Hartstochtelijk Amsterdammer verlaat het Jordaanse zendingsveld Volgende maand voorgoed op ons eiland Terugblik op rijk protestants leven INNING VAN SALARISSEN Onrustige Zenuwen? NUTSSPAARBANK TEXEL TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 9 APRIL 1965 Het (nóg) Jordaanse echtpaar Sohreuder is een groot vriend van Texel. Velen kennen de heer Johan K. A. Schreuder van zijn spreekbeurten op ons eiland, van zijn medewerking aan jeugddiensten. De heer en mevrouw Schreuder zullen zich begin mei voorgoed op Texel, aan het Horntje in de Prins Hendrikpolder, vestigen. Daar is het buitencentrum van en voor de Jordaan-jeugd, een „thuis", dat ze mogelijk ook dienstbaar willen maken aan de jeugd van ons eiland De heer Schreuder heeft twintig jaar het Jan Ligtharthuis, in he hartje van de Jordaan, aan de Lindengracht geleid. Hij en zijn vrouw hebben daar gestaan op een zeer bijzondere post van de Hervormde Kerk, als jeugdhonkleiders. Amsterdam bereidt de Schreuders een hartelijk afscheid. Het hoogtepunt wordt een receptie in de schouwburg Marcanti, aan de Jan van Galenstraat, bij de Markthallen, in West. Zaterdag 1 mei van 3 tot 5 uur. Natuurlijk is er een comité gevormd. Mevrouw E. van Hall-Nijhoff, de echtgenote van burgemeester Van Hall, is erevoorzitster. Verscheidene beken de Amsterdammers hebben met het voornemen de Schreuders hartelijk uit te luiden, hun instemming betuigd. De bedoeling is dat de heer en mevrouw Schreuder een glorieus afscheids geschenk wordt aangeboden. Een blijk van warme erkentelijk heid hebben zij ten volle verdiend. Ook Texelaars kunnen hieraan meedoen, door een gift over te maken op giro 35 76 31 ten name van het Noorderkerkwerk Nevenstaand publiceren wij een karakteristiek van de heer Schreuder, geschreven door een hem bevriend Amsterdams journalist. Als men Johan K. A. Schreuder vraagt naar de beste jaren van zijn leven en hij gaat op die vraag antwoorden, dan zou men zich bij wijze van spre ken voor enkele dagen van leefstof moeten voorzien. Hij ziet terug op 65 jaar, wat op zichzelf helemaal niet bijzonder is, maarhij kan terugzien op 65 door en door Amsterdamse jaren. Met de aanduiding „ras-Amsterdam mer" moet men zuinig zijn, omdat zij wier leven door trokken is van het' fluïdum van deze wonderbaarlijke stad, in wezen zeldzaam zijn. We bedoelen, dat de mensen, die Amsterdam en het pure Amsterdammerschap wezenlijk, hartstochtelijk hebben beleefd, toch betrekkelijk gering zijn en dan is het nog de vraag of diegenen in staat zijn de talloze momentopnamen van het le venstijdperk, waarin ze met deze eeuw zijn meegegroeid in klare bewoordin gen kunnen vertalen. Onze vriend Schreuder deze beschouwing moet en mag een persoonlijk karakter dragen is in al deze opzichten een begenadigd Amsterdammer, de geboren en getogen Mokummer, die een deel van het rijke hoofdstedelijke verleden zo onmiskenbaar meedraagt in het heden. Hij heeft dat rondborstige en strijdvaardige, die humor en die levenswijsheid, die hem maken tot een figuur, die men maar niet zonder meer voorbij gaat. Zeker ook een mens, die weerstanden oproept, omdat hij zo menigmaal in een eerlijke eigengereidheid is afgeweken van het normale levenspatroon. Johan K. A. Schreuder en zijn vrouw, mevrouw W. L. Schreuder-Berkenbosch, minder expressief en dominerend, maar zorgzaam, begrijpend en remmend, waar nodig, nemen afscheid van de Jordaan, sluiten een zeer markante periode af in hun beider leven. Ze verlaten in mei hun „zendings veld", niet meer en niet minder: het Jan Ligtharthuis aan de Lindengracht, waar hun pionieren wars van alle valse romantiek, die men vooral in het verleden zo graag aan dit „Mont Martre" van Amsterdam heeft willen geven een einde neemt. Sociale werker Het is op zichzelf een merkwaardig feit, dat een