Iencotop
De Texelse landbouw in het
natte voorjaar van 1965
Niet alle mannen zijn egoïsten
BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF
LANDBOUW en VEETEELT i
conserveringsverf
voor hout
Bakker's Ijzerhandel
5i.f l f f
c
SPELDJE
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
VRIJDAG 4 JUNI 1965
rubriek voor 0...1.r «-.laui?
Je hebt wel eens de indruk, dat we leven in een tijd, waarin ook op het ge
bied van het weer allerlei records worden gebroken. De droge zomer van 1959
ligt nog niet zo heel veel jaren achter ons. Daarna hebben we zomers gehad,
waarvan beweerd werd, dat we ver in de geschiedenis moesten terug gaan om
zulke natte zomers tegen te komen.
We beleefden een paar jaar geleden een winter, die de ouderen deed denken
aan de „barre winter" van 1890. De zomer van 1964 verblijdde ons met op
brengsten, die zelfs de alleroudstcn zich niet konden herinneren. En van het
voorjaar, dat nu net achter ons ligt, is meerdere malen gezegd en geschreven,
dat de gewassen nog nooit zo laat in de grond zijn gekomen als in dit voor
jaar. Nu zal het ook hier wel weer van toepassing wezen „Lest heugt het best".
Blijkbaar vergeten we heel gauw.
Toch wel een bijzonder voorjaar
Intussen mogen we wel vaststellen,
dat we geen „alledaags" voorjaar heb
ben gehad. Gelukkig behoeven we dit
niet „alledaags" te noemen. Want inder
daad heeft dit voorjaar de boeren wel
zorgen gegeven. Zorgen, die nog niet
aan de kant zijn en die naar we vrezen
er ook niet ten onrechte zijn.
Voor die zorgen zijn zowel de over
matige regenval als de lage temperatu
ren „aansprakelijk". Na een aanvanke
lijk gunstig begin in februari en het be
gin van maart is het weer in ongunstige
zin omgeslagen. Toen we het voorjaar
gingen verwachten, kwam de herfst met
veel regen en de winter met zijn kou.
Voor vrijwel het gehele land heeft dit
tot gevolg gehad, dat er een groot ver
schil in de zaaitijd kwam. De „vroege"
boeren hadden al een flink gedeelte van
de gewassen in de grond toen de tegen
slag kwam. In dit geval niet een tegen
slag van enkele dagen, zelfs niet enkele
weken, maar van een maand en langer.
We beleven dit jaar een verschil in zaai
tijd van het gewas zomergerst van plm.
twee maanden. En dan denken we niet
aan zomergerst. die op een laat tijdstip
als „noodgewas" moest worden gezaaid,
maar aan gevallen, waarbij men niet
eerder op het land terecht kon.
Hoe op ons eiland?
We kunnen zeker niet zeggen, dat de
Texelse boeren het ongeluk zijn mis
gelopen. Als ik dit beweerde, zou er ze
ker tegenspraak komen En terecht! De
Texelse landbouwers hebben ook goed
hun deel gekregen van het ongemak en
de schade van dit voorjaar.
In de vroeg gezaaide gewassen komt
plaatselijk duidelijke waterschade voor.
In de ergste gevallen is hierdoor plaat
selijk het gewas niet boven de grond ge
komen, of na opkomst verdwenen Maar
dringt in
hecht vast
dekt goed
conserveert
geeft fleur
in div. kleuren
ook op plaatsen, waar het gewas er on
danks tijdelijke wateroverlast nog wel
is moet met schade rekening worden ge
houden. Op diverse percelen vinden we
plekken, waar de grond zo in elkaar is
geslagen, dat de omstandigheden voor
een vlotte groei niet meer aanwezig
zijn.. De top van de opbrengst is er in
deze gevallen zeker al af.
Verder moeten we er rekening mee
houden, dat ook de zeer laat gezaaide of
gepote gewassen moeilijk tot een maxi
male opbrengst kunnen komen. Zomer
gerst, die na 20 mei is gezaaid, heeft
een achterstand, die ook door verdere
gunstige groeiomstandigheden niet meer
weggewerkt kan worden. Het komt ons
voor, dat hetzelfde geldt voor aardap
pelen, die voor pootgoed bestemd zijn
en die ipas een week in mei de grond in
gaan.
