'n Dominé
"i 1
Niet alle mannen zijn egoïsten
ALS U NIET ALLES OPSOUPEERT...
In gesprek met
PAPIEKEiN
PORTRETTEN
]i|
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 28 MEI 1985
,,It works", zegt dominé, en hij doelt
op een beipaalde vorm van oecumene
tussen methodisten en anglicanen in
Engeland.
Die twee korte woorden van „it
works" laten mij, die op de bank zit,
niet los, ze boeien me althans
voorlopig meer dan de methodisten
en anglicanen, want in dit „it works"
ligt de sleutel op ons gesprek.
Hij, de dominé, zit aan de andere
kant van de lage tafel. En op die
tafel ligt een probleem, of noem het
maar liever een gespreksgegeven.
Misschien is het zelfs beter te zeg
gen, dat het een beetje bóven de ta
fel zweeft, want het gegeven is ijl en
ongrijpbaar, en nog moeilijk over te
dragen. Het zweeft boven het tafel
blad in de rook van onze pijpen, de
mist van de oecumene
Ik vraag; vaag, met veel gedach-
tenpauzes en hoorbare vraagtekens:
Hij antwoordt, hij poogt te antwoor
den, maar het zijn niet meer dan
aanduidingen, met ook veel hoorbare
vraagtekens.
Maar soms is er ook een uitroep
teken, als een klaroenstootje, als hij
bijvoorbeeld zegt
Een kerk die niet bereid is de
oecumenische dood te sterven, kan
niet in een nieuwe gestalte op
staan. De oecumenische dood, dat
is de prijs die betaald móét wor
den (uitroepteken, uitroepteken)
Volkomen blank ben ik naar de her
vormde pastorie van Den Hoorn ge
gaan voor een gesprek met dominé.
Waarover?
Dat wist ik niet, en ds. P. Oskamp
(32) wist het ook niet Hij rekende
op mijn voorbereiding tot het ge
sprek, maar die was er nauwelijks,
en kon er ook maar nauwelijks zijn,
want de dominé van Den Hoorn was
mij onbekend.
Zo werd het dus een eerste kennis
making, in een pastorale huiskamer,
waar het ook behaaglijk zou zijn als
de kachel er niet had gebrand, zo
verwarmend zijn er de kleuren.
Met wat modisch snobisme zou je
zeggen: een erudiete omgeving,
een beetje sophisticated (maar des te
verrassender voor wie dè dominé
nog met het „beeld der vad'ren wil
verbinden), kortom juist die sfeer die
je met twee open armen ontvangt.
Dat is voor mij typerend; het duidt
door Gui Fortgens
er op dat de jonge theoloog het witte
pleister van de kleurloze traditie, het
stijf gestileerde eikenhout en het
groen van het kerkeraads' laken
niet vormbepalend meer acht.
,It works", zegt dominé. En ik voel
dat hij hiermee ergens de inhoud van
zijn oecumenische instelling il
lustreert. Ik zoek naar een congruen
te vertaling van die kernachtige
britse uitdrukking. „Het zit goed",
dat is wellicht de beste.
Ik kwam blank naar de pastorie, hij
ontving mij blank. Het gesprek
raakte vanzelf op de oecumene, en
dat is helemaal niet verwonderlijk,
want dominé Oskamp bereidt in Den
Hoorn zijn proefschrift voor, dat een
oecumenisch gegeven als onderwerp
zal hebben.
Hij zegt
Wij zitten met een dilemma We
komen tot de conclusie dat de
ambtenleer zich niet rechtstreeks
uit de Heilige Schrift laat aflei
den. Bij de beoordeling van een
kerkelijk ambt moeten wij ons al
tijd goed voor ogen stellen, dat
dat bepaalde ambt een juiste in
terpretatie van de Heilige Schrift
zou kunnen zijn. Zo zou het
kunnen zijn, dat het ambt van
bisschop, bijvoorbeeld bij de
roomskatholieken, een juiste in
terpretatie van de Heilige Schrift
is. Maar hier zijn eindeloos veel
mogelijkheden tot misverstanden
Mijn proefschrift zal waarschijn
lijk „De bisschop als oecumenisch
probleem" als titel krijgen
Ik vertrouw er op dat ik mijn noti
ties goed heb gemaakt, en dat ik
dominé juist citeer. Het is voor de
leek niet zo eenvoudig de theoloog
trefzeker te volgen.
Maar overigens gaat het mij nog
niet eens zo zeer om die waterdichte
zekerheid, alswel om het signale
ment van het denkklimaat van ds.
Oskamp.
Het gaat mij vooral om de tref
woorden.
Het is het bisschopsambt dat hem
boeit. Dat is één trefwoord. Maar het
boeit hem niet als steriel gegeven,
waarover exegetisch en historisch al
zoveel geschreven en ook getwist is.
Het boeit hem niet als gegeven dal
kan scheiden, maar als bindend, dat
is als oecumenisch gegeven.
En ds. Oskamp lanceert een tweede
trefwoord, het pragmatisme.
Hij zegt
Misschien dominé zegt nog
misschien, hij laat ruimte voor
meningen, hij is nog niet aan doc
torale stellingen toemis
schien is het bisschopsambt voor
ons protestanten aanvaardbaar. In
de Verenigde Kerk van Zuid-
India hebben wij de kracht van
dat ambt leren kennen als bin
ding tussen methodisten, anglica
nen, presbyterianen en congrega-
tionalisten. Er zijn allicht bezwa-
ren, maar. it works. En dat
doet het ook in Groot-Brittanië,
waar zich een verwante ontwik
keling aftekent in de beweging
naar eenheid van anglicanen en
methodisten. En weer kun je zeg
gen it works. Het appelleert
aan het wijsgerige denken, dat
een zwaar accent legt op prak
tische bruikbaarheid, het pragma
tisme, een denkrichting van an-
gelsaksische stam
Weer vertrouw ik er op dat mijn
hand de juiste trefwoorden heeft ge
noteerd. Maar dat van „it works"
heb ik in ieder geval duidelijk be
grepen, en ik spits mijn volgende
vragen op dat punt toe, want ik voel
er iets van een revolutionaire bena
dering in zitten, iets van heel prak
tisch christendom, iets van een po
ging tot aanpak-bij-de-bron.
Ik vraag
Vindt U, dominé, dat de wijze
waarop thans nog oecumene
wordt bedreven wellicht te zoete
lijk. te fondantachtig, te week is?
Hecht U weinig waarde aan het
oecumenisch te-gast-zijn in een
andere kerk? Ziet U geen nut in
het pogen de symptomen, die de
scheuring in de kerken beklemto
nen, te verhullen? Hecht U wel
licht alleen waarde aan een oor
zakelijke aanpak, een revolutio
naire aanpak
Hij antwoordt
Het is niet zo eenvoudig daar al
lemaal op te antwoorden. Wat mij
voor ogen staat is nog maar een
vage blauwdruk. De oecumene
van vandaag-de-dag is écht niet
niks. Maar het is niet dè weg, die
onherroepelijk tot de eenwording
moet leiden. Alles wat met de
eenwording in verband staat is in
discussie. Ik wil er ook over mee
denken, en pogen datgene wat me
nog vaag voor ogen staat geloof
waardig te construeren.
Maar we zullen van alléén maai
de Heilige Schrift moeten afstap
pen, omdat we er langs die weg
niet komen. De moeilijkheid is.
juist, dat elke kerkeniamilie de
bijbel op zijn eigen manier leest,
en dus zijn eigen traditie heeft. In
de praktijk van de oecumene zul
len de kerken niet uitsluitend op
basis van de Schrift tot elkaar
kunnen komen; zij zullen de lan
gere weg via eikaars tradities
moeten gaan.
Op Texel, om eens even dicht, bij
huis te blijven, kennen we het
Theologen Convent, waar alle
richtingen elkaar ontmoeten.
Maar naast dit Convent zou er
eigenlijk een Oecumenische Raad
moeten zijn, een duidelijk forum,
waarbinnen het mogelijk is niet
alleen elkaar de dingen te zeggen,
maar ook een oecumenische stra
tegie te ontwerpen. Er zijn nog
zoveel dingen onopgehelderd....
Het probleem van het episcopaat in
de protestantse kerk, dat is het
probleem van de episkopos op
ziener is niet van vandaag of gis
teren. Maar door de oecumene heeft
het een nieuwe actualiteit gekregen,
een actualiteit die uiteraard een jong
theoloog als ds. Oskamp móét boeien.
(Ik denk, tussen haakjes, in dit ver
band aan een uitlating van de om
streden theoloog John A T. Robin
son. die heeft geschreven: „God is
nieuws geworden", een kreet die
voor een journalist heel begrijpelijk
is).
De protestantse traditie laat de bis
schopsgedachte weinig speelruimte;
het gereformeerd protestantisme
blijft per definitie zelfs vreemd aan
het episcopalisme. Maar ds. Oskamp
ziet, als ik hem goed heb begrepen,
in de episkopos een heet hangijzer,
dat terwille van de oecumenische
eenwording, móet worden aangevat.
Hij beseft echter zeer wel, dat het
doorwerken, én realiseren van
deze episkopos-gedachte in de protes
tantse kerken een ingrijpende „um-
wertung" van traditie en historie zou
betekenen, en, een zoeken naar dog
matische gronden voor het nieuwe.
Hij zegt
Een kerk die niet bereid is de
oecumenische dood te sterven,
kan niet in een nieuwe gestalte
opstaan. Dat is de prijs die be
taald moet worden
De man die ik in de hervormde pas
torie van Den Hoorn heb ontmoet is
meer dan de dominé en de charman
te gastheer. Hij is een. milde revolu
tionair Misschien is het beter dat
woord revolutionair tussen aanha
lingstekens te schrijven, terwille van
de juiste gevoelswaarde. Want hij
staat geen revolutie van de barri
caden voor, maar een revolutie in de
geest, de „vredelievende revolutie",
zoals pater Leopold Verhagen o.s.a.
het kortgeleden stelde, dat wil zeg
gen dat de horizon van onze Liefde
groter wordt.
Deze roomse teevee-redennaar
maakte nog een opmerking, die ik
graag wil doorgeven, omdat zij past
in de lijst van dit papieren portret
Hij zei „Veel wat rotsvast leek,
blijkt tegenwoordig alleen maar
roestvast te zitten".
Roest kun je wegschuren, je kunt
het behandelen met bijtmiddelen, je
kunt de corrosie ook voorkomen door
de roestgevoelige delen in een oecu
menische pakking te vatten.
Vandaag zijn we nog maar aan het
schuren toe, en een enkel bijtmiddel-
tje vindt wellicht hier en daar toe
passing. De pakking echter is nog
niet gereed.
Zal de pakking uit episcopale hennep
bestaan7
Er ligt op de werktafel van ds. Os
kamp een vage blauwdruk, een denk
patroon; hij zal nog veel moeten
denken en be-denken. Misschien zal
Texel het beleven dat hij zich doctor
in de godgeleerdheid mag noemen.
Dan is het dr. Oskamp geworden.
Tóch is de letterwisseling in titula
tuur niet de belangrijkste inzet. Dat
moet zijn wil zijn een bouwsteen aan
te dragen voor het optrekken van de
nieuwe kerk, onverdeeld en één, zo
als deze kerk in de oudste dagen eens
geweest moet zijn.
Zullen we straks unaniem kunnen
zeggen ,,it works"? Zal het eens weer
„goed zitten"?
FEUILLETON DOOR DE VRIES
46. Marrie bewonderde de grote palm,
die halverwege de zoldering reikte. Ze
schudde haar hoofd en keek hem op
nieuw aan. „Jan.... het is allemaal
overdonderend. Hoe kunnen we je ooit
voor alles bedanken?"
