m BRIGADIER PIET EN DE SPORTCOMPUTER OOK IN NOORD-HOLLAND KENT MEN DE PERSOONLIJKE BEHANDELING VAN DE RAIFFEISENBANK. HET GEHEIM VAN DE BLAUWE TREIN Wij vragen uw aandacht voor LANDBOUW en VEETEELT:, Voor w Baby ,s TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 10 JUNI 1966 rubriek voor Een late stikstofbemesting Door de minder goede groeiomstan- digheden is de ontwikkeling van de granen op diverse plaatsen minder goed aan op grond van de gegeven bemesting kon worden verwacht. Daar is niet aan te ontkomen. Het verschil in ontwikke ling van de gewassen tussen gunstige en ongunstige groeiomstandigheden kan in bepaalde gevallen wel gelijk zijn aan een bemesting van 20Ü kg. kalkammon per ha. Voorheen waren de akkerbouwers van oordeel, dat daar op het moment, waarop het graan al een lengte van bijv. 30 cm. had niets meer aan te doen was. Men moest dit maar nemen. Uit proeven, die de laatste tien jaar zijn genomen blijkt, dat ook een late stikstofbemesting nog een flink effect kan hebben. Deze late bemesting wordt meestal gegeven tegen de tijd, dat de granen gaan „schieten". Het gewas gaat op dit moment aanstalten maken om de aar naar boven te brengen. Wij zijn van mening, dat er dit jaar heel wat percelen graan zijn, waar deze late stikstofbemesting op z'n plaats kan zijn. Men neme hiervoor bij voorkeur een snel werkende stikstof, die boven dien niet veel water nodig heeft. We denken dus aan kalksalpeter of chilisal- peter. Ais het gewas een zeer schrale stand heeft, kan men van de genoemde meststoffen wel 200 kg. per bunder ge ven. Wijziging in de oppervlakte van gewassen de Als gevolg van de minder goede weersomstandigheden moesten op een aantal bedrijven gewassen worden om geploegd om door een ander gewas te worden vervangen. In het algemeen is dit een kostbare zaak. Er zijn veelal al heel wat kosten gemaakt aan het eerste gewas. Bovendien is het zo goed als ze ker, dat van het tweede „zaaisel" een lagere opbrengst dan normaal moet worden verwacht. We kunnen hier rus tig spreken van een schadepost. Laten zij, die deze schadepost moeten nemen er om denken, dat de schade nog niet groter wordt door na te laten deze wijziging van de oppervlakte van de ge wassen door te geven aan de Districts Bureauhouder, beter bekend als de Plaatselijke Bureauhouder. Voor ons ge bied is dit de heer K. D. de Haan te Schagen. Adres Corn. Bockstraat 47, telef. (02240) 2514. De heer De Haan houdt als regel éénmaal in de twee we ken zitting in Hotel „De Lindeboom- Texel". „Noodgew assen" Voordat er wordt overgegaan tot het omploegen van een gewas is er in het algemeen heel wat gewikt en gewogen. Volkomen begrijpelijk! We schreven hiervoor al, dat een volgend gewas vrij wel altijd minder oplevert dan een nor male opbrengst. Persoonlijk zijn we dan ook van mening, dat men niet al te gauw tot het besluit moet komen een gewas om te rijden. Zolang er nog een kans in zit, dat het eerste gewas een opbrengst zal geven, die 70% of meer van het normale is, kan men, zeker als het seizoen al gevorderd is, het eerste gewas beter laten staan. We kunnen U wel zeggen, dat we het een buitengewoon moeilijke zaak vin den om na 1 juni nog antwoord te ge ven op de vraag welk tweede gewas men nog kan zaaien. En we kunnen ons best voorstellen, dat heel wat practische boeren bij wijze van spreken wel eens met „de oren