaatst in
„Tussen de rails", het blad van de
Spoorwegen. Daar kennen de mensen
mij uit. In dat blad voor militairen,
G3, staan ze ook bijna iedere keer.
Moet je wat buitenlands spul zien?
kom je achteraf op een leuk idee maar
ze gaan plaatsen en ik moet er mijn
fantasie maar over laten gaan en vier
of vijf plaatjes maken. Dat is contract-
werk en dat benauwt wel eens. Soms
dan heb je de boel al op de post gedaan.
Haastwerk is niet leuk maar soms no
dig. Laat je niet wijsmaken dat het
werk daardoor minder zou zijn. Natuur-
QJllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIILIIUIIIIIUIIIIIIIllllllllllllUillllllllllllllllllillllllllllUUUIIIIIUIllllIUIIlllllllllUaillUlllllllllllllllllllllllIllllllllllllllllllllllllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllllIlilllllD