AGENDA
RAIFFEISEN-
SPAARWEEK
nog t/m 31 oktober!
VOOR KLEINE
OF GROTE ZEKERHEID:
rubriek voor I
LANDBOUW en VEETEELTC. »iin (.yoningrti j
HET GEHEIM VAN
door Agatha Christie DE BLAUWE TREIN
TWEEDE BLAD
TEXELSE COURANT
DINSDAG 25 OKTOBER 1966
WIE ZIJN SCHULD BETAALT
Zo nu en dan worden er door belang
hebbenden in het Ruilverkavelingsblok
vragen gesteld over het definitieve
einde van de Ruilverkaveling. Bedoeld
wordt dan het tijdstip, waarop een be
gin moet worden gemaakt met de beta
ling van de kosten. Als je dan kunt ver
tellen^ dat dit waarschijnlijk nog wel een
paar jaar zal duren, dan is dit voor de
vraagsteller meestal een meevallertje.
Ik heb de indruk, dat de meeste belang
hebbenden het een voordeel vinden,
dat het betalen van de ruilverkavelings-
kosten lang op zich laat wachten.
Deze week had ik echter een gesprek
met een paar grondgebruikers, die een
andere mening hadden. Zij zouden het
een voordeel vinden als de betalingen
al waren begonnen, of in ieder geval zo
spoedig mogelijk aanstaande waren.
Zij redeneerden nl. als volgt. De land
bouwers op Texel hebben goede jaren
achter de rug. Dit is vooral te danken
aan de voor ons eiland gunstige weers
omstandigheden. De gevreesde droogte
is al enkele jaren niet opgetreden. Bo
vendien zijn de kosten een aantal jaren
vrij laag geweest als gevolg van het feit,
I dat sloten, greppels, dammen enz. door
het werk van de ruilverkaveling in or
de zijn gemaakt. Dit alles resulteert in
I goede bedrijfsresultaten voor „de goed
I geleide bedrijven". En een direct gevolg
daarvan is weer, dat de fiscus met een
flink gedeelte van het inkomen gaat
strijken. Eén van mijn gesprekspartners
mehkte wat spijtig op, dat van de laat
ste duizend gulden, die hij vorig jaar
had verdiend de fiscus een groot bedrag
invorderde.
Wat hiervan te zeggen?
Dit geluid was voor mij volkomen
nieuw. Toch getuigt het m.i. van een
gezonde kijk op de zaken. Je kunt je
inderdaad afvragen of het wel zo'n
voordeel is, dat de betalingen voor de
ruilverkaveling maar opgesdhort wor
den. Ik denk hierbij ook aan zaken als
boerderijbouw, drainage en aanleg van
toegangswegen. Van deze zaken wordt
de eerste jaren het meeste profijt ge
trokken en juist in deze periode wordt
hiervoor niet betaald. En als dit dan
samenvalt met goede jaren voor de
landbouw, dan is er inderdaad reden om
te twijfelen aan het voordeel van het
lange uitstel. Toch meen ik, dat de deze
„goedkope" jaren niet uitsluitend als
een nadeel behoeven te zien. Daarbij
denk ik aan het volgende.
Bedrijf op peil brengen
Door het werk van de ruilverkave
ling is er inderdaad een mogelijkheid
om de kosten een aantal jaren laag te
houden. Dit is in veel gevallen echter
niet nodig. We hebben het al meer ge
zegd, dat het voor de meeste bedrijven
beslist niet zo is, dat er na het gereed
komen van de ruilverkaveling geen ver
beteringen meer mogelijk zijn. Integen
deel! In de meeste gevallen bleek het
heel spoedig na het gereed komen van
het werk, dat er aan de ligging toch nog
wel het een en ander mankeerde. En
wil men werkelijk het volle profijt heb
ben van de nieuwe situatie, dan zullen
veel percelen nog eens een keer een na
bewerking moeten hebben.