„O, dat vergeet je maar", antwoordde
Jan onverstoorbaar. „Die mevrouw
Droffelaar dat bloemetje daar is
ook een buurvrouw. En dat is hier van
de buurt, of de straat.en. o ja,
dat zou ik haast vergeten. kijk.
dit is nog van de familie Hendrikse. die
nu in jullie vroegere huis in Australië
woont en dat plantje is van
Een buurvrouw had gezorgd voor
koffie en er waren gebakjes. De kinde
ren maakten kennis met haar en nadat
iedereen alles bewonderd had, schaarde
men zich rond de grote tafel in de huis
kamer cn proefde de geurige koffie, ter
wijl Jan sigaretten uitdeelde.
Er kwamen nog een paar buren ken
nismaken en handen drukken, doch na
het tweede kopje koffie vertrokken ze
een voor een. Toen was het Harrie, die
opstond, met zijn lepeltje tegen zijn
kopje tikte en zei: „Jongens, ik ben niet
voor redenaar in de wieg gelegd en dat
is ook helemaal met nodig, omdat ik
mijn handen belangrijker vind dan mijn
mond. Maar ik voel het toch als mijn
plicht om een kort woord van dank te
richten aan het adres van de man, die
alles zo voortreffelijk voor ons georga
niseerd heeft. En die man. heet Jan
Wouterse".
„Zo is het!" riep Marrie uit en klapte
in haar handen. Doch Harrie vervolgde
„we staan voor een aardig centje bij je
in de schuld, maar iedereen hier is ge
tuige, als ik vandaag zeg, dat je alles,
tot de laatste cent van ons terugkrijgt,
Jan. Misschien duurt het een poosje,
maar wij vinden het allemaal zo gewel
dig, wat je voor ons allemaal gedaan
hebt. dat het erg armzalig zal klinken,
als ik zeg: Dank je wel, Jan, voor alles.
Dank je wel. Doch neem maar van mij
aan, dat dit uit de grond van ons
hart komt. We zullen het op prijs stel
len, als je onze vriend wilt zijn en ik
ben er ook van overtuigd, dat we het
allemaal fijn zullen vinden, als je dik
wijls de rivier zult oversteken om ons
hier te bezoeken. Zo, kerel. hij liep
naar hem toe pakte zijn hand, „nog
maals: dank je wel, voor alles".
Jan lachte weer op zijn bekende ver
legen manier. „Ik was erg blij, dat Mar
rie mij schreef en vroeg, of ik kon hel
pen. Natuurlijk kon ik het, dus ik heb
het gedaan, dat zouden jullie toch ook
gedaan hebben? Dat doe je toch alle
maal?"
Ook Marrie kwam, nu overeind en
legde even haar arm om zijn schouder.
„Je bent een schat, Jan, dat mogen ze
allemaal horen vandaag. Enje komt
ons toch zeker vaak opzoeken, he?"
Hij keek haar blozend aan. „Meen je
dat? Wil jij het graag?"
Ze knikte en keek hem vriendelijk
aan. Terwijl ze zich dichter naar hem
toe boog, antwoordde ze zacht: „Heel
erg graag. Jan".
„Dan nou, dan doe ik dat natuur
lijk. Het is een mooi huisje en een pret
tige karner. En je broers zijn zó, he?"
Hij hief zijn duim omhoog.
HOOFDSTUK 29
De volgende dag was het rood-wit-
blauw verdwenen. Nog een paar dagen
bleven de beide oudste jongens thuis
om de kisten en koffers te openen en
leeg te maken en samen met Marrie
alles een plaats te geven. De grote,
ouderwetse huwelijksfoto van hun
ouders kreeg een ereplaats in de huis
kamer en toen hij hing, stonden alle
kinderen er naar te kijken. „Ze zullen
in onze gedachten vooreleven, jongens",
zei Marrie zacht. „Zo heel veel geluk
hebben ze niet gehad in hun leven en al
had vader zijn fouten en mams haar
gebreken, ze blijven onze ouders en we
zullen toch altijd met dankbaarheid aan
ze blijven denken".
„Zo is het", beaamde Klaas.