jeugdleider tot zijn 65ste op post heeft kunnen blijven enop een post in het hartje van de door velen onbegrepen, omstreden en thans gro tendeels ontluisterde wijk aan de voet van de „ouwe Wester". Johan K. A. Schreuder heeft dit gekund, omdat hij Schreuder was. Niet alleen omdat de veelzijdigheid van zijn werkzame leven zo sterk getekend is geweest door ont moetingen met de ander. Hoewel het nooit uitgesproken zijn beroep is geweest, vertegenwoordigde hij het type van de sociale werker, lang voordat er in deze sector van beroepsopleidingen sprake was. De „aanspraak van de doorgewinter de Amsterdammer, noem het: „het ken nen van de pappenheimers", dat is een van de geheimen van het optreden van Schreuder. Van de vechter, de debater, de organisator, de „bedelaar", van deze niet-professionele pastor. Maar, een pastor. Steeds langer werd de brug tus sen hem en de nieuwe generaties. Dat heeft hem en die generaties nimmer geschaad, integendeel, omdat hij een ander geheim hun taal bleef spreken, hun gedachtenwereld bleef verstaan. Verre van verzuurd Wie hem en zijn vrouw ontmoet in de grote huiskamer van het Jordaanhuis, waar talloze Jordaan-jongeren met „meneer Schreuder" hebben gepraat, die hem bezig heeft gezien in de club zaal, hem heeft horen vertellen, recht uit en met dat goede Amsterdamse accent, staande voor zijn groep, ietwat voorovergebogen, in die mengeling van gijn en ernst, die weet het: een man van de oude stempel, maar in de laatste plaats verzuurd, vervelend. Een mens, die immer in de volheid van het leven is blijven staan, met zijn blijmoedig ge loof, zijn Jordaan-vocabulaire en ja dit vooral zijn kennis, zijn weten van het leed van zijn buurt, van de toestan den in de snijingen, de gribussen, de stegen, de sloppen, de op een haar na onbewoonbaar verklaarde woningen. Wat bezielde hen? Wat bezielt een echtpaar, wat bezielt een man en vader, die goed zijn brood heeft, die na de bevrijding een toekomst werd geboden, die hem menselijkerwijs een oneindig rustiger bestaan had ver schaft, om alle schepen achter zich te verbranden en te gaan wonen en wer ken in de Jordaan, om te gaan ploegen op rotsen? Hij en zijn vrouw zeggen het om strijd: „We hebben niets uitzonderlijks gedaan, we zijn echt niet anders dan anderen, het ging ons om het werk". Hel echtpaar Schender gefotografeerd in de Tichelstraat in de Jordaan tussen Vondelpark en Bellamystraat als zoon van een meubelmaker van de oude stijl, had talenten, die hem later toe gang gaven tot het Rijksmuseum, waar hij dagen en dagen heeft zitten tekenen. Tekenen in de Gipszaal. hij, de jongen van de ambachtschool. Dan: zijn eerste baan, ƒ4,68 loon in de week, bij de fa. Trautwein, waar hij aan het polychro meren werd gezet, onder meer het aan brengen van bladgoud in de patriciërs huizen aan de dure grachten. Zijn ar beid als niet gekwalificeerd leraar aan de ambachtschool wie dacht er tpen aan de benaming „technische school?" aan het Timorplein, zijn ontdekte kundigheid op het gebied van de wol- stoftechniek, zijn werk in en voor de C.J.M.V. David" en zijn „sjouwen" voor de C.J.M.V.? Johan deed dit alles met zijn hart, grondig en geestdriftig Wie hem hoort vertellen over de crisis jaren, over het werkloze Amsterdam, over de ruigheid van het leven in de scheepsbouw, over zijn deelneming aan het politieke leven van die dagen, over de domineeswereld van dat volledig Dat zeggen ze en ze hebben nooit iets anders gezegd. Pretenties zijn hun immer vreemd geweest. Daarvoor voel den ze zich ook te veel verbonden met hun beider afkomst: de werkende stand, het arbeidersmilieu. Maar ze hebben het toch maar ge daan. Jarenlang was Johan K. A. in dienst geweest van de protestantse woning stichting „Patrimonium", waar hij zich rondom zijn eigenlijke functie van huis schilder. ontwikkeld