De jaren tussen het gereedkomen van
het werk en het moment waarop de be
taling begint zijn daarvoor een zeer ge
schikte tijd. Er wordt door de Neder
landse boeren wel eens over geklaagd,
dat hun collega's in de andere E.E.G.-
landen rentesubsidies krijgen om hun
bedrijven op hoger plan te brengen,
waardoor ze straks beter kunnen con
curreren met landbouwers in andere
landen. Misschien moeten we uitstel
van betaling van de ruilverkavelings-
kosten ook als zo'n rentesubsidie gaan
bekijken
Welke zaken in aanmerking?
Tot slot een aantal objecten, die in
aanmerking komen om verbeterd te
worden. In de eerste plaats zijn er de
bedrijfsgebouwen. Een groot gedeelte
van het werk op een veehouderijbedrijf
speelt zich af in en om de bedrijfsge
bouwen. Het kan voor de rentabiliteit
41. „De Markies?"
„Ja, de Markies".
„Hebt u de Markies ooit gezien, ma
demoiselle?"
„Eén keer", zei het meisje. Maar niet
erg goed. Het was door een sleutelgat".
„Dat levert altijd moeilijkheden op",
zei Poirot met kennis van zaken. „Maar
in ieder geval, u zag hem toch. Zou u
hem herkennen?"
Zia schudde het hoofd.
„Hij droeg een masker", zei ze.
„Leek 'hij jong of oud?"
„Hij had wit haar. Het kan een pruik
zijn geweest of niet. Maar ik geloof niet
dat hij zo oud was. Zijn gang was jeug
dig en zijn stem ook".
„Zijn stem?" zei Poiort nadenkend
„Ah, zijn stem! Zou u die herkennen,
mademoiselle Zia?"
„Misschien wel", zei het meisje.
„U stelde belang in hem, nietwaar?
Daarom keek u door het sleutelgat".
Zia knikte.
„Ja, ja. Ik was nieuwsgierig. Ik had
zoveel van hem gehoord. Hij is geen
gewone dief hij is meer een figuur
van legendarische betekenis en zo
romantisch".
„Ja", zei Poirot in gedachten, „ja
misschien is dat wel zo".
„Maar dat was het eigenlijk niet wat
ik u zeggen wou," zei Zia.
„Wat dan?" vroeg Poirot.
„De robijnen werden, zoals ik u zei,
hier te Nice aan mijn vader overhan
digd. Ik zag de persoon niet, die het
deed, maar
van de bedrijven van groot belang zijn
als de bedrijfsgebouwen doelmatig zijn
ingericht
Het is beslist nog niet zo, dat al het
grasland op de Texelse bedrijven er zo
bij ligt, dat het voor alle doeleinden te
gebruiken is. Op heel wat bedrijven
kom je nog percelen tegen, die slechts
met de grootste moeite te maaien zijn.
Bij een moderne bedrijfsvoering is dit
onverantwoord.
De ontwatering laat op veel bedrijven
te wensen over. Soms is dit een gevolg
van een onjuiste ligging van de perce
len. Een zgn. „ingesloten laagte" levert
zowel op bouwland als op grasland veel
moeilijkheden op bij de ontwatering.
We zijn van mening, dat nog diverse
percelen in aanmerking komen om ge
draineerd te worden. Vooral op bedrij
ven, waar men er prijs op stelt om de
grond afwisselend als grasland en
bouwland te gebruiken is een drainage
in feite onmisbaar.
Als men in een positie verkeert als de
man, waarover ik hiervoor sprak, dan
kunnen deze verbeteringen voor een
goed deel uitgevoerd worden met geld,
dat anders naar de fiscus wordt ge
bracht
EEN PLUIM OP DE HOED VAN
Het is al heel wat jaren geleden, dat
een veehouder tijdens een vergadering
er behoefte aan had een goed woord te
spreken tot de landbouwvoorlichter.
