*n Veeboer 1 1 I 1 Topslagerij D. C. Visser Omdat ik kritisch ben koop ik Pas-Tunette Vlees is de hoofdschotel voor extra feestelijk eten! ^^^/u/ectÏF, B 8 8 B B B fl B B fl B B B fl B B B PAPIEREN PORTRETTEN Heeft u al TV? TEXTIELHUIS ZEGEL In gesprek met door Gui Fortgens ONTWIKKELEN EN AFDRUKKEN H kerstrollade echt iets aparts royaal soepcomplet tt voor de liefhebbers speciale kerstschotel 1,78 Hogerstraat 16 Te koop aangeboden K. Dogger /A. A.B. club TEXEL De stichting Kraamzorgcentrum geen spreekuur Als ik bij een boer te praten ga, en i'k weet daarbij dat hij van brabantse stam is, dan reken ik op een slap bakkie. Nu heb ik een eindeloze hekel aan zo'n week kopje koffie, maar die morgen in het laatste huis aan de Schilderweg was hij aller minst slap. Integendeel. De vrouw boerin kan ik niet meer zeggen, want ze woont in een burgermans huis binnen de bebouwde kom, en dan verwacht je dat een boerin eigenlijk geen boerin meer is) ser veerde een sterke kop koffie, zoals ik het thuis ook gewoon ben. Ik mag niet zeggen, dat het mij frap peerde, maar het was toch tegen de verwachting in. Het was óók verrassend voor mij toen er voor de boer. tegenover wie ik zat, een fikse stapel post werd binnengebracht. Veel vakbladen, dacht ik zo op het eerste gezicht. Ik had mij ingesteld op een gesprek met een rentenierende agrariër, die de zaak voor het grootste deel uit handen heeft gegeven, en dus niet meer geacht wordt veel post te ont vangen. Want hij is toch in ruste? Dat waren van meet af aan twee af wijkende gegevens, geen uitgespro ken symbolen van anders-dan-ande- ren, maar toch wel aanwijzingen die er op duidden dat een traditionele benadering hier niet de geijkte was. Nu moet ik eerlijk zijn; want al ben ik er met de Papieren Portretten altijd op uit gesprekken met g e- w o n e mensen te hebben, vooraf moet ik toch wel overtuigd zijn dat er sprake is van enkele accenten in het patroon van leven en denken. Dat ik bij Th. R u 11 e n (66) voor een uurtje te gast mocht komen, had wel degelijk met dergelijke accenten te rnaken, accenten waar ik van weet, maar die met de koffie en de stapel post in de eerste minuten al op onverwachte wijze een kleine de monstratie kregen. Wat was mijn opzet? Dat was op bezoe'k te gaan bij een boer die succes heeft gehad, die van tradi tionele wegen is afgeweken en de leeftijd heeft bereikt om het alle maal eens te overzien. Waar is hij vandaan gekomen, want hij is geen geboren Texelaar. Waar om heeft hij van zijn bedrijf in De Eendracht zo'n exclusief stuk vee houderij gemaakt? Is er een sleutel op dat succes te vinden? Geeft hij de Nederlandse boer nog een kans voor de toekomst? Als de koffie eenmaal op tafel staat, en we zo maar wat over koetjes en kalfjes (zo'n afgezaagde uidrukking krijgt onder deze omstandigheden weer zijn oorspronkelijke inhoud terughebben gepraat, zetten we de klok een flink eind terug. Ik vraag Wanneer ben U naar Texel ge komen, Rutten Hij vertelt dat het in 1948 was. Daarvóór was hij nog brabander, ge boortig van Uden, boerenzoon, van 1928 tot 1948 een boerderij van 30 ha. exploiterend in Venhout. Als ik zijn melding van de streek van herkomst vergelijk met het be drijf dat op Texel mede onder zijn handen is uitgegroeid tot een uniek loopstalsysteem. waar zo'n 75 dieren in produktie zijn, en een even groot aantal stuks jongvee gehouden wordt, dan is het duidelijk dat Rut ten van heel nabij getuige is geweest van een opmerkelijk stuk uit onze agrarische geschiedenis. Want als we het Brabantse Uden aan het begin zetten en De Een dracht als uitloop nemen, betekent dat zoveel als het hebben meege maakt van de veehouderij in haar armetierigheid van