Toch „lichtpunten"
Een algemeen menselijke neiging is
VERLEENDE
BOUWVERGUNNINGEN
Burgemeestei en Wethouders van
Texel verleenden aan de navolgende
personen, zaken en instellingen de
daarbij omschreven bouwvergunningen:
De heer J. v d. Vliet, De Dennen, voor
de bouw van een toiletgebouw aan de
Grensweg; de heer C. Dros te De Cocks-
dorp. voor de uitbreiding van een be-
drijfsschuur aan de R. P. Keijserstraat
te Den Burg; de heer D. Boerhorst te
Den Burg voor de verandering van een
gevel in de Molenstraat; de heer J. S.
Dros te Oudeschild, voor de wijziging
van een gevel van een winkelpand in
de Kogerstraat te Den Burg; de N.V.
TEM te Den Burg, voor de uitbreiding
van een schaftlokaal aan het Schilder
end; de heer D. Maas te Oudeschild,
voor de verandering van een woning
nabij het dorp; de heer W. Blok te De
Koog, voor de uitbreiding van een
strandpaviljoen aan de Badweg; de heer
M. Witte te Den Burg, voor de bouw
van een zomerwoning aan de Beatrix-
laan; de fa. Schrama en De Jong te Den
Burg, voor de bouw van een bloembol-
lendroogloods aan de Westerweg, de
N.V. Karting Texel i.o. te Den Burg,
voor de bouw van een restaurant aan de
kartingbaan bij „Akenbuurt"; de heer
M. Bakker te Den Burg, voor de veran
dering van een winkelpand aan de We
verstraat; de heer M. Bakker Pzn. te
Den Burg. voor de uitbreiding van een
bloemboïlenschuur aan de Gasthuis
straat; de heer L Brons te De Waal,
voor de bouw van een wc en douche
gelegenheid aan het Hogereind; de heer
A Vonk te Oosterend, voor de bouw
van een bloemboïlenschuur aan de Oos
terbuurtweg; de heer J Hennephof te
Den Burg, voor de bouw van een wo
ning met garage achter de Schoonoord
singel te Den Burg; de heer A Bake-
laar te Den Burg, voor de verandering
van een gevel aan de Wilhelminalaan,
de heer G. B. Snik te Den Burg, voor de
verandering van een gevel aan zijn win
kelpand in de Molenstraat; de heer H.
Barhorst te Noord-Haffel voor de her
bouw van een schapenboet aldaar en de
heer D. Beumkes te Den Hoorn, voor de
verandering van een woning aan de He
renstraat.
om op allerlei terrein te kijken naar
mensen, die meer geluk of minder pech
hebben dan wijzelf. Ik geloof, dat daar
op het moment zeker geen aanleiding
voor is. We kunnen rustig vaststellen,
dat het op het moment veel meer voor
de hand ligt vergelijkingen te treffen
met streken, waar het dit voorjaar veel
ongunstiger is geweest.
Op een bepaald moment bleek ons,
dat toen op ons eiland nog plm. 5% van
de aardappelen en bieten geplant en
gezaaid moest worden, dit op veel plaat
sen aan de vastewal nog 40 - 60% was.
Voor de granen lag dit voor diverse ge
bieden al net zo. En als we aan het
grasland denken, dan is er helemaal
geen reden om „het vet op een ander
mans bord te zien drijven". Het Texelse
vee is dit jaar wat later dan normaal de
wei in gegaan. De oorzaak was veelal
het koude weer en niet de toestand van
de grond of het ontbreken van gras.
Bovendien waren de hooivoorraden zo-
danig. dat er geen noodzaak was het vee
de stal uit te jagen.
Op heel veel plaatsen aan het vaste
land was dit heel anders. Indien er al
gras was, dan liet de toestand van de
grond niet toe de dieren in de wei te
brengen. Een enkele veehouder, die dit
toch moest doen. hield grasland over,
dat wel geploegd leek te zijn. En op het
moment, dat we dit schrijven kampen
veehouders aan de vastewal nog steeds
met moeilijkheden.