had tot een ver trouweling van de bewoners denk aan de sociale werker in hem aan een „ombudsman". Men wilde hem te recht houden, hem na de oorlog een be langrijker, passender taak geven. Bewogenheid Die Patrimoniumtijd is een ongeloof lijk rijke episode geweest in het leven der Schreuders. Het zou te ver voeren op deze plaats daarvan omstandig te vertellen. Maar in dit tijdperk van zijn leven ontpopte hij zich als een strijder voor sociale rechtvaardigheid, de Schreuder. die nimmer een blad voor de mond nam. Vanwaar toch die sterke sociale inslag, die bewogenheid met de ander. Was dit het warm kloppende Amsterdamse hart7 Hij is een onver valste vertegenwoordiger van de pro testants-christelijke jeugdbeweging, zo als die voor de oorlog heeft gebloeid. Hij was jarenlang voorzitter van de CJMV „David", in de Weteringbuurt, verdiende zijn sporen in het voormalige Nederlands Jongelings Verbond, het latere CJMV, nu CJV. Hij kende de voormannen. Zijn grootste bewondering en diepste respect ging uit naar „Beste- vaer Tabak", destijds een naam in protestants-christelijk Nederland. Hij was met de daad geïnteresseerd in het jongenswerk en de sociale ar beid. Niet voor niets is hij56 jaar lid van het C.N.V. en was hij geruime tijd lid van de Geschillencommissie in het bouwbedrijf. Met het jongenswerk had vooral de liefde van zijn hart Toen was hij al de geboren jeugdleider, deze autodidact, die aan vele „ruiven" heeft gesnuffeld en er soms rijkelijk uit heeft gegeten. Het nu soms gesmade, maar in het raam van zijn jonge jaren waardevolle clubwerk, heeft hem ge vormd. Met hem zullen vele ouderen dit royaal beamen. De man van het Jan Ligtharthuis, het jeugdhonk van de Hervormde Kerk, die in zijn vrije tijd evangelist werd, is van 1900, geboren in wat toen de Nieu we Kinkerstraat werd genoemd. Hij groeide op in die destijds nieuwe buurt voorbijgegane Amsterdam, over zijn le raren en zijn vrienden, zijn college lo pen bij de Vrije Universiteit, over zijn liefde voor fluit en viool en zijn hobby om te verzamelen alles wat Amsterdam en der Amsterdammer is, die kan uren en uren geboeid luisteren. Stadsfolklorist Schreuder is een stadsfolklorist, een kroniekeur, een verteller van déze eeuw, die zijn verhalen doorspekt met die heerlijke humor, die soms Joods aandoet. Hij heeft zijn jeugd in al haar felheid beleefd en bij hem behoeft nie mand aan te komen met de hedendaag se psychologie van het nozemprobleem. Hij bezigt de uitdrukking „nozem" nim mer. Hij vindt deze zogenaamde karak teristiek van een generatie onzin. „Waren wij vroeger geen dwazen, geen belhamels, geen rot-jongens?" En dat illustreert hij zelf. rijk en afdoende. Het leven van de scheidende jeugd leider Schreuder chronologisch rang schikken is een ondoenlijke taak, al zou het alleen maar zijn. omdat hijzelf van de hak op de tak springt. Een biografie zou hij ook niet willen. Daartegen verzet zich zijn nuchterheid. De Jordaan. Die heeft immer in zijn leven een rol gespeeld. Als jochie van vijf jaar bezocht hij al de zondagsschool in de Anjelierstraat, hij wist al vroeg van het Heil des Volks, van de Ver breiding, van de kroegen, die in ver houding tot andere stadsdelen, nog al tijd het talrijkst zijn in „die goeie, ouwe Jordaan". Hij wist van de „clochards" van Am sterdam, de zwervers, die geen onder dak hadden, die naar het „Heil" kwa men en van vele anderen, die later in de gebrokenheid van hun bestaan zijn weg en die van zijn vrouw zouden krui sen. Over de zelfkant van het leven be hoeft men deze man niets te vertellen. Misschien is het mede deze levenserva ring, die hem zo heeft doen slagen in het Jordaanwerk. Onzekere toekomst In 1945, de tijd toen Amsterdam uit de chaos herrees, toen er zoveel in be weging was, gingen de Schreuders hun onzekere toekomst