kort na de eeuw wisseling, maar ook van de groei, aan de hand van de wetenschap tot superbedrijf naar de meest mo derne normen veel produktie, weinig arbeid, dus automatisering, om het maar kort samen te vatten. En juist wat dat oude betreft, zijn Rutten en ik een beetje verwant. Zijn jeugdherinneringen slaan bij mij aan, omdat ik eens was studie heb moeten maken van die vroegere Brabantse armetierigheid, die overi gens niet in Brabant alléén voor kwam. Het is goed daar iets van te vertellen, want het illustreert wat een enorme stap de besten onder onze boeren hebben moeten doen om ook vandaag-de-dag nog boer te kunnen zijn, „industriële boer". Wat Rutten betreft zit er in die ver gelijking van het Brabantse vroeger met nu ook nog een wonderlijke parallel. Want de Brabantse potstal van rond de eeuwwisseling heeft trekken gemeen met een open loop stal van tegenwoordig. De potstal was de plaats waar de koebeesten gemolken werden, en diende het vee als nachtbehuizing. Tussen de melktijden door gingen de koeien zo'n zes uur bij elkaar de weiden in. Als de rogge van het land was, zo omstreeks juli zaaide de boer speciaal voor de beesten een tweede gewas; spurrie. Na ongeveer negen weken konden de dieren het eten. Om er zoveel mogelijk profijt van te trekken, werden de beesten met een touw aan een paal vastge zet, zodat ze gedwongen waren een oppervlakte van 2V2 meter eerst schoon af te grazen, alvorens ze een nieuw stuk kregen. De boer zaaide de spurrie met tus senpozen. zodat er steeds nieuw groenvoer was; als het allemaal mee liep tot Sinterklaas aan toe. Vaak hielden vrouwen toezicht op dit „tuieren in de spurrie", zoals het heette, en zaten met breiwerk achter een windscherm van stro. De potstal was vroeger ook de be huizing van het pluimvee. Overdag söharrelden de hennen op het erf; tegen de avond trokken ze naar de stal, naar de „hennenhört", een samenstel van latten onder de hooi zolder opgehangen, en daarop gingen de dieren op stok. De varkens kregen slobber van ge kookte aardappels, en bieten, soms met eikels en met brandnetels. Ook kregen ze wel eens een schep meel in hun slobber; een onmisbaar be standdeel van het voer was dit be paald niet, vooral ook omdat er nog al wat ondermelk bij gevoerd werd. De boer van die jaren „boerde" met primitieve middelen, en het kwam zijn portemonnee niet ten goede. Pas toen landbouwonderwijs en nóg wat later landbouwvoorlichting genoten kon worden, werd het beter. Toen Rutten in 1948 naar Texel, naar De Eendracht kwam, kon hij dan ook bogen op gedegen landbouwonder wijs en veel ervaring. Hij kreeg 130 ha. verwaarloosd land te beheren, vergiftigd door de herik, van erg lichte kwaliteit en heel droogte- gevoelig. Hij koos voor gemengd bedrijf, bond de strijd tegen het onkruid aan, en won de slag. In 1952 waren de ak kers praktisch onkruidvrij. Maar op 1 februari 1953 bij de grote ramp ging zijn hele boerenbedoenmg on der water; drie maanden is hij met zijn gezin van het bedrijf weg ge weest. Dat jaar „oogstte" hij twee tot tien mud graan per hectare. De grote ombouw van zijn bedrijf tot het open-loopstal-systeem da teert eerst van 1959, na veel voorbe reidende studie en overleg met de Rijkslandbouwvoorlichting te Wage- ningen. Nadat we zo wat over vroeger heb ben zitten praten en samen ook nog even naar De Eendracht zijn geweest om de geur van mest en warme die ren op te snuiven, is mij het beeld van Rutten eigenlijk wel compleet. Hij past wel in de lijst, maar die lijst moet niet te klein zijn. Hij is geen miniatuurtje, ook al is hij klein van gestalte, en zou je bij een eerste ont moeting eerder aan een handelaar denken dan aan een veeboer. Maar met zijn