Hij begon zijn lofrede als volgt; „Een
hoed draagt de man niet en ik kan hem
daarom geen pluim op z'n hoed zetten.
Veel haar heeft hij niet meer en daarom
kan ik hem niet over z'n kuif strijken.
Maar...." En toen kwam de rest. Uit
de wijze, waarop deze veehouder zijn
toespraak begon, kunt u wellicht opma
ken over wiens hoofd deze woorden
werden uitgesproken.
Een paar weken geleden hoorde ik
een Texelse veehouder weer eens woor
den spreken, die wij ook willen zien als
een „goed woord" voor de landbouw
voorlichting. Het zou echter van een
zeer beperkte blik getuigen als we het
alleen als een pluim op de hoed van de
landbouwvoorlichting zouden willen
zien.
Niet zoveel nieuwe dingen
Ik sprak nl. met bedoelde veehouder
over de Teleac-cursus voor veehouders.
Zoals de lezers van deze rubriek bekend
kan zijn, menen wij, dat het nuttig is de
stof van deze cursus in groepen te be
spreken. Dat was de veehouder ook wel
met me eens, maar hij meende toch de
volgende opmerking te moeten maken.
„Het valt mij op", zo zei hij, „dat in
deze cursus direct geen dingen naar vo
ren komen, die nieuw voor ons zijn".
Door bestuursfuncties m diverse land
bouworganisaties had hij meerdere ma
len contact met veehouders van „de
overkant" en het was hem daarbij opge
vallen, dat diverse zaken, die bij de
Texelse veehouders bekend zijn voor
hun collega's aan de vaste wal nieuw
waren. En zijn conclusie was, dat de
Texelse landbouwers door het werk van
de landbouwvoorlichting goed op de
hoogte worden gehouden van allerlei
nieuwe ontwikkelingen.
I'k ben er van overtuigd, dat deze man
niet de bedoeling had de landbouwvoor.
lichters „over de kuif te strijken". Het
is verder ook zo, dat bedoelde veehou
der zeker niet één van de drukste klan
ten van de voorlichters is.
We willen ook niet nalaten er op te
wijzen, dat de laatste jaren door het
werk van de Streekontwikkeling zeer
veel aandacht aan ons eiland is gegeven.
Naast een zware plaatselijke bezetting
waren de specialisten van het consu
lentschap regelmatig op Texel om op
allerlei gebied voorlichting te geven.
Dat kan in de toekomst wel eens wat
anders worden Intussen zijn we toch
buitengewoon blij met de opmerking
van deze veehouder.
Alleen voorlichting niet voldoende
De redacteur van deze rubriek meent,
dat bovengenoemde uitspraak een even
grote pluim is voor de Texelse boeren
als voor de mensen van de landbouw-
„Ja?"
„Eén ding weet ik. Het was een
vrouw".
HOOFDSTUK XXIX
Hippolyte
Hippolyte, de knecht van graaf de la
Roche, was in Villa Marina bezig het
mooie geslepen glazen tafeltje van zijn
heer op te poetsen. De graaf zelf was
die dag naar Monte Carlo gegaan. Toen
Hippolyte toevallig uit het raam keek,
zag hij dat een bezoeker op de voordeur
toeliep, een bezoeker met een zo eigen
aardig uiterlijk dat Hippolyte enige
moeite had hem thuis te brengen. Hij
riep zijn vrouw, die in de keuken bezig
was en vestigde haar aandacht op wat
hij noemde „ce type-la".
„Zou het er weer een van de politie
zijn? vroeg Marie angstig.
„Kijk zelf maar", zei Hippolyte
Marie keek.
„Vast niet van de politie", verklaarde
ze. „Gelukkig maar".
„Ze zijn ons werkelijk niet erg lastig
gevallen", zei Hippolyte
De schel in de hal weerklonk en
Hippolyte ging ernstig en vol waardig
heid opendoen.
„Het spijt me, maar mijnheer de graaf
is niet thuis".