tegemoet, het dienen van de Jordaanjeugd. Garm Nieuwen- huis, die een confeitenfabriekje bezat in de Vinkenstraat, die nu in Canada is. benaderde het echtpaar. In de Noor- derkerkcommissie leefde al lang de ge dachte aan gericht jeugdwerk in de Jordaan. aan de reikende hand van de kerk. Ook tijdens de Noorder licht- avonden was daartoe het klimaat ge schapen. Ds. L. Buenk, toen predikant van wijk 21, rondom de Noorderkerk, bereikte de beslissende wending. Ze gingen weg van de Postjesweg, ze ver lieten de zekere basis van hun bestaan, man, vrouw en drie kinderen. Voordat ze de ruïne, de oude school van meester Ligthart aan de marktstraat, de Lin dengracht betrokken, zwierven ze rond: „De Arend" in de Planciusstraat (CJMV) is een springplank geweest, ook „Pniël" aan de Marnixstraat en het voormalige wijkgebouw in de Wester straat. De oude, onvergetelijke Gordeau van het Verbond had hem bemoedigend toegeknikt, niet meer dan dat. Het zijn negentien onvergetelijke ja ren geweest in het Jan Ligtharthuis, waar de Jordaan „meneer Schreuder" dat is hij altijd gebleven, heeft leren kennen en g o e d heeft leren ken nen. De communisten leerden hem ken nen en hij kreeg er veel vrienden on der. Hij zou een boekdeel kunnen vul len met zijn débatten rauw van de lever met deze volksgroep, die hem waardeerde, omdat hij pal stond. Pal stond voor zijn Christen-zijn. Hij heeft nimmer ontkend, dat het Jan Ligthart huis een christelijk centrum was. maar een huis met wijd geopende deuren. Dienst aan de kerk Hij zal zijn schouders ophalen als men stelt, dat hij en zijn vrouw de kerk en in het bijzonder zijn hervormde kerk, die hij oneindig lief heeft grote dien sten heeft bewezen. Hij deed dat op zijn wijze, in zijn stijl. Die moest men aan vaarden. Zo niet, dan was een conflict niet zelden in zicht Johan K. A. is im mer ongemakkelijk geweest als men aan zijn werk kwam, als men aan „zijn Jordaan" kwam. Dat verschafte hem ook dat onmiskenbare respect tot ver buiten deze wijk, ook bij de overheid. Bijna twintig jaar zijn de heer en mevrouw Schreuder in voorspoed en te genspoed Jordaners met de Jordaners geweest. Als er een is, die de sociale geschiedenis van de beide laatste decen nia van dit stadsdeel zou kunnen schrij ven, dan is hij het wel. En misschien doet hij dat nog eens, als hij straks in de rustige beslotenheid van het eiland van zijn hart. Texel, zich met zijn vrouw zal hebben teruggetrokken. Omdat het dan genoeg is geweest, meer dan genoeg. Hij gruwt van goedkope effecten. Maar hij wil graag een ieder, die het horen wil vertellen van die Jordaanse Mljnhardf» Zenuwtabletten jongen, die geëmigreerd naar Zuid- Af rika hem schreef: „Weet u nog wel, meneer Schreuder, van die dins dagavonden, dat u met ons, jongens, praatt^, over de bijbel en dat we zongen: Jonge, vrome helden?" Hij is nooit, waar hij ook aanklopte, in de buurt onhebbelijk ontvangen: ze wisten en accepteerden, dat hij kwam voor de Jordaan en de Jordanertjes. En hij wist, dat de Heer kromme stokken gebruikt om rechte slagen te kunnen geven. Machtige herinneringen „Ik heb zo veel prachtige mensen in mijn leven ontmoet. Mijn herinneringen zijn zo machtig. Is het niet merkwaar dig, dat ik als volwassen kerel aan het sterfbed zat van mijn oude bovenmees ter, een eenzaam mens? Hij kan realis tisch filosoferen over de Jordaan, waar van hij zegt, dat deze buurt, die nu in vergevorderde staat van sanering ge raakt, nimmer in staat is geweest om het vuil van het verleden weg te wis sen Johan Schreuder houdt hartstochte lijk van Amsterdam en de Amsterdam mers, maar bezit de wijsheid om straks op een afstand van datzelfde Amster dam, dat hem getekend, gestempeld heeft, te gaan wonen. Het zijn prachtige jaren geweest. Hij en zijn vrouw zeggen dat om beurten en zien tegen het afscheid