klapperen" als ze in zo'n geval het advies van de landbouwvoor- lichter horen. Zo heeft o.g. het na 1 juni nog gewaagd in één geval te adviseren om zomergerst te zaaien. Met nadruk zeggen we „in één geval". Daarbij is ze ker rekening gehouden met de omstan digheden. Het was intussen niet een advies, dat helemaal in de lucht hing. Het is gebaseerd op een ervaring van heel wat jaren geleden, waarbij een perceel zomergerst, dat een week in juni werd gezaaid nog een opbrengst gaf, die 75% van normaal was. We zien het er van komen, dat we ook de eerste weken nog enkele malen voor het probleem van een tweede gewas zullen worden gesteld. Wat moet dan ons advies zijn? Voor de gemengde bedrijven gaan we denken aan inzaai van grasland. Als het POEDER - CfcEME - OLIE - ZEEP de bedoeling is om het perceel een paar jaar in gras te laten liggen kan dit een mengsel voor blijvend grasland zijn. Denkt men aan een kortdurend gras land, dan kan men ook kiezen voor Ita liaans raaigras. Als de weersomstandig heden spoedig veranderen kan men van dit Italiaans raaigras dit jaar nog een flinke opbrengst halen en ook volgend jaar heeft dit gewas nog een goede pro- duktie. Op bedrijven, waar men gewend is graszaad te telen, of waar men dit wil gaan doen zou men ook hieraan kunnen denken. Men kan dan dit jaar van het gewas nog een groene opbrengst halen en het perceel voor 1967 laten liggen voor de teelt van graszaad. Als we het over late gewassen heb ben, worden ook altijd de koolrapen ge noemd. En van oudere boeren hoor je dan: „Voorheen zeiden we altijd, dat als dit gewas met de kermis maar twee blaadjes had, dat het dan nog een goede opbrengst kon geven". Dit zal ook wel zo zijn. We vinden het echter geen aan trekkelijk gewas. Voor veevoer wordt het minder gewaardeerd en de kans om de koolrapen af te zetten voor de con sumptie is de meeste jaren niet zo heel groot. Uit het voorgaande blijkt wel, dat het een moeilijke zaak blijft en er daarom echt wel reden is om te spreken van „noodgewassen". Het „los" houden van het hooi We hebben de indruk, dat de les van het „los" houden van het hooi een zeer moeilijke les is. Het was de laatste da gen uitzonderlijk goed weer om hooi te maken. Om dit te doen is nl. de zon onmisbaar. We moeten het echter niet uitsluitend van de zon laten afhangen of het hooi snel of minder snel in hooi verandert. In de week na Pinksteren kreeg een veehouder het klaar om gras, dat op dinsdag werd gemaaid in diezelfde week op vrijdag te' persen. Het was daarvoor naar onze mening ook ge schikt. U begrijpt, dat dit niet uitslui tend door zonneschijn en wind is geko men. Om te beginnen werd er gemaaid met de klepelmaaier, die het gras enigs zins kneust, waardoor het sneller droogt Daarna is het iedere dag los ge maakt met de trommelschudder. Met de weersomstandigheden, die we op het moment hebben, was het niet direct nodig geweest deze haast te ma ken. Ook zonder klepelmaaier had men dit hooi één of twee dagen later als goed hooi binnen kunnen halen. We zijn er van overtuigd, dat speciaal het schudden van het hooi de veldperiode aanmerkelijk heeft verkort. En we kun nen er daarom niet goed in komen, dat je gevallen tegenkomt, waarbij het gras ook bij dergelijk gunstig weer een aan tal dagen op één kant blijft liggen. Laat men toch proberen om dat wat men dit jaar aan hoeveelheid mist