„Dat weet ik" zei de kleine man. „U
is Hippolyte Flavelle, nietwaar?"
„Ja, monsieur, dat is mijn naam".
„En u heb 'n vrouw, Marie Flavelle?"
„Ja, monsieur, maar
voorlichting. Denkend aan een oud ver
haal zeg ik nl.: „Het zaad moet ook
in goede aarde vallen". Ook nu geldt
nog, dat er heel wat „zaad" direct na
het strooien door vogels wordt wegge
pikt of onder het onkruid verstikt. Als
de Texelse boeren de boodschap niet al
leen hebben gehoord, maar er ook naar
hebben gehandeld, is dat evenzeer een
pluim voor hen als voor de „zaaiers".
En we menen te mogen zeggen, dat heel
veel Texelse agrariërs inderdaad ge-
„I'k moet u allebei spreken" zei de
vreemdeling en liep Hippolyte voorbij
naar de keuken, waar Marie hem met
open mond stond aan te staren.
„Voila", zei de vreemdeling en liet
zich in een stoel neervallen, „ik ben
Hercule Poirot".
„Ja, monsieur?"
„Ken je die naam niet?"
„Ik heb er nooit van gehoord, mon
sieur", zei Hippolyte.
„Laat me je dan zeggen dat je op
voeding te wensen overlaat. Het is de
naam van een der groten dezer wereld".
Hij zuchtte en vouwde de armen over
zijn borst.
Hippolyte en Marie staarden hem aan
en voelden zich niet op hun gemak. Ze
Wisten niet wat ze moesten zeggen
„Monsieur wenst mompelde Hip
polyte.
„Ik wens te weten waarom je gelogen
hebt tegen de politie!" riep Poirot uit.
„Monsieur!" riep Hippolyte „Ik
gelogen tegen de politie? Dat heb i'k
nooit gedaan!"
Poirot schudde het hoofd.
„Je vergist je", zei hij, „je hebt het
'bij verschillende gelegenheden gedaan.
Laat eens kijken". Hij haalde een noti
tieboekje uit zijn zak en raadpleegde
het. „Juist; ibij zeven gelegenheden op
zijn minst. Ik wil ze weieens opnoemen"
Kalm begon hij de zeven feiten op te
noemen. Hippolyte zat verslagen te
kijken.
,J>aar wou ik nu echter niet over
spreken", 'ging Poirot voort. „Maar je
moet niet denken dat je handig bent,
mon ami. Ik zal nu komen tot de spe
ciale leugen die me interesseert je
mededeling dat graaf de la Roche in z'n
villa is aangekomen op de morgen van
dinsdag de d4de".
toond hebben open te staan voor nieuwe
ontwikkelingen. Zo is met name de
voorlichting op het gebied van de voe
derwinning niet vruchteloos geweest.
De analyserapporten van het hooi. en
kuilgrasonderzoek illustreren dit duide
lijk.
Nu zit er in het feit van het goed
geïnformeerd zijn toch één gevaar. Nl.
dit! Als men denkt, dat het daarom niet
meer nodig is om over allerlei zaken,
die het bedrijf aangaan met collega's
„Maar dat was geen leugen, monsieur,
dat was de waarheid. Monsieur te comte
arriveerde dinsdagmorgen de 14de. Is
dat niet zo, Marie?"
Marie viel hem dadelijk bij. „Jazeker,
dat is zo. Ik weet het zeker".
„Zo", zei Poirot, „en wat gaf je die
dag de graag voor zijn déjeuner?"
„Ik Marie wachtte even, trach
tend het zich te herinneren.
„Vreemd", zei Poirot, „hoe men zich
soms het ene wel en het andere niet
herinnert".
Hij leunde voorover en sloeg met zijn
vuist op de tafel. Zijn ogen fonkelden
van toorn.
