Wat ik onderweg zag
IDEE
ÉÊÊBmm
LANDBOUW en
A top
EEN GOED
TOP-FORM
Klercq
GA ER NIET
OP ZITTEN!
Niet alle mannen zijn egoïsten
gtwAv in mmüw wou :M
form
meubelcatalogus
m
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 30 APRIL 1983
rubriek voor
Ond<»r mlaklit'
C >««i GronJntfrn
De dichter de Genestet zegt in één
van zijn gedichten, dat hij van de men
sen en uit de boeken weinig geleerd
heeft, maar dat hij zijn beste lessen
van het leven zelf heeft ontvangen. We
moeten wel aannemen, dat zo'n uit
spraak eenzijdig is. Toch zit er ook een
grote waarheid in. Een waarheid, die in
zekere zin ook geldt voor de landbouw-
voorlichter. Het is van groot belang, dat
hij de vakbladen en andere literatuur
op zijn gebied goed bijhoudt, dat hij
profijt weet te trekken van de cursus
sen, die tot doel hebben hem bij te scho
len. De allerbelangrijkste lessen zal ook
hij echter uit „de praktijk" moeten ha
len. In dit artikeltje wil ik U eens een
paar van die „lessen" uit de praktijk
onder het oog brengen.
Wateroverlast
„Een natte april is wat de boer wil".
Een zeer bekende regel. Ik ben er ech
ter wel zeker van, dat niet iedere boer
het daar dit jaar mee eens is. De natte
maand april is er immers debet aan,
dat op het moment, dat we dit schrijven
(27 april) nog heel wat graan moet wor
den gezaaid. Ook de bieten en de aard
appelen zitten nog maar gedeeltelijk in
de grond. Voor de laatstgenoemde ge
wassen behoeft dit zeker nog geen groot
nadeel te zijn. Het staat wel bijna vast,
dat van zomertarwe en haver, die nu
nog gezaaid moet worden de maximale
opbrengst niet meer kan worden ge
haald.
Intussen is het wel zeker, dat men ook
op de bedrijven, waar alle gewassen wel
in de grond zitten er niet zonder kleer
scheuren afkomen. Op heel veel perce
len zijn waterplekken" te zien. Ook al
is het gewas niet geheel verdwenen
kunnen we er toch wel op rekenen, dat
hier schade van komt. De grond is op
deze plekken zo in elkaar gedreven, dal
de groeiomstandigheden te slecht zijn
om een vol gewas te geven.
We zouden niet graag beweren, dat
voor ieder perceel, dat wateroverlast
heeft gehad, geldt; Eigen schuld! Er is
nl. ook schade op percelen, die nog maar
kort geleden goed gedraineerd werden,
al zal dit in bepaalde gevallen ook te
wijten zijn aan verwaarlozing van de
ontwatering in het verleden. Ook hier
geldt nl. dat een langjarige verwaar
lozing niet in één jaar te herstellen is.
Het staat voor ons evenwel vast, dat
in heel veel gevallen „verdrinking" van
het gewas niet nodig was geweest. Een
goede ontwatering vraagt goede sloten,
greppels, die in orde zijn en een drai
nage, die aangepast is aan de eisen van
de grond. Laat de misschien dure les
van voorjaar 1965 U iets leren.
Te diep gezaaid graan
We zagen ook dit voorjaar weer en
kele percelen graan met een miserabele
kleur. Zomertarwe, die er sprietig en
geel bij stond, zomergerst met eveneens
magere sprieten en een typische afwis
seling van gele en groene stroken in het
blad. In beide gewassen vind je ook
planten met een gezond uiterlijk. Als
U de moeite doet om zowel goede als
slechte planten op te graven zult U di
rect het verschil in zaaidiepte zien. Bij
de goede planten is dit niet meer dan
een paar centimeter, bij de slechte soms
wel 5-6 cm. De goede planten vindt
men meest in de regels naast de wiel
sporen of op de kopakkers.
Het optreden van deze „ziekte" wordt
verergerd door het natte en koude
weer. Een paar warme dagen geeft een
heel ander beeld. We moeten echter wel
aannemen dat het gewas van deze
„ziekte" lijdt en er uiteindelijk ook in
de opbrengst iets van tot uiting zal ko
men. Al te ongerust behoeft men over
deze afwijking echter niet te zijn. Laat
ook dit geval echter voor U een les zijn.