Binnen een week hadden de jongens
werk, waren Lien en Bep weer op
school en had Marrie gedaan gekregen,
dat Wimmie op een kleuterschool ge
plaatst kon worden. Zodoende had ze
overdag enkele uurtjes het rijk alleen,
maakte het huis aan kant en dronk dan
tegen elven koffie Ze had een lange
brief geschreven naar de Hendriksen,
waarin ze hen ook bedankte voor de
vriendelijke attentie, en waarin ze mee
deelde. dat iedereen blij was met het
huis en alles zo prettig voor hen in orde
gemaakt was. En of ze spoedig wilden
schrijven, hoe ze het maakten in de
bungalow en of ze al een beetje gewend
waren.
Drie dagen na hun aankomst waren
wel, dat dit geen haast heeft. We moe
ten vanavond maar eens de kas opma
ken, kijken wat we overgehouden heb-
ze met 'n allen naar tante Duuk gegaan
en waren daar een middag en een avond
door de oude dame, die steeds slechter
ter been werd, verwend. Oom Piet en
tante Ans had ze geschreven en na een
maand was Marrie. al helemaal geaccli
matiseerd, de jongens en de kinderen
eveneens. Harrie en Klaas verdienden
een behoorlijk loon en op een vrijdag-
Goed humeur
avond, toen ze brood gegeten hadden,
zei Marrie: „Jongens, nu moeten w.e
eens pralen over het terugbetalen.
Jullie weten, dat ik vijfentwintighon
derd gulden schuld heb bij m'n vroegere
baas. En onze vriend moet ook zijn
tweeduizend terug hebben, al zegt hij
ben van ons spulletje in Australië en
wat we wekelijks kunnen wegleggen
voor de afbetaling".
Die avond werd er lang en breed ge
rekend en gecijferd en het resultaat
was, dat Verdugt vijftienhonderd gul
den gestuurd zou worden en Jan Wou
terse duizend gulden kon krijgen Het
restant zou dan bij stukjes en beetjes
betaald moeten worden. Maar dat vond
niemand erg „We zijn gelukkig gezond
en weer terug in ons dierbare Neder
land, dus laten we blij en dankbaar
zijn", vond Marrie.
Maar op onverwachte wijze kwam er
een klink in de kabel. Harrie kreeg een
oproep om voor de keuring als militair
te verschijnen. Daar zaten ze 's avonds
een beetje sip bij te kijken. Want dat
betekende binnenkort, dat Harrie geen
cent meer zou verdienen en Klaas was
nauwelijks in staat om alleen als kost
winner op te treden. Marrie hakte de
knoop door. „Dan zal ik er een baantje
bij moeten zoeken, jongens, daar is niets
aan te doen".
Harrie opperde: „Zou Bep niet aan
de slag kunnen gaan?"
„Bep wil graag doorleren", antwoord
de Marrie rustig, „en ze moet daarvoor
in de gelegenheid gesteld worden"
Ze keken wat bedrukt naar elkaar,
doch op een gegeven moment ontspan
de zich het gezicht van Marrie en ze
merkte op: „Ben je mal, jongens, daar
gaan we toch heel niet over piekeren?
Het zou al te mooi zijn, als ons leven
nu ongestoord van een leien dakje zou
glijden. Hier komen we ook wel weer
overheen. Ik zal proberen wat thuis
werk te krijgen van één of ander ate
lier. Er zal best een mouw aan te pas
sen zijn". (Wordt vervolgd)
Ja, als u geld over hebt, brengt u het naar de N.M.B.
Want daar voelt ook geld zich thuis. Omdat het er kan
groeien. Veilig en vanzelf! Ook voor üw spaargeld heeft neDERLANDSCHE
de N.M.B. een ideale mogelijkheid. Informeer er eens naar! miqdeNSTANDSBANK
De bank waar u zich thuis voelt!
Den Burg: Binnenburg 11. Den Helder: Koningstraat 7
Natuurzuivere King houdt u
fit en fris. En deze eigenschap
pen weerspiegelen zich door
gaans in een goed humeur (kost
baar bezit!). Nu en dan een
King is het beste
dagelijkse middel
ter opwekking en
verkwikking (en zo'n
weinig kostbare
gewoonte!)