handdruk geeft hij meteen door wie hij is, zoals iedere veeboer dat doet. Zijn hand druk is geen hechte greep, maar een omvatten. Zo herken je altijd de veeboer. Voor zijn facie is ook geen grote lijst nodig, want hij heeft een klein hoofd, zonder uitgesproken boerse trekken, al kan een Brabants petje zijn agrarische inslag wellicht met een onthullen. De lijst moet daarom groot zijn, om dat hij veel omgeving nodig heeft, veel achtergrond, een wijde horizon. Rutten is een voorstander van het middelgrote boerenbedrijf. Daarin ziet hij nog heil voor de boer Hij zegt Wij groeien er wel duidelijk naar toe, dat in de nabije toekomst minimaal 30 tot 35 ha. nodig zijn om een boer aan een redelijke boterham te helpen. Maar ik ben geen voorstander van monster achtig grote bedrijven, want dan gaat het verschijnsel van te wei nig energie op te veel grond ont staan, mee een averechts resul taat. Door de E.E.G. zitten we in een overgangsstadium, maar ik ben het niet eens met die pessi misten die binnen afzienbare tijd voor de boer in Nederland geen mogelijkheden meer zien. Boeren zullen blijvend onmisbaar zijn. Een ander punt is echter de houding van de overheid bij deze structuurverandering in het boe renbedrijf. Het gevaar is niet denkbeeldig, dat de bemoeiing van de overheid gaat afnemen naarmate de bedrijven groter worden Ik ben een voorstander van geleide economie. die moe ten we houden, want daar varen we wel bij maar niet de ge leide economie die op een dub beltje wordt uitgeknobbeld. Rutten zo horende spreken, begrijp ik de zin van de grote stapel post. Bij wil altijd goed georiënteerd zijn en niet „achter". Niet eens omdat hij nog zo nauw bij de dagelijkse leiding van het bedrijf, dat naast veel vee ook nog veel pootaardappe- len en andere akkerbouwgewassen bevat, betrokken zou zijn ik doe nog wel mee voor de Eendracht, zegt hij, méar in firmaverband met mijn twee zonen en ik hoop juist dóardoor zo zachtjesaan de gehele leiding uit handen te geven maar omdat zijn horizon tot buiten de lijst door loopt. Dat verklaart tevens zijn be langstelling voor en bemoeienis met het organisatorische deel in het bedrijfsleven. Ik heb nooit langs de kant willen staan om alleen maar toe te zien; ook in mijn jeugd niet. Ik heb altijd graag mijn partij meege speeld. maar zo langzamerhand voel ik mij een beetje op mijn retour en daarom stoot ik gelei delijk de mij toebedeelde functies af. Ik vind dat verstandig voor mijzelf en het geeft de jongeren de kans om zich te ontplooien en belangstelling te wekken. Want zo moet het toch zijn? Ik mag graag wat in mijn tuin werken en in m'n druivenkas en ik ben ook nog wel wat gesteld op de jacht, waarin ik van collega's nog heel wat leren kan; je bent dan in 't vrije veld, in de vrije onbe zorgde natuur en je vult er heer lijk je tijd mee Samenvattend zie ik het zó: als ik iets betekend en bereikt heb, heb ik dat lang niet aan mijzelf alleen te danken, maar vooral ook aan de grote werkzaamheid van mijn 2 zoons en de grote arbeidzaamheid van het personeel, waarvan ik vooral noemen wil de gebroeders Hen drik en Piet van Duren, verder de prima samenwerking met de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst de chemische onkruidbestrijding, de vrij intensieve mechanisering, die mogelijk wel eens iets aan de ruime kant was, en een van na ture wat ondernemende inslag, die ik in m'n jeugd reeds bezat. Had ik inder.tijd wat meer onder nemingsgeest en vooral durf ge had, dan had nog meer bereikt kunnen worden. Ik geloof, dat veel jonge boeren te bang zijn om „de voeten verder uit te steken dan de lakens lang zijn". Met niets ondernemen wordt nooit iets verdiend. In het gesprek