„Ja, ja, zo is het. Jullie vertellen maar
leugens en je denkt dat niemand het
weet. Maar twee weten het. De een is le
bon Dieu
Hij wees naar boven; toen sloot hij
zijn ogen even en voegde erbij:
,En de ander is Hercule Poirot".
„Ik verzeker u, monsieur, dat u zich
absoluut vergist. Monsieur le comte
verliet maandagavond Parijs
„Juist", zei Poirot. „Met 'de rapide. Ik
weet riiet waar hij zijn reis onderbrak.
Dat weet jij misschien ook niet. Maar ik
weet wél dat hij woensdagmorgen aan
kwam en niet dinsdagmorgen".
„Monsieur vergist zich", zei Marie.
Poirot stond op „Dan moet het recht
zijn loop hebben", mompelde hij. „Het
spijt me"
„Wat bedoelt u, monsieur?" vroeg
Marie angstig.
„Jullie zullen worden gearresteerd
wegens medeplichtigheid aan de moord
op madame Kettering, de Engelse
dame".
„Moord!"
Het gezicht van de man was krijtwit
en landbouwvoorlichters te spreken,
dan is dit goed geïnformeerd zijn geen
voordeel. I'k geloof inderdaad, dat we in
de Teleac-cursus direct geen dingen
zullen horen, die volkomen nieuw zijn,
maar ik ben wel van oordeel, dat een
bespreking van deze onderwerpen in
kleine 'groepen voor Uzelf, de collega
veehouder en de landbouwvoorlichters
een nieuw licht op allerlei zaken kan
werpen. En daarom hoop ik, dat U niet
„neen" zult zeggen als U een oproep
krijgt om aan een zo'n bespreking deel
te nemen.
GESLAAGD
OUDESCHILD De heer Alfons
Boom te Oudeschild slaagde woensdag
te Den Haag voor het diploma Stuur
man Zeevisvaart. Hij werd opgeleid aan
de Visserijsehool te Den Helder.
Woensdag 26 oktober
De Cocksdorp, De Hoop, Plattelandsvrouwen
De Cocksdorp-Eierland. Sprekers de heer M.
Mantje van Staatsbosbeheer en de heer G. J.
de Haan, directeur van het Texels Museum.
Zondag 30 oktober
Den Burg, Wandeltocht. Keuze tussen 10 en 20
km. Start luss 1 en 2 uur bij de Landbouw
school.
Den Burg, Snertrit M AB-club. Avondrit
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ZUIGELINGEN
Woensdag 26 oktober worden de moeders
van de buitendorpen verwacht op de volgende
uren
Den Hoorn 13.0013.45 uur; Oosterend en
De Waal13.4514.45 uur; De Cocksdorp
en Eierland 14.4515.45 uur; De Koog
15.45—16.15 uur.
INGEKOMEN PERSONEN
Aaltje Lap wv. Lap, van Haarlem,
Ramplaan 70 naar Den Burg, De Zes 12;
Antonius L Pieters, van Monnikendam,
Oranjestraat 29 naar De Koog K 1; Mar-
garetha E. Keijser, van Amsterdam, Fr.
v. Mierisstraat 50 II naar B 204; Eddy
C. Spierenburg, van Hilversum, Nood
weg 37 naar H 131; Godfried W. M. Ma
nie, met gezin, van Leersum, Rijksstr.-
weg 37 naar K 93a-4; Cornelis P. Riet
veld en echtgenote, van Zeist, van Ree-
nenweg 25 naar O 1; Marja T. Croes,
van Sneek, Anna Paulownastraat 34
naar De Koog, Dorpsstraat 42.
