Onderzoek ruwvoeder zeer belangrijk EEN KLASSEMERK GEEFT KLASSEWERK TRIUMPH PORTABLE SCHRIJFMACHINES EEN KLASSE IA VEEL LIEFS VAN RONNIE LANGEVELD DE ROOIJ BRIGADIER PIET EN DE SEMI-PROF rubriek voor LANDBOUW en VEETEELT 3 IRIUMPH ..i»i en kompleet met APART! I koffer reeds vanaf f 250.- Onder miuklie C van L rottingen Het duurt al niet zo heel veel weken meer of de periode, waarin het vee het „buitenverblijf" gaat verwisselen voor de stal is er weer. We hopen intussen wel, dat de weersomstandigheden nog een flinke tijd zodanig blijven, dat ook het melkvee, in ieder geval overdag, naar buiten kan Dit is voor de gezond heid van de dieren uitstekend en voor de portemonnee van de veehouder voor delig. De aanvang van de stalperiode bete kent tevens het aanspreken van de voorraad ruwvoer. Op ons eiland be staat dit in hoofdzaak uit hooi en kuil- gras. Wat de hoeveelheid ruwvoer be treft behoeft zich practisch geen vee houder op Texel zorgen te maken. Er is zeer veel ruwvoeder gewonnen. En ook wat de kwaliteit betreft zijn we naar onze mening bevoorrecht boven heel veel gebieden aan de vaste wal. De Friese boeren, die we de laatste weken over Texel mochten rondleiden hebben zich verwonderd over de blanke kleur van het hooi op de Texelse bedrijven. We zien alleen de buitenkant Als we over de kwaliteit van ruw voer spreken past ons echter voorzich tigheid. De kleur en smakelijkheid van het hooi en de geur en de graagte van opname van kuilgras zijn zeer belang rijke zaken, maar toch geven deze fac toren onvoldoende aanwijzingen over de kwaliteit van dit ruwvoer. In feite gaat het hier alleen nog maar over de „bui tenkant" van de voedermiddelen en ie dereen weet, dat een beoordeling uit sluitend op de „buitenkant" riskant is. Ook landbouwvoorlichters, die zich in deze zaken toch wat meer verdiept heb ben, komen telkens tot de conclusie, dat een schatting van de voederwaarde van ruwvoer een gewaagde onderneming is. Daarom is er meer nodig. Onderzoek van hooi- en kuilmonsters Het meerdere, dat wij bedoelen is het laten nemen van monsters van het hooi en het kuilgras. De monsters worden genomen door de monsternemer van het Bedrijfslaboratorium voor Grond en Gewasonderzoek. de heer Jn. Kik kert, Beatrixlaan 148. Den Burg. tele foon (02220) 2104. Een berichtje aan de heer Kikkert of de assistenten van de voorlichtingsdienst is voldoende om de monsternemer op uw bedrijf te krijgen. Het is zaak daarmee niet te lang te wachten, omdat naarmate de staltijd nadert de onderzoektijd toeneemt. Het gevolg kan dan zijn, dat u de uitslag van het onderzoek op een te laat tijd stip ontvangt. Wat kunt u met het analyserapport doen We menen, dat het onderzoek van monsters twee belangrijke voordelen heeft. In de eerste plaats is het nodig voor het samenstellen van een goed voederrantsoen Het is helemaal niets bijzonders als de krachtvoergift per koe en per dag bij een gelijke melkgift in het ene geval 1 kg hoger moet zijn dan in het andere. En dit kan voorko men als hooi en kuilgras uiterlijk van ongeveer gelijke kwaliteit zijn. Om juist te voeren is daarom kennis van de voederwaarde van hooi en kuilgras no dig. We zien echter nog een zeer belang rijke reden om het ruwvoer te laten onderzoeken Er zijn op Texel heel wat veehouders, die de laatste jaren over gegaan zijn tot andere methoden van ruwvoerwinning. We denken wat het hooi betreft aan het ventileren en het kneuzen van het gras. Bij het kuilen hebben de methoden van maaikneuzen, voordrogen of het laten verwelken van het gras ingang gevonden. Er moet o.i. een veehouder alles aan gelegen zijn om te weten of hij met deze methoden op de goede weg is. En om dat te weten is onderzoek van hooi en kuilgras onontbeerlijk. We achten dit laatste punt zeker zo belangrijk als het eerste. Zo bekeken lijkt ons daarom een uit gave van ruim twintig gulden per partij hooi of kuilgras volkomen verantwoord. Door abonnee te worden van het Be drijfslaboratorium, waarbij u zich ver bindt jaarlijks twee of meer monsters te laten onderzoeken kunt u op de kos