enigermate in kwaliteit terug te winnen. Eén van de mogelijkheden daartoe is verkorting van de veldperiode. En een, eerste voor waarde is dan herhaaldelijk schudden! Nijdig liep smidje Verholen de lobby van Grand Hotel Esplanade weer uit, zijn twee slachtoffers rustig latend waar ze lagen. ,.Het is me wat moois!" grom de hij. „Vanmorgen krijg ik een brief van een vreemdeling! En nauwelijks twee uur later proberen twee andere vreemdelingen te lezen wat er in die ibrief staat! En dat gebeurt in hetzelfde hotel, waar ik met de eerste vreemde ling een afspraak heb! Als dét geen zaak voor de vreemdelingenpolitie is, dan is mijn naam geen smidje Verho len!" Met grote passen stormde hij de trap pen van het hotel weer af en in een wipje zat hij in zijn auto. Het was niet ver van daar naar het hoofdbureau van politie en nog geen drie minuten later stopte hij dus al voor de hoofdingang van dat indrukwekkende bouwwerk. „Nou nou, meneer heeft haast," zei de WEEKAGENDA VAN DE STICHTING CULTUREEL WERK TEXEL Maandag 13, dinsdag 14, woensdag 15 en donderdag 16 juni Den Burg, Avondvierdaagse. Vrijdag 17 juni Den Burg, Jeugdherberg Panorama, Uitvoering balletgroep „Texelem" o. lv. mevr. Kucsmirak. Aanvang 8 uur. Zondag 19 juni Dijkmanshuizcn, Clubviswedstrijd om half 3. ZON, MAAN EN HOOG WATER De zon komt 12 juni op om 4.20 uur en gaat onder om 21.00 uur; 15 juni op om 4.19 uur en onder om 21.01 uur. Maan: 11 juni L.K.; 18 juni N.M. Hoog water ter rede van Oudeschild: 10 juni 0.10 en 12.38; 11 juni 0.49 en 13.24; 12 juni 1.42 en 14.23; 13 juni 2.46 en 15.31; 14 juni 3.56 en 16.43; 15 juni 5.08 en 17.49; 16 juni 6.14 en 18.46; 17 juni 7.11 en 19.36; 18 juni 8.07 en 20.28. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. Noord-Holland is een provincie met een rijk ver leden. De oude vloten zeilden om de kop de Zuider zee op en midden in het hart van de provincie vindt U nog kaken van walvissen. Noord-Holland is ook een moderne, dynamische provincie. Er is daar, bijvoorbeeld, een geheel nieuwe culture ontstaan: de bollenteelt. Als U in het voorjaar de oude Drom- medaris in Enkhuizen bestijgt, ziet U de kleuren pracht van één van Nederlands grootste bollen- gebieden. Over Enkhuizen gesproken, vorig jaar bestond de Raiffeisenbank er 60 jaar! De Raiffeisen- bank is een begrip geworden. Want op de 11.000 inwoners heeft de Raiffeisenbank er 6000 spaar rekeningen. En in de toekomst zal de Raiffeisen bank ook daar klaarstaan om oude en nieuwe cliënten voor al hun bankzaken van dienst te zijn in een prettige sfeer. Zoals de Raiffeisenbank dat overal elders doet. 2.000.000 spaarders. 4,8 Miljard gulden spaargeld. Meer dan 1000 vestigingen. spaarbank en alle bankzaken C\Cdt1 9.0,0 0 dienstdoende wachtsman. „Heefts me neer soms een afschuwelijke misdaad ontdekt?" „Misschien wel", antwoordde de smid. „Daarom moet ik de commissaris spre ken". „Eind van de gang, laatste deur links" zei de wachtsman en de smid was al binnen. Maar commissaris Borgers was in een ernstig gesprek gewikkeld met de brigadier P. J. Grijpse.... ,Een ogenblik, meneer", zei commis saris Borgers. „Ik ben zo gereed met de brigges. Die vertelt mij juist, dat er een kleine Oosterling is ontvoerd, die blijk baar thuishoorde in Hotel Esplanade. Zo was het toch, nietwaar?" „Zeker, commissaris," antwoordde brigadier Piet. „Dat zei hij, voor