Grasland staat er goed voor
Wat het grasland betreft, kunnen we
op ons eiland zeker niet spreken van
een ongunstig voorjaar. Dit bewijst wel
het feit, dat al in de week van 17 - 22
mei een flink aantal graskuilen kon
worden gemaakt. In de daarop volgende
week waren dat er veel. En alles wijst
er op, dat er dit voorjaar zeer veel gras
zal worden ingekuild. We kunnen dit
als een symptoom zien van een flinke
voorraad gras. Het valt op, dat de be
zetting van de weiden zeer goed is. Een
feit, dat meermalen wordt geconsta
teerd in een koud voorjaar. Daarnaast
hebben we ook voor het hoge. droge
grasland voldoende water gehad. Ik ben
er van overtuigd, dat heel veel veehou
ders voor hun bedrijven willen „teke
nen" voor zo'n voorjaar. De veehouders,
die niet te maken hebben met moeilijk
heden door werkzaamheden van de
ruilverkaveling zullen zeker, ook wat
het hooi betreft, ruim aan hun trekken
komen.
Stikstofgebrek op bouwland
In de granen ziet men hier en daar
duidelijke verschijnselen van stikstof
gebrek. Dit is niet te wijten aan „zui
nigheid" van de boer. Als de groei
omstandigheden gelijk waren geweest
aan die van 1964, dan zou de stikstof
gift eerder te zwaar zijn geweest. We
moeten wel aannemen, dat een gedeelte
van de vroeg gezaaide stikstof ver
dwenen is. Speciaal op de lichtere gron
den. Verder moet dit stikstofgebrek op
alle grondsoorten voor een deel worden
toegeschreven aan structuurverval. De
structuur is op veel plaatsen niet „lek
ker". En dit heeft zeker tot gevolg, dat
de stikstofbehoefte groter is. Diverse
akkerbouwers hebben al een aanvullen
de gift gegeven. Waar het nog niet ge
beurd is, terwijl het toch nodig is. kan
dit tot het stadium van het „schieten"
van de granen gebeuren.
De stand van de suikerbieten is wat
achterlijk, maar voor het grootste deel
zeker niet ongunstig. Het onkruidbe
strijdingsmiddel Pyramin heeft ook dit
jaar weer zeer goed gewerkt.
Met de aardappelen is het zeker niet
overal „rozegeur en maneschijn". De
ontwikkeling komt achterop en we zien
diverse onregelmatige percelen. Op en
kele percelen zijn op de natste plekken
de poters verrot. Het ziet er wel naar
uit, dat dit jaar een hogere prijs van
het pootgoed de vrijwel zekere lagere
opbrengst zal moeten goed maken.
Goede ontwatering heeft zijn
waarde bewezen
Dat we er dit voorjaar beter door zijn
gekomen dan veel andere plaatsen, is
in de eerste plaats te danken aan de
grondsoort. We hebben op Texel geen of
zeer weinig veengronden of laag gele
gen kleigrond. Daarnaast mogen we m.i
ook denken aan de zeer goede ontwate
ringsmogelijkheden. In de nieuwere
polders is dit reeds langer het geval.
Voor heel veel gebieden op het „oude
Texel" mogen wij hierbij denken aan de
door de ruilverkaveling sterk verbeter
de waterafvoer. Dit voorjaar trekken
we hiervan zeker profijt.
VERNIETIG AARDAPPELOPSLAG!
De eerste aardappelziekte is dit jaar
reeds weer in tamelijk ernstige vorm
op een aardappelhoop gevonden. Het is
mede door de late gewassen noodzaak
alle opslag onmiddellijk grondig te ver
nietigen. Het beste zou zijn ze met een
laagje grond te bedekken, zodat de spo
ren zich niet kunnen verspreiden.
Een andere methode is doodspuiten
met een sneldodend loofmiddel bijv.
D.N O.C. in olie. Er treedt dan evenwel
weer hergroei op, zodat een verdere
vernietiging door opnieuw spuiten
noodzakelijk blijft.