Wintertarwe op een grasstoppel
Op een bedrijf zagen we wintertarwe
op een voorvrucht van suikerbieten en
Westerwolds raaigras. Het betrof één
en hetzelfde perceel. Een zeer groot ver
schil in stand bij de wintertarwe. Op de
suikerbieten een voldoende dikke stand
en goed ontwikkelde planten, op het
W.W. raaigras een dunne stand en plan
ten, die slecht van 't eind wilden.
De betreffende landbouwer vertelde
ons, dat de dunne stand op het W.W.-
raaigras mede te wijten was aan het
feit, dat in de herfst de spreeuwen op
dit gedeelte hadden huis gehouden.
Doordat het W.W.-raaigras nl. enigszins
een zode gevormd had, was de bedek
king van het zaad hier minder goed ge
weest. We nemen dit wel aan. Aan de
andere kant zijn we er van overtuigd,
dat hier ook de voorvrucht zelf een rol
speelt. We hebben in onze 25-jarige
praktijk ondervonden, dat een kunst-
weide, ook al is die maar eenjarig, een
minder goede voorvrucht voor winter
tarwe is. We zien op deze percelen vrij
wel altijd dunne, open stand en enigs
zins kwijnende planten. Wordt de
kunstweide of grasstoppel in de herfst
of winter stuk gemaakt en in het voor
jaar gebruikt voor de teelt van haver,
aardappelen of bieten, dan krijgt men
veel meer profijt van deze in wezen
goede stoppel.
Vreterij van ritnaalden
Het koude weer van de laatste we
ken is ideaal voor de ritnaalden. Zo gek
als de meeste mensen in het voorjaar
op zon en warmte zijn, zo erg hebben
de ritnaalden er de pé in. Als de zon
flink gaat schijnen en de grond warm
wordt, moeten ze naar dieper oorden
vertrekken.
Gp een paar percelen graan zagen we
de bekende en gevreesde verschijnselen
van ritnaaldenvraat. Plantjes met een
verdorde kleur, waarvan de wortel is
doorgevreten. In dit stadium is ar aan
deze „ziekte" weinig meer te doen.
Maar laten de landbouwers, die dit
jaar „slachtoffer" worden van de scha
de, die ritnaalden kunnen veroorzaken
er om denken, dat deze schade kan wor
den voorkomen. Meestal is een behan
deling van het zaad met een zgn. lin-
daanmiddel al voldoende. In heel ern
stige gevallen is een behandeling van
de grond nodig. We hebben het dit jaar
niet gedaan, maar het lijkt wel bijna
nodig om ieder jaar opnieuw tijdig op
deze zaak te wijzen.
Jeugdzorg
Wat een prachtig gezicht is het om
om een paar jonge kalveren speels bezig
te zien in een hok, dat goed op tempe
ratuur is en goed van droog stro is
voorzien. Je kunt daar best een paar
minuten naar kijken. En misschien
komt op dat moment het enigszins afge
zaagde gezegde: „Wie de jeugd heeft,
heeft de toekomst" wel bij je naar
boven.
Deze week waren we op een bedrijf,
waar het wat het onderjcomen van de
kalveren betreft met de temperatuur
wel in orde was. De jonge kalveren
waren ondergebracht in de rundveestal.
■rV"vr»TY-»
voor gezellig en stijlvol wonen
vindt U in de kleurrijkel965
die V gratie krijgt bij
Spoorstraat 30
Koningstraat 43 - 45
Den Helder
officieel erkend
TOP-FORM adviseur
Laat dat met een gerust hart aan de N.M.B. over. Daar
zitten ze er bovenop. Om uw belangen zo goed mogelijk
voor u te behartigen. Om uw geld zoveel mogelijk voor
u te laten verdienen. Door een goede spaarrente. Door
een gunstige effecten-belegging.
NEDERLANDSCHE
MIDDENSTANDSBANK
De bank waar u zich thuis voelt!
