BRIGADIER PIET EN DE SPORT COMPUTER DE KOPERBEMESTING rubriek voor '0n,,w "<'»W LANDBOUW en VEETEELT t Wij vragen uw aandacht voor: f225,-- „horen en zien" Ongeveer f 1400 bij elkaar gevoetbald voor het zwembad POSTSPAARBANK RENTE TOT TWEEDE BLAD TEXELSE COURANT VRIJDAG 14 OKTOBER 1966 >flW' In „Leidstar" vonden we de volgende opmerking: „De meststoffen, die kalk, kali, fosfaat en stikstof bevatten wor den door vrijwel iedere boer in ons land als „volwassen" aangemerkt". Met deze opmerking bedoelt de schrijver, dat de meeste landbouwers van mening zijn, dat wanneer ze de bovenbedoelde voe dingsstoffen aan de grond hebben gege ven de zaak „vond" is. We kunnen het met deze woorden eens zijn, hoewel de vraag gesteld zou kunnen worden of dit inderdaad ook voor kalk al geldt. We komen het nog te veel tegen, dat men pas over een kalkbemesting gaat denken als er bepaalde moeilijkheden ontstaan. De bedoeling van de schrijver is ech ter te wijzen op het belang van toedie ning van andere dan zgn. hoofdvoe dingsstoffen. En daarbij komt als één van de eerste de koperbemesting. We hebben het al meer gezegd, dat uit het onderzoek, dat op ons eiland is ver richt gebleken is. dat een zeer groot ge deelte van de Texelse gronden koper- arm is. In veel gevallen gaat dit ge paard met een tekort aan kobalt. Nu willen we beslist stelling nemen tegen hen, die van mening zijn, dat alle gebreken bij het vee terug te voeren zijn tot het gebrek aan sporenelementen en met name aan koper. Het is zeker niet zo, dat iedere roodverkleunng van de haren, moeilijkheden bij het drachtig krijgen van vee of een slechte ontwik keling van het jongvee het gevolg is van een gebrek aan koper. We zullen hier pas aan mogen gaan denken als het met de verzorging en de voeding van de dieren verder in orde is en als er door onderzoek van de grond en het ruwvoer aanwijzigingen zijn verkregen, dat de kopervoorziening te wensen overlaat. We kregen de laatste weken uitslagen van grondonderzoek en onderzoek van hooi en kuilvoer onder ogen, waaruit duidelijk blijkt, dat het op plaatsen be slist niet goed zit. Verder komt zeer goed naar voren, dat na het toedienen van een koperbemesting het koperge halte in het ruwvoer duidelijk is geste gen. Binnenkort is het weer de tijd om koperslakkenbloem over het land te brengen. Weet u al iets van de koper toestand van uw grond en ruwvoer? En hebt u als dit inderdaad laag bleek te zijn hebt u dan de koperslakkenbloem al besteld? Melken of mesten Aan 't eind van de maandagse markt werd mij door iemand, die naar ik ver onderstel mijn pennevruchten over het algemeen wel ciitisch zal lezen het vol gende toegevoegd: „Je schrijft wel gere geld, dat het aantal melkkoeien per man groter moet worden, maar je zult dit alleen klaar krijgen als de melk een gulden per liter wordt. Want de mensen willen geen zeven dagen per week meer werken". Daarop volgden nog enkele opmerkingen, die duidelijk moesten ma ken, dat de mensen „tabak" van het werken krijgen „Zelfs in de maand september zie je", zo was zijn conclusie „geen mens meer in het land". Zo nu en dan krijg je de indruk, dat de man in kwestie met zijn bewering, dat het een hele toer zal worden om de melkveestapel te handhaven gelijk zal krijgen. De laatste weken kwam ik nl. weer in aanraking met enkele gevallen, waarbij het er op lijkt of de overgang van het bedrijf van vader op zoon te vens zal betekenen, dat het met