gals e
staat
f
moet
doen
BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPÜTER
sei
Slagroom
Doodlopende zijweg
WOLF^?c^pee?
Bakkers Ijzerhandel n.v.
SPORTPROGRAMMA
Lekker en gezellig: vla-flip met slagroom!
ZONDAG 1 MEI 1966:
4de klasse A KNVB:
Watervogels-Texel, 2.30 uur
Helder-ZAP
Succes-Hollandia T.
LS W-Grasshoppers
BKC-SVW '27
Afdeling Noordholland
Dirkshorn-Cocksdorp, 2.30 uur
Texelse Boys-Callantsoog, 2 uur
Oosterend-Wiron, 2 uur
Helder 3-De Koog, 2.30 uur
Texel 2-Watervogels 3, 2 uur
ZDH-Geel Zwart 3, 2 uur
iDe Koog 2-Watervogels 4, 2 uur
Oosterend 2-Helder 9, 11.15 uur
Helder 7-Oosterend 3, 12 uur
HRC 7-ZDH 2, 2.30 uur
JVC 4-Tex. Boys 2, 12 uur
Junioren
Petten-Texel, 12 uur
Tex. Boys-Schagen 2, 12 uur
Adspiranten
Texel-BKC, 11 15 uur
MEDEDELINGEN
S.V. Texel
Dat wordt oppassen zondag tegen
Watervogels èn toch moeten jullie nog
een paar punten zien te veroveren. Dan
moet het beter gaan dan j.l. zondag. Je
geheel instellen en voluit spelen.
Texel 2- Watervogels 3 kan een mooie
wedstrijd worden De junioren dienen
revanche te nemen wegens het gelijke
spel thuis. De adspiranten moeten weer
eens winnen, en dat kan. D. D.
Texelse Boys
Boys 1 speelt weer thuis, nu tegen
Callantsoog, waarmee we nog een ap
peltje te schillen hebben. We moeten
het deze keer weer doen zonder Ed en
Herman, maar we vertrouwen erop dat
het elftal met enthousiasme en met
overleg ervoor zal zorgen dat de pun
ten deze keer op Texel blijven.
Boys 2 gaat bij JVC 4 een zrware
dobber tegemoet, maar zij hebben meer
voor verrassingen gezorgd. Vertrek met
de boot van 11.00 uur; dus niet 10 uur
zoals voorheen.
De junioren spelen thuis om 12 uur
tegen Schagen. Geen wegblijvers astu-
blieft.
Terreindienst: Sj. v Heerwaarden en
J. Koomen.
TWEEDE SLACHTOFFER
KOLENDAMPVERGIFTIGING
OVERLEDEN
DEN HELDER In het ziekenhuis
Parkzicht" te Den Helder is dinsdag
ochtend de 76-jarige mevrouw M. v.d.
Vliet-Peper overleden. Zoals bekend,
was zij op 11 april in zorgwekkende toe
stand opgenomen met ernstige kolen
dampvergiftigingsverschijnselen, aan de
gevolgen waarvan haar echtgenoot, de
heer A. v.d. Vliet, onmiddellijk was
overleden.
INGEKOMEN PERSONEN
Adrianus A. van 't Hof, van Brielle,
Witte de Withstraat 32, naar De Waal,
Polderweg 2; Gertrudis M. J. de Koek,
van Diemen, Burg. Kievitstraat 3 naar
De Koog, Plevierstraat 16; Teake J. R.
van Wijland, van Schagen, Oude Slot-
straat 5 naar Den Burg, Burdetstraat
13; Jan C. van Ligten, van Zeist, Meer
koetlaan 10 naar H 131; Leo M. H. M.