Den Burg: Binnenburg 11. Den Helder: Koningstraat 7
FEUILLETON DOOR DE VRIES
39. „Alles zeg je? Hoe zijn dan al die
schulden ontstaan? Moet ik het jullie
eens voorrekenen, wat er allemaal be
taald moet worden? Hier.Ze kwam
overeind, liep naar het ouderwetse bu
reautje, opende een la en nam er een
stapeltje briefjes uit, die ze voor de
jongens neerlegde. „Misschien wil je je
de moeite getroosten om het allemaal
eens op te tellen? Dan kom je op onge
veer honderd Pond. Nu werken jullie
al zo lang hier, van de vroege morgen
tot de late avond, van maandag tot
zaterdag. En wat zijn we er beter van
geworden?" Ze wees met haar arm rond
„Kijk maar eens, hoe fijn we in de spul
len zitten. Een blind paard kan hier
ternauwernood schade doen. De vodde-
man, zo die hier al zou zijn, geeft er
misschien drie Pond voor. Is dit alles,
wat jullie in deze jaren bereikt hebben?
Nou?"
Harrie ging zitten, keek naar de sta
pel briefjes en schoof ze terug naar zijn
zuster, waarna hij een sigaret ging rol
len. „Nou doe je wel lelijk tegen mij,
maar ik kan er ook niets aan doen. Je
weet zelf, hoe vader is. Hij besliste en
daarmee was het uit. We hadden dat
nieuwe stuk land natuurlijk nooit moe
ten kopen. Met z'n drieën hebben we de
handen al vol met het stuk, waar we
nu op verbouwen".
Hij stak zijn sigaret aan en rookte.
„Wie wil het hebben? 't Zit vol stenen
en ligt bovendien veel te laag".
Ze zuchtte. „Hoe je het doet, doe je
het, maar bij mij hoef je niet meer aan
te kloppen om geld. Dat beetje, wat ik
nog over heb, is hard nodig voor le
vensmiddelen. En als het land niet zo
veel kan opbrengen, dat we er tenmin
ste een beetje behoorlijk van kunnen
leven, schei er dan alsjeblieft zo gauw
mogelijk mee uit en ga naar een baas.
Dan heb je tenminste vast loon".
„En vaste armoe. Dank je wel".
„Laten we aannemen, dat het nu een
vetpot is", schamperde het meisje.
„Jullie hebben het wel bekeken, om mij
halsoverkop terug te laten komen. Maar
daarover zullen we maar niet rede
twisten. In ieder geval moet er geld op
tafel komen. Van jullie. Ik ben Grace
niet. als jullie dat maar weet. Tien Pond
per week minstens. Dat is het uiterste
minimum. Te beginnen aanstaande za
terdag".
Harrie keek haar stom verbaasd aan.
„Hoe moeten we dat versieren, zus?"
„Dat is mijn zaak niet. Ik zorg voor
het huishouden en voor de kleding.
Maar dat kost geld, en daar zorgen jul
lie voor. Daar zijn jullie trouwens ook
voor. Of wil je die verantwoordelijk
heid van je afschuiven? Dat zou er nu
net nog aan mankeren. Wees blij, dat ik
voorlopig geen cent voor mezelf ver
lang. Denk alsjeblieft niet, dat ik er be
ter op geworden ben, sinds ik hier ver
toef. ik had in Sprang een pracht van
een salaris en een prettige baan. Mij
dunkt, ik heb mijn offertje gebracht. Ik
zal hier blijven, zolang dit noodzakelijk
Het droge en schone was er echter niet
bij. Het leek wel alsof er op bedrijf
geen kilo stro was om zelfs deze jonge
kalveren een droge en schone ligging te
geven. We denken, als we het over ver
betering van de rundveestapel hebben,
misschien wel eens wat te veel over
„grote" dingen als afstamming en duur
diepvriessperma en te weinig over de
heel gewone dingen als een goed onder
komen voor de kalveren.
MSL 8'"»«0 bullen «•»»Mwo«d»i,kbeld .en d. rndalll*
WILDE HAVER
Op het eiland Texel is door de be
drijfsvoorlichting reeds gewaarschuwd
tegen het vreselijke onkruid wilde ha
ver. Als zaaizaadteler en vermeerderaar
van org. zaden maak ik mij ongerust
118. „Nooit van mijn leven gezien",
loog brigadier Piet. wat we in deze om
standigheden echt niet zo erg kunnen
vinden. „Wat een misdadigersgezicht
heeft die knaap, hè?" voegde hij er sluw
aan toe.
Alessandro .Fiasco hapte meteen in
het toegeworpen aas. „Zeg dat wel",
gromde hij, „Ik zit zelf al de hele tijd
met stomme verbazing naar dat snuit-
werk te kijken. Je zult toch maar voor
je leven gezegend zijn met zo'n voorge
vel. Ik ben zelf ook wel geen mooie
jongen, maar dit spant toch wel in alle
opzichten de kroon".