In vele gevallen zal de bespuiting van
vatbare rassen met ziektewerende mid
delen zoals zink en soortgelijke, kunnen
worden begonnen Door de late gewas
sen is een extra bescherming zeker
goed op z'n plaats.
Schagen, H. Glas.
ZON, MAAN EN HOOG WATER
De zon komt 6 juni op om 4.23 uur en
gaat onder om 20.55 uur; 9 mm op om 4.21
uur cn gaat onder om 20.58 uur
Maan: 6 juni E.K.; 14 juni V.M
Hoog water ter rede van Oudeschild
4 juni 11.53 en 5 juni 0.20 en 12.32;
6 juni 1 02 en 13 14. 7 juni 1.51 cn 14.14,
8 juni 3.06 en 15.39; 9 juni 4.32 en 16 54;
10 juni 5.45 cn 18.09. 11 juni 6.41 en 19 02;
12 juni 7 24 en 19 42.
Aan het strand ongeveer een uur eerder
hoog water.
De b'jzondere chocolade en de uitzonderlijk frisse mint maken Trim tot
1 V rv een ongewone versnapering, tot een verfijnde verfrissing voor jong en oud.
■WW®
OFFICIAL!
±~±2
121 „Jonge jonge, ze lijken hier wel
stapelgek'mompelde brigadier Piet
„Ach, ach, wat zag die arme Karei
Kleuntjes er zielig uit. Zouden ze hier
dan helemaal niet begrijpen, dat Karei
geen man is om met zoveel poespas door
de stad gereden te worden? Maar hoe
krijg ik die arme jongen hier nu weg?"
Zo peinzend en piekerend liep Piet
langzaam de stad door naar de buiten
wijk, waar het stadion gelegen was. Dat
was gemakkelijk te vinden, want je
hoefde niets anders te doen dan de
stroom mensen te volgen, die blijkbaar
óók daarheen op weg was. De trams
zaten tjokvol en de passigiers hingen
zelfs als druiventrossen aan het achter
balkon. De krantenjongens schreeuw
den hun keel schor met het laatste
nieuws over de opstelling, waarin Karei
Kleuntjes als linksbinnen genoteerd
stond Het was werkelijk een enorme
drukte daar in Fiorenza en dat allemaal
om een doodgewone wedstrijd die door
tweeëntwintig jonge kerels zou worden
gespeeld. Zó ver was het dus al geko
men, dat het publiek een twintigtal van
zulke jonge jongens niet meer rustig
zijn gang kon laten gaan bij het doen
van een aardig spelletje met een bal op
een graslandje.
Doch hoe Piet de zaak ook keerde of
wendde, er was weinig aan te verande
ren en daarom besloot hij maar eens
goed uit te kijken naar onraad, want hij
was nog niet vergeten, wat inspecteur
Alessandro Fiasco hem die nacht ver
teld had. En ja hoor, op een gegeven
moment zag Piet de ferme inspecteur
daar staan. De slimmerd had zich listig
opgesteld bij het hek, waar alleen maar
spelers en officials door mochten. Ge
wone mensen mochten daar niet door en
de slimme Fiasco had dus niets anders
te doen dan scherp uit te kijken of er
zich geen verdachte elementen ophiel
den onder de voorbijgangers, die over
zijn stoepje liepen. De brave man kweet
zich vol ijver van zijn taak en hij keek
sommige voorbijgangers zó scherp aan.
dat deze er waarlijk een beetje van
schrokken
FEUILLETON DOOR DE VRIES
48. Hij lachte haar vriendelijk toe. „Je
bent lief'antwoordde hij en streelde
haar wang. „Ik houd van je, maar ik
wil je alleen. niet om wat jij zei,
over dat oerinstinct of zo. Maar....
kun je het niet begrijpen?"
Ze knikte. „Jawel. Maar het is toch
beter zo. Laat mij hier blijven.... ik
zou nooit gelukhig kunnen leven, als ze
niet in mijn onmiddellijke nabijheid
waren. Daarom is het veel beter, wan
neer ik niet trouw, Matthieu. Dit.
dit alles, het sterven van vader en onze
terugkeer in Nederland.... het.zal al
lemaal wel een bedoeling hebben. Niets
is toevallig in de wereld. Misschien be
paalt dit mijn verdere levensweg...."