ten nog iets besparen. VOORLICHTING GEVEN IS VOORLICHTING KRIJGEN „Het geven van voorlichting is een kwetsbare bezigheid", schreef o.g. een paar weken geleden in deze rubriek. En ik geloof, dat iedereen het hiermee wel eens kan zijn. Dat betekent nog niet, dat iedereen ook bereid is toe te geven, dat het geven van voorlichting een be langrijke zaak kan zijn. Ook op ons eiland zijn heel wat landbouwers, die nooit of vrijwel nooit gebruik maken van de mogelijkheid voorlichting voor hun bedrijf te ontvangen. We zouden niet graag beweren, dat dit agrariërs zijn, die er weinig van maken. Toch menen wij te mogen zeggen, dat ons werk niet helemaal zonder beteke nis is. Als dit het geval was, zou de animo om voorlichter te worden o.i. ook zeer klein zijn. Geen mens houdt het op de duur vol om werk te verrichten, dat geen enkele zin heeft en iedereen heeft het op z'n tijd nodig te bemerken, dat zijn werk zinvol is. In dit artikeltje wil ik één van die ervaringen door geven. Westerwolds raaigras als gr oenbemesting Een week of vier geleden kwam ik op een bedrijf, waar dit voorjaar onder zomergerst een kilo of acht W.W.-raai- gras was ingezaaid. De gerst was vrij laat van het veld gekomen en enkele dagen na het oogsten meende de be treffende akkerbouwer te moeten con stateren, dat dit gras niet veel zou be tekenen als groenbemesting. Er stonden een aantal oudere grasplanten, maar van de jonge grasplantjes, die groeien moesten uit het zaad, dat de oudere planten hadden laten vallen, was nog niets te zien. „Wil jij eens kijken?" was de vraag. We kunnen U vertellen, dat de bril er bij op moest. Maar op die manier was dan ook te zien, dat er een groot aan tal jonge planten waren te zien. We waagden het dan ook om het advies te geven per bunder 400 kg. kalkammon te geven. Dezer dagen zagen we het resultaat. Het was beter dan we hadden durven denken. Het is zo goed als zeker, dat deze landbouwer in de komende winter een flinke snede gras onderploegen kan. Samen met de flinke massa's wor tels, die dit gewas heeft een flinke aan vulling van de hoeveelheid organische stoffen. Voor ons is dit geval minstens even belangrijk als voor de akkerbouwer, omdat we met deze ervaring anderen weer van dienst kunnen zijn. En daar om: Voorlichting geven is voorlichting krijgen. I I ■&-v" 141. „Wat was ik toch eigenlijk een ezel", zei brigadier Piet met een zucht. „Ik heb die lui zelf hiernaartoe ge stuurd. Ze hebben natuurlijk op de perrons en in de treinen niks gevonden en nou zoeken ze het hele emplacement af. Nu is er nog maar een redding, Ka rei. Neem als de bliksem zo'n zak kolen op je nek en spring van de auto af". Met een behoorlijk portie levensgevaar wisten de twee vluchtelingen ook dit huzarenstukje tot een goed einde te brengen en daar liepen nu twee kolen sjouwers, gebukt onder de last van een loodzware zak anthraciet. Wat Piet trouwens al gedacht had, gebeurde ook. Een paar woeste achtervolgers hielden de kolensjouwers aan en vroegen met barse stem: „Hela! Hebben jullie hier niet een paar snaken gezien, die er uit zagen als schoorsteenvegers?" „N..nee, die heb ik niet gezien....", stamelde Piet en zijn hart bonsde van opwinding omdat die snuiters blijkbaar al wisten dat ze uit moesten kijken naar vermom de schoorsteenvegers. „Als ik ze zie, zal ik jullie een seintje geven", voegde Piet er aan toe. „Da's je gerajen ook", merk te de meest grimmig uitziende man op. „Het zijn namelijk staatsgevaarlijke vluchtelingen en ze motten een koppie kleiner!" Hiermee waren de woeste achtervolgers voorlopig tevreden ge steld en ze gingen er weer vandoor. Maar de arme, veelgeplaagde Karei mopperde: „Kommen we dan nooit van die vervelende kerels af!?" „We moe ten er het beste maar van hopen" zucht te Piet. „We kunnen ze iedere keer nog voor de mal houden. Nou.daar heb je een kolenwagen. Laten we daar maar inklimmen met onze zakken anthra ciet. Wie weet wordt die volle wagen wel ergens heengebracht". „Of mis schien is-ie net aangekomen en begin nen ze hem straks te lossen", zei de sombere, lichtelijk