Toen borg de hyperslimme inspecteur
is, maar jullie moeten er voor zorgen,
dat er geld op tafel komt. Kien maar
eens uit, of er niet ergens bezuinigd
kan worden: wat minder rijden met die
benzine-verslindende jeep. Kun je geen
fiets aangchaffen?"
Harrie verslikte zich in de rook van
zijn sigaret. „Een fiets. zeg, we zijn
hier niet in Waalwijk!"
„Jammer genoeg niet. Enfin, je weet
nu, hoe ik er over denk".
Zaterdagsmiddags deponeerde Harrie
tien Pondsbiljetten voor zijn zuster neer
op de tafel. Daar Marrie niet verwacht
had, dat haar ultimatum het nodige
effect zou sorteren, was ze een ogenblik
stom verwonderd, doch ze liet niets
blijken. Ze keek alleen haar broer aan
en knikte. „Dus als het moet, kan het
toch wel, he?"
Hij peuterde in zijn kiezen. „Ja, maar
vraag niet hoe".
„Dat is jullie zaak, jongens, dan heb
ben we de taken goed verdeeld. In ieder
geval bedankt. En.houwen zo".
„We zullen het proberen, baas", ant
woordde Klaas, en tikte tegen zijn pet,
HOOFDSTUK 24
De patiënt ging langzaam vooruit.
Eens per week reed de dokter langs, on
derzocht de ziekte en constateerde, dat
het, hoewel langzaam, een goede kant
uitging. Het eten ging wat beter en na
zes weken kwam hij voor het eerst
weer een kwartiertje uit bed. Aan de
arm van zijn dochter maakte hij enkele
voorzichtige passen door de kamer. De
klanken, die hij uitbracht, werden
steeds beter verstaanbaar, terwijl hij
nu doorgaans een volle nacht sliep, zo
dat Marrie het ook wat gemakkelijker
kreeg. Hoewel ze zelf onder de zorgen
over de uitbreiding van dit afschuwe
lijke gewas. Enkele planten per hectare
kunnen een perceel reeds ongeschikt
maken voor zaaizaad. Uitbreiding van
dit onkruid geeft in de nateelt weer
verdere moeilijkheden. Omdat ons
eiland een zeeklimaat heeft, is er hier
nog een zekere basis om een landbouw
bedrijf nog enigszins renderend te ma
ken. Schot komt hier weinig voor en
het oogsten van een blanke korrel is
hier het langst mogelijk.
Nu is mij bekend, dat een landbou
wer in de polder Eierland, die een be
drijf van zowat 100 ha. exploiteert, stro
uit Frankrijk importeert om hiermee
de bollentelers op Texel te voorzien.
Nu is mijn vraag: Is het mogelijk dat
wij als zaaizaadtelcrs ons hiertegen
met hand en tand verzetten teneinde
te voorkomen dat door dit importarti
kel onze Texelse landbouwgronden on
geschikt worden gemaakt voor het te-
de foto weer op en hij verklaarde zelf
voldaan- „Let op mijn woorden, die
knaap grijp ik! Ik bezit namelijk een
gave, waarop elke andere politieman
met recht jaloers kan zijn. Als ik name
lijk éénmaal een gezicht goed heb opge
nomen, dan vergeet ik het nóóit meei.
Al doet dat heerschap dan ook duizend
valse snorren en baarden voor, dat zal
hem niet baten, want mijn fenomenale
herinneringsvermogen zal hem noodlot
tig worden!"
„Nou, nou", zei Piet sarcastisch,
„Dan mag die knaap wel uitkijken,
vind ik".
„Tja. geeuwde de inspecteur,
voor het gezin dreigde ten onder te
gaan, bleef ze in de nabijheid van haar
vader altijd opgewekt en liet ze hem
nooit iets merken van de précaire fi
nanciële toestand, waarin de familie
verkeerde.
Na herhaald aandringen van de zijde
van Marrie begonnen de beide broers
serieus pogingen in het werk te stellen
om het grote stuk land, dat nog immer
braak lag, te proberen van de hand te
doen'. Op een avond, toen de kinderen
naar bed waren en vader Laan ook rus
tig sliep, hielden ze „krijgsraad", zoals
Marrie het noemde. „Die tien Pond in
de week is natuurlijk veel te weinig.