Koenders, van Rotterdam, a/b Karei
Doorman, naar H 131; Otto H. Vellinga,
van Oostdongeradeel, Oostrum K 55
naar H 131; Sylvia Wassenaar, van Nij
megen, Zonstraat 31 naar Den Burg, W.
v. Beierenstraat 34; Jan van der Schagt,
van Den Helder, Buitenhaven 5 naar
H 131; Johannes L Veldhuis, van Alk
maar, Rembrandstraat 60 naar Den
Burg, Wilhelminalaan 22; Petrus P. J. J.
de Vries, van Eindhoven, Floralaan 296
West, naar Den Burg, Kogerstraat 51.
SLOTAVOND BEJAARDENSOOS
OOSTEREND Op de zolder van de
openbare lagere school zal dinsdag
avond 10 mei, aanvang 20.00 uur, een
toneelvoorstelling voor de bejaarden
worden gehouden als besluit van het
seizoen. De avond is niet alleen toegan
kelijk voor soos-leden, maar voor alle
bejaarden uit Oosterend en wijk O. De
genen, die van huis willen worden afge
haald, worden verzocht even contact op
te nemen met de heer H. Wieringa, tol.
(02223) 364.
RADIO-ISOTOPEN TEGEN
GOUDSMOKKEL
In opdracht van de Amerikaanse
commissie voor atoomenergie, werd in
de Verenigde Staten een bijzonder in
teressant apparaatje ontwikkeld, dat in
staat is feilloos aan te tonen of iets uit
goud bestaat, of er goud in is verwerkt,
terwijl het tevens in staat is het juiste
goudgehalte te bepalen. Het is bestemd
voor gebruik bij de douane, die zal
trachten hiermede paal en perk te stel
len aan de steeds toenemende goud
smokkel.
Het apparaatje is klein en draagbaar,
werkt op transistors en is onafhankelijk
van het lichtnet. Het heeft een stralen
bron bestaande uit Xenon-133, die
zwakke gammastralen uitzendt. Het in
genieuze van het geheel is, dat wanneer
de uitgezonden gammastralen op de een
of andere wijze goud raken, dit rönt
genstralen gaat uitzenden. Deze stralen
worden weer opgevangen, passeren spe
ciale filters en zo bereiken slechts de
voor goud karakteristieke stralen een
teller, die impulsen afgeeft, die te horen
zijn als een pieptoon. De geluidssterkte
varieert al naar gelang het goudge
halte. Op goudimitaties reageert het
apparaat niet.
Bijzonder aantrekkelijk van dit stukje
techniek is wel, dat het na het inbou
wen van andere filters ook voor ver
schillende andere metalen geschikt ge
maakt kan worden, zoals bijvoorbeeld
zilver e.d.
Wanneer de douaniers in de V.S. met
deze apparatuur worden uitgerust, ziet
het er voor de goudsmokkelaars niet zo
beit uit!
VERTROKKEN PERSONEN
Rika C. Bastiaans, van B 117a, naar
Amstelveen, Burg. Haspelslaan 5; Fran-
ciscus J. van Sambeek, van Den Burg,
Schilderend 1 naar Ontwedde, Stads
kanaal, Burg. v. Sevenhovenstraat 76;
Jacobus van Sijp met gezin, van E 60f,
naar Schermerhorn, Westeinde 104;
Leonard E. Nederlof, van H 131 naar
Fijnaart CA, Appelaarseweg 14; Corne-
lis van der Vlist, van H 131 naar Ned.
Antillen; An toon Claessen, van H 131
naar Ned. Antillen; Lamberta G. M.
Kouwen'berg, van De Koog, Brink 5
naar Heerhugowaard, Rustenburgerweg
3; Jan Daalder, van Oosterend, Koete-
buurt 1 naar Haarlem, Schouwtjeslaan
16; Jan Vonk, van Den Burg, Jonker
straat 2, naar Hilversum, Larenseweg
115b; Neeltje van Linden, van Den
Burg, Kogerstraat 51 naar Heerenveen,
Jubbega-Schurega, J. Alberdaweg 64
COPYRIGHT STUDIO AVAN
2. Zoals elke grote stad had ook Gra-
vendrecht een indrukwekkend politie
corps, en nog maar kort geleden had
dit corps versterking gekregen in de
figuur van de brigadier der eerste klas
se, P. J. Gnjpse, die bij vriend en vijand
bekend stond onder de eenvoudige be
naming „brigadier Piet". Daar houden
wij ons dus ook maar aan. Toen briga
dier enkele maanden geleden werd
overgeplaatst van Bonkelhoven naar
Gravendrecht, slaakten de boeven van
Bonkelhoven een zucht van verlichting
„Gelukkig!" zei de Bonkelhovense on
derwereld. „Brigadier Piet zijn we
kwijt!"