de melkerij gedaan zal zijn. De jonge boe ren in kwestie voelden beslist wel iets voor de boerderij. Maar dan moest dat bouwland zijn met mogelijk wat scha pen en mestvee. Nu houd ik er rekening mee, dat als het zo ver is, dat het be drijf werkelijk overgaat ook de „jeug dige onbezonnenheid" verdwenen kan zijn. Aan de andere kant moeten we ons naar ik meen wel goed realiseren, dat je van jonge mensen, die geen liefheb berij hebben voor de melkerij niet kunt verwachten, dat het goede veehouders zullen worden. 0.g. dacht aan het bovenstaande toen hij in „Landbouwdocumentatie" een paar opmerkingen vond over de kwestie van melken of mesten. In de eerste plaats werd er op gewezen, dat de ver houding van de prijs van melk en vlees in de toekomst zich waarschijnlijk iets zou wijzigen ten gunste van de vlees- prijzen. In de E.E.G. zou nl. het gevaar van een teveel aan melk groter zijn dan een overschot aan vlees, speciaal aan fijn vlees. Verder werd gewezen op de stijging van de arbeidslonen, die voor de mel kerij funester is dan voor de mesterij, omdat de melkerij arbeidsintensief is. Dan is er volgens de schrijver ook nog de kwestie van de gebouwen. De gebouwenlast drukt bij de melkerij veel zwaarder dan bij gebruik van de grond als bouwland en ook bij het hou den van mestvee zijn de gebouw enkos- ten lager dan bij de melkerij. Zeer opmerkelijk is wat deze schrij ver zegt over de beloning van de ar beidsuren in de melkerij en de mesterij. Er wordt nl. letterlijk gezegd: „Op de grotere bedrijven, die met gebrek aan arbeidskrachen te kampen hebben, is daarom de rundveemesterij verreweg te prefereren, war.t bij een gelijk presta tieniveau van de dieren geeft de meste rij een bijna dubbel zo hoog bruto-inko- men per arbeidsuur als de melkveehou derij". Toch blijft de schrijver van mening, dat de beperktheid van de oppervlakte grond op veel bedrijven veel boeren dwingt om te blijven melken. De be trekkelijk kleine oppervlakte grond maakt het nl. nodig om te zoeken naar een gebruik van de grond, waarbij per bunder het meeste inkomen wordt ver kregen. En het is ontegenzeggelijk zo, dat een bunder grasland met melkkoei en meer inkomen oplevert dan een bun der grasland, dat gebruikt wordt voor de mesterij. De beschouwingen van de schrijver resulteren in de volgende punten. Omschakeling van melkvee op mest vee kan worden overwogen als 1. Toch al een voldoend bruto inko men behaald wordt; 2. Voor de ontwikkeling van de melk veehouderij grote verbouwingen nodig zijn; 3. Arbeidsschaarste een handicap voor de melkveehouderij is; 4. Voldoende kalveren voor de meste rij aangekocht kunnen worden. Ontwatering Nu het er op lijkt, dat de herfstregens begonnen zijn vraagt de ontwatering de bijzondere aandacht. Wij denken in dit geval weer aan het reinigen van de drains. Hebt u al een apparaat aange kocht, waarmee u de drains zelf kunt ragen. Of als u meent, dat de vervuiling daarvoor te ernstig is, hebt u al iemand gewaarschuwd, die de drainreeksen doorspuiten kan Ëen gewaarschuwd man telt voor twee JOH. VINKE WERD WEER PLOEGKAMPIOEN De heer Joh. Vinke die vorig jaar kampioen ploegen van Texel werd, is er zaterdag in geslaagd wederom eer ste te worden. Bij de rondgaande ploe gen verzamelde hij 398,5 punten. De eerste prijs bestond uit 1000 liter gas- olie, beschikbaar gesteld door J. C. Rab N.V. Tweede werd de heer P. Jon ge jan met 394 punten. Hij kreeg een (gevulde) gereedschapskist, aangebo den door de Coöperatieve Aankoop vereniging Texel. Derde werd de heer G. Timmer (384,5 punten); hij werd ver rast met 25 kg spuitvet, aangeboden door de Texelse Olie Combinatie. De heer J. Lap verwierf met 380 punten de vierde prijs, hem aangeboden door de Fa. C. Dros, Eierland. De vijfde prijs won de heer F. Witte (379 punten), een prijs van de Fa. Rentenaar te Ooster- end. Bij de afdeling wentelploegen werd de eerste prijs behaald door de heer J. de Visser (275,5 punten), waardoor hij eigenaar werd van 1000 liter gas- olie, aangeboden door de Texelse Olie Combinatie. Tweede werd de heer J. Smit met 356,5 punt en vierde werd de heer G. Jimmink, 343,5 punt. De prijzen werden uitgereikt tijdens de najaarsvergadering van de vereni ging van oud-leerlingen lagere land bouwschool, j.l. donderdag in de school. De wedstrijd werd gehouden op het land van de heer H. de Lugt, „Padang". Het werd een geslaagd evenement, mede door het fraaie weer, waardoor de publieke belangstelling vrij groot was. Er waren dertien deelnemers en deze hebben bijzonder serieus geploegd. De jury constateerde dat vrijwel allen een heel net werkstuk afleverden. De grond was zeer geschikt. Bovendien was het perceel gelijkmatig waardoor de kansen voor alle deelnemers even groot waren. Dit alles wil niet zeggen dat er geen fouten gemaakt konden worden. De beginvoor bleek nog steeds een moeilijk punt te zijn, waarbij veel straf- punten vielen. Ook de eindvoor was een opgave die voor de meesten te zwaar bleek te zijn. Voorts waren veel deel nemers slordig met het uitzetten en uit lichten van de ploeg. Toch was het dui delijk dat de ploegwedstrijden van de laaste jaren bijzonder leerzaam zijn ge weest. Zelfs kan wo!rden gezegd dat over het algemeen nooit eerder zo keu rig is geploegd op Texel. Mogelijk zijn de zeer aantrekkelijke prijzen, beschik baar gesteld door enkele bedrijven, een belangrijke stimulans geweest. De strijd had een spannend verloop en omdat de er is een échte portable schrijfmachine voor op onze show 13 - 14 en 15 oktober in ,,De Lindeboom-Texel" meeste deelnemers elkaar weinig toe gaven was het voorlopig niet duidelijk wie met het kampioenschap zou gaan strijken. Duidelijk bleek dit ook uit de discussie van de toeschouwers, die het lang niet allemaal eens waren. De jury, bestaande uit de heren K. Timmer, P. Kunst, J. van Strien, K. Eelman en J. v.d. Geest had een moei lijke taak maar kwam tenslotte toch eensgezind tot de hierboven genoemde uitslag, die zaterdag na afloop in het vliegveldhotel bekend werd gemaakt. Onder ideale weersomstandigheden zijn zaterdag de Texelse kasteleins in het voetbal-strijdperk getreden met de Hilversumse artiesten. De weergoden waren de tweeentwintig „strijders voor het zwembad" bijzonder gunstig gezind. Onder vrij veel belangstelling (ongeveer 700 bezoekers) verrichtte burgemeester C. De Koning even na vieren de aftrap. In de eerste minuten golfde het spel wat heen en weer en kon nog moeilijk gezegd worden welke van beide partijen de steikste was. Dit werd echter al heel gauw anders, want na ongeveer tien minuten begonnen de gasten (voorhoede o.a. jongleur Joe Andy, „Sjakie" Schramm en Joop de Knegt) een hevige druk op het doel van keeper Brugmans ZUIVER* HUlP x PU ROL en PU ROL-poeder uit te oefenen. Het achterblok van de Texelaars was gedwongen een aantal malen te capituleren voor deze over weldigende stroom