Een half uur later namen ze met een
stevige handdruk afscheid van elkaar.
„Als je van gedachten verandert, bel
me dan, he?" Ze had het beloofd, maar
ze wist nu, dat ze hem nooit zo kon
liefhebben, als nodig is voor een huwe
lijk.
HOOFDSTUK 30
De moeilijkheden bleven niet uit.
Harrie werd goedgekeurd en nauwelijks
was hij thuis of Klaas kreeg een oproep
om zich te melden. Waardoor huize
Laan in rep en roer geraakt?. „Dit kan
toch niet?" meende Marrie wanhopig.
„We moeten toch ergens van leven? Een
van jullie beiden moet zich opgeven als
kostwinner. Het mankeert er nog maar
aan, dat er ook vrouwenplicht bestond
en ik nog opgeroepen werd. In wat voor
gekkenhuis is ons land herschapen?
Houden ze er dan helemaal geen reke
ning mee, dat er zes mensen moeten
leven van hetgeen twee mensen verdie
nen?"
Harrie nam het voor alsnog niet te
zwaar op. „Het vaderland roept ons,
zus".
Ze keek hem nijdig aan. „O ja? Is dat
de dankbaarheid van het vaderland, dat
we teruggekeerd zijn? Om meteen het
soldatenpakje aan te trekken? Dan had
den we beter kunnen blijven, waar we
waren. In Gibson viel tenminste nie
mand ons lastig met de dienstplicht".
Klaas zei; „Ik denk, dat het hun
weinig kan schelen, of we er gebleven
waren of niet. We hebben nu eenmaal
de leeftijd, dus we zullen ons moeten
onderwerpen aan die flauwekul. We
gaan weer opnieuw naar de bewaar
school. met dit verschil, dat er nu geen
aardige juffrouw is en dat matjes vlech
ten en liedjes zingen er ook niet bij is".
„En dat jullie een kleine twee jaar
aan het normale maatschappelijke leven
worden onttrokken en wij in die tijd
maar moeten zien. waar we van moeten
leven", riep Marrie woedend uit.
„Het zal wel loslopen, zus. We zullen
er wel wat op vinden", meende Harrie
optimistisch.
Doch Marrie maakte zich zorgen over
de komende tijd Harrie wist al, dat hij
in augustus in dienst moest, helemaal
in Steenwijk. En Klaas rekende er op,
dat hij ook omstreeks die tijd het pakje
zou moeten aantrekken. Als ze nu nog
om beurten in dienst gingen, zou ze er
zich mee kunnen verzoenen, maar zo.
Zorgen komen er altijd met meerdere
gelijk. Lien werd hangerig en Marrie
achtte het noodzakelijk, dat de dokter
kwam. Die constateerde blindedarm
ontsteking en nog dezelfde dag werd
het meisje naar het ziekenhuis gebracht
om geopereerd te worden. Na enkele da
gen kwam het kind thuis, bleef huilerig
en hangerig, zodat Marrie haar handen
vol had aan het kind, terwijl ze toch
ook voor de huishouding moest zorgen.
In deze dagen hielp de nu veertienjari
ge Bep haar zusters zoveel mogelijk
en na een paar weken was Lien zover,
dat ze weer naar school kon.
Enkele dagen later werd Bep door 'n
auto aangereden en kwam zij in het zie
kenhuis terecht. Dat betekende op
nieuw dagelijkse reizen naar de over
kant, extra kosten voor fruit en lectuur
en een ongeregelder leven.
De jongens zagen met bezorgdheid
toe, dat hun zuster met de dag er slech
ter ging uitzien en Harrie zei op een
avond, nadat ze van het ziekenhuis
thuis waren: „Doe wat rustiger, zus,
want we zouden ons geen raad weten,
als jij ook nog kwam te liggen".
Ze schudde haar hoofd. „Maak je om
mij maar geen zorgen. Ik ben zo taai
als.als.leer".