Zelf heb ik nog wat. maar ik wil niet
alles opmaken. We moeten rekening
houden met onvoorziene omstandighe
den. Als ik binnen het jaar alle schul
den wil afbetalen, heb ik minstens 25
Pond per week nodig. Dan kunnen we
er tevens behoorlijk van leven en wor
den de kinderen degelijk gekleed. Ver
der moeten we eens een nieuw vloer
kleed hebben en hoe denken jullie over
nieuw behang? Dat wordt onderhand
ook eens tijd. niet? En als jullie in de
stad komen, kijk dan eens naar een paar
goedkope stoelen. En ik moet nodig een
nieuwe fluitketel hebben en een paar
grote pannen en.
„Houd alsjeblieft op, Marrie. Probeer
voorlopig nog te roeien met de riemen,
die we hebben. We zullen al het moge
lijke doen om die grond te verkopen,
maar vraag niet het onmogelijke".
„Wat heeft vader of Grace in
dertijd voor dat stuk land betaald?"
„Twaalfhonderd Pond, en dat was
natuurlijk veel te veel. Zoveel verstand
hadden wij er ook wel van. Als we de
len van zaaizaad door een enkeling, die
meent stro te moeten importeren uit
gebieden buiten Nederland? Daarbij
komt nog, dat het stro dat van Texelse
granen afkomstig is, beslist even ge
schikt is voor het afdekken van bol
gewassen.
Iedere landbouwer, die bolien teelt
op eigen grond of aan andere bollente
lers grond verpacht, vraag ik dringend
in het belang van grote aantallen zaai
zaadtelers en zaaizaadvermeerderaars:
Laat op Uw land geen stro uitspreiden,
dat afkomstig is uit het buitenland.
Wanneer U Texels stro voor deze doel
einden gebruikt, kunt U tamelijk zeker
zijn van zuiveiheid. Wanneer blijkt dat
wij niet op de steun van de bollenkwe-
kers kunnen rekenen, zal ik de gemeen
te verzoeken een verordening in het
leven te roepen op grond waarvan
maatregelen kunnen worden genomen.
A. Saai, De Cocksdonp
„En laten wij er nou maar niet langer
over praten, want ik ga slapen. Ik heb
morgen immers een drukke dag. Ik zal
zelf wel niet veel aan die wedstrijd
hebben, maar dat geeft niet, want plicht
gaat vóór alles, zeg ik altijd maar. Slaap
wel, heer Brigadini".
En nog geen tien minuten later lag
alles en iedereen in diepe rust.
Doch de volgende ochtend, al héél
vroeg, stapte brigadier Piet uit het bad-
bed. Voorzichtig waste en kleedde hij
zich en als een muisje zo stil sloop hij
toen de badkamer uit
helft terugkrijgen, mogen we het met
beide handen aanpakken".
„Alsjeblieft, jongens. Met zeshonderd
Pond zouden we meteen uit de zorgen
zijn".
Klaas had bedenkingen. „Hoe zal va
der het opvatten, als hij het te horen
krijgt?"
„Denk je, dat die ooit nog in staat is
om te werken? Nu wou ik jullie wijzer
hebben. Houdt er maar rekening mee,
dat vader zijn handen nooit meer zal
kunnen gebruiken voor enig werk. En
over dat land spreken we natuurlijk
niet".
Midden november, toen het goed
warm begon te worden, kwam de pa
tiënt voor het eerst een half uurtje bui
ten. Marrie had zijn leunstoel op de
waranda gezet met een paar stevige
kussens er in en hielp hem erheen. De
dokter had één sigaartje per dag toege
staan en toen hij rustig zat, haalde ze
er één voor hem en stak hem voor hem
aan.
Hij keek haar vergenoeglijkt aan en
lachte. „Lekker", zei hij tevreden. Ze
haalde nog een stoel, een emmer met
aardappelen en ging bij hem zitten
schillen. Wimmie speelde buiten met
een door Klaas gemaakte houten auto.
Zeldzaam, dacht ze. zo goed als dat kind
zich alleen kan vermaken En altijd te
vreden en lief. Terwijl ze de aardappe
len schilde, dacht ze: Dat maakt, dat ik
het hier kan volhouden: mijn broers en
zusjes om me heen: Ik houd van ze.
Natuurlijk houd ik van ze. Maar voor
de rest.soms verlang ik ontzettend
naar Holland, waar ik het zo goed had
en zo gemakkelijk.
(Wordt vervolgd)