Maar de gangsters van Gravendrecht
hadden zich argwanend in hun
FEUILLETON
door
Gré de Boer
geestige spelonken teruggetrokken. In
angstige spanning wachtten zij af wat
de befaamde brigadier Piet nu wel te
gen ze zou gaan ondernemen
Brigadier Piet deed echter nog niets.
Voorlopig beperkte hij zich ertoe oplet
tend zijn ronde te doen langs de meest
afschuwelijke misdadigersbuurt, die
Gravendrecht rijk was, een warnet van
stinkende stegen, een dwaaltuin van
sloppen vol gevaar
Pardon, meneer! In deze onheilspel
lende buurt hoort U niet thuis", zei
brigadier Piet en hij stelde zich op voor
de kleine Oosterling, in wie wij dr.
Yokito herkennen. „Wat heeft U in dit
smerige slop te zoeken?"
„Weg door dit srop kortste weg naar
mijn hoter", antwoordde dr. Yokito, die
zoals elke Japanner moeite had met het
uitspreken van de letter L. Daar maakte
hij altijd een R van. „Kreine Japanner
bedankt grootmachtige brigadier voor
zijn berangsterring", vervolgde hij min
zaam. „Berangsterring echter niet no
dig, want Yokito best in staat eigen
boontjes te doppen!"
Met deze woorden verdween dr. Yo
kito onbevreesd in de sinistere Boks
beugeldwarsstraat Onthutst keek
brigadier Piet de kleine Oosterling na.
En was echter nog iemand, die de kleine
Oosterling begluurde. Dat was Platvink-
Jantje, een oude bekende
39. Gingen ze aanvankelijk nog samen
uit, in de hete Zwitserse zomer kon hij
niet meer de energie opbrengen om na
een dag hard werken zich opnieuw te
kleden en uit te gaan naar drukke en
bedompt-warme café's, zodat ze al spoe
dig alleen ging. Hij verwonderde zich
dagelijks over haar onvermoeidheid. Ze
verstond de kunst er altijd aantrekke
lijk uit te zien, zelfs op de vroege mor
gen als ze zich gehaast klaar maakte om
naar haar werk te gaan. Zelfs in haar
eenvoudige warenhuis-japonnetje zag
ze er aantrekkelijk uit. Maar hij wist,
dat ze voor hem verloren was. Na en
kele laatste, hardnekkige pogingen om
haar genegenheid terug te winnen, die
waren uitgelopen op ruzie en haar
openlijke demonstraties van afgrijzen,
had hij het opgegeven. Langzaam leef
den ze als vreemden verder, die elkaar
weliswaar kenden en beleefde ge
sprekken hielden, doch die verder niets
met elkander gemeen hadden dan het
feit, dat ze beiden hun schepen achter
zich verbrand hadden en er geen weg
terug meer mogelijk was. Hij wist, al
sprak ze er nooit met een woord over,
dat haar verbittering om de dwaze
daad, met de dag groeide. Dat ze wrok
te. Er gingen dagen voorbij, dat ze el
kander nauwelijks wat anders zeiden
dan een groet. Na het eten verdween ze
naar het afgeschoten deel van het ver
trek, dat haar domein was en hij niet
meer mocht betreden, waste en ver
kleedde zich en ging de deur uit. Om
soms tegen middernacht, als hij al lang
in bed lag, terug te keren. Soms ging ze
even naar hem toe en bekeek hem. Door
zijn oogharen zag hij soms, dat ze hem
peinzend bekeek. Doch meestal ver
waardigde ze hem geen blik meer.