Harrie knikte. „Leer kan ook verslij
ten. Jij bent hier de vrouw des huizes,
dus moeten wij je een beetje ontzien.
Als we ergens mee kunnen helpen, zeg
je het maar. En.wat vroeger naar
bed, zus. Je krijgt geen nachtrust ge
noeg".
Marrie wilde protesteren, maar ze
onderkende de bezorgdheid in zijn stem.
Ze keek hem eens aan en knikte. „Je
hebt gelijk, Harrie. Ik ga vanavond
maar eens vroeg naar de kooi. Om je de
waarheid te zeggen, ben ik zo moe als
een hond
„Dan ga je nu nog rustig een half
uurtje zitten en rook je een sigaret
Klaas en ik wassen wel af".
„En ik help mee", verklaarde Lien.
Marrie ging zitten en accepteerde de
sigaret, die Harrie haar gaf. „Jullie zijn
allemaal schatten", verklaarde ze uit de
grond van haar hart. „Als Bep eerst
maar weer thuis is, zal alles wel beter
gaan".
Het meisje genas vrij snel en na een
maand was ze weer thuis, weliswaar
nog wat zwak, maar Marrie zou er wel
voor zorgen, dat ze weer geheel op
krachten kwam.
Begin augustus verdween Harrie naar
Steenwijk. De eerste dagen was het ge
zin dus aangewezen op de verdiensten
van Klaas, in afwachting van de ver
goeding, die Marrie van Harrie zou
krijgen. Er was een militair geweest,
die alles gevraagd had over het gezins
inkomen en tenslotte meedeelde, dat ze
wel een redelijk bedrag zou krijgen. Een
week later vertrok ook Klaas naar zijn
garnizoen en nog steeds had ze niets
uit Steenwijk ontvangen.
Op een woensdagmorgen kreeg ze
bericht uit Steenwijk en toen ze de brief
gelezen had, barstte ze in tranen uit,
want het bedrag, dat ze als kostwin
nersvergoeding zou krijgen was zo laag,
dat daarvan ternauwernood de noodza
kelijke kosten voor levensonderhoud be
taald zouden kunnen worden, terwijl
van afbetaling der schulden helemaal
geen sprake kon zijn
Zo vond Jan Wouterse haar, toen hij
onverwacht even aanwipte. Hoewel
Marrie zo vlug mogelijk geprobeerd had
haar tranen weg te vegen, zag hij ter-
t ij d c l ij k wet
1 JAARGETIJDE
Uit serie van 4
Bij tube van f 1.-
stond. dat ze gehuild had.
„Wat is er aan de hand, Marrie?
Moeilijkheden?"
Ze knikte en gaf hem de brief. Toen
hij hem doorgelezen had, zei ze. zenuw
achtig haperend: „Daarvan.daar
kunnen we toch heel niet van leven?
Dat is toch geen manier van doen? Dat
ze Harrie en Klaas weghalen, is nog
daar aan toe. Maar we moeten toch er
gens van leven? Dit gaat toch niet op?"
„Je hebt gelijk, dit zijn geen metho
den. Aan de ene kant smijten ze met
honderdduizenden, als het gaat om
auto's en wapens en vliegtuigen. En aan
de andere kant beknibbelen ze op een
paar tientjes. Je hebt gelijk, het is een
schande. Ik zal eens informeren, of er
niet wat aan te doen is. Zal ik zal
ik naar Steenwijk reizen?"
„Zou dat wat uithalen, dacht je?"
„Ik zou het kunnen proberen, niet-
maar?"
Ze knikte nadenkend. „Doe het dan
maar, als je wilt". Meteen keek ze naar
hem op. „Je hebt al heel wat voor ons
gedaan, Jan. En het houdt maar niei
op".
Ze zat op de brede bank bezijden het
raam. Hij keek op haar neer en ging
toen bij haar zitten. Terwijl hij haar
handen in de zijnen nam, zei hij: „Mar
rie. ik zou niets liever willen, dan iede
re dag opnieuw voor jou, voor
Lien, Bep en Wimmie zorgen.
(Wordt vervolgd).