aanvallen. Bij de stand 0-3 kwamen de „Amstel Boys" terug. Een bal door het midden gespeeld bereikte de toesnellende Piet de Graaf die een man omspeelde en het leer gehaaid achter doelman Frits van Turenhout in de artiestentouwen knalde (3-1). Toch namen de gasten het initia tief weer in handen, zodat zij de rust met een 5-3 voorsprong konden ingaan. Na de rust enkele veranderingen bij de Texelaars: keeper Brugmans was naar de rechtsbuitenplaats verhuisd en het Amstelshirt was vervangen door een Heinekenshirt. Misschien is het toe te schrijven aan de laatste wijzigingen dat de Texelaars een enorm offensief kon den inzetten, het liep allemaal een stuk „gesmeerder" in die tweede helft. Via 6-3 werd het 6-4 door J. Stolk. Op een bepaald moment nam midvoor/jongleur Joe Andy even voorbij de middenstip de bal op het hoofd en hield hem op z'n hoofd tot vlak voor het doel. De Texel se achterhoede week vertwijfeld terug, niet wetende hoe in deze situatie in te grijpen. De kopbal die aan het einde van deze solo volgde resulteerde echter niet in een doelpunt De vermoeidheid begon in deze ogenblikken velen toch wel par ten te spelen, men schakelde over in 'n lagere versnelling. De artiesten wisten nog 2 keer te scoren, zodat de eindstand op 8-4 werd gébracht. ZONDAGSDIENST DOKTOREN ingaande vrijdag 24 uur tot en inel maandagmorgen 8 uur Dokter COUTINHO, tel. (02220) 2023 (voor praktijken doktoren Coutinho, Elias en Van Loon) Dokter SIEBINGA, tel. (02222) 234 (voor praktijken doktoren Barnard en Siebinga) GROENE KRUIS (v/h Witte Kruis) van zaterdagmorgen 8 uur tot maandag 13 uur DIERENARTSEN ingaande zaterdagmorgen 12 uur: J. BEEKMAN, tel. (02220) 2936. CONSULTATIEBUREAU V OOR ZUIGELINGEN Woensdag 19 oktober a.s. worden de moe ders van Oudeschild en Den Burg verwacht Oudcschild van 13.00 - 13.45 uur; daarna Den Burg tot 16.00 uur. ZON, MAAN EN HOOG WATER De zon komt 16 oktoebr op om 7.05 uur en gaat onder om 17.46 uur; 19 oktober op om 7.10 en onder om 17.39 uur Maan: 14 oktober N.M.; 21 oktober E.K. Hoog water ter rede van Oudeschild 14 okt. 8.59 en 21.34; 15 okt. 9.41 en 22.09; 16 okt. 10.17 en 22.40; 17 okt. 10.44 en 23.07. 18 okt. 11.14 en 25.36; 19 okt. 11.43 en 20 okt. 0.06 en 12.11; 21 okt. 0.40 en 12.42; 22 okt. 1.21 en 13.57. Aan het strand ongeveer een uur eerder hoog water. NOODSLACHTINGEN Voor noodslachtingen in de periode van 15 tot en met 21 oktober: tel 2182 b.g.g. 2069. COPYRIGHT STUDIO AVAN 34. Toen de volkscommissaris voor B-B. weer buiten het hoofdbureau van poli tie trad, voerde hij de kleine Wiadimir Kotsof zegevierend met zich mee. Hij passeerde daarbij op de trappen niet minder dan William D. Buckshooter, de ambassadeur van het o zo grote en rijke Dollarmenië, dat ver weg in de oceaan lag, groot als een werelddeel en mach tig als een reus.... - „Goeienmiddag, mijn waarde begroette William D. Buckshooter zijn collega vriendelijk. Haha Gij hebt reeds succes 'gehad zie ik Ik hoop, dat ik even snel in staat zal zijn een klein misverstand op te los sen!" - „Mag ik u mijn beste wensen daarvoor aanbieden?" ginnegapte Wa- silew in het voorbijgaan. - Dat mag je, al meen je er geen steek van," grinnikte William D. en hij grinnikte nog, toen hij bij de hoofdcommissaris op diens bureau zat. Hij wierp meteen een achteloos ge baar een paar sloffen dure, Dollarmeni- sche sigaretten op tafel, want zo zijn ze wel, daar in Dollarmeme. Dat noemen ze