Tegen de winter bemerkte hij, dat ze
een vriend had, die haar 's avonds naar
het pension bracht. Een keer had hij
haar op zaterdagavond gezien, stijf ge
armd met een zwarte jongeman. Een
vrolijke glimlach op haar gezicht. De
oude Jos was weer herboren. Het vuur,
dat hij in haar ontstoken had en nu al
lange tijd gedoofd bleek, was door de
knappe jongen weer aangewakkerd.
Doch op hun kamer liet ze niets mer
ken. Ze sprak er nooit met een woord
over, hoewel ze wel moest begrijpen,
dat hij het wist. Het kon haar blijkbaar
niets schelen.
De moeilijkheden begonnen, toen de
kranten aandrongen op het paal en
perk stellen van het toenemend aantal
vreemdelingen, dat in Zwitserland
werkte en ging werken. De arbeids
markt was overvoerd, en de eigen men
sen raakten werkloos.
De regering kon niet doof blijven
voor de eisen, die pers en politieke par
tijen stelden. Er kwam een wetsont
werp, dat met grote meerderheid werd
aangenomen. Zij, die de laatste vijf ja
ren in het land waren gekomen en niet
konden aantonen, dat ze onmisbaar wa
ren voor de Zwitserse economie, raak
ten per 1 januari hun werkvergunnmg
kwijt. Onder de slachtoffers
waren Huib en Josefien. Met geen enkel
vooruitzicht opnieuw aan de slag te
kunnen komen. Daarover ontstond ru
zie. Nu ging het meisje hem verwijten,
dat hij haar in deze onmogelijke positie
gebracht had. Hij probeerde van alles
om maar aan de slag te komen. Soms
had hij enkele dagen werk, maar als de
politie er de lucht van kreeg, stond hij
weer op straat. Ieder los karweitje, dat
hij krijgen kon, nam hij aan om weer
een paar franken te kunnen verdienen.
Op een koude januarimorgen was ze
plotseling verdwenen. Huib was de stad
ingegaan om werk te zoeken. Jos lag
nog in bed en sliep of deed alsof. Toen
hij tegen de avond, moe en hongerig,
voor tuin en Qazon, die ons het leven veraangenamen
Weg met de verouderde gereedschappen tn de tuin
en op het veldl Met WOLF-gereedschappen werkt U
trekkende gemakkelijker,vluggeren grondiger,zonder
inspanning, zonder bukken, zonder rugpijn. Voor elk
karwei en voor elke grondsoort is er het geschikte
WOLF-gereedschap. Erkende merkartikelen. Sinds
40 jaar in de gehelewereld millioenen-voudig beproefd.
WOLF-gereedschappen - door en door goed - steeds
voorradig bij:
terneergeslagen, omdat hij niets had
kunnen vinden, in de koude kamer te
rugkwam, bleek Jos verdwenen. Zonder
briefje achter te laten. Zenuwachtig
doorzocht hij de kamer, om tenslotte tot
de conclusie te komen, dat al haar per
soonlijke bezittingen verdwenen waren.
Aan de kale tafel, waarop de onge
wassen ontbijtboel nog stond, had hij
zitten huilen. Hoewel ze al weken el
kaar vrijwel negeerden en nog maar
zelden iets tot elkaar zeiden, was haar
aanwezigheid, vooral gedurende de lan
ge winternacht, de laatste draad, die
hen nog verbond. Nu was hij helemaal
alleen. Al had ze maar een kort af
scheidsbriefje geschreven. Maar niets..
geen woordgeen letter.
En de druppel, die de emmer bijna
had doen overlopen, was de medede
ling van de vreemdelingenpolitie ge
weest, dat hij binnen 30 dagen het land
moest verlaten, als hij geen voldoende
geldmiddelen bezat om m zijn onder
houd te voorzien.