pessimistische Karei. Maar omdat er niet veel anders te doen overbleef, deed hij maar precies het zelfde wat Piet deed en volgde hij zijn leider de wagen in FEUILLETON: IIIIIIIIIIIIIIIIIIMMI. IIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIII llllllllllllllllllllllll llllllllllllllllllllllllllllllllllllllll iiiiiiiiiiiiiiiHHMii iiiiiiiiiMiiiiii him minimin ii hh iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii mm minimi mini door Maartje Zeldenrijk 29. Ze deed geschrokken een paar pas sen achteruit, zich instinctmatig met haar armen beschermend. Met grote ogen van ontzetting kéék ze naar de jongeman, die hijgde van opwinding. Niet in staat één woord uit te brengen, keek ze naar hem, toen hij met grote passen door het zand beende en naar de rotsen liep. Ze bleef kijken, toen hij de stenen trap beklom, die hem naar de bungalow voerde. Ze zag van boven af Han van Oirschot aankomen, in een badjas, met een handdoek onder zijn arm. Ronnie liep door, terwijl Han even bleef staan om hem na te kijken. Daar na kwam hij op haar toe. „Hebben jullie gekibbeld?" vroeg hij, de vrouw aankijkend. „Hij is gepikeerd, omdat we gister avond nog zo laat opgebleven zijn. Om de muziek en het dansen. Waarschijn lijk heeft hij slecht geslapen," legde ze uit. „Dat gaat wel weer over." Ze greep zijn hand. „Kom, we gaan zrwemmen." Doch toen ze na een half uur later terug waren in de bungalow, vonden ze in de keuken een huilende Bep. „Ron nie is weg. Hij heeft zich aangekleed, een taxi gebeld en is met zijn koffers vertrokken. Hij zei, dat hij er genoeg van had. Waar zou hij heen zijn? Naar Wassenaar? Hij heeft niet eens een sleutel. Hoe komt dat nou? Hebben jul lie ruzie gehad?" Yolanda ontstak opnieuw in woede. „Dat is jullie schuld!" schreeuwde ze. „Van jullie allemaal! Dat komt door dat verrekte dansen en omdat jullie van geen ophouden weten! Ik donder jullie vanmiddag allemaal de deur uit, verstaan? Allemaal! Ik heb m'n buik vol van jullie, van iedereen! Trek ze hun nest maar uit, Bep, en maak hun ont bijt klaar, zodat ze kunnen oplazeren!" Gelijk viel ze in een stoel en begon te huilen terwijl Bep en Han lijkbleek van schrik en ontzetting stonden toe te kijken. HOOFDSTUK 5 Na 'n vermoeiende reis van meer dan zes en dertig uur stapte Ronnie op een warme juliavond in Amsterdam uit de trein. Halsoverkop was hij vertrokken en op het kleine stationnetje van Sanc- ta Luz had hij geluk, want net stond er een trein klaar voor de stad, alwaar hij de sneltrein voor Frankrijk kon ne men. Een ogenblik had hij er aan ge dacht per vliegtuig te gaan. maar bij nader inzien gaf hij de voorkeur aan de trein. Als ik op Schiphol uitstap, is de pers er natuurlijk en ik heb nu vakan tie. Ik wil niemand van de kranten zien. liet zich naar een hotel rijden. Daar liet hij zich inschrijven, nam een bad, schoor In Amsterdam nam hij een taxi en zich en trok een ander pak aan. Hij overtuigde zich ervan, dat hij genoeg ■geld bij zich had en wandelde toen naar het bootje van Bergman. Met de bus reed hij naar de Beemster en ontketen de bij Aagje Vet een indianengehuil. „Allemensen, Ronnie.... ik wist niet beter, of je zat te zonnen in Spanje!" Ronnie zette kwasi een verongelijkt gezicht. „Ik zie het al", zei hij op dro ge toon. „Ik ben helemaal niet welkom. Zal ik maar weer gaan?" Het meisje trok hem met beide han den naar zich toe en kuste hem op de wangen. „Dat weet je wel beter, Ron nie. Iedere keer, als jij er bent, is het voor mij een feest. Heerlijk, Ronnie, en een geweldige verrassing. Wat zie je «bruin! Is het daar mooi, Ronnie7" Hij ging bij haar zitten en hield haar hand vast, terwijl hij er naar keek. „Ie dere dag zon en mooi weer en niet al te warm vlak bij zee. En rustig. Maar nu blijf ik een poosje in Nederland en kom je iedere dag opzoeken. Tenminste, als je het goed vindt." „O, Ronnie, dat is ontzettend lief van je. Weet je. dat we je de vorige maand op de t.v. gezien hebben? Toen je in Osnabrück zong? Wat was dat mooi, Ronnie, en je zag er zo prachtig uit in dat costuum." Hij moest