dan economische hulp, wat natuurlijk weinig of niets met omkoperij te maken heeft. „Zeg eh.Borgers.., ik raad je aan die arme, onschuldige Kid Sucker met zéér grote spoed vrij te laten," zei William. „Je hoeft niet, hoor, want ik wil je natuurlijk niet omkopen. Maar als je het niet doet.dan. - „Wat dan?" vroeg de commissaris benepen. - „Wel," zuchtte William D. Buckshooter droef. „Jullie nationale luchtvaartonderne ming hééft al niet zoveel landingsrech ten bij onsen als ze die graag wil len. - „Goed piepte de commissa ris benauwd. „Neem Kid Sucker maar mee HET GEHEIM VAN door Agatha Christie DE BLAUWE TREIN 39. „En toch bent u niet naar de po litie gegaan, mademoiselle?" „Moest ik mijn minnaar verraden?" vroeg Mirelle. „Dat kunt u van een vrouw niet verlangen. Maar nu is het 'heel wat anders. Hij heeft me bedrogen. Moet ik mij dat zomaar laten welge vallen?" „Juist, juist," zei de rechter kalme rend. „En nu wilt u wel even zien of het proces-verbaal van wat u gezegd hebt, juist is, en tekenen." Mirelle las het document niet eens door. „Zeker, zeker", zei ze, ,,'het is juist. Heeft u me nog langer nodig?" „Op het ogenblik niet, mademoiselle." „En Derek wordt gearresteerd?" „Direct, mademoiselle." Mirelle lachte wreed en trok haar mantel om zich heen. „Dat had hij 'kunnen bedenken vóór hij me beledigde," riep zij uit. „Er is nog een kleinigheid" - Poirot kuchte verontschuldigend - „die ik u zou willen vragen. Waarom denkt u dat mevrouw Kettering dood was toen de trein Lyon verliet?" Mirelle keek verbaasd „Maar ze was dood." „Hoe komt u daarbij?" „Ik heb het horen zeggen. Iedereen beweert dat." „O," zei Poirot, „ik wist niet dat ie mand anders dan de autoriteiten dat wist." Mirelle scheen niet geheel op haar gemak. „Men hoort erover praten," zei ze on bestemd. „Iemand heeft het me gezegd, ik weet niet meer wie." Toen ze naar de deur wilde gaan, hield de klank van Poirots stem haar opnieuw tegen. „En kunt u mij iets vertellen om trent de juwelen?" „Welke juwelen?" „'De robijnen van Katharina de Grote. Daar u zoveel hoort, hebt u daarover misschien ook iets horen zeggen." „Ik weet niets van robijnen," zei Mi relle scherp. Ze ging de deur uit, die ze met een klap achter zich toetrok. „Wat een furie!" zei de rechter van instructie. „Maar diablement chic! En ik geloof dat ze de waarheid spreekt!" „Er is waarheid in hetgeen ze zegt," zei Poirot. „We hebben de getuigenis van miss Grey die Kettering eveneens het compartiment van zijn vrouw heeft zien binnengaan." „Maar wat denkt u dat hij met de ju welen gedaan heeft?" zei de commis saris. „Ik heb mijn eigen idee over de ju welen. Zegt u me eens, messieurs: wat weet u van die man die de Markies wordt genoemd?" „Minder dan we wel zouden willen. Hij werikt achter de schermen. Hij heeft ondergeschikten die het vuile werk voor hem doen. Maar hij is zelf van goe de familie. Daaivan zijn we zeker. Hij „Op het ogenblik niet," zei Poirot, „maar misschien wacht mij in mijn ho tel wel nieuws. Au revoir, messieurs, als ik iets belangrijks heb zal ik het u onmiddellijk laten weten." Hij liep met een ernstig gezicht naar zijn hotel. In zijn afwezigheid was er een telegram gekomen. Het was een lang telegram en hij las het tweemaal over, eer hij het in zijn zak stak. Boven wadhtte Georges zijn meester. „Heb je mademoiselle Papopoulos op gebeld?" vroeg Poirot. „Oui, monsieur Zij en haar vader zul len met genoegen