hij de Boksbeugeldwarsstraat binnenliep." „Dan moet je dat hotel maar eens met een bezoekje vereren," vervolgde com missaris Borgers. „Misschien is de klei ne kerel intussen gewoon thuisgekomen en is er dus niets aan het handje. door Agatha Christie 6 Op een wenk van Van Aldin ging hij zitten, met de handen op de knieen, ter wijl zijn ogen onafgewend op de radia tor bleven gericht. ,Ik heb iets voor u te doen". „Goed, mr. Van Aldin". „Mijn dochter is gehuwd met mr Derek Kettering, zoals u misschien weet". Goby glimlachte even, veelbeteke nend. Hij wist heel wat, maar hij wilde het nooit erkennen. ,Op mijn raad zal zij een aanvraag tot echtscheiding indienen. Dat moet de advocaat natuurlijk behandelen. Doch om persoonlijke redenen wil ik zeer nauwkeurige, volledige inlichtingen hebben". Goby keek naar de hoek en mompel de: „Over mr. Kettering?" „Over mr. Kettering." „Zeer goed, mijnheer." Goby stond op „Wanneer kan ik die hebben?" „Hebt u er erg veel haast bij?' „Ik heb altijd haast", sprak de miljo nair. „Zullen we zeggen vanmiddag om twee uur, mijnheer?" „Uitstekend", zei de ander. „Goede morgen, Göby". „Dat is een zeer handige man", sprak de miljonair, toen Goby wegging en zijn secretaris binnenkwam. „Hij is een specialiteit in zijn soort". In de paar uren die nu volgden wer den er heel wat zaken snel afgedaan. Het was half een, toen de telefoon ging om de heer Van Aldin te zeggen dat mr. Kettering hem wenste te spreken. Knighton keek naar Van Aldin en be greep zijn korte hoofdknik. „Wilt u mr. Kettering verzoeken bo ven te komen?" De secretaris pakte zijn papieren bij elkaar en ging de kamer uit. Even later kwam Derék Kettering binnen. „Goedemorgen. Ik heb gehoord dat u mij wenst te spreken?" Derek Kettering was vierendertig jaar, slank, met een smal, donker ge zicht, dat zelfs nu iets onbeschrijfelijk jongensachtigs had. „Ga zitten", zei Van Aldin kortaf. Kettering liet zich onverschillig in een armstoel vallen. Hij keek zijn schoonvader aan met een soort verholen vermaak. „Ik heb u in lang niet gezien", merkte hij vrolijk op „Zowat in twee jaar niet, geloof ik. Hebt u Ruth al gezien?" „Gisteravond," zei Van Aldin. „Ze ziet er goed uit, vindt u niet?" zei de ander nonchalant. „Ik wist niet dat jij daarover kon oordelen," zei Van Aldin droog. Derek Kettering trok de wenkbrau wen op „O, wc zien elkaar soms in dezelfde nachtclub," antwoordde hij luchtig. „Ik zal er niet veel woorden aan ver spillen," zei Van Aldin kortaf. „Ik heb Ruth aangeraden echtscheiding aan te vragen." Derék Kettering bleef onbewogen. „Wat een drastische maatregel!" mompelde hij. „Hebt u erop tegen dat ik rook?" Hij stak een sigaret op en zei, een rookwolk uitblazend, onverschillig: „En wat zei Ruth ervan?" „Ruth is bereid mijn raad op te volgen". „Inderdaad?" „Is dat alles wat je te zeggen hebt?" vroeg Van Aldin scherp. Kettering tikte de as van zijn sigaret. „Wel, ik voor mij vind dat ze er zeer verkeerd aan doet,", zei hij, alsof de zaak hem weinig aanging. ,Van jouw standpunt bezien, zeker", sprak Van Aldin streng. „Laten we niet persoonlijk worden", zei de ander. „Ik dacht niet aan mezelf, maar aan Ruth. U weet heel goed dat mijn vader het niet lang meer zal ma ken; dat zeggen al de dokters. Ruth kan het best nog een paar jaar uithouden; dan ben ik Lord Leconbury en zij kan chatelaine van Leconbury