met Rutten vraag ik mij soms af met welk soort boer ik eigenlijk te maken heb. In zijn wijze van betogen hecht hij weinig waarde aan tradities (en zin voor traditie is toch een typisch boerentrekje?), hij benadert de boerenproblemaliek meer als amateur-planoloog en manager, dan als veehouder. Hij dubt niet over het kleine détail, maar heeft een frisse kijk op de ont wikkeling in grote lijnen. Maar tóch is hij een boer. Want zo maar midden in een betoog geeft hij een kreet weg „Boerenland in boerenhand", zegt hij. Dan ben ik toch, en het doet me deugd dat te ervaren weer thuis bij de ware boer, doortrokken van het agrarisch sentiment; dat is onafhankelijk heid, wat strijdlust en standsbewust zijn, dat het maar moeilijk kan heb ben, dat zoveel grond in Nederland in niet-agrarische handen raakt. Als we uitgepraat zijn, en ik al zo'n beetje ben opgestaan om te vertrek ken, wordt er nog een kop koffie aangeboden. Heus, in Brabant zou ik geweigerd hebben (en ik zou ook zonder bele digend te z;jn hebben kunnen weige ren). maar hier in het laatste huis van de Schilderweg zeg ik graag ja FOTO LANGEVELD 0E R00IJ N.V. F S zg^g^ggggzs runder 4,40 varkens 4,20 paarden 3,50 per 500 gram D rosbief rund 4,50 11 rosbief paard 3,60 jj varkensfricandeau 4,20 p. 500 gr. blinde vinken 90 cent slavinken 45 cent per stuk snitsels 1,10 per 100 gram grote pot knakworst 2,10 150 gram poulet, 150 gr. qq yi gehkat en mergstaaf ±^Jö hele kalkoenen kalkoenbout tl botermalse braadkuikens tï kippenpoulet 250 en 500 gr |j bestaande uit ham, snij- worst en gebraden gehakt samen 300 gram voor een smakelijke metworst runder 2,50 paard 2,20 per 500 gram maak van utv kerstmaaltijd een echte feestmaaltijd geef s.v.p. vroegtijdig uw bestellingen op 3 stuks i.p.st.z. vierpersoons CARAVANS (Bleubird 1962) afm. lang 4.50 m., breed 2.00 m., hoog (binnen) 1.90 m„ met zonneluifel, 4 lig stoelen, buitentafel etc. Volledig ingericht(dekens,serviesgoed, kook- inventaris etc.) Elemert 10 Den Burg De officier van Justitie in het arrondissement Alkmaar brengt ter algemene kennis dat bij on herroepelijk vonnis van de arrondissements-recht- bank te Alkmaar van 2 december 1965, gewezen in de zaak van de gemeente Texel, als eiser, tegen A. Uitgeest, weduwe van P. J. Appelboom, als gedaagde, en P. Uitgeest, als interveniënt is uitgesproken de onteigening ten behoeve van de gemeente Texel van het perceel, kadastraal be kend gemeente Texel, sectie K nummer 1863 met bepaling van de schadeloosstelling op f30.270.- voor gedaagde en op f57.451.- voor interveniënt met veroordeling van eiser in de kosten van het geding. De Officier van Justitie, Jhr. Mr. A. Reigersman. Zondag 19 december a.s. wordt de uitge stelde puzzel-betrouwbaarheidsrit verreden. Dit is de laatste rit voor het kampioenschap 1965. Start 14 00 uur indu strieterrein. Prachtige collectie T.V. toestellen. Na afspraak in werking te zien. Ook re paratie aan alle merken radio en T.V. toestellen. Op alle verkochte toe stellen 3 maanden garan tie. J. VAN WIJNGAARDEN Heemskerckstraat 5. Oudeschild Telefoon (02220) 2695 van het Witte Kruis van Den Helder en omstreken. In verband met de feestdagen is er in de maand december Ik kijk, vergelijk en keur goed vóór ik iets koop. Vooral mijn foundation koop ik met zorg. Waarom? Ik houd van foundations in perfecte persoonlijke pasvorm. Maar ook moeten ze modieus zijn. Daarom is mijn keus steeds gevallen op Pas-Tunette. En omdat ik houd van een zaak met een persoonlijke service, heb ik ook mijn adres al bepaald. Korselet, Lycraen nylon-satijn. Op- tilon ritssluiting in het voorpand 43.50

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1965 | | pagina 7