Drie weken later had hij onder de
burgelijke stand in de krant gelezen,
dat ze getrouwd was. Ongetwijfeld met
die zwarte jongeman.
Ook voor haar zou dit wel gegolden
hebben, dacht hij. Door haar huwelijk
werd ze automatisch Zwitserse en was
ze gelijk onder de pannen.
Nu, op deze gure maartdag was hij
ten einde raad. Hij had nog tien rappen
in zijn zak en geen enkel vooruitzicht
op werk. Met als dreiging, dat hij bin
nen afzienbare tijd het land uitgezet
zou worden. Waarheen? Duitsland?
Frankrijk?
Was het toeval, dat hij juist aan thuis
dacht in Nederland? Aan de gezellige
woning in de Papaverstraat, temidden
van Nel en hun kinderen? Terwijl hij in
zijn koude kamer zat te rillen, dacht hij:
Daar brandt de haard met mijn leun
stoel er naast. Nel schonk om deze tijd
eerst koffie, zo heerlijk geurig. Met de
plak cake erbij. Of een gebakje uit de
zaak van Jaap. Na de koffie een heer
lijke sigaret, de pantoffels aan. Nelie
aan de tafel met haar huiswerk, Henk
boven op zijn kamer.
Terwijl hij naar Nel keek in het ver
trouwde, lieve gezicht, waarin de rim
pels nu zichtbaar werden, brak er wat
in hem. Langzaam, geluidloos bijna be
gon hij te huilen. De reactie. De weten
schap: hier zit mijn vrouw en ze ver
wijt me niets. Integendeel: ze wil me
meenemen naar huis. Wat zei ze: We
zullen ons verheugen over je thuis
komst.
In één slag uit alle ellende. Geen zor
gen meer, geen kou en honger. Mee te
rug naar Nederland. Dit was teveel voor
één keer.
Hij voelde Nel's armen om hem heen.
Op een manier, die geen tegenstreven
duldde, trok ze hem naar zich toe aan
haar borst Terwijl ze zijn vermagerde
gezicht streelde, zei ze: „Huil maar uit,
mijn jongen; niemand ziet je hier. Nie
mand hoeft het ooit te weten. Ik heb
je weer terug en daarvoor ben ik on
uitsprekelijk dankbaar. We zetten een
streep achter wat gebeurd is en begin
nen opnieuw. In ons huisje, met onze
kinderen en kleinkinderen. We zijn al
lemaal blij, want je was verloren en we
hebben je weer gevonden".
HOOFDSTUK 16
De dag, nadat Huib Hartog in de
schoot van zijn gezin was teruggekeerd
en na veel tranen van schaamte en tra
nen van vreugde, blij geaccepteerd was
door kinderen, schoonzoons en -doch
ters, zei Jaap 's morgens tot zijn vrouw:
„We zijn er nog niet met vader, Hennie.
Moet je eens opletten, hoe ze in de stad
zullen reageren, als ze het horen. Ik ben
nieuwsgierig, of we weer voor een poos
je klanten kwijtraken".
Hennie begreep hem wel. „Het is een
zuur appeltje voor ons allen. We moe
ten er maar flink onze tanden inzetten"
Binnen een paar dagen bleek, dat
Nels optimistische definitie; we zetten
er een streep achter en beginnen op
nieuw, weerstanden ondervond. Ver
schillende ingezetenen waren die me
ning vast niet toegedaan. Er waren ste
delingen, die hem min of meer kenden,
die het maar grenzeloos brutaal vonden
om ijskoud terug te keren naar hun
goede stad. In plaats van schaamte zo
ver mogelijk weg te gaan en nooit meer
terug te keren Ja, ja, sommige mensen
hadden toch maar een plank voor hun
kop. Wat zeg ik? Een balk. Nou, Huib
Hartog telde niet meer mee, als hij dat
maar wist.
(Wordt vervolgd)