vanavond met u di neren." „Ah," zei Poirot in gedachten. Hij dronk zijn chocolade, zette kop en scho tel netjes in het midden van het tafeltje en sprak, meer tot zich zelf dan tot zijn knecht: „De eekhoorn, Georges, verza melt in de herfst beukenootjes, zodat ze 'hem later van pas komen. Om onder de mensen succes te hebben moeten we de lessen uit het dierenrijk ter harte ne men. Ik heb dat altijd gedaan. Ik ben als de 'kat, die zit te wachten voor het hol van de muis. Ik ben als de hond, die het spoor volgt en zijn neus er niet van af houdt. En ook, Georges, ben ik als de eekhoorn, die nootjes verzamelt. Ik heb hier een feitje weggelegd en daar nog een feitje bewaard. Nu ga ik naar mijn voorraadschuur en ik neem er een noot je uit, dat ik er - laat eens zien - zeven tien jaar geleden heb neergelegd. Be grijp je goed, Georges?" „Ik had niet kunnen denken, mon sieur," sprak Georges, „dat nootjes zo lang goed bleven, ofschoon men wonde ren kan doen met stopflessen." Poirot keek hem aan en lachte. komt niet uit misdadigerskringen voort." „Een Fransman?" „J - ja. Tenminste, dat denken we. Maar zeker weten we het niet. Hij heeft 'gewerkt in Frankrijk, Engeland en Amerika. Een serie berovingen in Zwit serland in de vorige herfst wordt ook op zijn rekening geschreven. In ieder geval is hij een grand seigneur, die even gloed Frans als Engels spreekt. Zijn af komst is een mysterie." Poirot knikte en maakte zich gereed om te vertrekken. „Kunt u ons niet iets meer vertellen, monsieur Poirot?" drong de commissa ris aan. HOOFDSTUK XXVIII Poirot speelt voor eekhoorn Poirot vertrok drie kwartier te vroeg voor het diner. Hij had daarmee een be doeling. De wagen bracht hem niet re gelrecht naar Monte Carlo, maar naar de woning van Lady Tamplin te Cap Martin, waar hij naar mademoiselle Grey vroeg. De dames waren zich aan 'het kleden en Poirot moest wachten in een kleine salon. Enige minuten later kwam Lenox binnen. „Katharine is nog niet kaar," zei ze. „Kan ik haar een boodschap overbren gen? Of wacht u liever tot ze zelf komt?" „Neen," zei hij, „ik geloof niet dat het nodig is dat ik wacht. U wilt haar mis schien wel zeggen dat uw vriend, mon sieur Kettering, vandaag gearresteerd is wegens moord op zijn vrouw." Zij werd bleek en haalde snel adem, alsof ze hard gelopen had. „Moet ik haar dat zeggen? Denkt u dat zij het zich erg zal aantrekken?" „Dat weet ik niet. Waarschijnlijk kunt u dat beter beoordelen dan ik." Ze zweeg enige ogenblikken, met ge fronste wenkbrauwen. „Gelooft u dat hij het heeft gedaan?" vroeg zij. Poirot haalde de schouders op. „De politie beweert het". „Ah", zei Lenox, „u verbergt iets. Er is dus iets te verbergen." Met een van haar bruuske bewegin gen trok Lenox een stoel naar zich toe en ging aan tafel zitten, met haar elle bogen op het blad geleund en het ge zicht in de handen. Zo keek ze Poirot recht in het gelaat. „Wat zegt Derek op de beschuldi ging?" „Hij ontkent in de coupé te zijn ge weest." „Idioot!" zei Lenox, met gefronst voorhoofd. „Weet niemand - wanneer ze precies gestorven moet zijn?,, „De dokers kunnen dat niet precies zeggen," zei Poirot, ,.ze zijn geneigd aan te nemen dat de dood is ingetreden na dat de trein Lyon verliet. En we weten in ieder geval dat mevrouw Kettering enkele minuten na het vertrek uit Lyon dood was." „Hoe weet u dat?" Poirot glimlachte (wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1966 | | pagina 5