zijn daar voor is ze toch met mij getrouwd." „Zwijg met je onbeschaamdheid!" donderde Van Aldin. Derek Kettering glimlachte onbe wogen. „Zeker. Het is een ouderwets idee", sprak hij. „Een titel is tegenwoordig geen cent meer waard. Maar dat neemt niet weg dat Leconbury een prachtig oud kasteel is en tenslotte behoren wij tot de oudste families van Engeland. Het zou toch vervelend zijn voor Ruth als zij van me scheidde en het moest aanzien dat ik hertrouwde, zodat een andere vrouw op Leconbury regeerde." „Ik spreek in ernst, jongeman," zei Van Aldin. „O, ik ook," antwoordde Kettering. „In financieel opzicht zit ik aan de grond. Als Ruth van me scheidt kom ik natuurlijk in grote ongelegenheid; en tenslotte: als zij het tien jaar met me heeft uitgehouden, waarom kan ze het dan met nog een paar jaar langer uit houden? Ik geef a mijn woord van eer dat de oude man onmogelijk nog acht tien maanden kan leven; en, zoals ik zei, het zou spijtig zijn voor Ruth als ze datgene niet kreeg waarvoor ze mij ge trouwd heeft." „Je wilt dus zeggen dat mijn dochter je getrouwd.heeft om je titel en je positie?" Derek Kettering liet een vreugdeloze lach horen. „U gelooft toch niet dat het een hu welijk uit liefde was?" „Ik weet alleen," sprak Van Aldin langzaam, „dat je tien jaar geleden in Parijs heel anders sprak." „Werkelijk? Ja, dat is mogelijk. Ik herinner me, dat ik vol goede voorne mens zat. Ik wou een echte Engelse brave huisvader worden met een mooie, liefhebbende vrouw als gezelschap. Maar u hebt daar toch nooit veel ver trouwen in gehad, wel?" Hij lachte weer, maar het ging nog minder van harte. „Ik twijfel geen moment, of je hebt haar getrouwd om haar geld", zei Van Aldin onbewogen. „En zij zou met mij getrouwd zijn uit liefde?" vroeg de ander ironisch. „Zonder enige twijfel," zei Van Aldin. „Maar jij hebt haar schandelijk behan deld." ,Dat kan ik niet ontkennen,", gaf Kettering toe. „Maar zij is ook niet voor de poes, dat verzeker ik u U bent altijd zo hard geweest als een stuk graniet, en uw dochter is nog harder dan u bent. U houdt tenminste nog van één ander mens meer dan van uzelf. Ruth heeft dat nooit gedaan en zal het ook nooit doen." „Nu is het genoeg", zei Van Aldin. „Ik heb je verzocht hier te komen, om dat ik eens precies wilde zeggen waarop het staat Ruth zal scheiding aanvragen en ik wilde je aanraden je daartegen niet te verzetten. Mijn kind mag wei eens een beetje geluk hebben; en denk eraan, dat ze mij achter zich heeft." „O," zei Kettering, „is dat bedoeld als dreigement?" „Je kunt het opvatten zoals je wilt," antwoordde Van Aldin. Kettering trok zijn stoel bij de tafel. Hij zat nu recht tegenover de miljonair. „En veronderstel eens dat ik, omdat ik er alle reden toe heb, me wel zou verzetten?" zei hij langzaam. „Ruth heeft natuurlijk geroddeld over Mirelle. Heel dwaas van haar. Ik bemoei me ook niet met haar vrienden." „Wat wil je daarmee zeggen?" vroeg Van Aldin, hem scherp aanziende „Ik zie dat u met alles weet," zei hij. „U bent natuurlijk enigszins bevoor oordeeld." Hij greep zijn hoed en stok en ging naar de deur. „Het is niet mijn taak adviezen te geven." Hij speelde zijn laatste troef uit. „Maar in dit geval zou ik toch de grootst mogelijke openhartigheid tussen vader en dochter aanraden." (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1966 | | pagina 5