even nadenken: wat had hij daar gezongen? O ja. Lusia di Lammer- moor. Hij wist het nauwelijks meer. „Zong ik niet vals?" vroeg hij lachend. Ze schudde haar hoofd, hem ernstig aankijkend. „Ronnie, wat kun jij prach tig zingen! We hebben er allemaal van genoten. Vader houdt helemaal niet van opera's, maar hij is de hele avond blij ven «kijken en luisteren. Om jou te kun nen zien en horen. Je was fantastisch. En wat had je een applaus, he? En we zagen, dat je bloemen kreeg Hij bleef tot de laatste bus en beloof de de volgende dag terug te komen In zijn hotelkamer schoot hem eensklaps dokter Schellenboom in Bern in de ge dachten. Morgen eens informeren, dacht hij, wie er indertijd aan te pas zijn ge weest. Ergens moet er een ziektege schiedenis zijn. In een of ander zieken huis. De dag daarop sprak hij met mevrouw Vet in de keuken, zodat Aagje het niet kon horen. Hij hoorde de vrouw uit. „Kijk, mevrouw, ik heb een kennis in Zwitserland," antwoorde hij, toen ze al les verteld had, wat op het ongeval en de behandeling daarna betrekking had. „Als hij nu alle bijzonderheden omtrent Aagje's geval ter inzage krijgt, kan hij beoordelen, of er een mogelijkheid be staat om het nog eens te proberen. Ik bedoel: met een operatie." De vrouw was niet erg enthousiast. „Van alles is al geprobeerd, Ronnie. Op laatst hebben m'n man en ik gezegd: En nu is het afgelopen, voor we in Aag je uiteindelijk een menselijk wrak overhouden. Na iedere operatie zagen we haar achteruit gaan. Dat wilden we niet. Begin er maar niet meer aan, Ron nie. Ze is er tegenwoordig zo'n beetje overheen. Ze heeft haar liefhebberijen en jij veiwent haar van tijd tot tijd. Ze is gelukkig met haar t.v. en als jij er geweest bent. teert ze weer weken op de herinneringen, terwijl iedere kaart, die jij haar zendt, een nieuwe zonne straal in haar leven is. Mede dank zij jou komt ze verder niets tekort." Ze lachte hem vriendelijk toe. „Je bent bij haar nummer één geworden in haar leven, Ronnie." „Hoe oud is Aagje nu?" „Bijna zeven en twintig." Hij izuchtte. „Ik wou wel. dat ik wat meer voor haar kon doen." Ze legde even haar hand op zijn schouder. „Je doet al meer dan genoeg voor haar. Voor zover ze gelukkig kan zijn. is ze dat. Vooral, als jij hier bent. Het grootste geschenk, dat je haar kunt geven, is je komst. Dan vergeet ze ver der alles 's Middags bezocht hij de huisarts en vertelde, dat hij in samenwerking met dokter Schellenboom in Bern pogingen in het werk wilde stellen om te onder zoeken of er 'n nieuwe mogelijkheid was om de verlamming bij Aagje Vet weg ie nemen. De man schreef een kort briefje en verwees hem naar het ziekenhuis in Purmerend. „Daar is ze een paar keer geopereerd," zei hij. „Men heeft daar wel de nodige bijzonderheden". In het ziekenhuis begon Ronnie op nieuw, vertelde van de chirurg in Bern. „Deze dokter, die ik persoonlijk ken, wil op de hoogte gesteld worden van alle bijzonderheden omtrent het geval Aagje Vet, begrijpt u? Daarna pas kan hij zich een oordeel vormen omtrent het feit of er nu eventueel nieuwe mo gelijkheden zijn voor dit meisje". De arts, die Ronnie te woord stond, was bereid zijn medewerking te verle nen. Natuurlijk, de kleinste mogelijk heid moet uitgebuit worden. Maar Bernik ken dat ziekenhuis. Het is een particuliere instelling en zeer ex clusief, weet u dat? Een behandeling van bijvoorbeeld een paar maanden kan een kapitaaltje kosten." Ronnie glimlachte even. „Geld speelt in deze een ondergeschikte rol. Wilt u alle hierop betrekking hebbende be scheiden naar Bern zenden? De kosten zijn voor mijn rekening." Nog diezelfde dag zocht Ronnie tele fonisch contact met dokter Schellen boom. In de middag hoorde hij zijn stem, stelde zich voor en vertelde, dat de papieren betreffende het meisje, wier wervelkolom beschadigd was, opgezon den zouden worden. Hij kreeg ten ant woord, dat ize bestudeerd werden, zodra ze ontvangen werden. „Geef me je adres.met een weekje hoor je van me. Positief of negatief." iflwordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1965 | | pagina 4