op, want een huldiging ligt gauw in het grensgebied van persoonsverheerlijking. Adieu, Jordaan Op 4 mei a.s. zal hij, tijdens de her denkingsbijeenkomst op de Noorder- markt, voor het laatst de Jordaan toe spreken Dan zal hij onomwonden zeggen wat hij nog op zijn hart heeft. En de Jordaan zal het aanvaarden. Daarna nog het officiële vaarwel en dan de reis naar Het Horntje, in de Prins Hendrikpolder van het blonde eiland, waar hij en zijn vrouw in 1958 zijn begonnen met het zomers buiten centrum voor de kinderen uit hun buurt. Een stuk eigen werk, dat respect afdwingt. „Dag meneer Schreuder, dag me vrouw Schreuder", zullen velen in de Jordaan zeggen. En onuitgesproken er aan toevoegen: „Bedankt voor alles wat u voor ons voor onze kinderen, gedaan hebt". Dan zal de jeugdleider vochtige ogen krijgen, want hij is een gevoelsmens en wellicht nog eens denken aan een wens droom één van de velen aan een nieuw Jan Ligtharthuis in Osdorp. Hij en zijn vrouw zullen trachten hun te leurstellingen, want die zijn er zeker ook geweest, te vergeten en als de zo zeer verdiende levensavond van hun beiden is aangebroken alleen maar hun zegeningen natellen. Een voor een. De spaarbank belast zich op Uw verzoek met de inning van Uw salaris. Inleggers, in dienst van Marine of Scheepvaart maatschappijen, kunnen dele geren ter bijschrijving op hun spaarrekening of op de spaar rekening van hun echtgenote. Binnenburg 9 Don Burg J. VAN DER BERG 25 JAAR BIJ SELECTIEBEDRIJF Zaterdag werd het feit herdacht, dat de heer J. v.d. Berg 25 jaar in dienst was van het Selectiebedrijf C. J. de Lugt. Ten huize van de heer H. de Lugt te Den Burg werden de jubilaris en zijn vrouw gehuldigd, in aanwezigheid van directie en personeelsleden alsmede een afvaardiging van de Hollandsche Maat schappij van Landbouw De jubilaris werd toegesproken door de heer De Lugt sr. Deze gewaagde van de werk kracht, die van de heer v.d. Berg uit ging en de uitstekende samenwerking. Als stoffelijk blijk van waardering overhandigde de heer De Lugt een kost baar horloge. Mevrouw v.d. Berg kreeg bloemen. Een bijzonderheid is het, dat dit 25-jarig jubileum van een perso neelslid het tiende is in de geschiedenis van het bestaan van het selectiebedrijf. Vooral gezien het feit. dat in de hele zaak slechfs twintig mensen werkzaam zijn, is dit opberkelijk en pleit voor de tevredenheid van het personeelskorps. Twee werknemers herdachten al hun veertig-jarig jubileum. De heer Van der Berg werd ook toe gesproken door de heer R. Stoepker Czn, namens de Hollandse Maatschappij van Landbouw. Hij verraste de jubila ris met een schilderij. Namens het per soneel werd door de heer A. Backer een wandschemerlamp overhandigd. LAATSTE GELEGENHEID VOOR HERINENTING In de afgelopen weken is er gelegen heid geweest om bepaalde groepen kin deren te laten herinenten tegen DTP (Difterie - tetanus - polio) c.q. DKTP (Difterie - kinkhoest - tetanus - polio). Gebleken is dat een aantal kinderen ziek was of om andere reden niet aan de oproep gehoor kon geven. In ver band hiermede wordt nog eenmaal ge legenheid tot herinenting gegeven, n.l. op maandag, 12 april 1965 n.m. 2 uur in het Witte Kruisgebouw te Den Burg. Hiervoor komen in aanmerking de kinderen geboren in 1952 t/m 1958 (DTP) en de kinderen geboren in 1959 t/m 1961 (DKTP). (Hiertoe behoren dus ook de kinderen, die verleden jaar, om welke reden dan ook niet konden wor den heringeënt). Denkt U vooral aan het volgende: 1. Er worden geen aparte oproepen verzonden. 2. De rose of blauwe inentingskaart c.q. het oranje inentingsboekje moet worden meegebracht. 3. Komt U precies op bovengenoemde tijd I 4. Er zijn geen kosten aan de inenting verbonden. 5 Dit is voorlopig de laatste gelegen heid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1965 | | pagina 3