DE HEER HOUTENBOSCH
VERZORGDE BOEIENDE DIA-AVOND
VOOR „KOTEX"
(Door omstandigheden eerst nu
geplaatst)
De heer S. J. Houtenbosch, schrijver
van een aantal voqelboeken, waaron
der „Ik kan vogels houden", verzorqde
vorige week in hotel De Zwaan te Den
Burg een interessante causerie met
dia's. Hij deed dit op uitnodiging van
het bestuur van Kotexen wel spe
ciaal voor de afdeling voqelkwekers
van die vereniging. De afdeling werd
op 26 januari van dit jaar opgericht en
startte met 16 leden. Nu zijn er 29,
maar het bestuur van „Kotex" meent
dat dat aantal zeker tot 50 zou kunnen
worden uitgebreid. Texel telt naar
schattnq nl. 100 voqelhouders.
De heer Houtenbosch is voor de leden
van de jonge afdeling geen onbekende.
Ook de oprichtingsbijeenkomst in janu
ari verzorgde hij met zijn fraaie dia's
en origineel commentaar. Ook deze keer
stelde hij met teleur. Ging het de vori
ge keer over de erfelijkheidsleer; nu liet
hij vele tropische vogels zien om aan te
tonen welk een enorme verscheidenheid
de natuur heeft voortgebracht. Terloops
gaf hij ook verschillende tips waarmee
kwekers hun voordeel konden doen. De
heer Houtenbosch is de uitvinder van
een bijzonder simpel middel om het de
leek, die niet op de hoogte is van de
wetten van Mendel en de erfelijkheids-
tlheoriën, makkelijk te maken.
In de pauze toonde hij een draaischijf,
dat hij ,,'t ei van Columbus" noemde en
waarmee het mogelijk is van te voren
te bepalen hoe een kweekresultaat zal
uitvallen.
„Kotex" bestaat volgend jaar 25 jaar.
Ter gelegenheid daarvan zal een gaote
tentoonstelling worden georganiseerd
waarbij ook de vogels vertegenwoordigd
zullen zijn.
geworden, zijn knieën knikten. Marie
liet haar breikous vallen begon te hui
len.
„Maar dat is niet mogelijk. Ik dacht".
„Daar jullie bij je verhaal blijven, zit
er niets anders op. Ik geloof dat jullie
allebei gek zijn".
Poirot wendde zich om naar de deur,
toen een angstige stem hem weerhield.
„Monsieur, monsieur, een ogenblikje"
„Neen", riep Poirot, „ik heg geen
medelijden met jullie". Woedend keek
hij Hippolyte in het gezicht. „Moet ik
hier dan de hele dag blijven kletsen met
een paar idioten als jullie? Ik wil de
waarheid weten. Voor de laatste maal:
wanneer kwam Graaf de la Roche op
Villa Marina aan dinsdagmorgen of
woensdagmorgen?
„Woensdagmorgen", fluisterde de
man, en achter hem stond Marie in
stemmend te knikken.
Poirot keek een paar minuten naar
hen; toen boog hij ernstig het hoofd
„Jullie zijn verstandig, mes enfants",
zei hij rustig. „Jullie waren bijna in een
lelijk parket geraakt".
In zichzelf glimlachend verliet hij
Villa Marina.
„Een vermoeden bevestigd", bromde
hij in zichzelf. „Zou ik nu de tweede
kans nog wagen?"
Het was zes uur, toen Hercule Poirots
kaartje aan Mirelle werd overhandigd.
Toen hij binnentrad vond hij haar in de
kamer 'heen en weer lopen. Ze wendde
zich woedend tot hem.
„Wel?" riep ze. „Wel? Wat is er nu
weer?? Hebben jullie niet gemaakt dat
ik mijn arme Derek verraden heb? Wat
willen jullie nu nog meer?"
(Wordt vervolgd)
j
De Raiffeisenbank wil de spaarzin
bevorderen. Ook üw spaarzin.
In uw eigen belang.
Voor uw eigen zekerheid.
Nü sparen betekent zekerheid straks.
U weet zelf waarvoor u spaart.
Voor u zelf of voor anderen.
Voor de vervulling van een lang
gekoesterde wens of voor een
onverwachte grote uitgave.
In ieder geval spaart u voor
een kleine of grote zekerheid.
spaarbank en alle bankzaken